Intussen zijn we een week verder. Waar we vorig jaar op cultureel vlak de toeristische toppers aangedaan hebben, kozen we deze keer voor de start van onze trip voor minder gekende gebieden en dat heeft ook zijn charme. We zijn in een dorp nog niet tot stilstand gekomen of de vrouwen en kinderen zijn er al: çai, çai thee! Per GSM, want dat hebben ze ook al leven ze in de grootste armoede, wordt de rest van het dorp verwittigd dat er toeristen zijn gearriveerd en de processie start. Eén per één of in groep komen ze langs en worden we van kop tot teen uitgekleed. Steeds moeten we mee naar hun schamele woonst. Aan de voordeur wordt ons iets aangeboden om te zitten want dat moeten we doen. Laatst kregen we een stoel onder de poep geschoven waar niet eens een zitting op was. Alleen enkele geroeste metalen steunen en daarmee moesten we het doen, maar leuk was het want ze zijn zo trots dat ze ons kunnen ontvangen. In plaats van thee komt er soms een glas gevuld met ayan. Het is een plaatselijke drank bestaande uit Yoghurt, water en zout. Het kan best verfrissend zijn en lekker maar ik krijg het niet binnen. Uit beleefdheid dan maar wat nippen en teken doen dat ik geen dorst heb.We moeten toch wat wellevend blijven, niet! Het vervolg kunnen jullie wel raden. In gebaren, en daar zijn we sterk in, trachten we tot een gesprek te komen. Een verborgen camera zou schitterende beelden schieten. Het afscheid nadert en dan volgen de giften: uien, sla, fruit
volgens hun bezit. Met lege handen mogen we nooit verder. Enkele dagen terug zochten we een familie op waar we vorig jaar ook uitgenodigd waren. Zoals gewoonlijk waren we daar gastvrij ontvangen en werd er gefotografeerd. Thuis had ik de fotos van de mensen laten ontwikkelen en we zijn ze nu gaan overhandigen. Wat waren die gelukkig. Als gekken vlogen ze me om de nek om te bedanken! Hadden we gewild we konden er blijven overnachten en eten maar ja, zo kunnen we ons programma nooit afgewerkt krijgen.
Het leven op het platteland is zo anders dan in de stad en wat ben ik blij dat ik in het juiste land geboren ben. Geloof me vrij, de vrouwen worden hier niet gespaard. s Ochtends worden ze met de tractor naar de akkers gevoerd. Gekleed in hun typische pofbroeken en het hoofd steeds bedekt MOGEN ze daar een ganse dag werken; hetzij in de rijstvelden, hetzij onkruid wieden, hakken of oogsten. Alles op het veld is voor hen voorbehouden. Wanneer ze dan s avonds thuis komen kunnen ze daar beginnen aan de huiselijke taken en voor de kinderen zorgen. Naar de waterkraan gaan in het dorp is ook voor hen weggelegd want drinkwater is er vaak niet voorradig in hun woonst. Intussen zitten de mannen als machos uren lang op het dorpsplein met een sigaret in de hand. Op een terrasje met een thee blijven ze maar heen en weer praten over ditjes en datjes. Wat een leven hebben die heren!!!
In de steden ziet het leven er gans anders uit. Daar lopen de mannen rond, mooi uitgedost of in hun typische klederdracht, al naar gelang hun job. Tijdens de middagpauze zien we lange rijen wachtende aan de bankautomaten en de kebabs zijn ook in trek. De schoolgaande jeugd trekt in hun verzorgd uniform huiswaarts om na de middag nog enkele uren terug te keren naar die vertrouwde schoolbanken. De rust van een dorp is er ver te zoeken.
De huizen zijn heel verschillend; sommigen zijn uit steen opgetrokken, anderen uit hout en bij nog anderen zagen we dat de muren bestaan uit een houten geraamte opgevuld met klei. Soms vragen we ons af hoe het mogelijk is om netjes en verzorgd gekleed naar buiten te komen wanneer men ziet uit welke woonst ze komen. Een en al rommel rond het huis, het waterkraantje(als er eentje is) buiten, elektriciteitsdraden slingeren overal rond. Kortsluiting, wat is dat! De zaken die stuk zijn blijven daar maar rotten en de plastiekverpakkingen zouden ze hier moeten verbieden. Overal liggen of vliegen ze rond. Vaak zijn de woningen krotten die bij ons gedoemd zijn tot slopen maar de mensen hier weten van niet beter.
Qua landschap zien we dagelijks wat anders, altijd even mooi en indrukwekkend. Glooiende heuvels met wiegende halmen, rijpe graanvelden, velden vol papavers om opium uit te halen(zogezegd voor medische doeleinden), paars gekleurde velden en bloemen in allerhande kleuren. Duizenden fruitbomen; perzikbomen, kerselaars met donkerrode kersen eraan, abrikozenbomen, pruimelaars en noem; maar op we vinden ze hier allemaal. De machtige bergen tekenen zich af tegen de horizon, steeds gehuld in een wazige nevel maar o, zo mooi. Velden vol met uien, paprikas, aardbeien en bonen. Sinds een week flirten we met een hoogte van ongeveer 1000 meter. We doorkruisen immers de Anatolische hoogvlakte die dit jaar geen warmte te koop aanbiedt.
Op gebied van wegenaanleg wordt er goed geïnvesteerd. Overal is men doende met het aanleggen van nieuwe banen. Maar dat is zeker geen verspilling, we hebben het al aanden lijve ondervonden. Het onderhoud van een groot wegenpark brengt ook mee dat er soms zwaar beschadigde stroken voorkomen waar ons materiaal het te verduren krijgt.Het is maar te hopen dat ons rijdend huisje het vol houdt bij het verwerken van al de kuilen in het wegdek.
Verder is het een land waar je overal bevoorrading vindt, tot in de kleinste dorpjes. De talrijke marktjes kan je gewoon niet links laten liggen. Alles is er mooi verzorgd uitgestald. De overvloed aan fruit en groenten is zo groot en de prijzen zo laag dat men zou blijven kopen. Zo hadden wij voor 3: 1 kg kersen, 1 kg aardbeien, 1 kg tomaten, komkommer en een paprika. Waar vinden we dat bij ons. De keerzijde van de medaille is wel dat de brandstof vrij prijzig is en het bedrag dat buiten aan het tankstation aangegeven staat klopt nooit met het bedrag op de pomp. Steeds staat men voor een verrassing.
Hopelijk hebben jullie nu ook een indruk van een land waar grote delen nog vijftig jaar achterop zijn. Maar één ding is zeker; bij ons Belgen moet er nog een ganse generatie overgaan om de gastvrijheid te hebben die wij dagelijks ervaren en die de mensen hier mooi maken.
Tot een volgend schrijven.
|