15/9 Feest van OLVrouw van Smarten - Verschijning van H. Padre Pio te Sievernich
Ik zie de H. Padre Pio, il Padre, het Kind Jezus in zijn armen dragen en naar ons toe komen.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Nu heeft het Kind Jezus ons gezegend, want de Padre houdt het Kind Jezus in beide armen. De Padre spreekt tot ons:
Wie zou ik tot jullie kunnen brengen dan Jezus alleen! Vanaf de troon van de Heer ben ik tot jullie gekomen om Jezus in je midden te brengen, om Jezus in je hart te leggen. In elke Heilige Mis komt de Heer tot jullie!
De Padre behandelt het Kind Jezus heel lieflijk, en het Kind Jezus straalt naar ons en Padre Pio. Het Kind Jezus draagt een kleine witte albe. Ik zie Zijn geopend Hart met een vlam en een kruis erop. Het goddelijke Kind Jezus is volledig omgeven door prachtig licht. De Padre spreekt:
Als je verdwaald bent, als je je van Jezus, van de Heer, hebt verwijderd en je wilt dat Hij weer in je hart komt: ontvang dan het sacrament van de biecht, en in de biecht, als je oprecht bent, zal Jezus weer in je hart komen! Kijk mij aan! Als je de absolutie hebt ontvangen, draag je ook het Kind Jezus; net zoals ik Hem nu draag! Wees niet bang! Jezus wacht op jullie in de biechtstoelen van deze wereld!
Bedenk dat Hij voor jullie aan het Kruis is gestorven: Hij gaf Zijn Lichaam, Zijn Kostbaar Bloed en Zijn Water! Omdat Hij deze hoogste prijs van liefde voor jullie heeft betaald, hebben jullie, lieve kinderen van God, recht op Zijn Goddelijke Barmhartigheid! Claim dit voor jezelf. Zie hoe de Heer zich verheugt als je tot Hem komt! De Heer geeft Zich aan jullie. Hij is aanwezig, levend, in het Heilig Misoffer en in zijn Sacramenten. Zo is Hij ook met jullie in de Heilige Biecht. Hij is aanwezig! Heb vertrouwen in de Heer!
Vertrouw je toe aan Zijn onpeilbare barmhartigheid. In de biechtstoel zul jegereinigd worden met Zijn Kostbaar Bloed. Wees bereid Jezus te dienen en laat de tijdgeest achter je, die mensen de grote illusie geeft op God te lijken – want niemand is zoals God! Het is een illusie, een ketterij, wanneer je de geboden voor jezelf maakt. Zie dat als je je niet bekeert, je ongeloof, afvalligheid en arrogantie je in een grote oorlog zullen brengen.
Bid daarom vurig, draag het Heilig Misoffer op, bekeer je en doe boete! Het is altijd Satan die jullie in oorlog wil brengen! God is vrede, God is liefde! Ik ben met jullie en breng je het lieve Kind Jezus, en Ik zal tot jullie blijven komen zolang je bidt en smeekt. Bid de Rozenkrans voor vrede in de wereld! Doe het goede, niet het kwade: Strijd met liefde, met barmhartigheid en met de wapens van God!
Nu zie ik het lieve Kind Jezus met een rozenkrans in Zijn handen.
De Padre en het Kind Jezus zullen ons later zegenen met de priester. Ik neem afscheid: "Tot ziens, lief Kind Jezus, tot ziens, Padre Pio!"
De Padre spreekt:
Zeg dit dringend aan allen die bidden: bid de Rozenkrans voor vrede!
22/9 Verschijning van de H. Charbel in Sievernich
De H. Charbel verschijnt en spreekt tot ons: In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
De H. Charbel houdt iets in zijn handen en ik vraag hem: "Beste H. Charbel, wat hebt u daar?"
Hij antwoordt: Hier, op deze plaats, beste vrienden, heb ik mijn ceder geplant. Een ceder van geloof en vertrouwen in Jezus. Ik ben vanuit de Hemel naar jullie afgedaald om jullie de genade van de Hemel te schenken, die de verdienste en liefde van Jezus is. Aanvaard alle mensen met liefde en ontzeg hun de poort naar de Hemel niet; want de Heer, Jezus, de Koning van Barmhartigheid, is niet partijdig, zoals mensen doen. Hij kijkt in jullie hart! Jezus treedt graag jullie open hart binnen; Zijn Allerheiligste Moeder, Maria, treedt graag jullie hart binnen. Jullie hart wordt bewaakt door de Heilige Engelen, als jullie dat willen.
Nu zie ik dat de H. Charbel een kleinere cederboom met wortels in zijn handen draagt. In de wortels van de ceder zie ik de Heilige Schrift. Hij opent zich en ik zie de volgende tekst uit Handelingen 10 in de Heilige Schrift:
Eén van de inwoners van Caesarea was een centurio van de Italiaanse cohort, die Cornelius heette. Hij was een vroom man die, net als zijn huisgenoten, God vereerde. Hij gaf rijkelijk aalmoezen aan het volk en bad veelvuldig tot God. Op een dag kreeg hij omstreeks het negende uur een visioen, waarin hij duidelijk zag hoe een engel van God zijn huis binnenkwam. Hij hoorde hem zeggen ’Cornelius!‘ Hij staarde de engel verschrikt aan en vroeg: ’Wat is er, heer?‘ De engel antwoordde: ’Je gebeden en aalmoezen zijn door God als offer aanvaard.
