en toen de zomer dan toch weer was teruggekeerd en wij dus weer zaten te drinken bij de rivier.
zijn oude armen bewogen nog, naar daar, die wereld dat langzame, eeuwige leven van vee in de verte.
ieder mens zou een dier moeten zijn, moeten sterven in de herfst, en in de lente weer worden geboren.
of, ieder mens zou een rivier moeten zijn, komen zonder verlangen te blijven, gaan zonder heimwee.
zo zaten we dus weer te drinken daar, tegen de tijd, oude verhalen, oude jenever, maar de zon ging wel onder.
en hij sliep in. omdat de wereld insliep. zwart zat hij bij de rivier, zwart gat in het uitzicht.
31-07-2005 om 00:00
geschreven door jovo
|