Ze plakt en knipt Geen tijd meer om te zwaaien Wat word ze groot Ik moet me vlug omdraaien Thuis is het stil Ik moet er nog aan wennen dat ook de kleinste van ,t stel voortaan op het schoolplein zal rennnen
Zeven bakjes staan er klaar bakjes gevuld met water de eerste merel stapt erin Het is m,n verbeelding maar toch hoor ik hem bijna denken wat een verademing Dan komen er steeds meer en meer het is een drukte van belang en zie dat kleine musje nou die lijkt net zo bang De hond werpt een jaloerse blik wil ook genieten van die plassen Maar is toch veel te groot en dik om in zo,n drinkbakje te passen En zuchtend sta ik maar weer op om zeven bakjes bij te gieten Rust is me nu nog niet gegund maar wat is dit genieten.
Elke baby wilt hij aaien elk kleintje vindt hij lief Geen kinderwagen is er veilig voor mijn kleine hartedief Maar als ik vraag wil jij soms graag een zusje? dan geeft hij mij een kusje en zegt Mamma vind mij toch lief !
Het dichts bij elkaar en toch de meeste verschillen het zal altijd zo blijven al zou ik het soms anders willen Onze ideen hebben niks gemeen onze denkwijze komen niet overeen Onze levens vallen niet te vergelijken dat zal elke keer weer opnieuw blijken Toch laat je mij altijd mezelf zijn dat maakt heb bij jou zijn soms niet fijn Wat ik doe en hoe ik ben zal altijd het tegenover gestelde blijven van jou Maar mamma het belangrijkste blijft dat ik van je hou.
Ik kan het zelf zegt ze eigenwijs en met haar neusje in de wind dribbelt m,n groete kind de kamer uit en het toilet in om haar plasje te doen daar voor krijgt ze van mammie een dikke zoen de zon schijnt ,de radio speelt maar ,t is mijn kleine meid die de show steeld.
,t is zeven uur,ik moet eruit en met mijn ogen nog half dicht zie ik naast me op jou kussentje jou slaperig gezicht Je bril af en je tanden uit je haren dwaas recht op zo lig je daar nog onbewust en ik denk: wat een kop! Dan moeizaam zittend op de rand zie ik mijn eigen spiegelbeeld dat is toch niet om aan te zien! dat jou dat niet verveeld Mijn haren als een vogelnest de mond half tandenloos en niet te spreken van de rest een uitgebloeide roos Maar zijn we straks weer aangekleed met alles op en aan dan valt de toestand wel weer mee dan zal,t met ons wel gaan en als het dan weer avond word we ons in bed verschuilen dan fluisteren we elkaar in,t oor Ik wil je voor geen jonkie ruilen hoor
Lieve libel met je vleugels zo teer glanzend als parlemoer al menig keer zag ik je zweven boven een mooi meer deze zomer,fijn en licht als een veer! ,K ben een maand terug in mijn flat alweer en in de stad heb je geen libellen meer Maar wat een verassing hoog boven het verkeer streek jij daar net op mijn bvalkonhek neer Ik voelde me even op vakantie weer Ik genoot van je en ik dank je zeer.
Mijn meisje van wie ik zoveel hou Jij bij je vader en ik voel de kou een lang weekend waarin ik je mis Alleen in ons huis, alleen aan de dis Als je weer thuis komt,zo lief,zo gewoon Vergeet ik de pijn,dat het zo moet zijn ooit schreef je een briefje zes jaar oud En meer dan ooit besefte ik hoe veel ik van je houd Ik weet ,t lieve meid dit blijft voor altijd ooit vinden we nog ons geluk en dit kan in ieder geval niet meer stuk!
Ik hoef je niet uit te leggen wat ik bedoel. Zonder iets te zeggen weet je wat ik voel Ik kan je bellen s,nachts en overdag Alles kan ik je vertellen met een traan of een lach Je hebt me gesteund in goede en slechte tijden Ik heb tegen je aan geleund toen ik zo moest strijden Nancy dit moet je weten Ik hou van je heel veel Je bent een stukje van mijn leven een stukje van mijn deel. Mamma
Als een klein meisje vrolijk en blij zie ik je op je paardje in de wei tussen de lentebloemen en de bijtjes die zoemen Je lange blonde haar in de wind jij ontzettend gelukkig kind! Dat je hier bent geboren oorlog jou niet komt verstoren jouw bordje dagelijks is gevuld je niet in lorren bent gehuld Ik hoop je een ding mee te geven: eerbied voor het leven.
Ik ben in het hersttij van mijn leven bewoon onbezorgd alleen een flat maar als het daglicht is verdwenen klamp ik me vast aan zijn portret.
Hij kijkt naar mij met vriendelijke ogen alsof hij wil zeggen: ik hou de wacht en als je huilt zal ik je tranen drogen geef je maar rustig over aan de nacht
Het beeld van hem is aan het vervagen mijn flat is nu een groot donker huis en ik dreumes,bang vol onbehagev die,, pappa ,, roept maar er is niemand thuis.
Als in een droom zie ik het strand langs de eindeloze zee in het zand en dubbelspoor ,het spoor van mijn leven en de voetstappen van de heer die in steeds wisselende situarties dicht bij me is
Tot het begin van die donkere tijd toen mijn wereld scheen in te storten toen bleef er slechts een spoor over
Heer waar was u? toen ik u zo nodig had? waarom liet u mij in de steek?
Kijk eens goed die voetstappen zijn de jouwe niet in de moeilijke tijden was ik het die jou droeg.
Ik vond je zo leuk en lief ook al was je en hartedief Ik wilde jou hart stelen maar moest je met velen delen.
Met mooie ,leuke,slimme meiden mijn liefde begon eronder te lijden toen heb ik een grote stap gedaan en ben ik naar je toe gegaan.
We dronken thee en wijn het was leuk om samen te zijn ik heb je alles verteld de volgende dag heb je me gebeld
Je voede hetzelfde voor mij wat was ik verliefd en blij jij voelde het al zolang ook jij was te bang Wij horen bij elkaar al zoveel jaar nooit wil ik je kwijt nee van die stap heb ik geen spijt.
Niet altijd sta je er voor open als alles mis lijkt te lopen word er op je vermogen teveel beroep gedaan zonder tijd om er bij stil te staan als ook je reserves zijn opgebruikt dan is er toch weer een begin zoals ,t leven in de natuur ontluikt de kracht en moed van al dat nieuwe leven doet ook mij energie geven net als die jonge sprietjes straks weer zullen bloeien zal ook mijn levenslust groeien ik wil me met hun meten de lente welkom heten.