Reizigers
Inhoud blog

  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Zoeken in blog


    Regelmatig onder weg
    21-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.deel 4 - Oost-Turkije

    Reizen is de ruimte breken en als een kind nooit uitgekeken raken op wat de wereld je biedt

    En dat ondervinden wij aan den lijve. Dagelijks bij onze aankomst, en tot vervelens toe, worden we overstelpt door kinderen die hun nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen. Steeds vallen dezelfde vragen: Hello, What’s your name? Where are you from? En daar blijft het dan bij want de rest kennen ze niet meer in het Engels. Tot daar is het dan ook draaglijk maar het erge is dat we ze nooit meer van de camper weg krijgen en ons een ganse avond bezig houden, lees ‘lastig vallen’. Geef ons dan maar liever de volwassenen die ons uitnodigen voor de thee.

    We zijn nu 15 dagen onderweg en we worden moe. Wim heeft daarbij een lichte griepaanval en geraakt niet vooruit vandaar dat we het vandaag wat rustiger aan gaan doen en het houden bij een stadsbezoek. Malatya is de eerste grote stad van het oosten en we kunnen onze nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ze telt ongeveer

    400 000 inwoners en is bijzonder druk. Maar ook weer hier zien we dat ze zich meer naar westers model gaan gedragen. Die wijziging is er natuurlijk niet van vandaag op morgen en dan krijgen we van die hectische toestanden zoals stootkarren die oud ijzer ophalen in straten met een zeer druk en toeterend autoverkeer. Daartussen rijden dan de talrijke toeterende motto’s(zeker overgewaaid uit Italië), de fietsers met fietsen in alle formaten om dan de rondrijdende fruitkarretjes niet te vergeten en de karren die door ezels voortgetrokken worden en vol zitten met mensen. Begin dan maar eens over te steken! In de uitstalramen zien we merkkledij naast Oosterse kledij en tientallen juwelierszaken. De jonge meisjes lopen met uitgesneden bloesjes en jeansbroeken maar daarnaast zien we dan weer de oudere conservatieve bevolking in hun typische klederdracht, vrouwen met de bourka aan en Koerdische mannen met hun traditionele losse broeken waarvan het kruis tot onder hun knieën hangt. Bij de apotheker een reuzenreclame over jawel, Viagra. De schoolkinderen trekken huiswaarts na hun laatste schooldag; diegenen die in de lagere school zitten allen in een felblauw schortje met wit kraagje en de groteren in een witte hemsbloes met een plooirok en een debardeur; ze zouden het eens koud kunnen hebben! De boekentas is hier nog niet uitgevonden. Ofwel dragen ze hun schriften onder de arm ofwel in de alom tegenwoordige plastic zak. De mannen wandelen arm in arm en bij een ontmoeting bieden ze beiden hun twee wangen aan. We hebben een ontmoeting met een Koerd en die begint me daar Wim te overbidden zonder einde. Nu komt hij zeker zonder problemen in het rijk der hemelen.Dat de stad gekend is voor zijn abrikozen kan je niet ontgaan. Talrijke kraampjes met actieve verkopers houden je al van kilometers ver staande om hun gedroogde abrikozen in alle formaten aan de man te brengen en dit voor een spotprijs: ongeveer €1,30 per kg. Qua temperatuur was het niet te doen. Reeds van ’s ochtends vroeg wees de thermometer 27° aan en het was windstil, vandaar waarschijnlijk die lichte en westerse kledij. En tot slot: zoals overal hun vlag en een afbeelding van Ataturk. Dat is duidelijk hun bevrijder geweest en ze vergeten dat niet.
    Even buiten de stad dan weer die schitterende natuur met talrijke schaapskudden. De schaapsherder staat aan de straatkant zijn dieren tegen te houden om over te steken zoals ik voorheen op het college deed. Het verschil is wel dat die dieren veel gedweeër zijn dan de leerlingen die blijkbaar allen tegelijk de schoolpoort willen verlaten. Op het land alweer de vrouwen, steeds gehurkt en dik gekleed. Een hark met lange steel kennen ze hier nog niet. Vermoedelijk hebben de vrouwen hier een betere rug dan wij in het Belgenlandje.

