God, wees in mijn hoofd EN IN MIJN BEGRIJPEN. God, wees in mijn ogen EN IN MIJN BLIK. God, wees in mijn mond EN IN MIJN SPREKEN. God,wees in mijn hart. EN IN MIJN GEDACHTEN. God, wees met mij, AAN HET EINDE VAN MIJN LEVEN, en als ik sterven moet (Adri Lint)
Wat een geluk wanneer je iemand bent die niet wil opscheppen en het niet zoekt in sensatie, DIE LIEVER EENVOUDIG LEEFT EN BESCHEIDEN ZIJN VERHAAL DOET. Dan ben je een mens naar het hart van God. Zo iemand staat sterk in het leven, stevig geworteld als een boom. Die is niet omver te krijgen. ZO IEMAND HOUDT STAND EN KAN TEGENSLAG VERDRAGEN. Vriendelijheid gaat er van uit. WAT EEN GELUK WANNEER JE ZO BENT, WANT EENVOUD IS DE TAAL VAN GOD. (Adrie Lint)
DE DROOM
In een droom liep ik een winkel binnen; achter de toonbank stond een engel. Ik vroeg: "Wat verkoopt U hier?" "alles wat u maar wilt",zei de engel.
"O', zei ik, "echt waar?" Ik wil graag vrede op aarde, geen honger en armoede meer, gezondheid en onderdak, vrijheid en respect voor iedereen".
"Wacht even". zei de engel, "U begreep me verkeerd. Wij verkopen hier geen vruchten, alleen maar de zaden, die kunt U zelf zaaien".
Raakt het U dan niet, de armen en de zwakken, op de gemeenste manieren worden ze overrompeld, klem gezet. En U, U houdt U maar afzijdig, niets merken wij van U. Hoor hen toch snoeven de goddelozen; wie doet ons wat, met geen mens, met geen God, hebben wij te rekenen, God - er is helemaal geen God. Laat dit niet doorgaan, U bent het toch, God van ont-rechten, hoe zoudt U hen vergeten, hún pijn is Uw pijn hún verdriet is úw verdriet. Koning bent U, een God, de verdrukten koninklijk nabij.
Bidden is geen afdwingen. Het mag geen poging zijn om te ontvangen. Bidden is slechts het uitstijgen boven je wereldse beslommeringen. En jezelf open en eerlijk geven aan jezelf, aan de grotere God, en aan je medemens die je door God gegeven is. Daar zijn vaak maar weinig woorden voor nodig. En soms zijn er helemaal geen woorden nodig. Toch is bidden het geheim waarin je jezelf weggeeft, om jezelf terug te vinden.
Na jaren werken in onze maatschappij, zijn we rond ons zestigste jaar eindelijk vrij. Vrij om te doen wat we eerder niet konden, of er simpelweg de tijd of ruimte niet voor vonden. Maar toch is dat vrij zijn soms maar schijn, omdat er dan weer andere, nieuwe "projecten'zijn. Oma en opa hebben nu toch volop tijd, dus daar kunnen we onze kroost wel kwijt. En problemen, klein of groot, dik of dun, ga ermee naar huis en vertel het hun. Wat we daarbij veelal vergeten, en wat we echt wel moeten weten: Ouders mogen en moeten in de na-dagen van hun leven, alleen genieten van fijne dingen, die wij hun geven! Heel hun leven stonden ze voor ons klaar, gun ze een fijne oude dag, dat lieve paar.
Reeds vanaf het vroege aardse bestaan, zijn ze elkaar achterna gegaan. De ZOMER sluit een periode af, die ons veelal heel wat te genieten gaf. We genoten van zon, zee, strand en bos, wandelden en fietsten er flink op los.
Daarna wordt het HERFST, zoals elk jaar, en die heeft ook zijn charme voorwaar. Truien en dassen liggen soms al klaar. De paddestoel verschijnt langs weg en in het bos, en veel groen blad verdwijnt, het waait helemaal los.
Dan volgt de WINTER zoals elk jaar. We leggen warme kleding weer maar klaar. Misschien met Kerst wat vorst en sneeuw. Want zo gaat het nu al menig' eeuw.
