Laat ik eens een plezant verhaal vertellen, het was niet allemaal kommer en kwel onder WO II..
Zuid-Frankrijk, Tay-Bosq. CRAB's ( x )
Een gedeelte van de voortrekkers van de 7de BP-Cardinal Merciergroep Mechelen, lagen in een CRAB-kamp in Tay-Bosq. Daar deze groep een Franstalige was - ja bij het VVKS waren ook Franstalige groepen maar dat is een ander verhaal - - Wie dat intereseerd mailt me maar even - was er geen taalprobleem met de plaatselijk bevolking. Weldra waren ze dan ook bevriend geraakt met de ex-pastoor van dat dorp, en gingen er al eens een avond gezellig luisteren naar de 'archiprêtre - zeg maar de dorpspastoor die zijn kap over de haag had gesmeten . Telkens werd er een aardig glaasje Pinard gedronken om steeds af te sluiten met een zeer stevige Armagnac of twee...of drie. Op een avond was de pastoor nogal wat aangeschoten om van onze Voortrekkers maar te zwijgen. Hij stond wankel recht en zei tegen de mannen: " Maintenant je vais vous montrez ma dame Jeanne. " Onze jongens begonnen te fluisterend tegen elkaar over wat zij dachten over zijn Jeanneke: " Zal zeker een jong ferm bondinneke zijn dat hij als meid heeft.... Van de Franse midimannen kan je van alles verwachten, ook van deze pastoor," was zowat hun concluse. Even later kwam die al zingend binnen met een grote fles, in stro en ijzer verpakt, vol met Armagnac: " Voila ma Dame Jeanne!!" Of er gelachen werd met de vermeende geheime liefde van de dorpsherder. Na nog wat geproefd te hebben, zijn onze jongens al zingend naar hun kamp getrokken, waar ze ferm op hun donder kregen van de leiding, om zo laat en kennelijk aangeschoten toe te komen. Toen Fons Claes me dat vertelde (1994) wees hij op een Damejeanne, dat als sierstuk op zijn terras stond te pronken. In de flessenhals staken enkele bloemen: " Ja Jos, die worden regelmatig vervangen. De fles doet me er steeds aan herinneren dat er zelfs aan de donkerste wolk toch een zonnig randje te bespeuren valt., als je mijn gedachten begrijp. Wij hadden het daar feitelijk nog zo slecht niet, buiten het heimwee naar huis. En, dat zou ik nog vergeten, de vlooien en kakkerlakken!"
(x): De Nederlandse benaming voor de werfreserve werd practisch nooit gebruik. Zeg nu zelf: RCBL. Dat klinkt toch niet. "Recruterings Centrum Belgisch Leger"
...de scoutshulpploeg uit Lier kwam snel ter plaatse na het bombardement op 19 april 1944....
Het betreft Mechelen.
Wie kan mij inlichtingenverschaffen over deze hulpploeg van Lierse scouts? Hoe werd ze samengesteld, opgeleid, hoeveel scouts waren er lid van, hoe werden ze verwittgd waar er hulp nodig was, hoe verplaatsen ze zich...enz... Hebben ze verliezen geleden? En nog zovele vragen. Door een zwaar hulpbehoevende echtgenote kan ik niet op intervieuwtocht gaan. Ik ben aangewezen op deze weg: Internet, Seniorennet.... Scouts hebben zowat overal en bij allerlei oorlogstoestanden geholpen, dat wil ik samenbundelen en doorgeven aan de juiste archieven. Mail of schrijf me wat u weet, misschien waren er in andere plaatsen ook hulpploegen? E-mail: woelige.ekster@skynet.be Adres: Jos Maes, Wilgenstraat 36, 2800 Mechelen Ps. Foto: scouts halen hun dode leider uit een schuilkelder.
Indien u maar maar even komt piepen..laat dan toch een berichtje achter: Kan toch?
