De grootste schande
In 1984 slaagde de BBC-journalist Michael Buerck er in om met zijn reportage de ogen van de wereld te openen voor de miljoenen van honger stervende Ethieopiers. De naoorlogse westerlingen die nooit de ontberingen van de beide wereldoorlogen hadden meegemaakt, raakten geschokt (want Biafra waren ze ondertussen al lang vergeten) en toen ze dag na dag de dodencijfers hoorden aanzwellen tot het miljoental, werden steeds meer organisaties bereid gevonden daar wat trachten aan te doen en kwam een wereldwijde hulpactie op gang. (weliswaar pas na een paar miljoen doden)
Vandaag, twintig jaar later leiden er dubbel zoveel Ethiopiers aan honger, maar schrijver dezes twijfelt er aan of, U lezer, zich daar bewust van bent, laat staan dat hij zou denken dat U daar de slaap voor zou laten. Want zoals chirurgen geen probleem hebben om na een bloederige operatie zich een lekker eetmaal te laten smaken, zo kunnen beelden van uitgemergelde zwartjes met waterbuiken ons niet echt bewegen om wat te doen aan onze vetzucht. Je zou haast denken dat men de tv-afstandsbediening enkel en alleen heeft uitgevonden om, als een wat achterlijke eindredactie van een tv-journaal het bij gebrek aan spectaculairdere beelden, het nog aandurft om mislukte E-T-klonen op het scherm te vertonen, verveeld naar één of ander reclameblok te kunnen zappen.
Er is geen menselijk aanvaarbare verklaring, waarom wij met al onze wetenschap en technologie, gekoppeld aan onze ontzaglijke rijkdom, er nog steeds niet in geslaagd zijn om wereldwijd ieder gebied de mogelijkheden en know-how te bezorgen opdat alle mensen in de gelegenheid zouden zijn om de basisbehoefte welke men voedsel noemt te produceren.
Politici houden zich uiteraard bij voorkeur bezig met de zorgen van diegenen die hen verkozen hebben, en deze (U en ik ), zijn vrijwel uitsluitend met zichzelf bezig en vinden het al een hele toer dat zij 0.4% van wat zij met zijn allen verdienen aan ontwikkelingshulp besteden (al zorgen wij er wel voor dat wijzelf van die uitgave ook beter worden). En als de media er in slagen om bij één of andere grote ramp ons voldoende lang om de oren en ogen te slaan met onmensleijke ontbering, en uitzichtloosheid, zijn wij misschien ook nog wel te vinden om onze zielenrust af te kopen met een vrijwillige eenmalige schenking van 1/250 van ons maandinkomen.
Terwijl over heel de wereld zowat 300 miljoen kinderen honger lijden, en men met enkele luttele euros een kind zou kunnen voorzien van voedsel, huisvesten en onderwijs, breken wij ons het hoofd hoe wij onze overdadige welstand, niet enkele kunnen vrijwaren, maar ook nog uitbreiden.
De grootste schande van deze tijd, noemt James Morris, hoofd van het VN-voedselprogramma, het. Maar daar zal het voorlopig ook bij blijven. Tenzij U en ik er mee instemmen om een heel klein deel van onze welvaart in te leveren
Renaat van Poelvoorde
|