Duisternis sluit zich rond mijn ogen terwijl de wijzer traag richting twaalf sluipt wen ik traag aan het donker donkere schaduwen tekenen zich af.
Ik duw mijn handen tegen mijn oren om hun stemmen niet te horen fluisteren vingers verkrampen en angst overheerst bang om te verliezen wat het daglicht zag.
Ze bewegen langs de meubels raken me aan in mijn eenzaamheid voelen wat hun aanwezigheid teweeg brengt en toch blijf ik liggen achter open ogen.
Pijn kruipt omhoog rustig bereikt het mijn breekpunt de schaduwen schrikken van mijn gehuil opeens word het stil in mijn hoofd.
Leegte is een donsdeken warm en voldaan wacht ik tranen zijn op en mijn ogen hol geschreeuw heeft niemand ontwaakt.
Desondanks val ik in een diepe slaap minder eindeloos is de tijd als ik wakker word bezweet en nog steeds ingepakt versiert door de nacht..... Hilda 07/01/2000
|