Totdat de bleekte van de maan
ons tekent, wij wegsterven
in roekeloze grijzen, men twee
mensen ziet, bergopwaarts tussen
de kammen van de nacht
wij springen
met onze ogen van rots naar rots,
de een de ander, in nabijheid
tot elkaar
vergroot tegen
de spleten van het duister:
de vlammen uit het vuur van
teruggewaaide as, als wij opgaan,
de tijd benaderen dat wij gisteren
stilstonden in het dal, omhoog-
keken, ver de ruimte in.
10-11-2007 om 21:46
geschreven door jovo
|