Rondom hen werd de wereld wit. God strooit zijn engelen neer als rijm. En aarzelend nam hun hart bezit van 't simpele geheim.
Der eeuwen zwellende ongeduld ging eindelijk te bloeien aan. God heeft zijn heerlijkheid verhuld en is als kind ontstaan.
De hemelen deinden licht en luid, en 't drong hun zinnen huiverend in: God, die zich in het vlees besluit, neemt heden een begin.
De nacht stond donker om hen heen, toen zei er één, met schorre stem en allen rezen: 'k hoor geween! En ging naar Bethlehem.
Zij vonden Jozef tranenblind, Maria afgemat van smart. Toen koosden zij en kusten 't Kind met handen ruw en lippen hard.
~Willem De Mérode~
Stille nacht, heilige nacht
Stille Nacht, heilige nacht. Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal werd geboren in Bethlehems stal. Hij, der schepselen Heer Hij, der schepselen Heer.
Hulp'loos kind, heilig kind, dat zo trouw zondaars mint. Ook voor mij hebt Ge Uw rijkdom ontzegt, werd Ge in stro en in doeken gelegd. Leer m'U danken daarvoor Leer m'U danken daarvoor.
Stille Nacht, heilige nacht, Heil en vree wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld. Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen! Goden zij eer, Amen! Goden zij eer.
Zeg eens herder
Zeg eens herder, waar kom jij vandaan? Ik heb eens gekeken in een oude stal Daar zag ik een wonder, dat ’k vertellen zal
Zeg eens herder, wat heb jij gezien? ‘k Zag er een os en ezel bij een voederbak ‘t Was er koud en donker; tocht kwam door het dak
Zeg eens herder, wat zag je nog meer? Ja, ik zag een kindje, schreiend van kou en daarbij stond Jozef, die ‘t warmen zou
Zeg eens herder, zag je soms nog meer? ‘k Zag dat Maria ‘t kind in de armen nam Os en ezel keken, ook een heel klein lam
Zeg eens herder, is het lief een schoon? Schoner dan het zonlicht, schoner dan de maan Schoner dan de hemel waar de sterren staan
Zeg eens herder, heeft het iets gevraagd? Ja, het vraagt om liefde; schatten vraagt het geen Laten wij dan allen gaan tot Hem alleen
Dank je wel klein ezeltje
Dank je wel klein ezeltje voor wat je hebt gedaan dank je wel dat jij er was om met hen mee te gaan dat jij Maria dragen wou dat jij haar hebt gebracht van Nazaret naar Betlehem door de donk're nacht
Dank je wel klein ezeltje daar in die oude stal rust maar na die lange reis die ging door berg en dal bedankt dat jij toen mee wou gaan door regen en door kou bedankt voor al je zorgzaamheid dank je voor je trouw
Het is vandaag de witte wereld
't Is vandaag de witte wereld Straat en veld en boom en dak Alles is nu weggedoken In 't witte winterpak Ik alleen loop blauw en bont Van de koude in het rond Langs de wit besneeuwde grond.
Het is vandaag de witte wereld! Kijk het heeft gesneeuwd vannacht. Alle huizen kregen mutsen, op de stoepen ligt een vacht en de takken van de bomen buigen door de zware vracht.
Het doet je denken aan een plaatje: de lantaarns langs de gracht hebben hoge witte hoedjes als een ouderwetse dracht en staan keurig op een rijtje in de winterkou op wacht.
Even word je er toch stil van, wat een smetteloze pracht werd er door de kleine vlokjes uit de wolken meegebracht. Het is vandaag de witte wereld kijk het heeft gesneeuwd vannacht.
Jongens wij gaan ballen maken , of een sneeuwpop van stavast jongens want dan is de koude geen van allen ons tot last Zoo je graag ontdooien zou , steek de handen uit de mouw Dat is uitmuntend voor de kou
't Is vandaag de witte wereld jongens mee naar buiten gauw met de sneeuw kun je fijn spelen wij zijn heus niet bang voor kou
Over de heuvels en stil in het dal daar staat een kribbe, een schamele stal; over de bergen in 't wit van de nacht, daar werd het wonder, het wonder volbracht. Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Vorsten, zij kwamen in pracht en in praal, purper, scharlaken en oosterse taal; vorsten en volken zij brachten hun eer, 't Kind in de kribbe, zo lag het daar neer. Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Eng'len bezingen het lied door de nacht, Christus geboren, de vrede gebracht! Feest in de hemel en feest op het veld, feest op de aarde, de mare verteld: Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Een helder licht
Een helder licht schijnt over de aarde Stralende ster in het blauw van de nacht Gods eer bezongen door een eng’lenschare Een koning geboren, zo lang verwacht
De aarde, zij kan niet geloven Dat dit kind de verlosser is Hoewel voorspeld en aangekondigd Beseft men niet hoe groot Hij is
Door Zijn komst naar deze aarde Toont Hij Zijn liefde voor u en mij En mogen wij in vol vertrouwen Wandelen aan Zijn zij
Winter
Hé, hé, lekker in de buitenlucht, Wat heeft het flink gevroren. De wangen pimpelen mij van kou, En tintelen doen mij d’oren. ‘k Benijd de stumper bij het vuur, Geen centje nu, de stakker. Mij geeft de kou juist frisse moed. Mij houdt de kou juist wakker.