Bovenal vertel het verder aan je kennissenkring: Oud-scout zoekt info over scouting onder WO II. En al wat er in verband mee staat!!! Mail naar: woelige.ekster@skynet.be
Zè daa kraugekik de weubekes van!(das plat mechels)
Een artikel in Visie over het verbergen van Joodse kinderen onder WO 2 vermeld 2 personen die zich bezig hielden met het onderbrengen van honderden Joodse kinderen. Geen enkel woord over wie dat feitelijk de kinderen wegbracht naar onderduik adressen, waarom verzwijgt men steeds de inbreng van de scouts in deze aangelegenheid? Die twee zorgden wel degelijk voor de onderbrengplaatsen maar deden die kinderen niet zelf weg, dat deden snotapen van 14 à 17 jaar, ook wel Scouts ofte Padvinders genoemd, toen. Had men ze opgepakt bij controles door de Duitsers, kregen ze vast en zeker een enkel reis naar het land van de Grimlach, bij ome Dolf!
Weet u toevallig dààr wat meer over? Graag ontving ik uw verhaal. E-mail: woelige.ekster@skynet.be
Ps. Herlees het onderstaande artikel over René Ceuppens.
Wie heeft deze aalmoezenier persoonlijk gekend? Hij was naast aalmoez. ook nog verbindingsman tussen de weerstand en het aartsbisdom Mechelen. Hij was ook de drijvende kracht achter het verbergen en onderbrengen van joodse kinderen. Daarvoor stond de Hazenpatrouille van Ruisbroekse scouts paraat. Hun hoofdkwartier was het kasteel Dijkstein op de grens Mechelen-St.-Katelijne-waver, achter de kerk De Goede Herder. Van daaruit beleefden zij hun scoutswet: "Andere mensen helpen waar ik kan."
Graag ontving ik meerdere info over deze priester. Heeft iemand een foto van hem? Scannen en doorzenden aub. Vertel dit voort en zet anderen ook aan om hun verhaal te doen over "Padvinders in oorlogstijd."
E-mail rechtsreeks: woelige.ekster@skynet.be U kan ook rechstreeks docu en info zenden aan: Jos Maes, Wilgenstraat 36, 2800 Mechelen Dank u
Er was een tijd dat men scouting militarisme verweet... In mijn archief vond ik een boekje uit 1933....dat is de opkomst den Adolf! Spijtig maar ik kan de kopie niet groter op mijn blog krijgen.
Op blz.2 staat volgende, in drukletters, te lezen: SCOUTING BEHANDELT DE JONGENS HEELEMAAL ANDERS DAN HET LEGER.
HET LEGER BEHANDELT DE JONGENS DOOR VREES - SCOUTING BEHANDELT DE JONGENS DOOR VRIENDSCHAP.
Dat is me dunkt een gans ander benadering van de jeugd. En dat is nog altijd zo: anno 2005!!!
Bezit iemand in je familie of vriendenkring zulke oude teksten? Graag ontving ik een kopie of...als je wilt het origineel. Je kent mijn opzet, als u mijn archief, week per week eens doorneemt. Alvast bedankt. Adres: J.Maes, Wilgenstraat 36, 2800 Mechelen. E-mail: woelige.ekster@skynet.be
Wie bezit of weet waar zich een armband bevind van de PADVINDERSPOST. Gemaakt uit linnen of katoen in lichtgroene kleur. De opdruk Padvinderspost is in zwart. Naast die tekst stond de stempel van de scoutsgroep waartoe de scoutpostbode behoorde. De drager bezat een "schein" waarop o.a. vermeld stond naar welke gemeenten hij zich mocht verplaatsen.
Graag ontving ik kopieën van bovenstaande in KLEUR aub. Wie een scanner bezit mag via dat toestel een kopie verzenden.
Een van de vele ploegen uit Mechelen reed onder leiding van Master Leo Beeck ook zuidwaarts. Ergens midden een bosrijke streek ontmoeten ze een eenzame scout die langs de weg al zingend zat te rusten. De Mechelaars stopten om ook wat te rusten en beluisterden de scout-zanger. Toen hij uitgezongen was kwam het tot een kennismaking. De zanger was Akela Bob uit Berchem en had zijn ploeg ergens gemist. Tussen al die duizenden vluchtelingen en opgeroepen jongelingen was het geen wonder dat je soms je ploeg uit het oog verloor. Fons Claes uit Mechelen die getroffen was door de mooie stem van de zanger, vroeg om nog enkele liederen te zingen. Na afloop sprak Fons haast profetische woorden: Bob jongen, als je blijft oefenen met zingen, wordt jij beslist een Vlaamse troubadour. En dat is nog zo geworden ook.Akela Bob, was Bob Davidse, de latere nonkel Bob van de kinderuurtje op TV. En de rond reizende troubadour in vele zalen van Vlaanderen.
