Als je je in dit koude weer eens wil gaan verwarmen, stap dan eens binnen bij Theater Toone en geniet van een ouderwets gezellig poppenspel
Het marionettentheater vindt zijn oorsprong in de Spaanse periode, tijdens de heerschappij van Filips II, zoon van Karel V, die alle theaters liet sluiten uit vrees dat de publieke bijeenkomsten de vijandigheid van het volk nog zou versterken. Het was in de kelders van de Marollen, in alle clandestiniteit, dat de Brusselaars hun komediespelers vervingen door houten poppen, poechenelles, of polichinelles in Brussels Vloms. Het gespeelde repertoire liet de ongeletterde bevolking toe alsnog in een staat van opstandigheid te vertoeven.
De dynastie van de Toones vangt aan in 1830, met de komst van Antoine Genty, Toone I, die zich met zijn marionetten installeert in de Marollen. Ook al moest het theater meermaals verhuizen, toch breidde het publiek zich alsmaar uit en begon Toone gekend te worden, tot de dag waarop de gemeentelijke autoriteiten de zaal in de Sint-Theresiasteeg onbewoonbaar verklaarden en vernietigden. Ontredderd en ontmoedigd besluit Toone IV zijn verzameling marionetten volledig te verkopen. Gelukkig wordt er in 1931 een groep gevormd die zichzelf de Vrienden van de Marionet noemen en die het folkloristisch patrimonium overkopen en bijgevolg redden van de vergetelheid. De activiteiten worden terug opgenomen in een lokaal in de Christinestraat.
De cinema en televisie vervangen de educatieve en ontspanningsfunctie van het marionettentheater en herleiden het publiek tot zo goed als onbestaand. Niet bij machte om deze nieuwe massacultuur te beconcurreren, besluit een zieke en oude Toone VI in 1963 de deuren van het laatste traditionele marionettentheater in Brussel te sluiten.
Gelukkig blaast Toone VII het Toonetheater in 1966 weer nieuw leven in! Het poppentheater neemt zijn intrek in een huis uit 1696, aan het uiteinde van de Schuddeveldgang en de Sint-Petronillagang, twee steegjes die respectievelijk uitkomen in de Korte Beenhouwersstraat en de Grasmarktstraat. Het gebouw is dan zeer verouderd, maar het wordt opgekocht en gerenoveerd door de Stad Brussel in de loop van de jaren 70. Vandaag is het tegelijkertijd een typisch staminee, een confectieatelier voor poppen, een biblio- en videotheek en een marionettenmuseum waar de gepensioneerden van het podium hangen te bundelen. In 1997 wordt de klassering van het huis en de dubbele bogengang van het steegje eindelijk werkelijkheid
|