Wat is de geschiedenis van het wapenschild van Wenduine ?
In een boek over Wenduine uit 1974 van Eric Lepeer:"Vin Dune an de Zee", een uitgave van het toenmalig gemeentebestuur van Wenduine, vond ik een uitgebreide beschrijving in vier talen.
Jammer dat het niet meer te koop is, maar daarom maken we hier graag gebruik van de inhoud.
Met dank aan de schrijver en zij die fotomateriaal ter beschikking stelden
MED TARPOEN SONDER PARDOEN
Een koninklijk besluit van 12 juni 1936 heeft de gemeente Wenduine gemachtigd gebruik te maken van een wapen, dat in heraldieke termen wordt beschreven als van sabel met een bruinvis van zilver, doorboord met twee harpoenen van goud, schuinkruiselings geplaatst, de punt naar beneden.
Het kan verwondering wekken dat een gemeente die in het verleden toch een relatieve bekendheid en welstand heeft gekend, die zich sinds het einde van de vorige eeuw als badplaats heeft ontwikkeld, zo lang heeft moeten wachten om een eigen schild toegewezen te krijgen. De oorzaak daarvan is in de eerste plaats te zoeken bij de territoriale inrichting tijdens het oud regime. Stedelijke rechten heeft Wenduine nooit gekregen; de prochie was er een uit het vlakke land in het Brugse Vrije. Het grootste deel behoorde tot de heerlijkheid van de proost van de St.-Donaaskerk te Brugge, het Proosse. Wenduine is zelf nooit een heerlijkheid geweest en had noch schepenbank, noch wapen. Toen de Brugse schilder Pieter Pourbus op een panoramisch zicht van het Vrije, dat dateert van 1562, de wapens van stad en dorp naast de woonkernen afbeeldde, liet hij het schild van Wenduine effen blank.
Later, onder het Franse bewind, werd Wenduine een zelfstandige gemeente. Het Belgisch bestuur volgde het Nederlands op, zonder dat er daarom een mentaliteitswijziging plaatsvond in het tot een povere vlek verkommerde Wenduine. Der vaadren fierheid was veel te ver gevaren, dat men zich zou inspannen om de eigenheid van lokale gemeenschap te affirmeren door een wapen. Navraag van hogerhand stuitte op de plaatselijke onverschilligheid.
Het huidige gemeentewapen is ontleend aan dat van de vroegere vissersgilde. Meer dan vijf eeuwen geleden, om precies te zijn in 1424, kwam de eed van deze beroepsvereniging inderdaad tot de vaststelling dat er dringend een nieuwe banier moest worden gemaakt, daer de jeghenwoordige in eene vermyncten staet es ende up haer gheheel hochte bi den standaert boirt en stic ontbrickt, sodanich dat teerste wort van de spruecke weghevollen es ende meteen oic en stick dat tjaertal drough. Het oude vaandel had dus zijn beste jaren gekend. In een tekst over het jaar 1382 was er sprake dat de vissers stoetsgewijze, twee per twee, naar de kerk togen metter banere voraen om mis te horen en daarna naar het strand op te stappen.
De vissersgilde had een eigen wapenspreuk en de banier droeg ook een jaartal dat spijtig genoeg niet werd meegedeeld. Het bestuur was van oordeel dat de gildebroeders best zouden samenleggen om een nieuwe banier te bekostigen.
Het wegkwijnen van de oude vissersnering had tot gevolg dat vissersgilde en schuttersgilde in een genootschap versmolten in 1587. Ter herinnering waaraan de St.-Sebastiaansgilde, wier oudst vermelde stichtingsoorkonde tot 1480 teruggaat, in haar eigen wapen dat van de vissergilde opnam. Een waardevol spoor daarvan is het nog bestaande beloenberd of gildebord uit 1664 dat in het gemeentehuis hangt.
De bruinvis is dus de wapenfiguur van Wenduine. In 1340 hadden de vissers klachten over het gedrag van wat men toen meerzwijnen noemde. Deze beesten, die toen vrij algemeen in onze wateren voorkwamen, werden er van beschuldigd de netten te scheuren. Een afgevaardigde werd naar de proost van St.-Donaas gezonden om de zaak voor te leggen. Schade voor de vissers betekende uiteindelijk ook nadeel voor de heer en prompt kregen de verzoekers eene lettere inhoudende dat de zeeman consent van hem hadde met tarpoen als van outs ten marswin vanckste te voerene tjaer deure.
Meerzwijn of bruinvis, geen zinnig mens die het in zijn hoofd krijgt om er de dagelijkse boterham mee te beleggen. Vroeger was het blijkbaar een delicatesse. Bruinvissen zijn eigenlijk geen vissen, maar zoogdieren. De Phocoena phocoena (LINNAEUS, 1758), zo heet hij wetenschappelijk, is de kleinste der walvisachtigen. Tot voor enkele tientallen jaren kon men, met een beetje geluk, af en toe een kudde buitelende bruinvissen voor onze kust waarnemen. Maar na de tweede wereldoorlog was het verschijnsel in zoverre zeldzaam, dat een dergelijk gebeuren enige opschudding veroorzaakte, zodanig dat het van mond tot mond werd overgezegd en men er speciaal ging naar kijken. Nu moet zoiets bij de uitzonderlijke evenementen worden gerangschikt.
Voor wie het niet weten mocht: de Wenduinse carnavalvereniging heet Orde van de Bruinvis en er is, sinds begin 1969, ook een Bruinvisstraat. De walvisfamilie heeft trouwens voor meer straatnamen gezorgd want er zijn nog een Dolfijn straat, een Tuimelaarstraat en een Walvisstraat. Namen die niet zomaar lukraak werden gekozen, maar die integendeel verband houden met een specifiek aspect van het strandgebeuren.
|