Geliefden geven elkaar allerlei troetelnamen. Voor buitenstaanders, klinken die niet altijd mooi. Maar er zit dikwijls een geheim of gebeurtenis achter, die de geliefden alleen maar kennen. Om er een paar te noemen, waar men in een woordenboek misschien wel honderd bladzijden mee zou kunnen vullen, schrijf ik op: Kraai, momel, slettebak, lekkere snol, snolledrol en mijn scheetje. Het zijn er zoveel! En dan zijn er ook nog de namen mooie en akelige planten, bloemen en vuchten. Heel lang geleden heb ik eens een plaatje gezien, van een vrouw, die naar aanleiding van koosnaampjes, bestond uit groenten en vruchten. En dat heeft mij geinspireerd, om met wat wij eten een loflied voor vrouwen te schrijven. En dat is heel anders, dan wat hierboven staat. Want in de edele en ook in de onedele dichtkunst, ben ik iemand met meer dan een gezicht!
Hup, hup, huppeldepup, daar gaat ie.
GROENTETUIN BALLADE
Ik vertel nu over mijn concubijn. Ooit was zij een maagdelijn. Niet schoon.Wel lelijk. Als de nacht. Doch bij in haar bed vind ik een pracht, die ik bij niemand kan beleven. Er was geen vrouw in heel mijn leven, die zich zo aan mij kan geven!
Mijn Roosje, die is dik en rond. Heeft maar vijf tanden in haar mond. Zij wordt al kaal, is helemaal grijs. Maar dat brengt mij niet van de wijs. Lacht zij naar mij, met valse tanden, word ik als was, in haar rimpelhanden en zal ik op haar glimlach stranden!
Haar borsten, groot als witte kolen. Haar vlees lubbert onverholen. Haar lijf is als een groentetuin. Komkommers, bloemkool en ajuin. Met hier en daar een vleesgerecht. Haar hammen, die zijn heel niet slecht. Haar zeebanket, smaakt meer dan echt!
Mijn Roosje heeft geen kersenmond. Har bieslookhaar, dat was nooit blond. Ik kan haar niet met een bloem vergelijken. Niet als een vruchtoogst met haar prijken. Met cappucijners en salade, maak ik een groentetuin-ballade. Zij is mij liever dan een gade!
Ik knabbel aan haar groene spruitjes. Ik sabbel op haar zilveruitjes. Haar oester, die smelt in mijn mond. Haar jaloerse aard, die vormt geen grond, om een andere vrouw dan Roos, te minnen. Haar groentes razen door mijn zinnen. Slechts Ugly Roos, kon mijn hartje winnen!
Dag vrouwen, die in de spiegel menen te kijken. Heel veel kusjes en als het kan, moet of mag, Krijgt U nog meer van die malle HARAS MORMOLUS.!
(Niet jouw eigen naam er onder zetten hoor! Deze gedichtje zijn eigendom van, en geschreven door HARAS)
|