Reizigers
Inhoud blog

  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Zoeken in blog


    Regelmatig onder weg
    05-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    EPILOOG

     

    Het is voor de tweede maal dat we Turkije bereisd hebben en we kunnen er ons nu een goed beeld over vormen. Graag wil ik dat met jullie delen.

     

    Turkije is een groot land tussen Europa en het Midden Oosten met een oppervlakte van 81O OOO km². Slechts een klein deel ervan nl. Tracië  hoort tot het Europese continent maar het overgrote deel behoort tot Azië. De stad Istanbul ligt op de scheidingslijn tussen die twee werelddelen. Als grenzen kent het land de Zwarte Zee, Griekenland, Bulgarije, Georgië, Armenië, Azerbeidjaan, Iran, Irak en Syrië.
    Wie over Turkije droomt , denkt automatisch aan de waterpijp, bazaars vol tapijten en exotische geuren opgefleurd met schitterend koper en juwelen, een prachtige kust met helderblauw water en noem maar op. Maar er is zoveel meer. Zo hebben we er de tegenstellingen tussen oud en nieuw die er eveneens voor zorgen dat het land zo fascinerend is en de talrijke opgravingen hebben een culturele waarde. Het land heeft prachtige bergketens die het dun bevolkte Anatolische Hoogland omsluiten, de stroomgebieden van de Tigris en de Eufraat waar niet kan naast gekeken worden. Er zijn uitgestrekte ongerepte gebieden met een zeer rijke flora. Vergeten we de wetlands niet, de bossen en de steppen met enorm veel bloeiende plantensoorten. Het vulkanische Cappadocië mag aan de opsomming zeker niet ontbreken. Foto’s kunnen de betovering hiervan bijlange niet weergeven. Hier is door miljoenen jaren lange erosie het landschap in fantastische sprookjesachtige formaties uitgesleten. Moskeeën en hun minaretten zijn niet uit het landschap weg te denken. Kortom: het is een land dat je zeker moet bezoeken en dan merk je dat alle lof die dit land toegezwaaid krijgt ook met de werkelijkheid strookt. Je ontdekt er juweeltjes die verbazingwekkend zijn en hoe meer je afwijkt van de platgetreden paden, hoe meer je ervan gaat houden. Turkije is onuitputtelijk!!!

     

    Een van de belangrijkste kenmerken van dit land is de uitgesproken en welgemeende vriendelijkheid en gastvrijheid van zijn bewoners. Respect voor de medemens staat bovenaan de lijst en het is soms beschamend te ondervinden hoe gemoedelijk en attent je er ontvangen wordt. Zelfs de taal vormt geen barrière. Ze pogen je met hand en tand bij te staan en bij te brengen wat ze bedoelen. Achter hun soms heldhaftige houding schuilen schatten van vriendelijkheid. Wij westerlingen hebben nog een lange weg te gaan!!!

     

    Enkele minpunten hebben we tijdens onze reis kunnen ervaren en één daarvan is hun slordig omgaan met de natuur.  Het land is één grote vuilnisbelt waar arme stakkers zoeken naar iets bruikbaars. Plastic vinden we het ganse land door; wat ze niet kunnen gebruiken gooien ze weg, vuilnisbakken worden soms niet geledigd en daar rond is het walgelijk om te zien wat er rondslingert. Op dit vlak is er nog een grote weg af te leggen en kunnen zij misschien van ons iets leren.

    Een tweede minpunt is de staat van de wegen. Dit laat  op verschillend plaatsen veel te wensen over. Hoe meer oostwaarts hoe penibeler het wegdek. Maar dat hebben ze blijkbaar zelf ingezien en ik denk niet dat er één gebied is waar ze niet met wegeniswerken doende zijn. Om er momenteel over te rijden is het op z’n minst gezegd ondoenbaar maar binnen een X aantal jaren zal er een grote verbetering te merken zijn.

    Roken als een Turk! Dit is een gezegde dat niet uit de duim gezogen is. Wij hebben er ons echt aan gestoord te weten dat de bevolking al zo arm is en dat het ongezond is. Toch blijft men er mee doorgaan. Zelfs op heel jonge leeftijd is men er soms al verslaafd aan. Dar moet zeker aan gewerkt worden!