    Alweer door berg en dal op weg naar een volgende bestemming: Nemrut Dagi, één van de bekendste en meest bezochte plaatsen ten oosten van Ankara en een absoluut hoogtepunt van een bezoek aan Oost-Turkije. Het uitgestrekt grafmonument werd gebouwd voor een koning die last had van grootheidswaanzin. Onder een ongeschonden kunstmatige tumulus rust koning Antiochus I. Om dichter bij de goden te zijn werd hij 2000 jaar geleden begraven op een hoogte van 2 150 meter. Hij wist zijn plekje wel te kiezen met een weids uitzicht naar alle kanten. De rit er naartoe is niet voor een gewone autobestuurder weggelegd vandaar dat we inschreven bij een organisatie. De tocht tot op de top duurt ongeveer twee uur en is op zijn minst spectaculair te noemen. Beginnend hebben we nog een pad die naam waardig maar hoe hoger we zijn, hoe slechter wordt de baan. Waar het begon met asfalt gaat het stilaan over in iets dat ooit asfalt geweest is om dan plots over te gaan op kasseien. Dit houdt in dat we van begin tot einde door elkaar zijn geschud zodat we bijna zouden binnenste buiten keren. Daarbij komt dat de baan in zeer slechte staat is en uitgenomen smal en bochtig. Auto’s kruisen moet niet aan gedacht worden. De afgrond is zo indrukwekkend dat het koud zweet uitbreekt van schrik en daarbij is de helling zo steil dat ons busje in eerste versnelling en tegen 15 km/uur naar boven kroop. Om bij het afdalen geen te hoge vaart te nemen heeft men in de kasseien op regelmatige afstand een soort verkeersdrempel gebouwd. Dat vertraagt de snelheid van afdalen maar neemt niet weg dat wij voortdurend van onze stoel schuiven. Het grote voordeel bij dat traag naar boven kruipen is dat we ruimschoots de tijd hebben om van het monumentale landschap te genieten. De goudgele kleuren wisselden mooi af met het turkooize water van de Eufraat. Op die rivier is de Atatürkdam gebouwd en het water meandert naar alle zijden; prachtig zicht. Op de top zien we koning Antiochus tussen grote koningen en goden afgebeeld. Vijf godinnen zitten met hun gelaat naar de zon gekeerd. Het heiligdom is weliswaar geteisterd door aardbevingen waardoor de hoofden van Griekse en Perzische goden van de oorspronkelijk negen meter hoge beelden tegen de heuvel liggen. Toch blijft het geheel een bezoek meer dan waard. Op die hoogte bleven we wachten op de zonsondergang die eveneens onvergetelijke plaatjes opleverde. We zullen weten waarvan dromen vannacht!

    Nu op naar Mesopotamië, het gebied tussen Tigris en Eufraat en we naderen stilaan de plaatsen die in de Bijbel vermeld staan. Eerst uiteraard nog een stop aan de Atatürkstuwdam die grote veranderingen in de hele omgeving teweegbracht. Hij zorgt niet alleen voor elektriciteit maar dank zij deze dam wordt nu ook de hele Mesopotamische vlakte bevloeid. Met zijn lengte van bijna 2 km en zijn hoogte van 200 meter is hij de vijfde dam ter wereld. Vooraleer we hem mochten bezichtigen moesten we eerst een reispas afgeven die na het bezoek werd terugbezorgd en van filmen was er geen sprake. Beveiliging boven alles!
    Voor de nacht plaatsen we ons aan een tankstation. We zitten hier heel dicht bij de Syrische grens en naderen zowat het risicogebied. De jendarma raadt ons aan steeds op een hoofdader te parkeren en dat doen we dan ook heel gedwee. Met open armen worden we aan dat tankstation ontvangen. Men geeft ons een staanplaats in de schaduw hetgeen meer dan nodig is. De thermometer wijst 39 graden aan en dat is een temperatuur waarin ik voor niet veel goed ben! In de loop van de avond biedt men ons een thee aan en wat later komt men met warm brood voor de dag. We danken zeer hartelijk en belonen hen met onze laatste Belgische chocolade. Een poging tot gesprek eindigt in gebarentaal. Ze kennen immers alleen Turks of Koerdisch en die talen zijn wij niet machtig. Toch hadden we een leuke ontmoeting.

