Voor vijf uur 's morgens staan we al paraat voor een volgende safaritocht.
Na een kop sterke koffie zijn we wakker voor het volgende avontuur.
Ook Philip en Adolf zijn present en staan vol ongeduld te wachten om te
vertrekken. Je merkt duidelijk dat zij 'één' zijn met het park en zich
nergens anders zo thuis voelen dan midden de machtige dierenwereld.
Rond kwart voor zes begint het stilaan licht te worden en een jakhals
steekt vlak voor de jeep de weg over. Enkele buffels met grote hoorns,
een groep olifanten aan een drinkpoel, sierlijk statige giraffen, een
neushoorn met kleintje zo dichtbij, kleurrijke vogels.... het is
indrukwekkend om de dieren te kunnen observeren, niet achter tralies
maar in de vrije natuur.
Ook op de ochtendsafari is er een stop voorzien. Het begint al flink
warm te worden en een frisdrank is welkom. Adolf plaagt dat hij ook
hele lekkere gin en whisky aan boord heeft, maar daar zullen we om 7
uur 's ochtends maar wijselijk afblijven.
In het Madikwe game reserve zijn er meerdere lodges en de rangers op
safari houden in hun jeeps radiocontakt met hun collega's. Als er
bijvoorbeeld een grote groep leeuwen wordt opgemerkt geven ze aan
mekaar de juiste vindplaats door. Maar hoe doe je dat in de
brousse? Ranger Philip vertelt ons dat elk zandwegeltje, hoe klein ook,
een naam heeft. Er staan natuurlijk géén straatnaambordjes maar toch
weten de rangers precies waar ze moeten zijn.
En zo rijdt ook ranger Philip ons, zonder GPS, veilig door het
grote wildpark en tegen halfnegen 's morgens terug naar de lodge.
Een vorstelijk ontbijtbuffet staat buiten opgesteld.... voor ons twee!
Grote parasols beschutten ons tegen de zon die al in alle hevigheid brandt.
Overdag loopt de temperatuur hier in de Zuidafrikaanse zomer makkelijk op tot boven 35 graden celsius.
In een heerlijk frisse kamer overdenken we de avontuurlijke tocht tot we erbij... in slaap dommelen.
Het is nog steeds zomers warm als we in de late namiddag nog een
safaritocht maken. Voor zover we nog enig gevoel voor richting hebben,
trekken we telkens naar een andere streek in het 75 000 ha grote
wildpark. Het concept blijft hetzelfde. Onderweg komen we regelmatig
andere jeeps vanuit andere lodges tegen. Allen hebben slechts één doel:
zoveel mogelijk dieren spotten op mooie locaties.
En ook deze laatste avondsafari levert nog een boel onverwachte
ontmoetingen op met allerlei dieren. Een gemsbok, een hyena, wilde
zwijnen, twee nijlpaarden, een hele kudde buffels en een neushoorn
languit in een modderpoel worden in ons geheugen en op film vastgelegd.
Daarmee hebben we al vier van de 'big five' dieren van heel dichtbij gezien.
Enkel luipaarden hebben we hier, in het Madikwe game reserve, niet gezien.
Ranger Philip verzekert ons dat we ze op onze volgende safari, in het Sabie Sand wildpark, zeker zullen zien. Dat beloofd!
Het
is vijf uur in de namiddag, tijd voor onze eerste safari. Safaritochten
worden doorgaans tweemaal daags georganiseerd. 's Morgens heel vroeg en
in de late namiddag is de kans het grootst om de dieren goed te kunnen
observeren. Overdag wordt het te warm en beschutten de meeste dieren
zich in de dichte begroeing.
In de grote lobby, vol met Afrikaans houtsnijwerk, staan koffie, thee,
frisdrank en snacks voor ons klaar. De blanke manager van de lodge heet
ons welkom. In een donker hoekje staat een zwarte bediende die na een
vingerknip van de manager naar ons toe 'loopt', koffie bijschenkt, en
even snel weer in zijn hoek verdwijnt. Dat geeft ons een wrang gevoel.