     

    Maar laat dit ons algemeen beeld over Turkije niet vervormen. Je moet het land gezien en beleefd hebben. Dank zij onze zwerfwagen hadden we heel veel aangename contacten die zeker niet te verwaarlozen zijn. Zulke reis is op alle vlakken een verrijking; gewoonweg DOEN.

     

    Reizen is de einders zien verweiden om weer thuis vermetel te verklaren

    Dat niets …. Vlaanderen kan evenaren!!!

    05-07-2006, 09:47 geschreven door Bernadette en Wim

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Reizen is genieten van alle dingen, hoe klein of hoe groot ze ook zijn

     

    Na een pikdonkere nacht wakker geworden in een droomwereld. Yusufeli hadden we gisteren niet meer gehaald en staat dus vandaag op het programma. Met de moed der wanhoop proberen we uit de benarde situatie van gisteren te geraken om zonder kleerscheuren terug op onze weg te komen. Alles lukt ons perfect. Het pad, dat gisteren nog vrij breed was wordt smaller om smaller. We bevinden ons aan de oostkant van het Kaçkargebergte en hadden niet gedacht dat het zo imposant was. Volgens de kaart moeten we de loop van een kolkende rivier volgen en alles verloopt volgens plan. Op de bergen geraken we niet uitgekeken. We zijn hier in een gebied met verschillende toppen die rond de vierduizend meter reiken en dat ondervinden we. Steile, ruwe rotsen naast een smal pad in een nauw V-dal. Prachtig van kleuren maar angstaanjagend. Geen honderd meter recht, alweer die diepe kuilen die we pas te zien krijgen wanneer we er voor staan. Op verschillende plaatsen zijn steenlawines of modderlawines naar beneden gekomen zodat we er nog amper met de camper door geraken. Heel indrukwekkend. Tegen die loodrechte flanken zijn huisjes gebouwd, of liever gezegd hangen huisjes aan, die naam niet waardig; Voor geen geld zouden ze me erin krijgen en toch zijn ze bewoond; door wie en voor hoe lang nog? De ganse weg genieten we van die indrukwekkende kleurrijke rotsmassa’s en daar komt het plaatje tevoorschijn waar we op wachten: Yusufeli! Een prachtig bergdorp in het dal van de woest kolkende Coruh Nehri. Van verschillende zijden hadden we reeds gehoord dat het een must was maar aan zulk een paradijs voor natuurliefhebbers hadden we ons niet verwacht. Voor fotografie zijn de omstandigheden fantastisch en ik schiet er dan ook op los. Eens thuis zal ik weer heel wat werk hebben om al die foto’s te catalogeren of te bewerken. Maar zo beleef ik de reis nog een tweede maal.
    Na het aankopen van een fles propaangas gebruiken we de namiddag om al wandelend van de omgeving te genieten. Her en der liggen op de daken van de huisjes abrikozen te drogen. Een lief vrouwtje komt net terug van de oogst en is gelukkig dat ze er ons een ganse zak kan van schenken. Toch wel lieve mensen hier! Wim filmt het ganse gebeuren en maakt alweer een fout. Hij denkt haar plezier te doen met het tonen van de gefilmde beelden maar niets is minder waar. Ze mag blijkbaar niet zo dicht bij een man komen en bekijkt heel schuchter de beelden van op afstand nadat ze haar beide mouwen zedig naar beneden getrokken heeft. Na twee uur lopen bij 26° is onze voorraad water erdoor. We zijn verplicht terug te keren en doen zo snel we kunnen een terrasje aan. Wim kiest voor een halve liter bier terwijl ik zo maar even drie glazen kersensap binnengiet. Wat smaakte dat. ’s Avonds krijgen we regelmatig bezoek van de plaatselijke bevolking die tracht een gesprek aan te knopen. Maar dit is steeds van korte duur om de wel gekende reden. Ons aperitief nuttigen we aan de camper waar een stevige wind voor de nodige afkoeling zorgt. Hopelijk blijft hij goed waaien zodat we eens zonder zweten de nacht kunnen doorbrengen.

