Het danserken,
Vroeger leek ik wel een hark
zoals die van den hovenier in ’t park.
Al stond ik in m’n mooiste hemd en broekske
ik kroop maar liefst van al in ’t hoekske.
Wie mij er uit wou krijgen
moest al bijna dreigen:
allée, vooruit één keer
of ik bezie je nooit ni meer!
Dat kon me al bij al toen weinig schelen
van dat ras waren er zovele.
Op een keertje gaf ik toe,
‘k was dat gezeur ook meer dan moe.
Men ruimde snel de baan voor mij
‘k schoot immers snel iedereen voorbij.
Die griet die stond echt paf,
ik kwam er toen nog goed van af.
Maar in de loop der jaren
kon ik niet meer van krommen aas gebaren.
En echt, da’s zonder zwanzen
‘k begon al beter te gaan dansen.
Nu staan de dames voor me in de rij
en maak ik ze om beurten blij.
‘ k trap zelden nog op tenen
‘k stamp nooit meer tegen schenen.
Neen, heus de tijd van knoeien is voorbij
en dat maakt vooral mijn liefje blij.
Nu staat ze vaak te kreunen en te smachten
maar moet zoals al d’ anderen mooi haar beurt afwachten.
Mij kan niemand nog iets leren,
’t is toch straf hoe het tij kan keren.
Ik ken nu zowat alle passen
en durf er zelfs iets gewaagd inlassen.
De vrouwen komen mij na afloop allen zoenen,
ik loop nu echt wel naast mijn schoenen.
Het is zo zot, zo gek, zo maf,
‘k wil van die dansvloer nooit meer af!
Luke, den overmoedige.
29/11/2010
05-09-2017 om 18:46
geschreven door Emoticon
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
|