EEN histogram is DAT EEN staafdiagram Werd oorspronkelijk gemaakt VOOR Statistische analyse. BIJ Het ontwikkelen van de digitale fotografie stopten de ontwerpers Het Mee in de camera's. Om te voorzien van grafische voorstelling Dit EEN Van Het digitaal opgenomen beeld. MAAR zelfs Vandaag is Hun Functie niet geheel duidelijk, en de Informatie verstrekken zij Sterven, wordt vaak verkeerd gebruikt Worden.
Zoals weergegeven in Figuur 1 hierboven, Uw digitale camera maakt DAT EEN histogram Het toonbereik van Elke scène vastleggen Sterven zAL u beschrijft. De processor van de camera plaatst beeldpunten (pixels) op Deze Horizontale Schaal volgens Hun relatieve helderheid van 0 (zwart) TOT 255 (WIT). Pixels van Gelijke helderheid Worden verticaal gestapeld OM ZO Lijnen van Verschillende hoogtes te creëren. Het resultaat is EEN grafiek van Zeer Fijne kN Lijnen Sterven kunnen verschijnen ALS EEN vloeiende curve, EEN riekt van gekartelde Lijnen van EEN Combinatie van beide.
Kan JE ER EEN histogram Wat DOEN VOOR zeggen over de verhoudingen van de belichting, flitser-De beste ambient mix, Van Het onderwerp Juist belicht is. Daarom is Het gebruik van EEN lichtmeter, Samen Voldaan histogram van Uw camera De beste manier OM Optimale Resultaten te behalen.
Veel te donker
Te Donker MAAR ER Kan deur
EEN histogram is EEN Geweldige manier OM te beoordelen van de helderheid bereik van EEN scène zAL passagiers Binnen Het Dynamische bereik van Uw camera. DAT Wil zeggen, ALS Het afgelopen Binnen de Grenzen van de linker-en rechterkant, u waarschijnlijk gemakkelijk Er EEN Er afdrukbaar beeld heeft. MAAR ALS de Vorm Van het histogram omhoog kruipt TEGEN EEN van beide kanten, Moet U Het Verschil Tussen EEN Normaal blootgesteld, hig-Toets van low-key beeld begrijpen, en de mogelijkheid van Verlies van hogelichten van details in de schaduw onderkennen.
High key
Low key
Histogrammen niet behulpzaam zijn meestal BIJ Het bepalen van de juiste belichting Van het onderwerp, Het effect van verlichting op Het onderwerp van variaties in Het Licht. En histogrammen weergegeven in EEN Klein venster op de achterkant van Uw digitale camera zijn OOK niet Altijd Goed leesbaar.
Wat dieper in Het histogram ...
Het is niet gemakkelijk Er Altijd Er OM EEN histogram te Lezen DAT de gehele tonaliteit van EEN Omvat scène. Vandaar onderstaande voorbeelden.
In de figuren zijn de Tonale Stappen geordend te beginnen Voldaan Geen middentonen, Gewoon zwart en wit. Elke opeenvolgende Figuur voegt middentonen tiener. De Stappen in Figuur Elke zijn van Gelijke Grootte en Vorm. De resulterende histogrammen Tonen duidelijk Elke toon ALS EEN lijn van Gelijke Hoogte, gelijkmatig verdeeld over de Horizontale Schaal.
Zoals de Figuur illustreert, zelfs wanneer Aantal Stappen Het wordt verhoogd TOT EEN EEN Niveau van egaal Verloop, de resulterende histogram lijkt gladder, MAAR Kan Nog niet Rossen Alle details Tonen.
1. Het beschikbare Licht: Veel? Weinig? Zonlicht? Schaduw?
2. De Kleur Van Het onderwerp: Het is EEN Licht, middelgrijs van Donker onderwerp? Wit Licht reflecteert Immers Meer Dan zwart.
EEN camera rechts rechts ziet de Wereld grijs. De lichtmeter van de camera EEN begrijpt niet DAT ER ALS zoiets doorsturingslijst is zwart van wit leeg. DAT is ZO in Het analoge tijdperk, DAT is ZO in Het digitale tijdperk. Het rekenprogramma berekent Van de lichtmeter ALS EEN lichthoeveelheid Sterven uitkomst 50 procent grijs advocaat.