Je merkt nog zo duidelijk het verschil tussen blank en zwart. De
'aangename' jobs worden steevast uitgeoefend door blanken en als er
moet gewerkt worden zijn het de zwarten. Dat hebben we, tot onze spijt,
meerdere keren tijdens onze rondreis moeten ondervinden, nog een gevolg
van de apartheid.
We zijn verwonderd, maar in deze sjieke lodge zijn we deze dagen de
enige gasten. Een grote, groene, open, 4 maal 4 terreinwagen staat
klaar voor de lobby.
We nemen plaats en met een flinke vaart rijden we de brousse in. Aan
het stuur zit Philip, een blanke Zuidafrikaan, vooraan op een naast de
motorkap gemonteerde stoel zit Adolf, de zwarte spoorzoeker. Met het
fototoestel en videocamera in aanslag gaan we op zoek naar de 'big
five'. Deze term uit het jagersjargon verwijst naar de vijf
gevaarlijkste en meest gewilde trofeedieren van Afrika nl. de olifant,
leeuw, luipaard, neushoorn en buffel.
Het is verbazingwekkend hoe Adolf, de spoorzoeker, al van zeer ver
dieren heeft gespot in het dichte struikgewas. Met grote ogen kijken
wij in dezelfde richting en zien (nog) niets. Even later zien we een
eerste kudde antilopen en impala's. Deze mooie doch schichtige dieren zullen we tijdens onze tochten nog
veel in het vizier krijgen. Een wildpark als Madikwe is uiteraard geen
zoo. De ranger en de spoorzoeker moeten de dieren zoeken. Veilig in de
jeep sluipen we als het ware in een traag tempo door de dichte
begroeing. Adolf ziet als geen ander sporen in het zand en vindt aan de
hand van gebroken takken en uitwerpselen het juiste spoor naar een
grote kudde olifanten met kleintjes, grazieuse giraffen, gnoes en
zebra's.( Wist je dat geen enkele zebra hetzelfde strepenpatroon
heeft?) Na enkele uren dierenspotten stoppen we op een open, veilige
plek in het park. We mogen uit de jeep om onze benen te strekken.
Plilip en Adolf hebben een grote koffer bij waarin koffie, thee,
koekjes, zelfs bier, wijn, gin en whisky zitten.
Dé verrassing van deze eerste tocht komt dadelijk. Een groep van vijf
leeuwen ligt rustig in de schaduw, ze trekken zich van ons bezoek
blijkbaar niets aan. Hoog in onze open jeep naderen we de dieren tot op
enkele meter afstand, en kunnen we ze naar hartelust fotograferen.
Adolf vertelt ons dat er géén gevaar loert zolang we rustig blijven en
geen bruuske bewegingen maken. De wilde dieren herkennen de jeep met de
passagiers erin. Stel dat je toch uit het voertuig zou stappen, heb je
geen schijn van kans en word je binnen enkele seconden aangevallen en
verscheurd. Vanop een hoger gelegen plek genieten we even van een
ongelooflijke zonsondergang.
Rond zeven uur 's avonds wordt het donker maar daarmee is onze
jeepsafari nog niet ten einde. Met een grote spot op de terreinwagen
vervolgen we onze weg door de brousse. Het is best een beetje
spookachtig, wij met z'n vieren in het pikdonker, omringd door wilde
dieren en dierengeluiden. Maar Plilip en Adolf zijn op vertrouwd
terrein en vinden nog tal van dieren en ook onze lodge terug. Zonder
ervaren chauffeur en spoorzoeker zou je hier in de donkere brousse
volledig verloren zijn.
