Ik denkt dat niemand het ziet maar in mijn ogen is alleen maar pijn en verdriet ben dikwijls gekwetst keer op keer en dat doet mijn hartje telkens heel erg veel zeer.
Belachelijk gemaakt uitgelachen en bespot dat maakte mijn hart van binnen kapot nu is het nog maar een splinter van wat het is geweest mijn hart nu is van steen en wild gelijk een beest.
Een grote muur ondoordringbaar hoog en voos maakt al mijn gevoelens grauw en kleurloos maar af en toe raakt er een steentje los en schijnt er een lichtstraaltje door het donkere bos.
Maar als je probeer naar binnen te kijken dan ga ik mij direct ontwijken en ren ik dan weer heel snel en hard heen weer veilig achter die muur van steen.
Ik weet het ik mag niet zo denken maar er zijn mensen genoeg die mij aandacht en hun liefde aan willen schenken maar als ik dan weer in de spiegel kijk en zie mijn kinderen en kleinkinderen dan kan ik zeggen wat ben ik rijk.
Ik mag het nu niet opgeven er is nog zoveel moois om voor te leven en kan niet vluchten ik weet toch niet waar heen dus sloop ik die muur om mij heen steen per steen... Hilda 11/03/1997
|