Betonnen: Dat betekent: Een zwart Voorwerp reflecteert Weinig Licht = de camera denkt DAT EEN Het OM gaat in grijs object Donkere lichtomstandigheden en gaat zodanig Het object belichten TOT Het zwart grijs wordt ALS uitkomst. De foto is overbelicht DUS: Het zwart is grijs geworden.
DAT betekent ook: EEN wit object reflecteert Meer Licht = de camera denkt Opnieuw Het OM DAT EEN grijs gaat object, in Zeer Sterke lichtomstandigheden en gaat EEN Kleine lichthoeveelheid berekenen zodat Het object wordt grijs ALS uitkomst. De foto is nu onderbelicht: het wit is grijs geworden.
Type lichtmeting
De camera blijft instrument bedient DAT EEN Moet Worden deur EEN fotograaf Sterven Zelf nadenkt, analyseert en reageert. Vergelijk Het Voldaan EEN gitaar: die heeft OOK EEN Goede muzikant Nodig Sterven weet Wat HIJ toegewijd.
Afhankelijk van de verdeling van Het Licht en Het Verschil in helderheid van EEN onderwerp, Moet de fotograaf de belichting van de camera aanpassen. Met Andere Woorden, de Situatie (Het beschikbare Licht, de compositie, Het onderwerp ...) waarin u fotografeert zAL bepalen welke belichtingsmethode VOOR U kiest: de matrix Meting, centrumgerichte Meting van de spotmeting.
Matrix:
de lichtmeter van de camera Aan Het Licht op EEN Aantal Verder Verder gelegen punten gelegen in Het beeld
ALS de Zwarte en witte partijen evenredig verdeeld zijn in EEN compositie, zullen de overbelichting van de Zwarten en de onderbelichting van de Witten Elkaar opheffen en krijgen we EEN perfect belichte foto. Is ER Meer Dan Zwart Wit in Het beeld, is de foto overbelicht. Is ER AANWEZIG Meer humor in Het beeld, de foto zAL onderbelicht zijn.
Spotmeting:
de lichtmeter van de camera Aan Het Licht op EEN Punt
ALS Het Punt waarop we Het Licht Meten is middelgrijs zAL de foto Goed belicht zijn. Het Licht op EEN grijskaart Meten is daarom vaak EEN Goed idee. Matrix-BIJ JE OOK Meting Kan de grijskaart gebruiken, MAAR Dan schermvullend. Het gebruik van de grijskaart werkt Enkel Niederlande U EEN handmatige belichtingsmethode hanteert, van ALS U werkt Voldaan AE-lock. Anders VERLEDEN de camera de belichting Opnieuw AAN. In Plaats van EEN grijskaart, Kan OOK de RUG de hand van JE DOEN Dienst: Blanke Huid Komt ongeveer overeen middelgrijs Voldaan. Daarom Kan Het Goed Idee OM BIJ EEN zijn portretten in contrastrijke lichtomstandigheden VOOR spotmeting te Kiezen, omdat EEN lichtmeting op Het Gezicht EEN Correcte lichthoeveelheid berekent. (See Oefening 2) Kennismaken voldaan Het Licht JE EEN Zwart op onderwerp, Dan zAL de foto overbelicht zijn. Kennismaken voldaan Het Licht JE EEN Wit op onderwerp, Dan zAL de foto onderbelicht zijn.
Belichtingscompensatie
EEN sneeuwlandschap, van EEN nachtelijk landschap, Belichtingscompensatie Voldaan EEN Correcte belichting lijkt Dan EEN hopeloze Zaak. ALS we Het Aan de camera maakt HIJ ER wegreizen grijze landschappen busje.
Overschakelen op Het Manuele belichtingsprogramma Kan DIT probleem oplossen: Kan JE Dan Gaan Onder-Bewust van overbelichten.
EEN Andere Oplossing is de Functie belichtingscompensatie (belichtingscorrectie) op de camera. U Kan Het beeld van de Onder-overbelichten deur de belichtingscompensatie op respectievelijk Een negatieve van EEN Positieve Waarde te Zetten. De Eenheid waarin de belichtingscompensatie wordt opgegeven is Exposure Value (EV) van der Lichtwaarde (LW), waarbij 1 eV overeenkomt Voldaan EEN stoppen. BIJ de meeste camera's Loopt de Waarde van de belichtingscompensatie van -2 tot +2 EV in te Stellen in stapjes van 1 / 2 van 1 / 3.
