Ik wense u een jaar, dat zacht als zijde is ; Ik wense u een jaar, dat blank en blijde is; Ik wense u een jaar, dat ver van krank is, Een deugdelijk jaar zo breed als t lang is; Ik wense u een jaar, dat als t voorbij is, Een zalig jaar voor u en mij is.
~Guido Gezelle~
Het oudejaar
Blijde, maar ook sombre dagen, Schreden weer aan ons voorbij Onbeantwoord, zoveel vragen Of stil berustend, wat het ook zij
Onrust, pijn verdriet, en zorgen Een ieder kreeg zijn eigen deel Vragend hoe is het nu morgen! Soms, was het zo zwaar, het was zoveel..
Een jaar heeft, vele lange dagen Voor hen, die eenzaam, en alleen Alles alleen,.. moesten dragen Hunkrend, smachtend, iets wat nooit verscheen
Veel meer zou men, nog kunnen schrijven Misschien staat het, tussen de regels door Eén Naam mag hier niet achterblijven Al voor u vroeg, gaf Hij gehoor
Mochten wij Hem, al de eer betuigen Die een Vader wil zijn, van wezen Aan t eind van 't jaar voor Hem ons buigen Die Liefdevol, al uw smarten, wil genezen
Oudejaar!
Oude jaar! o, laat ons rusten, Omzien eer wij verder gaan; 't Nieuwe jaar word' niet begonnen Eer we hebben stilgestaan. Eer we in ernst ons zelven vroegen: Deed ik waarlijk, wat ik kon? Ben ik wijzer, beter, vromer, Dan toen 't jaar zijn loop begon?
God gaf ons Zijn zon en regen, Gaf ons vreugde, gaf ons smart; Maakten wij genot en lijden Tot een zegen voor ons hart? Oude jaar! de jaren vlieden, En zij keerden nimmer weer: Ieder jaar dan vind' ons verder, Vind' ons beter, meer en meer!
~J Mossel~
De laatste dagen
De laatste dagen en de laatste vragen van het geleden jaar staan voor de deur, de bomen kouder en de dromen ouder maar de verwachting nog vol gloed en kleur want wij geloven: het licht van boven is niet te doven stelt niet teleur voor alle vragen van alle dagen achter de einder achter de deur.
~Anton v Wilderode~
Gloria in Exelsis deo
Engelkens door 't luchtruim zwevend Zongen zo blij, zo wonderzacht Van de Heer van dood en leven Die er vrede op aarde bracht Gloria - in excelsis deo Gloria - in excelsis deo
Zongen blij en wonderklare Van het kindje rein en teer En de herdertjes die er waren Knielden bij de kribbe neer Gloria - in excelsis deo Gloria - in excelsis deo
't Kindje
Als je ziek bent of alleen Lijkt soms alles donker Maar dit kleine lichtje zegt Met zijn blij geflonker Of je ziek bent of alleen Kerstmis is voor iedereen
Wat of Kerstmis toch beduidt? Moet je dat nog vragen God gaf ons het Christuskind Als licht voor alle dagen Of je ziek bent of alleen ‘t Kindje kwam voor iedereen.
Herders, Hij is geboren
Herders, Hij is geboren In 't midden van de nacht Die zo lang van te voren De wereld heeft verwacht Vrolijk o herderkens Zongen de engelkens Zongen met blijde stem Haast u naar Bethlehem,
Dank U
Dank U voor deze mooie kerstdag, Dank U voor heel dit feest zo blij. Dank U dat ik heel stil mag zeggen ;t is ook feest voor mij.
Dank U voor ‘t kindje in de kribbe, Dank U voor Bethlems arme stal. Dank U dat er ook op de aarde Vrede komen zal.
Dank U dat U de engel stuurde Dank U dat Hij de boodschap bracht. Dank U dat U juist werd geboren In die donk’re nacht.