Stuur daarom een paar van je mannen naar Joppe om Simon te halen, die ook wel Petrus wordt genoemd. Hij verblijft bij een leerlooier die eveneens Simon heet en in een huis aan zee woont.‘ Toen de engel die met hem had gesproken was weggegaan, liet Cornelius twee dienaren bij zich komen en een vrome soldaat uit zijn gevolg. Nadat hij had uitgelegd waar het om ging, stuurde hij hen naar Joppe.
De volgende dag, nog voordat de afgezanten van Cornelius in Joppe waren aangekomen, ging Petrus omstreeks het middaguur naar het dak van het huis om daar te bidden. Maar hij kreeg honger en wilde iets eten. Terwijl er eten voor hem werd klaargemaakt, werd hij gegrepen door een visioen. Hij zag hoe vanuit de geopende hemel een voorwerp dat op een groot linnen kleed leek aan vier punten op de aarde werd neergelaten.
Op het kleed bevonden zich alle lopende en kruipende dieren van de aarde en alle vogels van de hemel. Hij hoorde een stem zeggen: ’Ga je gang, Petrus, slacht en eet.‘ Maar Petrus antwoordde: ’Nee, Heer, in geen geval, want ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is.‘ Maar voor de tweede maal hoorde hij de stem: ’Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.‘ Tot driemaal toe hoorde hij de stem, en direct daarna werd het voorwerp weer in de hemel opgenomen. Petrus vroeg zich verbijsterd af wat de betekenis kon zijn van het visioen dat hij had gezien. Juist op dat moment arriveerden de afgezanten van Cornelius bij de poort, nadat ze overal navraag hadden gedaan naar het huis van Simon.
Ze trokken door geroep de aandacht van de bewoners en vroegen of Simon Petrus in dit huis verbleef. Terwijl Petrus nog nadacht over het visioen, zei de Geest tegen hem: ’Er zijn hier drie mannen die naar je op zoek zijn. Ga meteen naar beneden en ga zonder aarzelen met hen mee, want ik heb hen gezonden.’ Petrus ging naar beneden en zei tegen de mannen: ’Ik ben degene die u zoekt. Wat is de reden van uw komst?‘
Ze antwoordden: ’Cornelius, een centurio, een rechtvaardig man die God vereert en bij het hele Joodse volk in aanzien staat, heeft van een heilige engel opdracht gekregen u naar zijn huis te laten komen om te luisteren naar wat u te zeggen hebt.‘ Daarop nodigde Petrus de mannen uit om binnen te komen en bood hun onderdak.
De volgende dag ging hij samen met hen op weg, en enkele broeders uit Joppe gingen met hem mee. Een dag later kwam hij in Caesarea aan, waar hij werd opgewacht door Cornelius, die zijn familieleden en zijn naaste vrienden bijeen had geroepen. Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem tegemoet, en hij wierp zich eerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus hielp hem overeind en zei: ’Sta op. Ik ben ook maar een mens.‘
Al pratend met Cornelius ging hij naar binnen, waar hij een groot aantal mensen aantrof. Hij zei tegen hen: ’U weet dat het Joden verboden is met niet-Joden om te gaan en dat ze niet bij hen aan huis mogen komen, maar God heeft me duidelijk gemaakt dat ik geen enkel mens als verwerpelijk of onrein mag beschouwen. Daarom heb ik me niet verzet toen ik naar u toe werd gestuurd. Mag ik weten waarom u mij hebt laten komen?‘ Cornelius antwoordde: ’Vier dagen geleden zei ik op ditzelfde tijdstip in mijn huis het namiddaggebed toen er opeens een man in een stralend gewaad voor me stond, die me als volgt toesprak: ’Cornelius, je gebed is verhoord en God heeft je aalmoezen aanvaard. Stuur daarom iemand naar Joppe om Simon, die ook Petrus genoemd wordt, te laten komen; hij verblijft bij Simon, de leerlooier, in een huis aan zee.‘ Ik heb meteen een paar mannen naar u toe gestuurd, en het is goed dat u gekomen bent. We zijn hier ten overstaan van God bijeen om te luisteren naar alles wat u door de Heer is opgedragen.‘
Daarop nam Petrus het woord en zei: ’Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt. God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen. U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed.
Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft hem op derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan.
Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van hem getuigen alle profeten dat iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.‘
Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: ’Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?‘ En hij gaf de opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarna vroegen ze hem of hij nog enkele dagen wilde blijven.
De H. Charbel vervolgt: Lees daar dat God in harten kijkt en niet naar personen! Ik zeg je, en ik zeg het aan alle geestelijke vaders, dat de Kerk gezuiverd is in het Bloed. Bid vurig voor vrede! Heb moed en schaam je niet om je geloof te beleven, over Jezus en Maria te spreken en beiden in je hart te dragen!
De H. Charbel raakt ons nu allen aan, en er gaat grote kracht van hem uit.
Hij neemt afscheid en zal ons later samen met de priester zegenen.
23/9 Verschijning van de H. Padre Pio
Ik zie de H. Padre Pio, en hij spreekt tot ons:
Dit is de tijd waarin de H. Aartsengel Michaël zich openbaart in de Kerk van Jezus, die jullie de Kerk van de Mensenzoon noemen, en de heiligheid verdedigt tegen de tijdgeest. Het is de tijd waarin de H. Aartsengel Michaël voor jullie strijdt met de wapens van Gods liefde. Bid vurig, want de strijd zal worden uitgevochten door ketterijen, oorlog en natuurrampen. Bekeer je en bid vurig! Wanneer jullie bidden, zal de H. Aartsengel Michaël met jullie zijn. Houd daarom moed!
|