BIJ +1 EV wordt de foto omdat ER DUS Lichter Meer Licht wordt Toegelaten deur EEN Langere sluitertijd van EEN groter diafragma, niet EEN deur digitaal trucje. DAT betekent betonnen DAT de belichtingscompensatie gaat Het rood op de belichting, OOK EEN invloed heeft op de scherptediepte en op EEN mogelijke bewegingsonscherpte. In de Manuele belichtingsmethode heeft u DIT Zelf in de hand, omdat u ZELF kiest u de sluitertijd van diafragma aanpast ter Compensatie.
Het Instellen van de belichtingscompensatie van de camera verschilt TOT camera (raadpleeg DUS Uw handleiding). In de meeste gevallen Moet U EEN knopje indrukken Voldaan EEN plus / min-pictogram en gelijktijdig Aan Het hoofdinstelwiel draaien. De belichtingscompensatie wordt niet ongedaan gemaakt Toesteleigenschap ALS u de camera uitschakelt. U Moet Handmatig de Ev op 0 Weer Zetten.
Praktisch
Foto 1: Matrix Meting: Zwarten zijn onderbelicht: Meer Dan Wit Zwart in de compositie
Foto 2: matrixmeting: overbelicht: Meer Dan Zwart Wit in de compositie
Externe lichtmeter
Met EEN Externe lichtmeter Kan JE Het opvallend Licht Meten, in De Plaats Van Het Licht gereflecteerd. De lichtmeter berekent Dan EEN VOOR Correcte lichthoeveelheid Sterven Specifieke lichtomstandigheden, en wordt niet beïnvloed deur Het Kleur Van het onderwerp en de hoeveelheid gereflecteerd Licht.
Niet Alle situaties lenen Zich TOT Externe lichtmeting Natuurlijk. Aan Denk sport-, DANS-, de reportage-, e.a. actiefotografie.
De kleurtemperatuur van EEN lichtbron FOR Wit Licht is gedefinieerd ALS EEN van de Temperatuur Lichaam waarvan Zwart Licht Het uitgestraalde dezelfde kleurindruk Advocate ALS de werkelijke lichtbron. De kleurtemperatuur wordt meestal uitgedrukt in Kelvin (K). Volgens de Wet van Wien neemt de golflengte Van het uitgestraalde Licht af gehaald toenemende Temperatuur en heeft blauwig Licht (korte golflengte) EEN Hogere kleurtemperatuur Dan roodachtig Licht. Vreemd genoeg wordt voldaan EEN Lage Licht kleurtemperatuur ALS "warmere" Ervaren Dan Licht voldaan EEN Hoge kleurtemperatuur.
De Kleur Van het Licht DAT EEN deur vel wit papier Helder weerkaatst wordt is in feite afhankelijk Van het omgevingslicht. BIJ verlichting Kunstlicht is de deur Kleur Anders Dan BIJ verlichting deur daglicht. Het Oog corrigeert This schijnkleur doordat de betreffende kleurgevoelige cellen (de kegeltjes) nvt Tijd Sterker uitgeput raken en de opvang van Sterke signalen to the Brain Leiden Korte.
Juiste filmkeuze
BIJ foto-en filmopnamen vindt This Aanpassing echter niet Toesteleigenschap Plaats. BIJ toepassing van lichtgevoelige films (Zoals BIJ Gewone fotografie) wordt daarom EEN filmtype gekozen, DAT is afgestemd op de kleurtemperatuur van de lichtbron. Vooral BIJ omkeerfilm, waarbij Achteraf Geen correctie mogelijk is, is Het Belang Van Het juiste filmtype te Kiezen.
Dachtlichtfilm gebruikt BIJ daglicht Advocate de juiste Weer Kleur.
Kunstlichtfilm gebruikt BIJ EEN daglicht Advocate blauw kleuzweem Weer.
