4 En kunt u ons uitleggen wat er bedoeld wordt met een nieuwe hemel en een nieuwe aarde? Is dat hetzelfde als dit tijdperk van vrede dat eraan komt, of is het iets na het laatste oordeel? Nu, kijk, Jezus zegt dat de schepping nog niet voltooid is. De aarde is verontreinigd. Alles zal veranderen. Wat er komt, is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. We krijgen een nieuw lichaam. We krijgen een lichaam dat niet zal sterven. Dit lichaam is nu voer voor wormen. Het kan de goddelijke wil niet verdragen. Geen mens kan dat. Sterker nog, Jezus kreeg het verheerlijkte lichaam en ging naar de Hemel.

Maria kreeg het verheerlijkte lichaam en ging naar de Hemel. Hij steeg op. Zij werd opgenomen in de Hemel. Luisa ging naar de Hemel, maar ze heeft het verheerlijkte lichaam nog niet. Dit heeft God voor de mensheid gepland. Hij zegt tegen Luisa: de wereld zal schudden. En ik denk dat het zal schudden met degenen die op en neer springen van extase en degenen die op en neer springen en jammeren, wetende dat ze ervoor hebben gekozen, dat ze niet voor de Hemel hebben gekozen. Ze hebben voor de Hel gekozen.

Dus de nieuwe hemel en de nieuwe aarde heeft geen mensenoog ooit gezien. We horen terug te zijn in de Hemel. Maar de Hemel komt naar de aarde. De aarde moet gezuiverd worden en daarom komt het vuur. Alles zal herrijzen uit de as. Het wordt een nieuw begin, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

5 We hebben een vraag over het lijden dat we nu doorstaan ​​of over ons lijden uit het verleden. Wat betekent het om het op te offeren in de goddelijke wil? Zijn we in staat om op te offeren? We kunnen natuurlijk ons huidige lijden opofferen. Kunnen we ons lijden uit het verleden opofferen? Kunt u dat wat uitleggen?

Zeker. Deel 12 - 7 juli 1917: Voor de ziel die leeft in de goddelijke wil, is alles aanwezig. Luisa zegt: "Ik versmolt mezelf met mijn lieve Jezus." Versmelten is de term die Jezus ons vraagt ​​met Hem te doen. Het is alsof je twee stukken aan elkaar smelt. Hij wil niet dat we ooit van Hem gescheiden worden. Hij wil dat we leren hoe we kunnen versmelten. En dit is een van de dingen die je kunt doen in je gebedsleven door het boek van de hemel te lezen. Jezelf versmelten met Jezus, één zijn met God. Je weet dat het zo is, het is het mooiste wat je je maar kunt voorstellen. Daarom zegt ze: "Ik versmolt met mijn lieve Jezus, maar ik zag mezelf als zo arm dat ik niet wist wat ik Hem moest geven.

We hebben niets. We hebben niets om aan onze God te geven. En aan de altijd liefhebbende Jezus. We hebben niets om hem te geven. En mijn altijd liefhebbende Jezus zei om me te troosten: "Mijn dochter, voor degene die mijn goddelijke wil doet en in wezen in mijn goddelijke wil leeft, is er geen verleden, er is geen toekomst, maar alles is in het heden in de handeling." Er is geen tijd of ruimte in de goddelijke wil. Daarom wordt de gave van bilocatie gegeven aan de kleine kinderen in de goddelijke wil.

Dat is wat Jezus zegt. Dat is de gave die ik mijn kinderen geef. De gave van bilocatie, het is niet de bilocatie van de heiligen. Het is waar Jezus je naartoe wil brengen. Hij neemt je mee naar Bethlehem. Hij neemt je mee naar Kana. Hij neemt je mee naar Kafarnaüm. Hij neemt je mee naar Jeruzalem. Hij houdt van je. En er is geen verleden, geen toekomst. Alles is heden. Er is geen tijd of ruimte in de goddelijke wil. En jij gaat dit binnengaan. Jezus zegt: En net zoals Ik alles wat ik deed, en wat Ik leed, allemaal aanwezig is in één daad, op zo'n manier dat als ik de Vader genoegdoening wil geven of een schepsel goed wil doen, kon Ik het doen alsof ik in één daad leed en handelde.

