xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Waarom zwermen de honingbijen ?
Honingbijvolken planten zich voort met een korte en een lange termijn strategie.
In het voorjaar wordt alle energie ingezet om meer individuen te kweken.
Dit is de korte termijn strategie. Tussen maart en mei groeit het aantal bijen
van 15.000 naar 40.000 en dat aantal is nodig om verder te kunnen groeien
en om de wintervoorraad aan te leggen.
Dan komt de lange termijn strategie, nl. zorgen voor nieuwe bijenvolken.
Want een holle boom, waarin het nest zit, kan omwaaien, een beer kan het
nest plunderen of er kan een ziekte uitbreken.
De eerste twee risicos bestaan hier bij ons niet meer.
Holle bomen zijn zeldzaam geworden en beren vinden we alleen nog in
andere werelddelen.
Maar de drang om de soort in stand te houden is in de natuur altijd aanwezig.
Bij de bijen kan dat alleen gebeuren in volwassen volken. Eind mei en juni is het zwermtijd. De oude bijenkoningin zoekt met een deel van het volk een nieuwe nestplaats en gaat daar dan een nieuw volk starten.
Het oude bijenvolk kweekt een nieuwe koningin en kan dan ook op eigen kracht verder.
Dikwijls volgen er nog kleine nazwermen, maar die moeten dan beginnen met te weinig bijen en hebben daardoor weinig of geen kans om de komende winter te overleven.
De zwerm vertrekt.
Nog indrukwekkender is het om een zwerm uit de bijenkast te zien vertrekken.
Het lijkt wel of er dikke pap van bijen uit de kast vloeit. Ze rollen en hollen
allen samen de kast uit. Maar terwijl een deel van het bijenvolk zich naar buiten spoedt worstelen zich nog een paar stuifmeelhaalsters naar binnen.
Binnen tien minuten is de zwerm weg en is de rust aan de kast weergekeerd.
En wie heeft er nu eigenlijk het startsein gegeven ?
En hoe spreken de bijen af wie er mee gaat zwermen en wie moet achterblijven ?
Dit zijn enkele mysteries over het bijenleven.
Binnen het kwartier verzamelen de uitgevlogen bijen zich aan een boomtak of iets anders dat enig houvast geeft. Als een dichte wriemelende massa blijven ze een paar uur hangen. In die tijd kan een imker de zwerm gemakkelijk vangen in een zwermkorf.
Hij schudt de zwerm in een nieuwe kast met raampjes en hij heeft een nieuw bijenvolk.
En hier zien we weer iets merkwaardigs bij onze bijen: voordat de bijen gingen zwermen vlogen zij altijd naar hun oude kast, maar nadat ze gezwermd hebben verliezen ze dat stukje geheugen en oriënteren ze zich naar de plaats van de nieuwe kast. Een nieuw bijenvolk kan starten.
|