Dank U dat ook de herders ‘t hoorden, Dank U voor ‘t mooie engelenlied. Dank U dat U vanuit de hemel Ook de kind’ren ziet.
Dank U eerbiedig knielen kind’ren, Dank U bij Uwe kribbe neer. Dank U dat wij U danken mogen Voor dit Kerstfeest Heer
De herders
Rondom hen werd de wereld wit. God strooit zijn engelen neer als rijm. En aarzelend nam hun hart bezit van 't simpele geheim.
Der eeuwen zwellende ongeduld ging eindelijk te bloeien aan. God heeft zijn heerlijkheid verhuld en is als kind ontstaan.
De hemelen deinden licht en luid, en 't drong hun zinnen huiverend in: God, die zich in het vlees besluit, neemt heden een begin.
De nacht stond donker om hen heen, toen zei er één, met schorre stem en allen rezen: 'k hoor geween! En ging naar Bethlehem.
Zij vonden Jozef tranenblind, Maria afgemat van smart. Toen koosden zij en kusten 't Kind met handen ruw en lippen hard.
~Willem De Mérode~
Stille nacht, heilige nacht
Stille Nacht, heilige nacht. Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal werd geboren in Bethlehems stal. Hij, der schepselen Heer Hij, der schepselen Heer.
Hulp'loos kind, heilig kind, dat zo trouw zondaars mint. Ook voor mij hebt Ge Uw rijkdom ontzegt, werd Ge in stro en in doeken gelegd. Leer m'U danken daarvoor Leer m'U danken daarvoor.
Stille Nacht, heilige nacht, Heil en vree wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld. Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen! Goden zij eer, Amen! Goden zij eer.
Zeg eens herder
Zeg eens herder, waar kom jij vandaan? Ik heb eens gekeken in een oude stal Daar zag ik een wonder, dat ’k vertellen zal
Zeg eens herder, wat heb jij gezien? ‘k Zag er een os en ezel bij een voederbak ‘t Was er koud en donker; tocht kwam door het dak
Zeg eens herder, wat zag je nog meer? Ja, ik zag een kindje, schreiend van kou en daarbij stond Jozef, die ‘t warmen zou
Zeg eens herder, zag je soms nog meer? ‘k Zag dat Maria ‘t kind in de armen nam Os en ezel keken, ook een heel klein lam
Zeg eens herder, is het lief een schoon? Schoner dan het zonlicht, schoner dan de maan Schoner dan de hemel waar de sterren staan
Zeg eens herder, heeft het iets gevraagd? Ja, het vraagt om liefde; schatten vraagt het geen Laten wij dan allen gaan tot Hem alleen
Dank je wel klein ezeltje
Dank je wel klein ezeltje voor wat je hebt gedaan dank je wel dat jij er was om met hen mee te gaan dat jij Maria dragen wou dat jij haar hebt gebracht van Nazaret naar Betlehem door de donk're nacht
Dank je wel klein ezeltje daar in die oude stal rust maar na die lange reis die ging door berg en dal bedankt dat jij toen mee wou gaan door regen en door kou bedankt voor al je zorgzaamheid dank je voor je trouw
Het is vandaag de witte wereld
't Is vandaag de witte wereld Straat en veld en boom en dak Alles is nu weggedoken In 't witte winterpak Ik alleen loop blauw en bont Van de koude in het rond Langs de wit besneeuwde grond.
Het is vandaag de witte wereld! Kijk het heeft gesneeuwd vannacht. Alle huizen kregen mutsen, op de stoepen ligt een vacht en de takken van de bomen buigen door de zware vracht.
Het doet je denken aan een plaatje: de lantaarns langs de gracht hebben hoge witte hoedjes als een ouderwetse dracht en staan keurig op een rijtje in de winterkou op wacht.
Even word je er toch stil van, wat een smetteloze pracht werd er door de kleine vlokjes uit de wolken meegebracht. Het is vandaag de witte wereld kijk het heeft gesneeuwd vannacht.