In de kamer kunnen we ons opfrissen en omkleden voor het avondmaal. Op
het terras van de lodge zijn een vuur en fakkels ontstoken en in
onvervalste 'Out of Africa' stijl genieten we onder de zuidelijke
sterrenhemel , hoe kan het ook anders, van een overheerlijk 'wild'
diner.
Vanuit Kaapstad vliegen we terug naar Johannesburg.
Op de internationale luchthaven van Johannesburg worden we door een
bediende van Fedair naar een zijvleugel begeleid, van waaruit Federal
Air met kleine toestellen naar wildparken in het noorden van
Zuid-Afrika vliegt.
Het luchthavengebouw(tje) en vertrekhal(letje) van Federal Air liggen
vlak naast een startbaan van de internationale luchthaven. Met
donderend geraas stijgen grote vliegtuigen vlak voor onze neus op.
Het kleine, tweemotorige toestel wordt uit een hangar gereden.
Ondertussen checken we in, wordt onze bagage gelabeld en genieten we
van koffie, thee en cake die voor de weinige passagiers klaarstaan.
Onze vlucht naar Madikwe heeft vertraging.
Enkele valeizen en een aanzienlijke berg grote kartonnen dozen staan buiten tegen een muur reeds klaar om in te laden.
Eindelijk mogen we plaatsnemen in het kleine toestel dat plaats biedt
aan ongeveer tien personen. We zijn deze middag met 3 passagiers voor
de vlucht naar Madikwe. De piloot deelt nog vlug een lunchbox(je) uit
en vertelt ons dat er veel turbulentie zal zijn. En inderdaad, tijdens
de één uur durende vlucht gaat het vliegtuigje wild tekeer. Het toestel
en passagiers worden flink dooreen geschud. Het landschap dat we
overvliegen is prachtig.We bevinden ons boven dicht bebost gebied, hier
de daar kronkelt zich een rivier door een zee van groen.
En kijk daar beneden is de airstrip van Madikwe al. Met een kwak zet de
piloot zijn toestel een beetje onzacht neer op de stoffige airstrip van
het Madikwe wildpark. Het Madikwe game reserve is een 75 000 ha groot
malariavrij wildpark vlakbij de grens met buurland Botswana.
Een ranger van de Mateya safari lodge staat ons met een open jeep op te
wachten. Na tien minuten bereiken de lodge, onze volgende
verblijfplaats voor twee overnachtingen.
Je zou misschien vermoeden dat een lodge middenin een wildpark,ver van
de bewoonde wereld, erg 'basic' is. Maar dat is buiten de plannen van
de Amerikaanse eigenares gerekend. De Amerikaanse dame liet hier een
lodge neerpoten met de luxe van een vijfsterrenhotel, vol met antiek
en kunstvoorwerpen. In de lodge is er plaats voor tien gasten in vijf
aparte suites, voorzien van alle comfort. Een ruime slaapkamer met
muskietennet, airco, buitendouche en privé plonsbadje. Vanop het terras
kijken we uit over een drinkpoel, de vlakten en de heuvels van het Madikwe
game reserve.
In de late namiddag zullen we onze eerste safaritocht maken op zoek naar de 'big five'.
We zijn razendbenieuwd.
De
volgende ochtend rijden we langs de kust van het Kaaps schiereiland
naar het zuidelijkste punt van Afrika nl. Kaap de Goede Hoop en Cape
Point.
Een bijna verplichte stopplaats is 'Boulders Beach' bekend om de
zeldzame zwartvoetpinguïns die hier leven en zich met succes
voortplanten. Er leven hier nu meer dan 3000 pinguïns. Langs speciaal
aangelegde wandelpaden op het strand kan je tot vlak bij de uitgelaten
krijsende pinguïns komen. Heel leuk om de dieren met hun grappige
waggelpasjes van zo dichtbij te kunnen spotten.
Langs de rotsachtige kust loopt de autoweg verder naar het zuidpunt van het
Kaaps schiereiland. Het werd in 1939 een natuurreservaat om
het landschap, de fauna en de flora te behoeden.
