Wel, ik heb het wierookvat eens bovengehaald voor mensen die supergoed voor mij zorgen. Effe tijd? Het moet me van het hart!
Verpleegsters zijn een ras apart.
Hoe zou 't zonder hen wel zijn? Doffe ellende, diepe pijn! Ze crossen door eindeloze gangen, blijven hier en daar eens hangen. Een schouderklop, een lieve lach, geloof me vrij, 't doet deugd, dat mag... Stoere bonken worden kleine krenten. Frêle vrouwtjes temmen grote venten. Ze raken zelden in de war, kennen ieder pilletje in hun kar. Lopen meestal in hun witte pakken met vaak overladen zakken. Ben je niet gerust of zit je met een kropje, dan duw je simpelweg op 't rode knopje. Maar! Van die blauwe blijf je beter af, want dan komen z'in gestrekte draf! Met een zwaailicht op hun trotinnet dan is het even over met de pret... Maar al bij al, ik zei 't je al: Ze helpen je door 't diepste dal. Vervelend ongemak, grote kwaal, daarvan verlossen ze je allemaal. Ze foereren je met spijs en drank, zorgen voor wat beeld en klank. Ze geven kleur aan een grauwe dag, zeggen poezenlief wat moet en wat niet mag. Een kleine zeur, de grootste pessimist, die mooie lach wordt opgedist. En doet er weer één 'ambetant', het ordewoord is 'tolerant'. Ook zij hebben hún gebreken... ... maar worden er niet op aangekeken... Kortom: verpleegsters, dat zijn Godinnen! Wat zouden we zonder hen beginnen?
Ludo Bisschops
23 maart 2014
|