Hoe wijzer een mens wordt, des te zwijgzamer wordt hij. Het gekibbel en geroddel verstomt. Men heeft uiteindelijk begrepen dat vrede en harmonie slechts worden bereikt door tolerantie en begrip voor elkanders anders zijn. Na het dierenriemteken van de wijsgeworden Boogschutter kan de mens in de energie van het volgende teken komen, het tiende teken van de sterke Steenbok. Vermaard om de onbuigzaamheid, de degelijkheid, het plichtsbesef, de ambitie om een nuttig lid van de maatschappij te worden. Hier wordt de mens eindelijk een beetje volwassen. Er is begrepen dat het leven geen "lolletje" is en dat, wanneer men iets wil bereiken in het leven, kinderachtige fratsen en zielig-doen overboord dienen te worden geworpen. Een gevoel van eenzaamheid breekt door. Weinig mensen kunnen nog maar volgen. Vrienden worden zeldzamer, want men wordt als saai en degelijk beschouwd. Het teken Steenbok is een teken van inwijding. De berg naar Mens worden is beklommen. Op ranke pootjes staat daar het dier de Steenbok, op eenzame hoogte, de grote kudde blijft achter in de vallei waar het goed grazen is, waar het gouden kalf kan worden aanbeden. Het principe van de Steenbok is onafscheidelijk verbonden met de begrippen degelijkheid, vasthoudendheid, stiptheid, correctheid. Kortom, men vindt daar een streven naar volmaaktheid. Om door die en met die volmaakte eigenschappen de berg te beklimmen tot aan de hoogste, soms onbereikbare top. Een alpinist heeft hoogstwaarschijnlijk een grote dosis avontuurlijkheid in zijn karakter (Boogschutter!), maar zonder de hierboven omschreven eigenschappen zou hij binnen de kortste keren in een ravijn storten. Het avontuurlijke moet samengebundeld worden met de kundigheid van het dier de steenbok zoals het met zijn talenten kan overleven in zijn natuurlijke omgeving: de hoge en gevaarlijke bergen. Dit dier is trouwens niet voor niets als symbool gekozen voor het dierenriemteken Steenbok, juist zoals alle andere astrologische figuren voor hun specifieke eigenschappen gekozen zijn, zoals bijv. de Ram en de Stier en de Schorpioen. Het menselijk gedrag wordt min of meer vergeleken met de uitingsmogelijkheden van deze dieren. Het verschil tussen de mens en het dier is dat de mens de uitingsmogelijkheden heeft van èn de schorpioen èn de leeuw èn de steenbok om er maar enkele te noemen en dat het dier daar niet toe in staat is. Zoals een kameleon bliksemsnel kan veranderen van kleur, al naargelang zijn omgeving, kan de mens bliksemsnel veranderen in zijn gedragspatroon. Krijgt een mens in een bepaalde situatie zijn prooi (lees zin) niet, dan kan hij gaan brullen als een leeuw, gaan stampvoeten als een stier en....achter onze rug om een behoorlijke steek onder water geven (schorpioen). Daarbij kan hij tegelijkertijd het liefste snoetje trekken van de reine maagd en de charmes ten toon stellen van de harmoniezoekende weegschaal. Om de berg van het leven te beklimmen, om triomfantelijk boven op de top te mogen staan zwaaien met de overwinnaarsvlag, gesymboliseerd (meestal) door een sjieke villa, een dikke auto, een borst overladen door eretekens, en met minstens een welgevulde (ministers)-portefeuille in de begerige hand, hanteert de ambtitieuze mens doorgaans ijverig de eigenschappen van het stug-omhoog klimmend steenbokje. Voorzichtig, diplomatisch, iedereen opzijduwend, uitgekiend tot op de milimeter, benut dit dier met zijn behendige, dunne pootjes iedere richel, iedere oneffenheid van de te beklimmen berg. Geen tijd om nog te spelen in het Tweelingen-principe of om met "de Boogschutters en Stieren" te genieten van de goede dingen des levens. En.....hij hangt weer, maar nu aan de status, de verplichtingen, de zorgen, aan de wetten, en uiteindelijk aan de machtshebbers die hem naar hun hand hebben kunnen zetten!
|