Op dezelfde manier als de mensheid die lijdt, kan doen in mijn goddelijke wil, die reeds geïdentificeerd is met mijn pijn en mijn werken, en die één worden. Dus je lijden dat je reeds hebt doorgemaakt, kun je naar terugkeren en je kunt zeggen:

Heer, ik heb dit nooit aan U gegeven, ik wil lijden met Uw lijden. Terwijl de ziel dit doet, zegt Jezus: "Mijn goddelijke wil is reeds geïdentificeerd met Mijn pijn, met Mijn werken, en die worden één." Jezus: Wanneer een ziel Mij, deze enorme hoeveelheid liefde terug wil geven met haar pijn, haar pijn uit het verleden, kan ze de pijn die ze op andere momenten heeft geleden, die nog steeds één daad is, aan Mij geven om haar liefde en haar voldoening voor Mij te evenaren. Je lijden is één met de gekruisigde Jezus. Hij is degene die het meest heeft geleden. Hij is reeds voor jou gestorven. Hij heeft jouw plaats reeds ingenomen. Het zal makkelijker voor je zijn om te sterven vanwege wat Jezus heeft meegemaakt.

We kunnen teruggaan met onze pijn, al de pijn die we hebben doorgemaakt, fysiek, spiritueel, mentaal,

emotioneel lijden dat je hebt doorgemaakt en zeggen: "Jezus, ik wil deze pijn met U doorstaan. Ik wil U eren. Ik wil U prijzen. Ik wil je bedanken dat je alles wat ik heb doorgemaakt op je hebt genomen." En Jezus zegt: En Ik zag de ijver van die ziel die haar lijden haar daden als op de bank zette om ze te vermenigvuldigen en rente te innen. Ik gaf die ziel meer liefde en meer voldoening om haar meer te verrijken.

Daarom ga met je lijden, dat je hebt doorstaan, fysiek, spiritueel, mentaal, emotioneel lijden, ga ermee mee naar Jezus. Hij heeft dit reeds voor je gedaan. En als je teruggaat, zegt hij: "Je vermenigvuldigt de liefde voor Mij." Hij zegt: "En Ik zal haar mijn pijnen geven, mijn werken vermenigvuldigen om haar liefde te geven en geliefd te worden." Zie, het is deze liefde van Jezus die door lijden heen gaat. Hij heeft zoveel van ons gehouden dat Hij elke druppel bloed heeft vergoten. Hij stierf voor ons aan het Kruis.

En als we iets doormaken, moeten we erkennen dat Jezus bij ons was, en al het lijden heeft geleden dat wij fysiek, spiritueel, mentaal en emotioneel hebben geleden. Ja, het is belangrijk om door je leven heen te gaan, één met Jezus, om Hem te danken, Hem te prijzen, Hem te verheerlijken, Hem te aanbidden. Sterker nog, als we in de Hemel komen, zullen we beseffen hoe belangrijk lijden is. En het eerste wat we gaan zeggen als Jezus ons het lijden laat zien dat we hebben doorgemaakt, kijk eens wat het heeft bereikt, oké?

Eén met mij, zegt Jezus, en Zijn Moeder, altijd met Maria, zegt Hij, dat we onmiddellijk terug zouden willen naar de aarde om te lijden. En Jezus zal tegen ons zeggen: Ik heb die kans reeds gegeven. Laten we daarom teruggaan naar al het lijden, waar we misschien niet de aardigste mensen ter wereld waren, en het herstellen en opnieuw doen in naam van iedereen en alles, verleden, heden en toekomst. Dat is wat God ons zo mooi laat zien. Lijden met Jezus.

6 Hoe offeren we dit lijden op in de goddelijke wil? Is er een formule? Er is eigenlijk geen formule. Het gaat erom hoe je leeft in de goddelijke wil. Hoeveel je houdt van Jezus. De formule is je hart. Hoeveel hou je van Hem? Hoeveel wil je doen voor Hem? Hoeveel wil je sterven aan je ego en je wil? Hoeveel wil je sterven aan zorgen, angst, bezorgdheid, geklaag, negativiteit en zonde? Laten we eens denken aan al die keren dat we hebben geklaagd. We moeten onze excuses aanbieden aan de Heer. Heer, het spijt me zo.