     

    BLOED, ZWEET EN TRANEN dat zijn de kernwoorden na de koninginnerit van vandaag!
    Na overleg met de mannen van het dorp en na de kaart nog eens grondig bestudeerd te hebben, kiezen we toch voor een geel baantje, een tweederangs baantje dus, dat ons naar Ispir leidt. Het zou geasfalteerd zijn maar wel in minder goede staat, we zien wel. Gisteren hadden we er reeds een deel van gelopen en op enkele stukken na viel het nogal mee. Vol goede moed starten we om die 76 km door te bijten maar wat blijkt nu! In een ongekende schoonheid waarvan we jammer genoeg niet voldoende van kunnen genieten, het landschap deed denken aan Bryce Canyon in de States met zijn ongelooflijke kleurschakeringen en de daarbij horende erosie, hebben wij een ganse voormiddag nodig gehad om in het volgende stadje te geraken. Het baantje begon zoals gezegd met asfalt maar al vlug bleek dat dit niet zou blijven duren. De ondergrond werd steeds maar slechter en op menige plaatsen moesten we op grint rijden. Voornamelijk in de dorpen was er bijna niet doorheen te komen. De weg had vaak amper de breedte van onze camper met aan de ene zijde een afgrond met daaronder de kolkende rivier en aan de andere zijde fel uitstekende rotsen. Alsof dat nog niet genoeg was voorzag men op die plekken dan nog een haarspeldbocht ook. Ook moest men steeds aandachtig de boorden mijden want die waren op vele plaatsen instortend klaar. We slalomden regelmatig tussen grote stukken rotsblokken die her en der over de weg verspreid lagen, gevolg van regen van de vorige dagen. We reden door droge rivierbeddingen, moesten zelfs doorheen een rivier rijden tot we een afslag ‘Ispir’ zagen staan. Dan stonden we weer voor steenlawines waar we moesten trachten doorheen te komen ofwel moesten we zorgen dat we niet vastliepen in de modderstroom die over het ‘wegdek’ liep. Kortom; niet te doen! Tegen 17 km/uur vorderden we en in stilte hoopten we steeds geen tegenligger te ontmoeten. Gelukkig haalden we het zonder kleerscheuren.
    Even op adem komen en de kaart bestuderen voor het volgende traject. Alweer geen te beste keuze. We kiezen voor een grotere weg maar moesten wel een pas van 2 640 meter over. Alweer sprak men van asfalt maar later bleek dat het ooit asfalt geweest was. En wij maar verder slalommen en hotsen en botsen. De tafel vloog weer van de muur en die heb ik dan maar wijselijk vastgehouden tot we stopten. We reden volop door het hooggebergte. Mooi maar koud en niet te doen. Wim kreeg er in de late namiddag genoeg van en aan de Zwarte Zee, waar we intussen waren aangekomen, zochten we een overnachtingsplek. Een dorp inwandelen en zien waar we konden overnachten. Even een vraagje bij de eigenaar van een ‘otopark’ en alweer was het dadelijk in orde, we mogen er overnachten. Ne enkele minuten geklop op de deur. Hij had voor ons mooi de tafel gedekt en we moesten op de thee. Een half uur zaten we daar met landkaarten en woordenboeken. We waren zelfs al zover dat we verstonden dat hij voor ons eten besteld had. Weg mochten we dus niet! Krantenpapier werd bovengehaald om de tafel te dekken en daar brachten ze per fiets ons eten. Op het krantenpapier werd een stuk karton gelegd en dat was ons bord. We kregen een Turkse pizza die we met onze vingers moesten eten en daarbij 2 liter water. Het smaakte alhoewel het vet zo van tafel droop. Vriendelijk bedankt voor het onthaal en de flessen water kregen we mee naar de camper. Wat zal de nacht ons deugd doen.

     

