Antwerpen was een belangrijk transitcentrum voor de uitvoer van die Vlaamse kant.Uit een overzicht van 1738 blijkt dat ook de kantproductie er de belangrijkste nijverheid was, onmiddelijk gevolgd door de diamantindustrie.De kantproductie was heel sterk afgestemd op de uitvoer en beantwoordde duidelijk aan de vraag van de diverse landen die niet steeds aan fijne kant de voorkeur gaven. De firma's pasten zich aan de vraag van deze afzetgebieden aan en lieten gespecialiseerde werksters voor de correspondenten werken. Vallon de Villeneuve, een Parijse handelaar die zaken deed met de Brusselse firma Godefroy,opende in Cadiz zijn eigen bedrijf en kocht, via Godefroy,"dentelle de Gand ou d'Anvers pour des assortiments faits expressément pour l'Espange."