Er was geen reden om te klagen. Er was geen reden om mij zorgen te maken. Ik wil niet alleen voor mezelf herstellen, maar voor de hele mensheid, verleden, heden en toekomst. Kijk, Mozes stond in de bres om de Hebreeën te redden. Jezus zegt tegen Luisa: "Luisa, zou jij in de bres willen staan ​​om de mensheid te redden? Al mijn kinderen, ze staan ​​allen aan de rand van de afgrond. Ik heb alles voor hen gedaan en zij staan ​​aan de rand van de afgrond. Zou jij in hun plaats willen staan ​​en bidden?

Wanneer we bidden in de goddelijke wil, hoort God de hele mensheid, verleden, heden en toekomst. De hele mensheid bidt met onze stem, aanbidt God en houdt van God en prijst God alsof iedereen bidt. En Jezus zegt, alles wat je aan het einde zult horen, wat Jezus heeft gepland. Elke dag is Hij van plan ons terug te brengen in Zijn koninkrijk. Hij zegt: "Ik wil niemand verliezen en zou jij me willen helpen?"

7 Hoe kunnen we helpen zielen te redden in de Goddelijke wil? En hoeveel zielen gaan er naar de hel? De meeste zielen, of sommige zielen, of veel zielen. Dus misschien kunnen we daar nu ook over praten. Dat is uit deel 35. Deel 35-22/3/1938: Nu spreekt Jezus over de dood. Hij zegt dat het de ontmanteling van de illusie is. Dit is de illusie. De H. Thomas van Aquino zei dat als de sluier werd opgelicht, als we echt konden zien wat er gebeurt, we zouden zien dat we voor de troon van God staan ​​met onze verheerlijkte lichamen en God eeuwig aanbidden. Dat is waar we werkelijk zijn. Waar we nu bezig zijn de tijd te doorstaan, zullen we ontdaan worden van deze illusie en, door met onze ogen te zien en met onze handen aan te raken, zullen we zien hoeveel we triomferen. God heeft de mensheid liefgehad en houdt nog steeds van de mensheid.

De mensheid zal zoveel verdriet voelen. Dit is op het moment van de dood dat ze berouw zullen tonen dat ze God niet hebben liefgehad. We zullen God zien zoals Hij is. We zullen de Heer God van Sabaoth zien. Jezus: En ze zullen Onze allerheiligste goddelijke wil herkennen als de oorsprong en de voltooiing van hun leven. We zullen dit allemaal ervaren op het moment van de dood. Die zielen zullen de dood aanvaarden om één daad van onze goddelijke wil te vervullen. En in feite zegt hij: "Je moet weten dat als het schepsel niet één daad van Gods wil zou verrichten, de poorten van de Hemel niet geopend zouden worden en de ziel niet erkend zou worden als de erfgenaam van het hemelse Vaderland."

Ontvang de goddelijke erfenis van de Vader, dit is wat God met zijn kinderen van plan is. De engelen en de heiligen zouden die ziel niet in hun koninkrijk kunnen toelaten als ze niet eens één daad verrichten, noch zou de ziel die willen binnengaan, omdat de ziel zou erkennen dat ze niet in de Hemel thuishoort. Daarom zegt Jezus dat er zonder de goddelijke wil geen ware heiligheid is. Er is geen verlossing. Jezus: Hoeveel zielen worden gered door Ons teken op dit moment van de dood? Hij zegt, met uitzondering van die zielen die het meest pervers, het meest tegengesteld zijn, hoewel het voor hen noodzakelijk zou zijn om door het lange pad van het vagevuur te gaan.

Dus op het moment van de dood is onze dagelijkse vangst om de verloren mens te vinden. Het moment van de dood is Onze dagelijkse oogst. Jezus zei: Het moment van de dood is het uur van illusie. Op dat moment presenteren alle dingen zich één voor één. En ze zeggen tegen die ziel: vaarwel. De aarde is voor jou vergaan. Nu, nu, begint de eeuwigheid voor jou. Als die muur omvalt, zullen we God zien. We gaan de Vader zien die ons met zo'n grote liefde heeft liefgehad. En één voor één ziet ze de weldaden die God haar heeft gedaan. En hoe zij, die ziel, alle liefdesrechten die ze aan God verschuldigd was, heeft gebroken.