Maar na de tijd van soms veel overlast, wordt zeker de LENTE weer onze gast. De natuur gaat langzaam weer ontluiken. En zorgt dat we straks de bloemengeur weer ruiken.
Zo gaat het steeds, jaar na jaar. We vinden het eigenlijk maar heel gewoon nietwaar ?
ZOVEEL OVERVLOED EN WEELDE. ZOVEEL BESCHAMENDE ARMOE. ZOVEEL KENNIS EN KUNDE. ZOVEEL ONMACHT EN ONWIL. ZOVEEL DURF EN OVERMOED. ZOVEEL MOEDELOOSHEID. ZIE HET AAN EN BID.
ZOVEEL TE GENIETEN ZOVEEL TE VERDUREN; ZOVEEL ONTVANGEN ZOVEEL MOETEN AFSTAAN; ZOVEEL ZEKER WETEN ZOVEEL ONGEWIS. ZIE HET AAN EN BID.
ZOVEEL IN DE SCHOOT GEWORPEN ZO WEINIG KANS GEKREGEN; ZOVEEL STRALENDE GEZICHTEN ZOVEEL HOLLE OGEN; ZOVEEL VOORSPOEDIG GENEZEN ZOVEEL BLIJVENDE WONDEN. ZIE HET AAN EN BID.
Luister, luister. stop dat kabaal een KIND vertelt ons zijn verhaal, Een kind dat HONGER heeft en niets te eten, een DORSTIG kind, in de woestijn vergeten.
Een VREEMDELING, kind van familie gescheiden, een kind dat NAAKT is, in eenzaamheid kou moet lijden. Een ZIEK kind, door pijn en koorts gekweld, een GEVANGEN kind, in angst voor grof geweld.
Met Kerstmis horen we weer over dat ene KIND, dat zich in al die verhalen verbindt, in al die kinderen ontmoeten we Hem, en steeds weer horen wij Zijn stem:
"Wat ge voor hen doet, hebt ge voor MIJ gedaan." Laat het Kerstfeest in dit teken staan. Laten we blijven proberen Zijn vrede en vriendschap te leren.
Het kost niet zoveel, iemand een glimlach te schenken, of de hand op te steken voor een vriendelijke groet. Zoiets kan opeens de zon laten schijnen, in het hart van de mens, die je zomaar ontmoet.
Het kost niet zoveel om je hand uit te steken, om een ander een beetje behulpzaam te zijn. Een dankbare blik is vaak een beloning, al was de moeite voor U maar slechts klein.
Het kost niet zoveel om je hart te openen voor de mens om je heen, in z'n vreugd en verdriet. Wees blij dat je zo wat kunt doen voor de ander! Of is die ander je naaste soms niet ?
Het kost maar heel weinig, je arm om een schouder, of alleen maar een zachte druk van je hand. Het is vaak voor de ander, of hij of zij, even in een klein stukje paradijs is beland.
Het kost toch zo weinig om een ander te geven, iets wat je zelf toch zo graag ontvangt. LIEFDE ! Alleen maar door wat weg te schenken, krijg je terug, méér dan je ontvangt.
O, die vriendelijke glimlach, dat eventjes groeten, die arm om je schouder, de hulp die je bood: Het kost allemaal bij elkaar toch zo weinig, maar in wezen is het ontzaglijk GROOT.
Al je onrust,je twijfel,je woede,je tranen Geef mij het maar mee, dan heb ik voor twee. En je onrust,je pijnen, je zoeken, je vragen, Geef mij het maar mee, ik vraag wel voor twee. Want vandaag is mijn beurt.
Al je schepen die omslaan, je vallen en opstaan Geef mij het maar mee, ik struikel voor twee. Al je angstige dromen die uit kunnen komen Geef mij ze maar mee, ik vrees wel voor twee. Want vandaag is het mijn beurt.
Je verweg zijn, dichtbij zijn, je nemen, je geven Geef mij het maar mee, ik leef wel voor twee. Je gevangen, je vrij zijn, je dood en je leven Geef mij het maar mee, ik sterf wel voor twee. Want vandaag is het mijn beurt.
