[
] Ook na de overhitte zomer 2003 in onze noordelijke contreien zijn er nog heel wat mensen die de warme en zelfs kurkdroge sfeer uit het zuiden in gedichten bezingen. Wij leggen hier wel de nadruk op het woord kurkdroog, want toevallig spreken 2 deelnemende dichters in hun teksten over de kurkeik, een sierlijke mediterrane boomsoort die vooral voorkomt in Portugal, Spanje, Algerije, Italië en Frankrijk. Uit de bast van de kurkeik maakt de mens al sinds eeuwen de kurken waarmee hij flessen wijn afsluit. Maar de inzenders van onze wedstrijd hebben het in hun gedichten niet over het degusteren van wijn, integendeel, zij hebben het over majestueuze mediterrane landschappen waarin sporen teruggevonden worden van het roemrijke verleden. In de Oudheid en Middeleeuwen was het centrum van de westerse beschaving immers gesitueerd rond de Middellandse Zee. Koene zeevaarders uit Portugal en Spanje voeren naar alle windstreken om hun dromen en werkelijkheden uit de dragen naar heel de wereld. [
] Onder de inzendingen vond de jury ook 3 eerder korte gedichten die niet alleen opvielen door een perfecte balans naar vorm en inhoud, maar vooral ook door de volgehouden concentratie. In deze gedichten spreekt iemand voorzichtig en bedachtzaam over een droog lijkend land dat enige regels verder vruchtbaarder is dan (het) noorden[´] [Indien men juist geciteerd zou hebben, had er vruchtbaarder dan noorden moeten gestaan hebben.]. Warme, zondoorbakken tinten kenmerken het (duidelijk) zuiderse landschap: zonnebloemgeel en strobruin. Hier en daar doemen bijna symbolisch voorwerpen en objecten op: karre[n]wielen, spaden, wegwijzers, deuren waarin namen van verbannen inwoners gekrast zijn, gebochelde boerderijen
Het woord vruchtbaar komt enige malen voor, ook wordt verwezen naar de rijkdom van zwangere schuren. Toch lijkt dit land ondergedompeld in een sfeer van verlatenheid en verdoemenis: kurkeiken zijn ontmand, het geloof lijkt verloren. Iemand is bezig wegwijzers te verbergen en vreemdelingen schijnen de algehele rust en de bijna doodse stilte te verstoren. De namen op de deuren zijn een zwijgende openbaring [/] van een verleden [/] dat niet vergeten [/] mag worden. Dames en Heren, de naam van dit geheimzinnige, intrigerende landschap wordt in deze gedichten niet genoemd. Toch vermoedt de Jury dat de Halse dichter Rik Wouters het in zijn cyclus met de mooie titel Stilte spreekt sluimerend heeft over zijn geliefde Catalonië, waarvan hij de geschiedenis en de geografie door en door kent. De Jury besliste ook deze cyclus van 3 gedichten te belonen met een prijs van 125 Euro. [
]
Verschenen in: DDAA. Poëzie aan de Zenne. Vierde poëzieprijs van de Stad Halle laureaten 2003. Stad Halle, Halle; 2003.
NN
|