    Vandaag begint dan echt de ontdekking van het gebied waarvan er zoveel in de Bijbel beschreven staat. De stad Urfa, aan de noordrand van Mesopotamië, is al sinds mensenheugenis een gelovige stad. De aartsvader Abraham zou er reeds opgetreden zijn tegen afgodsbeelden. Omdat de islamieten het Oude Testament herkennen, is Abraham ook voor hen een heilige man en vinden we er regelmatig sporen van terug. De stad is echter broeierig heet. ’s Ochtends reeds 32 graden en dat bleef stijgen tot 40°.Daarom zochten wij wat verkoeling in de tuinen van Gölbasi: prachtige tuinen met goudgele stenen gebouwen, Oosterse bogen en vijvers vol vis. Een bron waar een onvermoeibare reiziger Abraham op weg naar Kanaän zijn dorst leste, borrelt op te midden van een vijver vol karpers. Dat water wordt door bedevaarders gedronken om een genezing af te dwingen. In die grote hitte hebben we dan ook de klim gewaagd naar de vesting van de kruisvaarders die boven de stad uittorent.
    Maar de profeet zijn verhaal is nog niet af en we bezochten Harran, het dorp waar hij geleefd heeft. Het is één van de oudste Mesopotamische steden. De vorm van de huizen doet denken aan een bijenkorf Al de huizen daar hebben inderdaad die vorm en zijn opgetrokken uit de leem van Mesopotamië, hout is hier immers niet voorradig. Om daar te geraken was het echter een kruisweg. Daar waar we dachten dat de Turkse wegen in het westen slecht zijn, moeten we onze mening herzien. Ze zijn inderdaad niet goed maar vergeleken met hetgeen we vandaag meemaakten zijn het autostrades. Vijftig kilometer lang hebben we putten moeten trotseren die men maar net op het laatste te zien krijgt en er tussen slalommen was de boodschap. De gedichte putten waren heuvels en het stof vloog langs alle mogelijke kieren binnen. Vermoedelijk is het van de tijd van onze profeet geleden dat er nog iets aan de baan gebeurd is. Daarbij reden we nog wat te ver en kwamen we aan de Syrische grens uit. Dan maar terug op onze stappen om onze bestemming te bereiken;

    Na dit bezoek reden we door in de richting van Mardin en van de ganse weg hebben we geen goed stuk baan gehad. Je moet het meemaken om het te kunnen inbeelden. De tafel schokte van de muur, alles wat enigszins losstond moest ik met beide handen tegenhouden of tussen mijn benen blokkeren; een echt potsierlijk zicht maar we hadden geen keuze. Daarbij bleef de temperatuur maar stijgen. Mesopotamië is één grote zinderende vlakte, geen boom te bespeuren en dorpen evenmin. Alleen maar graanvelden zo ver men zien kan. Op vele plekken was het graan al geoogst en was men die velden aan het afbranden. Dat graan werd met overvolle vrachtwagens weggevoerd en vooraan op elk voertuig een bede voor Allah: Allah Korusum. Het was beangstigend om er achter te rijden ,en toch zaten er dan nog vrouwen bovenop die stapels rustig te kwebbelen. Aan de kleur van de uitlaatgassen kan men zien wat ze tanken: indien het gewone diesel is verschijnt er een zwarte rook en met Eurodiesel zijn de uitlaatgassen normaal. Voor ons dus gemakkelijk om te beslissen waarmee we rijden! Daartussen duizenden schapen en Angorageiten, in grote kudden samen met schapenhoeders in dezelfde kleur gekleed dan die van die hete vlakte. Hun geelbruine kledij was niet te zien in het landschap met diezelfde gouden tinten. En regelmatig verschijning van de politie; die is hier duidelijk in het straatbeeld aanwezig. Wat waren we blij wanneer we iets voor onze volgende bestemming een overnachtingsplaats hadden bij een tankstation.