Na een makkelijke klim bereiken we Cape Point, het uiterste puntje van
het schiereiland. Er staat een stormachtige wind. Driehonderd meter
onder ons beuken de Atlantische en Indische oceaan op elkaar in.
Talrijke schepen leden hier, op één van de belangrijkste zeeroutes ter
wereld, in het verleden schipbreuk en vergingen met man en muis. Dit
grandiose uitzicht kan niemand onberoerd laten. Een vreemd idee dat er
van hier tot aan de zuidpool alleen nog maar water en ijs is.
Een mooi uit de wind beschut terras lijkt ons de geschikte plaats voor
een broodjesmaaltijd. Al snel moeten we onze mening herzien en
wegvluchten voor.... bavianen. De talrijke borden 'Baboons are
dangerous' staan hier niet voor niets. Deze uit de kluiten gewassen
apen komen letterlijk het eten uit je handen stelen en vluchten ermee
weg. Bewakers gewapend met stokken proberen de dieren uit de buurt van
de nietsvermoedende toeristen te houden.
Dat leidt tot hilarische taferelen. Bavianen die op de loop zijn met
een pistolet, zakdoek, bril of erger een fototoestel of GSM van
verschrikte toeristen.
Wij hebben, met onze broodjes, een veilige schuilplaats gevonden in
onze huurwagen, een grote baviaan zit vrolijk op onze motorkap. Een
foto meer dan waard!
We keren terug naar Kaapstad via Noordhoek Beach, waar de film Ryan's Daughter deels is opgenomen;
Chapman's Peak drive, één van de mooiste ritten van het land en Camps
Bay, een populair strand vooral geliefd door zwarte jongeren.
Ongeveer
vijfenveertig minuten rijden van Paarl ligt Kaapstad, een belangrijke
havenstad met ruim 1,5 miljoen inwoners. We logeren aan 'The
Waterfront', het havenkwartier van de stad. In de jaren tachtig van de
vorige eeuw werden de oude havengebouwen aangepast, gerenoveerd en in
een hip kleedje gestoken. Loodsen werden sjieke winkelgalerijen en op
de noordkaai verrezen luxe hotels. Nu is 'The Waterfront' the place to
be voor winkelliefhebbers met boetiks van alle grote modemerken, in 't
oog springende hotels, bars en gezellige restaurants. Ons oog valt op
de Belgische taverne en restaurant 'Den Anker'. Hier kunnen we toch
niet voorbij wandelen zonder op het zonovergoten terras met zicht op de
tafelberg een duvel, een bolleke of een trappist van Westmalle te
drinken. Zelfs mosselen friet staan op de menukaart!
Pal voor ons hotel ligt een groot cruiseschip, op wereldcruise,
aangemeerd. Vanaf 'The Waterfront' kan je ook bootexcursies door
de haven maken en naar Robbeneiland varen waar Nelson Mandela 18 jaar gevangen zat.
The Waterfront bruist van de gezelligheid. Hier en daar staan kleine
orkestjes te spelen. Het ritme van de muziek werkt aanstekelig. Een
kleurrijk uitgedost a-cappella mannenkoor zingt Afrikaanse liederen.
In de binnenstad bezoeken we het stadhuis, het parlement en
Bo-kaap, wat boven Kaapstad betekent. Vanaf 1834, na de
afschaffing van de slavernij, woont hier de Maleise bevolking. Het zijn
afstammelingen van de slaven die door de Oost-Indische
Compagnie vanuit Azië naar Kaapstad werden gebracht.
Het is een kleine wijk met hobbelige straatjes en kleurrijke
huisjes. Groene, knalgele, rode, blauwe en paarse voorgevels
wisselen mekaar af en contrasteren fel tegen de hoogbouw van het wat
groezelige centrum vlakbij. Hier kom je, naar onze mening, 's avonds als
toerist best niet alleen.
