langs de weg.
langs de weg staat een boom,
kaal en kromgebogen.
alle vogels één voor één
zijn er uitgevlogen.
'mama, mama', smeekt het kind,
'hou op met me te wiegen.
ik wil klimmen in die boom
en als een vogel vliegen.
'jongen, jongen, doe het niet,
ik wil je niet verliezen
je zult daar in die boom
van de kou bevriezen'.
maar als je toch zo nodig wilt,
trek aan je warmste kleren :
een sjaal,een muts, een extra trui,
dan kan de kou niet deren.
daar zit de jongen in de boom:
een vogel zonder veren.
tot vliegen is hij niet in staat
door die vracht aan kleren.
droef kijkt hij zijn moeder aan
'mama, waarom liet je mij niet gaan?'
zijn moeder kust hem op de mond.
haar liefde houdt hem aan de grond.
25-05-2009 om 08:15
geschreven door henri 1955
|