In Toulouse aangekomen ging iedereen zijn weg, op zoek naar stadsgenoten. De volgende avonden kwamen alle scout te samen aan de boorden van de Garonne om er onder de platanen te praten en te zingen. Weldra werd het een ware toeloop van , niet alleen scouts, maar ook van vluchtelingen en gemobiliseerde soldaten die te Toulouse lagen. Bob , die de zangstonde leidde, had op een banjo van een scout enkele akkoorden ingeoefend om zo zich te begeleiden, ondersteund door tal van blokfluiten en mondharmonikas van de scouts. Leo Beeck besloot enkele omhalingen te organiseren om een gitaar te kunnen geven aan Bob. Op korte tijd had hij 350 frank verzameld en met Bob trok men naar een muziekwinkel. Mits wat afbieden had Bob een gitaar op de kop kunnen tikken. Later, toen de jongelui in kampementen waren onder gebracht, trok Bob van kamp naar kamp om er zangstonden te organiseren. Met de zegen van de hogere leiding kon hij zonder problemen rondtrekken, logement en eten verkrijgen.
Toen ik begin der jaren negentig aan mijn oorlogsboek begon en vele verhalen hoorde vertellen, kwam ook dit verhaal uit de oude doos. Van een journalist had ik geleerd om elke verhaal na te trekken op geloofwaardigheid. Ik schreef een brief aan Bob en prompt ontving ik bevestiging! Hij kende zelfs de namen nog van Leo en Fons, knap geheugen, na 50 jaren...
Jij die dit leest, misschien was je ook daar aanwezig. Graag ontving ik ook uw verhaal van uw belevenissen in die bange maanden van 1940. E.mail me aub: woelige.ekster@skynet.be Bezit u nog documenten van uw terugkeer endergelijke..even scannen of laten scannen en ook doorzenden. Dank U!
Kijk, bezoekende oorlogsgeneratie; een anecdote.......
Tijdens de bombardementen op Mechelen.
De directie van het Jongensweeshuis in de Lange Schipstraat, had besloten de jongens over te brengen naar het zomerverblijf in Rijmenan. Daar waren ze veilig voor de luchtaanvallen.
Na enkele tijd ondervond de directeur, Richard Bellens, dat de jongens zich stierlijk verveelden. Zijn broer, Silvain Bellens, was scoutsleider bij de Graalridders te Mechelen. Hij vroeg hem of men soms geen vrijwilligers vond om die knapen daar in Rijmenam wat bezig te houden, onder de vakantie. Geen probleem; scouts staan steeds paraat om te helpen....toen toch. IK weet niet of dat nu nog zo is. Een zekere Bellon - algemeen gekend als de Specht en ene Maurice Leysen namen de taak op zich. Stilaan groeide er feitelijk een nieuwe scoutsgroep, ondanks het verbod van de bezetter. De groep kreeg de naam van het weeshuis: Sint-Heilwichgroep.
Nu komt de anecdote. Specht reed met de stoomtram van Mechelen naar Rijmenam, om een namiddagvergadering te leiden. Plots stopte de tram. Een getier van Duitse Feldgendarmen. "Aufsteigen, Papieren bitte!!!" Feitelijk waren die ondanks hun gebrul wel beleeft hé. "Bitte !"
Specht moest geen angst hebben vermits hij een studenten 'schein' had. Waar hij geen erg in had, zijn scoutsbroeksriem.. Sorry voor het geradbraakte Duits, wij kenden geen ander. " So herr Bellon, wass ist das aan die hosse?" Bellon wist niet wat die Feldgendarm bedoelde. Hij bedoelde feitelijk de scoutsgesp aan die riem. Bellon antwoorde: '" Das ist vor meine hosse op te halten!" Dien Duits, niet van humor gespeend zo bleek, glimlachte en zei: " Mache sich mal fort." En Bellon kon terug den tram op naar "zijn" weesjongens. Eind goed, al goed. Dat verhaaltje ging langs alle scouts van het district Mechelen rond als een grappig mopje.