Ik benijd geen mensen in het zuid . Geen ziertje nu de zomer. Neem elke dag meer warmte in, Maakt je elke dag meer lomer O wintertje wij kunnen jou, Geen ziertje niet meer missen. Jou sneeuw en ijs die kunnen mij. Zo heerlijk weer verfrissen.
Kindergebedje voor kerst
Heer al ben ik klein Ik mag een schaapje zijn Van Uw grote kudde En dat vind ik fijn.
Here dank U voor dit feest U bent ook een kind geweest Kwam op aarde nog heel klein U lag in een voerbak van een beest.
Maria heeft U toen gekust Jozef U in slaap gesust Maar Uw Vader waakte over U Ieder was in diepe rust
Here dank U dat U kwam Al noemt men U ’t geslachte Lam Begrijpen doe ik nu nog niet Dat U de zonden op U nam
Heer al ben ik klein Leer mij Uw volgeling te zijn Een kind dat U wil dienen Heer Maak mijn hartje rein.
~Ina van der Welle~
De Winterkabouter
Uit loodgrijze luchten valt langzaam de sneeuw in grillige bochtige baan Zo licht als een veertje, zo blank als een meeuw zo dicht als de sterretjes staan
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit
Al gauw zie je buiten in veld en landdauw het werk van de vallende vlok Daar reist aan de einder in nevelig blauw het bos in zijn wit wollen rok
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit
Op bouwland en bomen, op velden en hei rust vluchtig de donzige vacht Zacht wordt in het licht van de tanende zon het blauw in de eenzame nacht
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit.
Er kwamen drie koningen
Er kwamen drie koningen met ene ster Zij kwamen van bij en zij kwamen van ver
Zij kwamen de hoge berg opgegaan Zij vonden de sterre daar stille staan
Wel sterre, gij moet er zo stille niet staan Gij moet met ons naar Bethlehem gaan
Naar Bethlehem binnen die schone stad Waar Maria met haar kindetje zat
Zij gaven dat kindetje menigvoud Van wierook en mirre en rode fijn goud
De blijde boodschap heeft geklonken
De blijde boodschap heeft geklonken, Gods woord door Gabriel gebracht. Het hemels licht heeft opgeblonken, en rijk gestraald in duist’re nacht.
Aan herders heeft God doen verkonden, de komst en de geboort’ van ’t kind. Die ons zal redden van de zonden, in Beth’lehems stal in ’t stro bevindt.
De hele wereld moet het horen, God maakte Zijn belofte waar. Uit Davids stam is ons geboren, de Vredevorst, de Middelaar.
Komt laat ons dan dit kind aanbidden, Immanuel wordt Hij genoemd. Hij die als koning in ons midden, als de Verlosser hoort geroemd.
~Justus A. van Tricht~
Kerstfeest
Kerstfeest, dat zijn lampjes in de bomen zingen bij het kaarslicht met elkaar Stille nacht en Nu zijt wellekome met witte sneeuw en wolken engelenhaar
Kerstfeest, dat is altijd weer bijzonder dan willen alle mensen samen zijn en een beetje denken aan het wonder van dat ene kindje teer en klein
Kerstfeest, dat zijn alle kleine dingen die ene ster die schittert in de nacht en engeltjes die altijd zullen zingen voor iedereen die nog op vrede wacht.
Winter
Och winter, barre winter, Wat zijt ge bitter koud! Ik wou, ik had een gulden, Dan kocht ik turf en hout. Een vuurtje zou ik bouwen Als onze plaat zo groot, En 'k vroeg mijn arme buurtjes Op koffie en op brood.
Wat zouden ze dan smullen In 't hoekje van de haard! Voor mij wierd 's nachts een plaatsje En ook wat brood bewaard: Och had ik maar een gulden.... Maar toen ik Moeder vroeg, Toen zei ze: ‘Kind! we hebben Pas voor ons zelv' genoeg.’