Vroeger had ALS JE EEN fotgraaf EEN STEL hiel filters Nodig OM de witbalans te manipuleren
Witbalans INSTELLINGEN
BIJ analoge fotografie Werden This kleurtemperatuurverschillen gecompenseerd deur Verschillende Typen film van filters te Kiezen. In DIT digitale tijdperk is DIT echter makkelijker te Aan passagiers, kwam de witbalans stand op de camera kunnen we This Kleuren compenseren. We vertellen bijvoorbeeld Dan Aan de camera Welk object van de foto wit is. De camera berekent Dan Het Verschil Tussen de kleurtemperatuur op Het object en de neutrale Waarde Het sterven Zou moeten bevatten en compenseert Alle Onderdelen van de foto DAT Verschil voldaan. Bijvoorbeeld: Wordt EEN foto genomen in schaduwrijke omstandigheden, waar Meer Blauw Licht op de sensor valt, Dan zAL de camera Het Blauwe Licht Gedeeltelijk compenseren deur Meer Rood toe te voegen, ALS we de witbalans Correcte Hebben ingesteld.
Voert Licht van de gloeilamp EEN Boventoon, DIT betekent Meer geel Licht en de opvang van Groen Licht Blauw (van RGB, Rood Groen Blauw) op de sensor, Dan zAL de camera hier rekening mee houden en koeler (blauw) Licht toevoegen, waardoor de foto ER toch neutraal uitkomt: Wit is wit Echt. Met behulp van EEN Witte Kaart (van Een blad papier) kunnen we de camera helpen ontmoette de Instelling. De meeste camera's Geavanceerde Hebben OM EEN mogelijkheid Handmatig de witbalans in te Stellen (DUS niet via de voorgeprogrammeerde Opties). Richt de camera Je Dan op zo'n Kaart (wordt EEN Beetje schuingehouden, zodat sterven Het Licht van de omgeving op de Kaart valt) en vult Het Hele beeld ER mee. Druk op Kunstvlaai JE de Witbalans Knop (controleer JE handleiding) en wordt vanaf Dan Elke foto is voldaan sterven Waarden gecompenseerd. ALS JE lichtomstandigheden veranderen, Moët de witbalans Opnieuw Aangepast Worden.
Het is Wat vervelend SOMS OM Elke Keer sterven Instelling vanuit België te moeten, daarom vind JE JE camera op OOK vooringestelde Waarden. Zonlicht, bewolkt, schaduw, gloeilamp Licht, enz. Afhankelijk van de omstandigheden Geef je de Compensatie AAN. Over Het Algemeen zullen de witbalans INSTELLINGEN al EEN redelijke correctie opleveren, MAAR Het resultaat zAL niet Altijd perfect zijn. Niet Bekijk alle lichtomstandigheden zijn namelijk hetzelfde, avondzonlicht is Anders Dan overdag zonlicht, gloeilampen Geven Verschillende Kleuren afhankelijk van Het Merk en de leeftijd van de lamp, enz. Het wordt OOK BIJ Wat lastiger Licht Twee van lichtbronnen, Moet JE VOOR EEN Dan Kiezen van de lichtbron EEN Waarde Ergens in Het Midden Kiezen.
Over Het Algemeen zAL de Automatische witbalans Instelling Werken prima. Zowel Binnen en Buiten ALS in Verschillende lichtomstandigheden. Ben JE Dan Nog niet Tevreden over de lichttemperatuur, Dan Kan JE EEN van de voorkeursinstellingen Kiezen. Bevalt Het Dan Nog niet, Dan Kan JE ER VOOR uiteindelijk Kiezen OM EEN Meting van te DOEN EEN EEN Bewerking in Grafisch bewerkingspakket. Witbalans heeft alles te voldaan vanuit België de kleurtemperatuur van de lichtbron waarmee JE DIT fotografeert en schoffel Licht op de camera valt. Bekijken we de witbalans Instelling van de camera. Het idee Achter witbalans JE DAT is de Kleuren van de foto rekening houdend corrigeert voldaan Het Licht waarin de foto genomen Werd. Niet Alle Typen Licht Leveren namelijk dezelfde kleurverdeling Typen op in Het lichtspectrum. WIJ DAT Zien Altijd niet, omdat de Brain Onze Verschillende Kleuren Toesteleigenschap compenseren (we DAT EEN Weten vel papier wit is, DUS OOK Het Zien we ALS wit), MAAR EEN camera is hier gevoeliger Veel VOOR. Hierdoor Kan gebeuren Het DAT WIJ ALS Wat wit TL Licht Zien, de camera ALS EEN blauwe waas registreert. Produceren gloeilampen vooral in Het Licht en reed gele Deel van Het Spectrum en daarom Krijg JE gele / oranje foto's ALS JE Zonder flits fotografeert Binnen. Met de witbalans Stellen we in welke Delen van de foto Echt wit zijn en DUS Wat de neutrale Kleur is. Drie Primaire Kleuren (niet blauw, rood en geel, MAAR Rood, Groen en Blauw = RGB) Vormen de sensor in Het Witte Licht DAT WIJ Midden op de dag Zien. Afhankelijk van de belichting in Komen This Kleuren Verschillende verhoudingen waardoor de foto VOOR EEN reed Juist van de Blauwe Gloed krijgt.