Jongens wij gaan ballen maken , of een sneeuwpop van stavast jongens want dan is de koude geen van allen ons tot last Zoo je graag ontdooien zou , steek de handen uit de mouw Dat is uitmuntend voor de kou
't Is vandaag de witte wereld jongens mee naar buiten gauw met de sneeuw kun je fijn spelen wij zijn heus niet bang voor kou
Over de heuvels en stil in het dal daar staat een kribbe, een schamele stal; over de bergen in 't wit van de nacht, daar werd het wonder, het wonder volbracht. Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Vorsten, zij kwamen in pracht en in praal, purper, scharlaken en oosterse taal; vorsten en volken zij brachten hun eer, 't Kind in de kribbe, zo lag het daar neer. Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Eng'len bezingen het lied door de nacht, Christus geboren, de vrede gebracht! Feest in de hemel en feest op het veld, feest op de aarde, de mare verteld: Glorie, gloria, Christus is geboren Glorie, gloria, Halleluja!
Een helder licht
Een helder licht schijnt over de aarde Stralende ster in het blauw van de nacht Gods eer bezongen door een eng’lenschare Een koning geboren, zo lang verwacht
De aarde, zij kan niet geloven Dat dit kind de verlosser is Hoewel voorspeld en aangekondigd Beseft men niet hoe groot Hij is
Door Zijn komst naar deze aarde Toont Hij Zijn liefde voor u en mij En mogen wij in vol vertrouwen Wandelen aan Zijn zij
Winter
Hé, hé, lekker in de buitenlucht, Wat heeft het flink gevroren. De wangen pimpelen mij van kou, En tintelen doen mij d’oren. ‘k Benijd de stumper bij het vuur, Geen centje nu, de stakker. Mij geeft de kou juist frisse moed. Mij houdt de kou juist wakker.
Ik benijd geen mensen in het zuid . Geen ziertje nu de zomer. Neem elke dag meer warmte in, Maakt je elke dag meer lomer O wintertje wij kunnen jou, Geen ziertje niet meer missen. Jou sneeuw en ijs die kunnen mij. Zo heerlijk weer verfrissen.
Kindergebedje voor kerst
Heer al ben ik klein Ik mag een schaapje zijn Van Uw grote kudde En dat vind ik fijn.
Here dank U voor dit feest U bent ook een kind geweest Kwam op aarde nog heel klein U lag in een voerbak van een beest.
Maria heeft U toen gekust Jozef U in slaap gesust Maar Uw Vader waakte over U Ieder was in diepe rust
Here dank U dat U kwam Al noemt men U ’t geslachte Lam Begrijpen doe ik nu nog niet Dat U de zonden op U nam
Heer al ben ik klein Leer mij Uw volgeling te zijn Een kind dat U wil dienen Heer Maak mijn hartje rein.
~Ina van der Welle~
De Winterkabouter
Uit loodgrijze luchten valt langzaam de sneeuw in grillige bochtige baan Zo licht als een veertje, zo blank als een meeuw zo dicht als de sterretjes staan
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit
Al gauw zie je buiten in veld en landdauw het werk van de vallende vlok Daar reist aan de einder in nevelig blauw het bos in zijn wit wollen rok
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit
Op bouwland en bomen, op velden en hei rust vluchtig de donzige vacht Zacht wordt in het licht van de tanende zon het blauw in de eenzame nacht
Daar boven, daar boven daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter de winterkabouter zijn beddeken uit.
Er kwamen drie koningen
Er kwamen drie koningen met ene ster Zij kwamen van bij en zij kwamen van ver
Zij kwamen de hoge berg opgegaan Zij vonden de sterre daar stille staan
Wel sterre, gij moet er zo stille niet staan Gij moet met ons naar Bethlehem gaan
Naar Bethlehem binnen die schone stad Waar Maria met haar kindetje zat
Zij gaven dat kindetje menigvoud Van wierook en mirre en rode fijn goud