Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
13-02-2007
De dichter mag uit
gisteren bij tonny en laurens wezen shoppen in thoeckhuys watergraafsfeertje grotesk geleek gargantua en pantagruel je kent je rabelais nog wel bij tonnie kon je grabbelen daar was wonderfee kerima konden eindelijk babbelen ze bestaat nu zonder twijfel ik voor haar als op het scherm dracula marcel en branka op hun tandem zeiden simultaan tandeloos om het te verzachten tantalus
twee rondes van verversing iedereen ging stil zitten voor vier rijmelheren met kreuk van spreuk één powete van de blues met flonker van juwelen montuur aan onwijs gaaf touwtje ze zei ik zweer dit is mijn eerste keer
flamboyante jako kwam ingevlogen op heus interlakens tapijt hij zei voor één keer per dag heen en weer draai ik mijn hand niet om klinkt krom maar is niet dom laurens deed stout gauwe gabber de coca cola stond cool waar was mijn koppie thee hou je haaks in de estaminee je weet wat ik bedoel
Toelichting: gisteravond 't Hoeckhuys bezocht in Amsterdam-Waterfraafsmeer - optredens van Jako Fennek Blue, Marcel de Kleijn, Laurens Windig, Bert Vos; gitaar Remco Karreman. Het leek wel een echte surprise-avond voor mij..
ieder die in Den Haag op zoek gaat naar letteren in de Oude Molstraat laat zich door p. karhof ophalen van de Plaats bij de wegwijspalen
zo enterde ik bij Opstaan in café Momfer de Mol fotos van Melker en Max Lerou op Dichttalent bewogen daar breed innemend midden in de tent onder kletsmeijers rook zoop ik me lekkâh vol Algemein Geschaaf Haags hoor je ze eg nie lullûh Bij leegstand wel je mot nie so lullûh maah vullûh
over het algemeen was er een peil met hoge zeden waarbij ik voor het nu en het hiernamaals aanteken dat vroeger naar men zei er later werd afgegleden
je staat er voor open je denkt er niet aan je kunt het niet beramen je bent niet in tel of juist wel tel eens je knopen
's nachts in de kalverstraat een jongedame die danste lachte bewoog naar me woof
door sidder bevangen gelost mijn puike relatie dagelijkse belangen ogen werden vochtig schijnbaar omhoog getild lustig hartstochtig de ware zwevend en mild alles kwam in mij samen perplex en geprikkeld engelen die zongen
ijlde de sprookjesprins vluchtig niet raakbaar en aan te spreken zonder enige inspanning der wille lichaam ging recht toe recht aan zonder remming zijwaartse weging of bedenking wij vlogen in elkaar niks van ja maar
togen naar haar boot waar wij met veel slagzij in een meer ver weg dreven geen bedding of oevers gedicht of simpel vers terwijl het tranen goot voor éénmaal en andermaal geschiedenis schreven
heeft uw vrouw kinderen gebaard waarbij u dacht nooit gepaard nooit gedacht nooit verwacht toch gekregen wat een zegen waar komt toch mijn nageslacht vandaan
welaan ik laat u lezen het was parthenogenese de natuur gaat zijn eigen weg waarlijk niks nieuws onder de zon uw maagd raakte aan de leg zoals in Chester Zoo in Upton bij een verdwaasde komodovaraan het vrouwtje van deze reuzenhagedis ontving uit het niets bevruchtte eitjes
mooi dat zij niet loog met uw kind aan de zoog spontaan kwam jullie zegening zonder echtelijke peeninbreng
mijn moeder ik bezocht mijn moeder in de kliniek wij wandelden naar buiten met mij mocht ze van de afdeling zij was breekbaar en uniek mijn moeder was ook ziek mijn moeder was vaak ook helder zoals ik
hoe ziek wilde ik het weten zeker wel ik zal het nooit weten ik zit met een geweten om veel mee te praten over nooit in te vullen gaten ik word dan echt kwaad ik ga dan eten heel veel eten om te soezen en vergeten
pas kwam ik langs de kliniek de perkjes het gras de gebouwen zusters wit gevouwen psychiaters druk nooit tijd met pillen het gaat goed dag die oude mevrouw is er misschien nog met de gefixeerde schrikogen de joodse liederen als ze mij zag zich ontblootte op mij wilde springen mijn moeder zei buiten dat ze het binnen niet konden horen jos hier hoor ik toch niet bij
Nationale gedichtendag staat dit jaar in het teken van stilte en eenvoud
aan Amsterdam ging het voorbij want zei de plaatselijke radio dit jaar is het dichtadagio stilte en één foud
de commentator zei hallo dag dit klinkt echt zwaar gestoord wil men dat stil voor fout rijm gaan de lol in de kunst gaat er nu echt aan
Toelichting: voor buitenlanders en Rotterdammers: Amsterdammers kunnen de 'v' overerfd niet anders uitspreken dan als 'f'. Dat maakt de radioman redelijk excusabel.
Langs s Heerenweg voorbij het kruispunt stond een lief mispunt met een bord voor haar kop deed zij aan autostop
de lieve onschuld vervuld van geduld zwaaide al uren op weg naar tervuren terwijl zij betreurde dat alles voorbij scheurde
daar stopte een keurig heer man van eer van weleer zijn cabriolet had een targadak directeur was zijn geleerde vak zij ademde diep terwijl ze riep ik kan je wel kussen trouwens waarom ook niet
zij zoende met natte lippen de rug van zijn hand die begon te trillen zijn hele gestel te rillen ga weg vieze meid zonder wens toch intimiteit hij stond stil met lekke band en niet om te wippen
niet te kreuken die denktank van de Schweizerische Nationalbank
Met een leeg gemoed hoeft men niet te onthechten van wat binnen kroelt en woedt woorden kunnen vrij geheel eigen op een rij clichés worden gesmoord het ambacht opent die poort zo sprak Jan Eijkelboom dordts poëet met zekeren schroom want verder zweeg hij heel kies over de inhoud juist precies
als hij van geheime regels weet dan is hij heel discreet
...het secreet...
Toelichting: Hij sprak: "Dichten is niet zozeer een gevoelsuitstorting, maar een ambacht' en 'de amateurdichter denkt ten onrechte dat als het gevoel maar echt is, het gedicht vanzelf ook echt is'