Hoor, Jongens! als ik groot ben, Dan zult ge 'reis wat zien: Een cent wil ik bewaren Van wat ik daags verdien; Dan heb ik een drie gulden Met Nieuwejaar bespaard, En 'k vraag mijn arme buurtjes In 't hoekje van mijn haard.
~JP Heije~
Kerstklokje
Een klokje dat klingelt van verre In tonen als zilver zo klaar En duizenden tint’lende sterren Die luist’ren nieuwsgierig ernaar Wel horen ze dikwijls het luiden Maar nooit zo lieflijk en zacht ’t Moet wel iets bijzonders beduiden Dat kling’lende klokje vannacht
Het klingelt maar aldoor van verre En klinkt ook de kinderen toe Hoe tink’len hun oogjes als sterren Zij worden ’t luist’ren niet moe Want klinkt het zo over de landen Zij weten wel wat het beduidt Dan vouwen zij biddend de handen Want, immers, het kerstklokje luidt
Het lied der eng'len
Heerlijk klonk het lied der eng'len, In het veld van Efrata: Ere zij God in de hoge, Looft de Heer, halleluja! Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen; Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft die, hoort Zijn stem.
Jezus kwam op aarde neder, Als een kindje, klein en teer, Maar hoe arm Hij ook mocht wezen, Hij was aller Hoofd en Heer. Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen, Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft die, hoort Zijn stem.
Leer ons bij Uw kribbe buigen, Leer ons knielen bij Uw kruis, Leer ons in Uw naam geloven, Neem ons eens in 't Vaderhuis. Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen; Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft die, hoort Zijn stem.
De wijzen
De wijzen, de wijzen Die gingen samen reizen Vertrouwend op een Koningsster Zij wisten niet hoe ver
Zij volgden het teken De dagen werden weken Dan klopt een rijke karavaan Bij de paleispoort aan
O koning, wil ons horen Er is een prins geboren In 't Oosten is zijn ster gezien Staat hier zijn wieg misschien
Herodes hij hoorde Verschrikt naar deze woorden Een koningskind bij mij in huis U bent beslist abuis
De wijzen, de wijzen Die moesten verder reizen De ster ging als een lichtend spoor Naar Bethlehem hen voor
Zij hebben gevonden, Het Kind door God gezonden Dat Koning en dat Knecht wil zijn Voor ieder groot en klein
Barmhartigheid
Breng de zachte woorden van de Heer Achter elke deur en in elk huis. Raak de zijnen aan die daardoor weer Mogen leven in een veilig thuis. Heb medelij' met hen die vluchten. Aanvaardt hen als een medemens. Raak de vermoeiden aan die zuchten. Trek toch niet zo snel een grens. Iedereen verlangt toch naar de vrede? Geven wij wat wij ontvangen door? Heb je ooit voor hen gebeden? En bood je ooit een luisterend oor? Ik wil leren van Zijn barmhartigheden want Daarom werd Zijn hart doorboord.
~Ronald Lammers~
De blijde boodschap
Zie jij de sterren stralen zie jij de zon en maan maar lichter aan de hemel zie je de eng’len gaan ze zingen vol van vreugde het lied van onze Heer want Jezus kwam op aarde ligt in een krib ter neer.
Een boodschap die ons allen verteld wordt door God Woord de wijzen zagen Jezus God leidde hen steeds voort een ster wees toen de wegen waarlangs zij moesten gaan het werd hen tot een zegen zij namen Jezus aan.
Laat ons ook samen spreken met herders in het veld met wijzen uit het Oosten als men van God vertelt dan wordt het Woord des Heren een ster voor iedereen een lichtpunt op hun wegen Gods vrede om hen heen.
~Ina van der Welle~
Als de kaarsjes branden gaan
Wanneer wij 't Kerstfeest gaan vieren En samen de kerstboom versieren Verlangen we echt met elkaar Naar de mooiste dagen van't jaar
Als de kaarsjes branden gaan En de klokken vredig slaan Bim bam, bim bam Dan is't Kerstmis overal En klinkt zuiver als kristal Bim bam, bim-bam Met vrede op aarde en 'Stille nacht' Wordt weer het Kerstfeest herdacht Zie de kerstboom statig staan Hoor de klokken vredig slaan Bim bam, bim-bam
Je hoopt dat 'r sneeuwvlokken vallen Je kijkt naar de slingers en ballen De piek en het engelenhaar Op de mooiste dagen van't jaar
Als de kaarsjes branden gaan En de klokken vredig slaan Bim bam, bim bam Dan is't Kerstmis overal En klinkt zuiver als kristal Bim bam, bim-bam Met vrede op aarde en 'Stille nacht' Wordt weer het Kerstfeest herdacht Zie de kerstboom statig staan Hoor de klokken vredig slaan Bim bam, bim-bam