Ken jij ook zulke anecdotes? Stuur ze aub naar onderstaand mail-adres. woelige.ekster@skynet.be
Kijk, lieve mensen, hier komen regelmatig bezoekers op mijn blog. Mits een klein beetje goede wil, kan je toch even een kort berichtje intikken in het vak ' Toevoegen'. Mijn bedoeling is nog steeds NIET COMMERCIEEL, gegevens verzamelen over scoutsdiensbaarheden Tussen 1939 (mobilisatie) en 1945( einde oorlog WO 2.) En dat mogen ook best plezante anecdoten zijn. Wij scouts hebben toch op onze manier aan weerstand gedaan tegen de bezetter. Ja, sommige werden actieve weerstanders. Ook scouts zijn lid geworden van het VA.V.V. en zelfs Oostfrontstrijder uit puur idialisme. Nu weten wij dat ze in hun jeugdige overmoed misleid zijn door....En dat wil ik vastleggen en doorgeven aan het scoutsarchief van Antwerpen, Kadoc van unif Leuven en het Soma, dat alle gegevens verzameld over de periode 1930-1950. Beste broers, onze strijd, hoe en waar dan ook, diend bewaard te worden voor het nageslacht.
Indien insiders zich vragen stellen waarom ik het Scoutsarchief-Muzeum van Leuven niet vernoem, ik heb daar mijn persoonlijke redenen voor, die ik hier niet wil openbaar maken.
Hoe zo? Geen enkel mens heeft enige herinnring aan de scoutsbelevenissen of dienstbaarheden tussen 1939 en 1945, breed genomen de oorlogsjaren? Kan toch niet! Blader eens door het archief, gewoon klikken op een weekdatum. Uw blogerEkster verwacht u. Dank!
Reclame campagne ten voordele van De Kluis. Het aangekochte domein in het Meerdalenwoud. Het opleidingscentrum voor scoutsleiders. Anno 1939....mobilisatietijd! Wat weet jij hier nog van?
Ekster zoekt ALLES wat nog te vinden is over de scouts onder WOII. Mobilisatie dienstbaarheden. Hulp na aanvallen in mei '40. Crab's wedervaren. De tocht naar Frankrijk. Zij die niet meer over de Somme geraakten. Verblijf in de Midi. De terugkeer naar huis. Padvinderspost. Dienstbetoon op kampen van HIB en Winterhulp. Wedervaren tijdens de bezetting. Weerstand. V.A.V.V. Oostfront. Hulp na bombardementen. Verplichte tewerkstelling. VT werking in Duitsland. De bevrijdingsdagen. Terugkeer uit Duitsland. Onze doden. Graag zou ik een lijst willen aanleggen met alle scouts die stierven wegens oorlogfeiten.
Zonder de hulp van allen wordt dit ... niets!
Men zegge dit voort!!! In alle scoutsgroepen zijn er wel grootouders die de oorlog als scout hebben meegemaakt. Vraag er naar. Zet oproepen in jullie bladen. Wees een speurneus en zendt jullie verhalen naar mij. Indien er documenten/foto's zijn: Scannen of laten scannen en doorzenden naar: woelige.ekster@skynet.be Weest Paraat. En , dank u.
In 1941 trokken de scouts van de 6de BP Mechelen op kamp naar Wespelaar.
Op dat kamp werd er, wegens de rantsoenering, gegeten waar we zegeltjes voor hadden. Eén product konden onze leiders bemachtigen zonder zegels bij een "sponser", de firma Huygebaert te Mechelen: HAVERMOUT. Mensen , ik denk dat we kilo's van dat kleverig goedje binnen speelden. Onze Master - zo werd de leider toen aangesproken - kwam na het avondeten op bezoek bij elke patrouille met de vraag: En? Nog wat overschot? Hij schrapte de pot tot op de bodem af. Graatmager was ie en toch speelde hij alles binnen wat er overschoot en werd geen gram dikker! Hij heeft aan dat kamp een bijnaam overgehouden: "Levende vuilbak!" Toen ik in de 90tiger jaren hem ging intervieuwen voor mijn boek " Padvinder in WO II" was hij toch wat terughoudend over die bijnaam. Hij was ondertussen wel een zeer gekende architect geworden! Daarom liever geen naam. Ekster. E-mail: woelige.ekster@skynet.be Stuur me uw verhaal als scout onder WO II . Dank!
