25 april 2006-04-25
Urbanus zingt De wereld is om zeep,er gebeuren rare dingen,het laatste oordeel is niet ver meer af.
Wanneer een mens stervende is wordt of werdt dikwijls bij hem gebeden.Ik las eens ergens dat bijt sterven een soort onzichtbaar gevecht plaats heeft om de ziel van de stervende;tussen de goede geest of engel en de kwade geest of duivel. De ziel is ook een geest,en na de dood gaat die ziel ofwel naar de hemel of naar de hel of naar het vagevuur.
Mijn catechismus van vroeger ziet het als volgt :
Hel betekent onderaardse plaats.Men moet wel onderscheid maken tussen 4 plaatsen.
1.De hel der verdoemden,plaats van eeuwige straffe.
2.Het voorgeborgte der hel,waar de zielen zijn der kinders die zonder doopsel sterven.
3.Het vagevuur,plaats van tijdelijke straffe en zuivering.
4.Het voorgeborgte der oudvaders.
De zielen der 1ste en 2de plaats moeten Gods aanschijn voor alle eeuwigheid derven;de andere alleen voor eenigen tijd. De ziel van Christus is, zo niet tot de andere voorzeker tot eene dier plaatsen nedergedaald,te weten,tot het voorgeborgte der oudvaders. Om de zielen van de heilige oudvaders en ook van anderen,die in Gods liefde gestorven waren,te troosten en te verlossen.
Ook het vagevuur is eene plaats onder de aarde in dewelke de zielen der overleden christenen of geloovigen gezuiverd( of gevaagd ) worden,namelijk door het vuur en andere pijnen;en zij worden gezuiverd van alle schuld van tijdelijke pijnen die zij voor hunne vergeven zonden nog te lijden hebben.
Christus is zonder iemands hulp en door zijn eigen macht ten hemel geklommen;veertig dagen na zijne verrijzenis.
Na de dood van een mens wordt zijn ziel terstond bijzonderlijk geoordeeld.
De zielen der overleden christenen gaan als zij van deze wereld scheiden tot eene van deze drie plaatsen,te weten :
Tot den hemel,tot de hel,of tot het vagevuur.
Wat is te zeggen verrijzenis des vlees ?
Dat de dode lichamen der mensen door de macht Gods wederom uit de aarde zullen opstaan en levend worden.
De dode lichamen zullen verrijzen : elk in zijn natuurlijk en volmaakt wezen,en nogthans zeer verscheiden in hoedanigheid.
De lichamen der heilige mensen zullen glorieus zijn,d. i. heel klaar en schoonblinkend,licht,subtiel en onlijdelijk.
De lichamen der verdoemden integendeel zullen duister zijn en vuil, zwaar,grof en heel gesteld om te lijden.