Temperatuur (K)
mired
Omschrijving
1200
833
kaarslicht
2000
500
zonsopkomst en zonsondergang
2.800
357
wolfraam-gloeilamp (Gewone lamp), zonsopkomst en zonsondergang
3000
333
studiolamp, 3000-TL lamp Kleur ("/ 830" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 3000 K)
3200
312
halogeenlamp
3400
294
filmzon
3500
288
EEN uur na zonsopkomst
4000
250
Kleur 4000-TL lamp ("/ 840" is kleurweergave 80 en kleurtemperatuur 4000 K)
4200 - 4700
238-213
mengsel van kunst-en daglicht
5000
200
fototoestel-flitser, daglicht ("D50" is "Daglicht 5000")
5600
178
standaard daglicht
6000
167
middagzon
6500
154
Wit / Neutraal. Standaard waarde voor Televisie van de monitor.
7000-10000
141-100
Zware bewolking schaduw van de Aan de Noordzijde. Zonder directe zonlicht.
Mired
De kleurtemperatuur in Kelvin wordt het redden OOK uitgedrukt in Mired, Wat STAAT VOOR Micro wederzijdse mate, Ofwel 1 Miljoen euro gedeeld deur de kleurtemperatuur in Kelvin. Daglicht van 5000 K heeft Dan EEN Waarde van 200 Mired. This Eenheid heeft DAT ER Het Voordeel Eenvoudig mee gerekend Kan Worden. EEN EEN kleurcorrectiefilter veroorzaakt Vaste verschuiving van bijvoorbeeld 20 steken in de kleurtemperatuur. EEN blauw filter van 20 Mired Advocate Dan EEN daglichttemperatuur van 180 Mired (5555 K), EEN rood filter van 20 Mired Advocate Dan 220 Mired (4545 K).
Zoals voldaan Alle handmatige INSTELLINGEN in de fotografie kunnen we de opgedane Kennis creatief inzetten OM Mooie Effecten te bereiken. BIJ JE ER zonsondergangen Kan bijvoorbeeld Kiezen VOOR OM voldaan Opzet schaduw in Te Stellen BIJ Het nemen van de foto zodat Het Blauwe Meer Nog Licht ER wordt uitgefilterd en de foto Meer to rood neigt. Vooral aardig BIJ toch al reed luchten. Juist van een ER VOOR Kiezen Meer blauw Licht toe te voegen OM EEN koel van 'schoon' beeld te bewerkstelligen. Vergeet vooral niet te experimenteren en onorthodoxe INSTELLINGEN te Kiezen. Met EEN enkele Verandering van de witbalans Kan de Hele sfeer van de foto op slakken veranderen.
Voorbeelden
Hieronder Twee reeksen van voorbeelden. Eenmaal Buiten waar dachtlicht AANWEZIG is, is de Tweede riekt Binnen voldaan Kunstlicht genomen.
Diafragma: hoe lager het diafragma, hoe kleiner de scherptediepte. Hoe hoger het diafragma, hoe groter de scherptediepte.
De afstand van het onderwerp tot de lens: hoe dichter het onderwerp bij de lens staat, hoe kleiner de scherptediepte.
De lens: hoe korter de brandpuntsaftstand, hoe meer scherptediepte. Hoe langer de brandpuntsafstand, hoe minder scherptediepte. (groothoek vs. tele)
Hoe kan u scherptediepte toepassen in creatie van een beeld?
Weinig scherptediepte biedt de mogelijkheid om een onderwerp te isoleren van zijn achtergrond. Bijvoorbeeld bij een portret. Ook bij het fotograferen van voedsel wordt vaak gebruk gemaakt van weinig scherptediepte.
