Eindelijk vrij
Eindelijk vrij,
de verdrukking voorbij.
Jij zult me niet meer dwingen,
mij in allerlei bochten doen wringen.
Ik trotseer jouw hoogmoed,
jouw honger naar geld en macht.
Ik doe niet langer wat moet
enkel omdat jij dat van mij verwacht.
Ik ben een mens met een eigen stem.
Telkens opnieuw trapte jij op de rem
opdat ik niet zou spreken
opdat ik niet zou smeken
opdat ik gedwee zou zwijgen.
Laat de frustraties zich maar stelselmatig aaneenrijgen.
Ik ben vrij,
de verdrukking voorbij.
Ik gebruik mijn eigen stem.
Jij trapt niet meer op mijn eigenste rem.
Ik eis respect en erkenning,
los van de gewoonte-gewenning,
om gedwee mee te lopen op jouw spoor
dat me leidde door het vuilste goor.
Mijn emoties waren van geen tel.
Telkens ik ze uitte, luidde jij de bel.
“Spreken is zilver, zwijgen is goud.”
Zo voedde jij me op: ijzig en koud.
“Hard zijn in ’t leven,
nergens voor beven.”
Geen greintje empathie:
“Hou je mond, zwijg en roer je niet.
Jij past niet in mijn plannen.”
Opwerpingen werden ogenblikkelijk verbannen
naar het weldadige doofpot-rijk.
Zo bleef jij heer en meester
zonder één enkel greintje spijt.
Je was ook niet vies van kwetsend verwijt
als daarmee je doel werd bereikt.
Nu sta ik op en gebruik mijn eigen stem,
bepaal mijn eigen grenzen, mijn eigen rem.
Eindelijk vrij,
de verdrukking voorbij.
Ik doorzie jouw egocentrische persoonlijkheid
en neem definitief afstand van alle scheefgetrokken vuiligheid.
Jij kunt mij niets meer maken.
Jij zult mijn hart en ziel
nooit meer genadeloos raken.
Ik sta op uit die poel
en kets terug in jouw gezicht
wat voor afschuw ik nu voor je voel.
Moeder, deze brief is aan jou gericht.
Eindelijk vrij,
de verdrukking voorbij.
Ik heb veel te lang voor jou gezwicht.
Kathleen, juni 2020
|