    Tweede dag in het gebied van De Zwarte Zee en tweede dag regen. Dan hebben de reisgidsen toch gelijk. De natuur is hier veel groener dan elders in dit land en er wordt hier thee geteeld, we moeten niet ver zoeken om te weten hoe dat komt. Ook de bevolking is veel koeler en minder hartelijk dan in de rest van Turkije. We zullen zeker niet lang in dit landsgedeelte vertoeven.
    Van de uitbater van ons slaapplaats geen slecht woord. Na hetgeen ik gisteren van hem schreef heeft hij ons vanmorgen nog verrast door het stofzuigen en wassen van een camper die het meer dan nodig had. Als tegenprestatie hebben wij hem ons laatste Belgisch bier geschonken en zo te zien was hij geen moslim. Met een smile van zijn een oor naar zijn ander nam hij de flesjes aan.
    Trabzone ligt aan de Zwarte Zee en heeft als grote troef de Haghia Sophia. Deze gerestaureerde 13de-eeuwse Byzantijnse kerk bezit een van de mooiste fresco’s met taferelen uit het Oude Testament. Meer dan een bezoek waard. We kunnen er, na een maand onderweg te zijn, terug eens Nederlands praten. Een Turk, die lange jaren in Nederland gewoond en gewerkt had, sprak ons aan en heeft ons rondgeleid in het museum. Het was deugddoend.
    Van daar naar het Sumela-klooster. Daar hadden we ons veel van voorgesteld maar er waren daar zulke ingrijpende restauratiewerken gaande dat het wel een tegenvaller was. Dan maar verder. We kozen voor een bergbaan om over enkele dagen terug in Centraal-Anatolië uit te komen. Ze was deze keer in goede staat maar de lucht was dreigend. En inderdaad, eens goed en wel vertrokken, hebben we in dat hooggebergte een onweer mogen verwerken. Het water stroomde langs alle zijden naar beneden, een ganse modderstroom meevoerend. Op sommige plaatsen moest de politie het verkeer regelen en sommige mensen stonden troosteloos te kijken naar hun ondergelopen akkertje. In plaats van 26 graden hadden we er tien minder, tijd om iets warms aan te trekken. Nochtans dachten we terug van het lekker zonnetje te kunnen genieten nadat we de pas van 2 020 meter over waren maar niets was minder waar. Het bleef koel en we zullen vannacht eens een lekker frisse nacht hebben.

     

    Vandaag dan de bergketen over om hopelijk terug van beter weer te kunnen genieten maar alweer pech. Bij het staren verschijnen al dreigende wolken die de bergtoppen afsnijden. Toch kiezen we opnieuw voor een tweederangs baantje. Na inwinnen van informatie zou het in goede staat zijn.En het levert alweer prachtige prentjes op. Traag rijdend genieten we van die prentkaart. Halverwege die weg krijgen we plots andere koek te verwerken. Het pad wordt smaller om smaller en wat ooit asfalt was is nu nog slechts grint. De rit Van Yusufeli indachtig maken we rechtsomkeer want die ellende een tweed maal meemaken, dat nooit meer!!! Wij via dezelfde weg terug maar dan wel aan een hogere snelheid, we moeten zomaar eventjes 50 km terug rijden. Nadien kiezen we voor een geasfalteerde baan die toch al in iets betere staat is en we hebben er moed op. Maar hoe hoger we klimmen hoe dreigender de lucht wordt. We zijn op 2 125 meter hoogte.
    Zie jij nog iets? Niet veel meer.
    Zouden we niet beter stoppen? Zou misschien niet slecht zijn want ik zie de baan niet meer.
    En op die hoogte krijgen we daar een onweer te verwerken om U tegen te zeggen. De hagelbollen tikken als knikkers op onze zwerfwagen en we zien nog alleen een regen- en hagelgordijn. Dan maar alle lichten en gevaarslichten aan en mooi blijven staan. De temperatuur daalt tot 8 graden. Dat rotweer blijft maar duren en we wagen de afdaling. Voetje voor voetje vordert de weg terwijl het rondom ons bliksemt en dondert. Rond ons zien we aan alle zijden stukken rotsblokken naar beneden komen en wij maar hopen dat ze tijdig stoppen met rollen zodat we ten minste daarvan gespaard blijven. De modder stroomt in beken naar beneden en daar moeten wij dan ook beducht voor zijn. De lucht zit potdicht en dat het onweer zou voorbij trekken is nog niet voor dadelijk. Met een erwt in de broek redden we ons uit de hachelijke situatie en hopen wat verder het betere weer te vinden. En dat lukt nog ook. Eens in de vallei houdt het op met regenen en is de weide weer bezaaid met bloempjes. We hebben de intentie om het vandaag wat rustiger aan te doen en niet te ver te rijden want we zijn beiden moe. Al vlug zoeken we een staanplaats maar dat lukt ons niet zo direct. Genietend van de bergketens met nog steeds dreigende wolken en op de flanken een lappendeken van kleuren schuimen we de omgeving af. Nog twee uur hebben we moeten verder rijden om een plekje te vinden; een riant plateau met uitzicht over het meer en zijn omgeving. Wij de stoelen uitgehaald om ons te installeren en wat te genieten. Maar de wind blaast zo krachtig dat we bijna met stoel en al omwaaien; Dan maar van de nood een deugd maken en binnen zitten. Hopelijk is het morgenochtend beter weer zodat we kunnen dauwtrappen alvorens te vertrekken.

     

    En inderdaad, het is beter. Wij reeds om acht uur op stap. Het licht en de temperatuur zijn ideaal. Na een uur te genieten rijden we verder landinwaarts. Alweer wacht ons het verwerken van een bergpas en de wolken verschijnen terug; Blijven ze ons dan werkelijk achtervolgen? En zeggen dat ze in onze heimat wegsmelten van de hitte. Gelukkig zijn de weergoden ons vandaag wat gunstig gezind en kunnen we ons programma droog afwerken. We houden nog een korte stop te Sivas, een zeer drukke stad. Eruit weg geraken is geen sinecure, richtingaanwijzers kennen ze hier blijkbaar het bestaan nog niet van en dan maar op onze gebruikelijke manier informatie inwinnen. Gebarentaal begint hier echt wonderen te doen. Volgen dan kilometers baan doorheen de graanschuur van Turkije tot we de afslag nemen naar een klein dorp. Zou het hier niet leuk zijn om vannacht te staan? Van bij het zoeken al naar een horizontale plek is er een enthousiaste jonge dame die ons toewuift; Ja, dat lijkt ons wel wat. In de buurt van haar huis houden we halte. Ze komt dadelijk op ons af met het gekende gebaar en çai. Even bekomen van de rit was er dus niet bij en we moeten dadelijk mee naar haar woning. In de tuin is er een deel afgemaakt dat als terras moet dienen; wat planken aan mekaar getimmerd met de nodige ruimten ertussen, iets dat op een poortje moet lijken en daarbinnen de banken met de gebruikelijke kussens op. We moeten er plaatsnemen en haar broer, die een weinig Engels kan, tracht met ons een gesprek aan te knopen. Korte tijd nadien komt de gastvrouw eraan met een dienblad gevuld met eten en een theestel. Ze biedt ons brood aan gevuld met spinazie, een soort marsepein en ander zoetigheden en olijven. En wij maar eten. Wanneer we het welletjes vinden hebben we vriendelijk bedankt en kunnen we eindelijk naar ons huisje. Goed en wel zitten we buiten ons boek te lezen en de rest van het dorp verschijnt. Onze komst had zich weer als een lopend vuurtje verspreid. Met z’n allen willen ze in de camper bezichtigen en even dacht ik eraan om een volgnummer te geven want ik kon niet meer volgen. Intussen is er alweer een lief iemand die koffie gaan zetten is en voor onze zwerfwagen, op de grond, hebben we dan tijdens het nuttigen ervan het gebruikelijke babbeltje gehouden. Gelukkig had haar zoon in Nederland gewerkt als portier en kan hij ons wat bijstaan als vertaler. Tot laat zitten we buiten onder het monotone tromgeroffel van een huwelijksfeest, en indien het echt te fris wordt kruipen we binnen en van lezen is niet veel in huis gekomen.

     

    We zijn op de terugweg en doen nog even Cappadocië aan. Het is er zo mooi dat we er voor de allerlaatste keer nog eens willen van genieten. Het wordt een rustige dag zodat we even kunnen bijkomen want we hebben er nood aan. Slapen doen we opnieuw te Zelve maar van een zonsondergang kunnen we alleen maar dromen. Het weer is al verschillende dagen aan de grillige kant en de zon is ver te zoeken. ’s Avonds alweer hetzelfde: de talrijke Turken die tijdens het weekend picknicken komen als het ware in een rijtje staan om toch maar even een kijkje te mogen nemen in de zwerfwagen. Wie kan hen dat verbieden?

     

    Nog een laatste wandeling in dit feeëriek landschap en dan op weg naar Sultanhani. Ook op de heenreis hebben we daar overnacht en waren er goed ontvangen. Waarom nu die niet overdoen. De bergen verdwijnen stilaan uit ons vizier en we rijden opnieuw door de graanschuur van Turkije. Centraal-Anatolië produceert trouwens de meeste graangewassen van het land. Het graan staat overrijp en zo ver we zien kunnen zijn ze aan het oogsten. Dat beeld van die gouden graanhalmen met her en der een boom ertussen overweldigt mij zodanig dat ik het niet vlug zal vergeten. Aangekomen op ons voorziene plekje worden we weer met open armen ontvangen en zullen we lekker rustig kunnen uitslapen. Na het nuttigen van de aangeboden thee en de soep die ze voor ons klaarmaken hebben we eindelijk rust en kunnen we even aan ons zelf denken.

     

    Het hart van het Aziatisch deel van Turkije wordt gevormd door een hoogvlakte met dorre steppen die worden onderbroken door een groot zoutmeer. Dit is het gebied waar we vandaag doorheen moeten. We kiezen bewust voor toeristische routes omdat die zoveel moois te bieden hebben.In de dorpen die langsheen die baantjes liggen hebben ze voorwaar nog nooit een zwerfwagen gezien en we worden begaapt alsof we marsmannetjes zijn die op aarde neergedaald zijn. We rijden en rijden ettelijke kilometers door een vlak landschap waar het rijp koren staat te wachten om geoogst te worden. Waar ze reeds die taak aan het opknappen zijn, volgen de ooievaars de machines zoals je bij ons de meeuwen achter een traktor ziet vliegen. Met tientallen zoeken ze naar iets eetbaars. Zelf denken we op sommige ogenblikken dat we op het eind van de wereld zijn; geen levende ziel te bespeuren, geen auto’s, geen mensen, geen dieren. Alleen maar dat onmetelijke…. En plots verschijnt daar dan voor ons dat meer, Tuz Gölü, een 80 km lang zoutmeer met een moerasachtige oever. Het bevat zoveel zout (35%) dat dit mineraal zelfs onder water kristalliseert. En die kleur!!! Noem het maar Pink Lake; over de ganse oppervlakte schittert het dieproze meer met naar de kanten toe een brede spierwitte zoutrand waarvan de kristallen glinsteren in de zon. Op slechts één plaats kan men het meer benaderen en dat doen we dan ook uitgebreid. We wandelen op de zoutkristallen en tussen de plassen waarin het kristallisatieproces nog bezig is. Onvoorstelbaar mooi.
    Nadien terug de eindeloze vlakte door. De weggetjes worden steeds maar smaller maar de natuur is onvergetelijk. Voor de lunch stoppen we in een klein dorp. Slechts een achttal huizen staan er. Leven is er op het eerste zicht niet te bespeuren. Is het misschien een dorp waar de pest is uitgebroken? We eten er en wagen nadien toch een dorpswandeling. Slechts aan één huis zaten er enkele vrouwen en een man te keuvelen. Daar kunnen we natuurlijk niet zomaar voorbij. Fotograferen stoort hen niet en we beloven dan ook al die foto’s door te sturen. Resultaat: uit dankbaarheid krijgen we twee broden, een pond gezouten boter en 10 kakelverse eitjes mee naar de camper. Bij onze noorderburen zullen er zeker vele jaloersen rondlopen indien we beginnen opnoemen wat wij in dit land allemaal gekregen hebben. Met spijt in het hart verlaten we dat gebied en vervolgen de weg. Die blijft wel even mooi en meerdere malen vliegen de arenden ons zo voorbij.
    In de late namiddag beginnen we te denken aan een overnachtinsplek maar dit wil vandaag niet goed lukken. We zoeken en blijven zoeken. Onze keuze om kleine baantjes te nemen is prima maar we hebben er geen rekening mee gehouden dat daar weinig uitwijkmogelijkheden zijn. Het is dan ook al negentien uur alvorens we een plek vinden. Op een plateau te midden van een berglandschap gaan we de nacht doorbrengen; We staan er gans alleen, geen dorp in de omgeving en van vervelende kinderen zullen we geen last hebben.
    Resten er ons dan nog twee dagen Turkije waaronder morgen een stadsbezoek aan Istanbul. Nadien doorkruisen we nog het noorden van Griekenland waar we toch nog enkele dagen een strand gaan opzoeken. We kunnen het best gebruiken. Eens in Italië rijden we richting Dolomieten en hopen we in Val Gardena nog enkele schitterende bergwandelingen te doen. Ongeveer 10 000 kilometer zullen we dan gereden hebben en het zal eens wat anders zijn om de benen een inspanning te laten doen. De rest vernemen jullie dan wel wanneer we terug in het thuisland zijn.

    05-07-2006, 09:45 geschreven door Bernadette en Wim

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Archief per week
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!