Maar morgen is het weer jouw beurt Rust uit dicht bij mij Want morgen komt gauw, en morgen, dat weet ik nu al: Vraag ik hetzelfde aan jou.
Nu ik er niet meer ben......laat me los. Er zijn nog zoveel dingen die jullie moeten zien en doen. Je moet jezelf niet in tranen aan mij binden. Ben dankbaar voor de jaren die we samen hadden.
Ik gaf jullie mijn liefde, je kunt alleen maar raden, hoeveel geluk jullie mij gaven. Ik dank jullie voor de liefde die jullie mij toonden. Maar nu is het tijd om alleen verder te reizen.
Dus treur even om me als je wilt treuren. Maar laat daarna je verdriet getroost worden door vertrouwen. Het is slechts voor korte tijd dat we gescheiden worden. Dus zegen alle herinneringen in je hart.
Ik zal niet ver weg zijn.....jullie leven gaat door. Als je me nodig hebt, roep me en ik zal er zijn. Ofschoon je me niet kunt zien en aanraken, zal ik dicht, héél dicht bij jullie zijn.
En als je met je hart luistert, zul je me horen. Met al mijn liefde voor jullie, zacht en duidelijk. En als jullie straks deze weg alleen moeten gaan, zal ik klaar staan om je met een glimlach te begroeten. En welkom thuis te heten.
( Deze tekst is gevonden op een grafsteen in Ierland)
Onze aarde is een wondere woonplaats. Met zijn "groot"verstand en met al de wetenschap van de wereld heeft de mens schijnbaar nog niets begrepen van De innige mysterieuze samenhang van alle dingen in de hele schepping. Alles staat in relatie. Een wonder weefsel, waarin duizenden tere levensbanden mensen verbinden met mensen en met heel de natuur, met de wolken aan de hoge hemel en het water in de grote rivieren. Met de vogels in de lucht, de vissen in de zee. Met de dieren op het land, de bloemen en de bomen. Met de veelkleurige vlinders, de kleine kevers. Met de milioenen bijna onzichtbare wezens op en onder de aarde. De mensen, de dieren, de bomen ademen dezelfde lucht. Leven van dezelfde zon en voeden zich met de vruchten van dezelfde moeder aarde. Wie het natuurlijk evenwicht op onze moeder aarde verstoort, maakt van onze wondere woonplaats een dorre woestijn.
Als vrijheid een woord is, is het dan gelogen ? Als vrijheid te koop is, kost het dan een vermogen ? Als vrijheid een weg is, zijn we dan al halverwege ? Als vrijheid een cadeau is, zou jij het dan geven ? Als vrijheid een mens was, is hij dan nog in leven ? Of is vrijheid een plaats, zonder zorgen, om thuis te komen ?
Er zijn mensen die je begrijpen en je vertrouwvol maken Er zijn mensen die je waarderen en je hoopvol maken Er zijn mensen die veel om je geven en je tot vriend maken Er zijn mensen die je ontroeren en je milder maken Er zijn mensen bij wie je thuis mag zijn en die je gelukkig maken. Er zijn mensen die je van angst bevrijden en je rustig maken Er zijn mensen die je aanvaarden en je zo beter maken. Er zijn mensen die je vergeven en je zachter maken. Er zijn mensen die je verwachten en je blijer maken. Er zijn mensen die je een hand reiken en je dankbaar maken Er zijn mensen die met je bidden en je vromer maken. Er zijn mensen die met je zoeken om iets van je leven te maken
Liefhebben begint met verwondering, de wonderen van liefde om je heen leren zien: de warme zorg die mensen besteden aan zieken en bejaarden, het geduld en de tederheid van ouders voor hun kinderen, het gebaar van de hand over het hart, het vergeven en vergeten.
Liefde is wanhoop weigeren, niet meehuilen met de wolven in het bos, wel geloven in de toekomst van onze aarde, wel blijven zeggen en zingen dat liefde het fundament is voor een nieuwe wereld.
Liefhebben is tevreden zijn met het kleine begin, geloven inhet mosterdzaadje, de druppel op de gloeiende plaat, beginnen waar je leeft, breken en delen met wie vandaag je naaste is.