    Onze volgende bestemmin, Mardin, beschikt over twee uitzonderlijke troeven; goed bewaarde islamitische gebouwen en een uitzonderlijke ligging. De stad ligt op de uitlopers van het Taurusgebergte, hoog verheven op een rots. Aan haar voeten de schijnbaar eindeloze Mesopotamische gouden vlakte. De stad doet oosters aan en heeft een wirwar van straatjes waar de politie niet uit het stadsbeeld weg te denken is. Alweer tientallen juwelenzaken en schoolkinderen die ons fier hun rapport kwamen tonen, de één glunderde al meer dan de andere. Zouden de punten er voor iets tussen zitten?
    Tijdens het vervolg van de route kwamen we dan de gevreesde politiecontroles tegen. Verscholen tussen opeengestapelde zandzakjes of camouflagehutjes met schietgaten erin en omgeven door prikkeldraad zitten ze daar schietensklaar met de mitraillette in de hand. Wim, die zo graag eens zou tegengehouden worden, heeft geen geluk. Wanneer ze merken dat we Belgen zijn, lachen ze vriendelijk en mogen we zo door.
    Iets verder naar het oosten bezoeken we een juweeltje van een klooster, het klooster van Mar Gabriël, de bisschop-stichter van het klooster. Het is gans omringd door een dikke muur om de plaatselijke christelijke gemeenschap tegen vijandelijkheden te beschermen en wordt nog steeds beheerd door een bisschop. We bellen aan en vragen een rondleiding. Die werd perfect gedaan en Engels gecommentarieerd. Zo vernamen we ook dat zij hier jaarlijks een veertigtal studenten de kans geven om te studeren en dat er twee inwonende gezinnen zijn.Het is om jaloers op te zijn wanneer we zien hoe riant dat hier gelegen is en hoe verzorgd de gebouwen zijn.Omdat de ligging zo schitterend is besluiten we om de nacht hier door te brengen. Na negentien uur komt iedereen daar plots te voorschijn, zowel jongeren als de gezinnen, de zusters en zelfs de bisschop. Blijkbaar heeft iedereen dan buiten een taak te vervullen. Wij varen er goed bij want van het geoogste komt men ons een deel brengen. Zo hebben we weer onze groenten voor morgen. Nu moeten jullie niet denken dat we gaan intreden, neen hoor,we willen gewoon genieten van een zonsondergang die het ganse gebergte in een vuurgloed zet. Een lieftallige inwonende zorgt dat we vijfsterren douches ter beschikking hebben en zit WC’s. Dat is lang geleden en we genieten ervan.

    Onze reisdag meer naar het oosten en in het gebied van de Tigris zit er op. Het was weer snikheet; de thermometer stond voortdurend rond de 40 graden en er was niet in buiten te komen. Gelukkig konden we van de airco in de stuurcabine genieten of we zouden ter plekke smelten. Wat trachten we naar wat koelte! Tijdens onze trip alweer die gouden velden met rijpe granen. Overal is men aan het oogsten: de minder bedeelden doen het met een sikkel en de rijkere klasse huurt een gesofistikeerde machine. De percelen worden afgebakend met stenen mannetjes. Dorpjes zijn sporadisch. Alleen enkele lemen krotten en natuurlijk een moskee met minaret. Kinderen met een stootkar moeten het vuil ophalen dat overal rondslingert. En ze zullen werk hebben want Turkije is vuil. Op gebied van respect voor de natuur is hier nog werk aan de winkel.
    In een grote stad is het een echte heksenketel en er is bijna niet door te komen. De auto’s dubbel geparkeerd en daarnaast, op een stoeltje, de bevolking in het midden van de straat. Blijkbaar was dat het enige plekje schaduw. Zo hebben we vandaag, alweer op slechte wegen, ongeveer driehonderd kilometer afgelegd. Blij dat we er zijn en kunnen rusten voor de dag van morgen. Als dat tenminste lukt want het is nog steeds 33 graden in de camper. Dat wordt nachtelijk zweten.

    Tot een volgend schrijven

    Güle Güle



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!