In de streek van chantilly nabij Parijs ontstaan,kende deze kantsoort een groot sucses.Later werd hij veel te Caen en te Bayeux in Normandiê, en te Geraardsbergen in Belgiê vervaardigd, vandaar de naam van Geraardsbergse kant.Het meest typische van deze kantsoort is dat ze wordt geklost in zwarte zijde en zeer uitzonderlijk in het wit. De gekloste tulegrond heeft een zeshoekige vorm zoals in de Rijselse kant. De motieven zijn uitgewerkt in halflinnen en met een sierdraad omgeven. Het zijn over het algemeen zeer mooie en dikwijls in grote stukken uitgevoerde florale tekeningen.Soms wordt de kant in delen geklost en nadien met een onzichtbare verbinding aan elkaar gehecht. Enige lichte siergronden tussen het volwerk komen het geheel sierlijk opfleuren.