Ze ziet dat haar leven aan God toebehoorde, niet aan haarzelf. Alles gaat aan haar voorbij. De eeuwigheid, het paradijs, het vagevuur, de hel. De aarde vlucht van haar weg en haar genoegens keren haar de rug toe. Alles verdwijnt. Het enige wat haar nog rest, is die kamer waarvan de muren zijn ingestort. En dat is de eeuwigheid. Wat een verandering voor dat arme schepsel. God wil dat we ons klaar maken. Jezus zegt dit: "Mijn goedheid is zodanig dat Ik wil dat iedereen gered wordt. Ik sta toe dat deze muren vallen wanneer het schepsel zich tussen leven en dood bevindt.

Op dat moment waarop de ziel het lichaam verlaat om de eeuwigheid binnen te gaan, zodat ze tenminste één daad van berouw kunnen hebben voor hoe ze geleefd hebben en Mij liefhebben. En mijn aanbiddelijke wil over hen erkennend, zegt Jezus: "Ik kan zeggen dat Ik hen één uur van waarheid geef, nu en in het uur van onze dood." Een uur van waarheid met hen om hen te redden. O, als allen mijn liefdesactiviteiten kenden die Ik, Jezus, op het laatste moment van hun leven uitvoer, zodat ze niet zouden ontsnappen aan mijn meer dan vaderlijke handen. Ze zouden niet op dat moment wachten, maar ze zouden Mij hun hele leven liefhebben.

En dat is wat de goddelijke wil is. De goddelijke wil is om je leven te herstellen, je leven opnieuw te doen. Alle zonden in je leven te herstellen, opnieuw te doen. Waarom? Om God lief te hebben in wat er in het verleden is gebeurd, om God lief te hebben voor wat er in de toekomst komt, om Hem lief te hebben, Hem te eren en te koesteren. Daarom noemt Jezus de Hemel het bruiloftsfeest. Wat we hebben, is het boek van de hemel. En het gaat niet om het doen van de wil van God die de heiligen ons hebben geleerd, maar om leven in de wil van God zoals Jezus leefde, zoals Maria deed, het innerlijke leven van Jezus, het innerlijke leven van Maria, dat ze aan Luisa gaven. Het is groter dan de tijd van Adam. Waarom? Adam faalde. En wat gebeurt er? Jezus komt als de nieuwe Adam. Maria komt als de nieuwe Eva.

En nu, 2000 jaar later, hebben ze de pasgeborene, de eerstgeborene van de goddelijke wil. En Jezus zegt: "Alles zal veranderen." Hij zegt: "De bestemming van de wereld heb Ik in je geblazen, Luisa." Dus de mensheid kan nu teruggaan naar waar we vanaf het begin waren, naar Gods beeld en gelijkenis. De deuren van het koninkrijk zijn gesloten. Petrus heeft de sleutels. Hij gaat de deuren openen. Alles wat we kunnen zien, het licht dat we nu kunnen zien, bevindt zich onder de kier van de deur. Het is de weerspiegeling van het licht achter de deur in de hemel. Wat God voor ons gepland heeft, en Hij wil dat we klaar zijn. Dus wanneer die deuren opengaan, wanneer het koninkrijk van God op aarde is zoals in de hemel, wanneer de glorie hier is, heeft Hij ons gevraagd om in deze tijd te leven. Dit is de meest glorierijke tijd om te leven.

Er is niets om bang voor te zijn voor wat er gaat komen. We moeten hier doorheen. We moeten gezuiverd zijn, gezuiverd van zorgen, angst, zorgen, klachten, negativiteit en zonde. En als we er nu vanaf kunnen komen, zal het extase zijn. Dat is wat God voor ons heeft gepland, nu en in het uur van onze dood. Het is om je voor te bereiden op de staat van genade. Weet je, breng tijd door voor het heilig sacrament. Aanbid God, heb God lief en prijs God. Word verliefd op onze eucharistische Heer. Kijk naar Hem in de monstrans. Word verliefd op God. De 33 bezoeken aan het H. Sacrament die Hij Luisa vroeg te doen, elke dag. Maak je klaar voor wat God gaat doen, want het is dichtbij. Amen.