Kent u of je voorouders deze scout? Overleden in Montpellier op 21 juli 1940. Hij was kampleider te Teyran, C.R.A.B-compagnie met allemaal scout van 16 tot 21 jaar oud. Graag zoveel mogelijk info over deze zeer geliefde kampleider. Hij was een Mechelse scoutsleider, zijn broer André heeft de leiding overgenomen na het overlijden van Paul.. Zendt uw of hun verhaal aan ondergetekende. Desgewenst zend ik u een volledige scanning van het bidprentje. Jos Maes. E-mail: woelige.ekster@skynet.be MEN ZEGGE HET VOORT!!!!
In de eerste oorlogsdagen ,1940, was het een chaos van je welste. Op een bepaald kruispunt in Mechelen was er geen doorkomen aan. Men reed met alle mogelijke ' toestellen op wielen' van noord naar zuid en van oost naar west. Verkeersopstoppingen zoals nooit tevoren. Geen politie te zien, waren ook al op vlucht! Ons verkennertje kon dat niet aanzien, liep naar huis en trok zijn uniform aan en gewapend met zijn scoutsfluitje stelde hij zich op temidden van al dat gewoel. Hevig fluitend en teken doende dat men moest stoppen kreeg hij, de snotter, die chaos onder controle. Beurtelings liet hij het verkeer door. Het verliep tamelijk vlot. Op een geven moment komt er een militaire collone uit de richting Leuven en wil dat kruispunt op rijden. Maar ons scouteke, getraind als geen om de zwakken eerst te helpen, liet een boerenkar overladen met goederen en vrouwen en kinderen voor gaan. Komt uit de eerste militairecamion een officier naar ons manneke en zegt, toch wel vriendelijk: "Padvinder weet jij niet dat het leger ten allentijde voorrang heeft?" - " Ja maar vrouwen en kinderen moeten toch eerst?" - " Kan zijn in julie boekjes maar niet in oorlogstijd. Hou daar in 't vervolg rekening mee. Maar toch proficiat Boy-scout, je leverd hier goed werk." Nog uren heeft hij het verkeer geregeld tot aan het vallen van de avond. Doodop is hij dan huiswaarst gekeerd. 's Anderdaags werd hij wakker met pijnlijke armspieren. Sedertdien heeft hij alle begrip voor verkeersagenten die het verkeer staan te regelen. Een verdoemd vermoeiende job, zeg hij nu nog.
Ken jij ook zulke scoutsverhalen? Over jezelf of familieof kennissen? Graag ontvang ik die. Met alle bijhorende plaats en naamvermeldingen.
Op bovenvermelde datum stond in het Belgisch staatsblad o.a. te lezen: Koninklijk Besluit, nummer 2664, over de Passieve Luchtbescherming ( PLB)
Hoofdstuk III, - artikel 9 - alinea 5.
..." Voor de organisatie van sommige diensten, zoals den estafettendienst kan er beroep gedaan worden op den Nationalen Padvindersbond."
Het was de officiële erkenning dat de scouts paraat stonden in de moeilijke tijden die zouden aanbreken. Misschien stelt u, niet scout, de vraag waarom geen andere jeugdbewegingen? Dit is eenvoudig te verklaren. Het scoutssysteem met zijn vaardigheden en allerlei eisen bracht mee dat zij getrainde jongeren waren, die zelfstandig konden optreden waar zulks nodig was. Ook het uniform bracht mee dat ze steeds onmiddellijk herkenbaar en aanspreekbaar waren. En elke burger wist toch dat scouts alle dagen een goede daad moesten doen. Het vertrouwen in de scouts , ondanks soms hun jeudigheid, was er. Daar kunnen honderden scouts over vertellen. Op die vertellingen zit ik te wachten!!! Hopman Ekster verwacht uw dienstbaarheidsverhaal. Laat maar uw afstammeling(en) de feiten noteren en opzenden aan: E-mail: woelige.ekster@skynet.be Bezit u nog documenten daarover? Laat ze scannen en doorzenden. Dank! Ps. Vergeet niet data, plaatsen, omstandigheden enz...Foto's ?