Dominant boven de stad torent de majestueuze 1087 meter hoge Tafelberg.
Dikwijls hangen wolkenslierten als een soort tafelkleed over de berg.
Goed aangelegde wandelpaden leiden naar de top. De snelste manier om de
top te bereiken is met de kabelbaan. De reis naar boven
duurt ongeveer vijf minuten en de gondels draaien 360
graden rond zodat je een prachtig uitzicht hebt op de rotswand en de
lager gelegen stad en kust. Eenmaal boven krijg je een grandioos
panorama over de stad, en kan je nog ver wandelen op de Tafelberg.
Op een mooie dag als deze is het druk op de berg. Op winderige,
bewolkte of mistige dagen is de kabelbaan gesloten en wordt een
voettocht naar boven sterk afgeraden.
We
zijn weer een heel eind opgeschoten en rijden langs de Zuidafrikaanse
wijnroute. Het Kaapse wijnland is een prachtige streek met beboste
bergen, vruchtbare dalen en hellingen bedekt met wijngaarden.
Zuid-Afrika neemt tegenwoordig al een voorname plaats in als
wijnproducerend land. Hollandse kolonisten en Franse hugenoten
(protestanten) vestigden zich rond 1938 in het dal bij Franschhoek en
Paarl. Ze hadden wijnstokken bij en het milde mediterrane klimaat
leende zich uitstekend voor de traditionele wijnteelt.
In de dalen staan mooie Kaaps-Hollandse landhuizen. Wat in Frankrijk
een wijnchateau noemt is hier een Kaaps wijnhuis. Een zeer mooi
voorbeeld is het wijndomein 'Boschendal'. Een grote tuin met prachtige
bloemen, vijvers en een pergola omringt dit historische wijnlandgoed.
Het is zondag en vele gezinnen met kinderen picknicken in de, met
blauwe agapanthussen omringde tuin. Ze scharen zich rond de grote
picknickmanden
die hier in het restaurant verkocht worden en gevuld zijn met
verschillende soorten
broodjes, taartjes en natuurlijk een fles wijn. Dit is genieten als God
in .... Zuid-Afrika.
We gaan ook even op bezoek in Stellenbosch, een universiteitsstad in het
hart van de wijnstreek. We kuieren door de dorpstraat en komen aan 'Oom
Samie se winkel', de uit 1904 daterende kruidenierswinkel van Samie
Volsteedt, de eerste eigenaar. Ondertussen zijn er al vele eigenaars
geweest maar het interieur van de zaak is nagenoeg hetzelfde gebleven.
Nu koop je er allerlei souvenirs en curiosa in het Zuidafrikaans aangeprezen, wat sterk op onze Nederlandse taal lijkt.
Zo komen we in Paarl, ook een bekende wijnstad. Kijk maar op de
etiketten van de wijnflessen die ook hier in de grootwarenhuizen
liggen.
Juist buiten de stad staat het in 1975 opgerichte 'Language Monument'
ter herinnering aan de officiële erkenning van het Afrikaans 100 jaar
eerder.
Vanuit het hotel in Paarl hebben we een grandioos uitzicht over de glooiende heuvels en wijngaarden.
Het avondmaal wordt buiten geserveerd.
Heb je al eens gehoord van een 12 gangen diner met aangepaste wijnen?
In dit verwenhotel staat dat op de menukaart.
Het valt ons op dat de obers en sommelier aan de tafel naast ons wel heel
dikwijls een nieuwe fles wijn ontkurken. Hoe het verder is
afgelopen met dat eet- en drinkfestijn en of iedereen veilig in zijn
kamer is geraakt kan ik niet vertellen, want toen wij na een
verrukkelijk diner van tafel gingen waren zij aan gang acht of negen!
Ik ben Jos Dom, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jodo.
Ik ben een man en woon in Edegem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 14/04/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek