Het is Pasen. Dat betekent vroeg opstaan, niet om paaseieren te rapen, maar voor een voettocht in de Alpilles. Rémy en ik begaven ons naar Eygalières en stapten door bos en dal naar de bergketen. We passeerden een brugje dat ooit door de Romeinen gebouwd werd. Dan kwamen we langs het vliegveld Romanin. De top hebben we niet bereikt, wegens te lastig voor een jonge hond. Het laatste stuk was een pad met niets dan enorme en onregelmatige rotsblokken, vele keren lastiger dan een trap van 200 meter lang. De zon was eventjes weg en er zouden vandaag en morgen enkele regendruppels vallen. Dat maakt het stappen op bergpaden bijzonder aangenaam, want de hoge temperaturen maken tochten zwaarder.
Rémy en ik zijn vandaag door de Alpilles gestapt. Het werd een voettocht naar les “deux trous”, de twee gaten. Rémy is nog maar 7 maand oud en mag dus nog geen wandelingen doen van meer dan 2,5 uur. Met regelmatige rust- en drinkpauzes werd de trip in 2,5 uur afgewerkt en konden we Saint-Rémy zien liggen vanuit de Alpilles. Langs ons pad lag ook het enorme communicatiestation, dat over de Provence heerst.
Het is 25 graden in de Provence, ideaal voor het toerisme. Vandaag deden we een tripje naar Chateaurenard, waar een kasteel staat en waar ook een heroïsch standbeeld staat met een fiere rondborstige dame. Dan zijn we naar Cavaillon gereden. Cavaillon is nu een fletse stad, maar zal tot volle leven komen wanneer de meloenen er zijn. Zeg hier nooit dat je “cavaillon” wil kopen, want dan doe je aan mensenhandel. Stap een groentezaak binnen en vraag simpelweg naar een “melon”. De synagoge in Cavalllon is merkwaardig.
Vandaag reed de auto westwaarts. We reden eerst naar de abdij van Saint-Michel de Frigolet, waar Norbertijnen leven. Frigolet heeft connecties met de abdij van Averbode. Alleen is er hier geen lekdreef met ijskarren. De natuur overheerst, de rust in de abdijkerk is compleet. Dan zijn we de Rhône overgestoken naar Beaucaire. We flaneerden door de winkelstraten. Goedkoop is het alleszins en je hoeft je geldbeugel niet tevoorschijn te halen. Zie maar naar de foto’s met de kleurige winkeltjes. Het kasteel van Tarascon is beroemd. We reden door naar Nîmes en wilden er parkeren. Helaas was geen enkele parking geschikt voor een camionette van meer dan 1,8 meter hoog. En de straten waren overvol in de super drukke stad. We zijn dan maar door het mooie landschap teruggereden naar Saint-Rémy.
Woensdag is het marktdag in Saint-Rémy. De markt wordt druk bezocht. Ook wij waadden ons door de enge gangen. Deze namiddag hebben Rémy en ik een wandeling gemaakt rond de stad langs de buitenranden. De zon is fel aanwezig en de eerste krekels, grillons, heb ik al gehoord. We stapten langs de waterloop rond de stad en passeerden de arena, waar shows met stieren plaats vinden. Het zijn geen gevechten met stieren, ze worden niet gedood, maar het zijn altijd spektakels, waarin sportlui hun behendigheid bewijzen tussen de onstuimige stiertjes.
Vandaag is het de dag van de luiheid. We gaan niet op stap, noch met de auto, noch te poot. Het is een klein beetje aan het regenen, teveel om buiten te zitten, te weinig om een jas aan te trekken. Op die manier heb ik tijd om een planning te maken voor de komende dagen. Ik bestudeer de stapkaart voor een voettocht door de Alpilles en bekijk de wegenkaart voor een mogelijke trip naar Nîmes, Arles, Avignon of de Lubéron. Rémy knabbelt rustig aan zijn knook. Hij is het kampeerleven al goed gewoon. Om 20 uur doet hij een plasje, stapt in de caravan en valt als een blok in slaap tot 6 uur. Dan begint de dag voor hem en voor mij.
twee bestsellers van de Vaucluse: Gordes en Fontaine-de-Vaucluse
Een maandag is een geschikte dag om op uitstap te trekken met de auto. Zo zijn we naar Fontaine-de-Vaucluse gereden. We waren er al vele keren eerder, maar deze keer was het weer optimaal. Je wandelt naar de grot en de bron, waar de middeleeuwse dichter Pétrarche zijn onmogelijke liefde voor Laure beschreef. Je moet maar moed hebben om zoveel energie en levenswerk in je geliefde te steken. Dan trokken we door naar Gordes, ook gekend sedert vele jaren. De huizen hangen nog steeds over de ravijn. Een beetje verder ligt de abdij van Sénanque. De beste tijd om er te komen is in juni en juli, wanneer de lavendel blauw kleurt. Het beeld ervan is zowat het visitekaartje van de Vaucluse.