Veel scherptediepte kan interessant zijn bij landschapsfotografie, een groepsportret, een stilleven
Sluitertijd en bewegende onderwerpen. De sluitertijd bepaalt de mate van beweging op een foto. Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp, moet u een korte sluitertijd gebruiken als u het onderwerp wil bevriezen. Waarmee wordt bedoeld: als u het onderwerp scherp wil.
Als het onderwerp zich niet beweegt, kan u een langere sluitertijd gebruiken. Ondersteun de camera, bijvoorbeeld met een statief, omdat de beweging van uw hand ongewenste onscherpte kan veroorzaken.
U kan er ook bewust voor kiezen bewegingsonscherpte in het beeld te brengen, om een gevoel van beweging te creëren. Gebruik dan een langere sluitertijd. En een statief.
De meeste camera's bieden de mogelijkheid van sluitertijden variëren van 30sec tot 1/2000 sec of minder. Om een snel bewegend voorwerp scherp te kunnen weergeven moet een korte sluitertijd gebruikt worden. Als de tijd dat de sluiter openstaat heel kort is, dan zal de invloed van de beweging op het beeld maar heel gering zijn.
Lange sluitertijden
In situaties met weinig licht zal een lange sluitertijd noodzakelijk zijn. Houd er dan wel rekening mee dat bewegende onderwerpen vrijwel altijd onscherp zullen worden weergegeven. Voor stilstaande onderwerpen is het het beste om een statief te gebruiken. De opname van het plein bij zonsondergang werd gemaakt met een sluitertijd van 1/8sec.
1/8
Korte sluitertijden
Een snel bewegend onderwerp moet veelal met een korte sluitertijd worden opgenomen. Hoe kort de tijd moet zijn, is onder meer afhankelijk van de beweging en de afstand tot het onderwerp.
1/1000sec.
Meetrekken
Om met een lange sluitertijd toch nog een scherp beeld van een bewegend onderwerp tot stand te brengen, is het noodzakelijk de camera met de beweging meet te bewegen. De techniek wordt vooral bij sportfotografie toegepast. Het onderwerp zal scherp worden afgebeeld, terwijl de achtergrond onscherp wordt. Het geheel geeft een indruk van beweging en snelheid. Bij het meetrekken is het van belang om het onderwerp zo goed mogelijk op dezelfde plaats in de zoeker te houden. Meetrekken in de praktijk. Ga stevig staan. Stel scherp op het punt waar het onderwerp zich zal bevinden op het moment dat het wordt gefotografeerd. Het kan ook met de autofocus aan, maar de snelheid waarmee een aantal lenzen scherpstellen is te traag. Hou beide benen stevig op de grond en draai het bovenlichaam in de richting van waaruit het onderwerp zal komen. Druk, vlak voordat het onderwerp op de gewenste plaats is, de ontspanner langzaam in en draai met de beweging van het onderwerp mee tot de opname is gemaakt.
Beweging
Meetrekken
Snelheid en beweging
De invloed van de beweging van een onderwerp op de beeldweergave is sterk afhankelijk van enerzijds de afstand van het onderwerp tot de camera en anderzijds van de richting waarin de beweging plaats heeft ten opzichte van de camera. De drie foto's hieronder zijn allen gemaakt met een sluitertijd van 1/30sec. Duidelijk is te zien, dat een onderwerp dat zich evenwijdig {de meest rechtse foto) aan het sensor oppervlak verplaatst zeer onscherpe beelden oplevert. Komt het onderwerp schuin naar de camera toe dan (foto midden) is de onscherpte al een heel stuk minder. Beweegt het onderwerp zich tenslotte recht op de camera af dan ontstaat, zelfs bij 1/30 nog een redelijk beeld.
1/30
1/30 onder een hoek
1/30 evenwijdig
De hieronder geplaatste tabel geeft ongeveer aan welke sluitertijden in bepaalde gevallen scherpe foto's van bewegende onderwerpen zullen opleveren. De sluitertijden in de tabel zijn bedoeld voor het fotograferen van onderwerpen die evenwijdig aan het sensorvlak bewegen. Beweegt het onderwerp onder een hoek van 45graden ten opzichte van de camera, dan kan een langere sluitertijd. Dan gaan we richting 1/125 a 1/250 uit. Komt het onderwerp recht naar de camera toe, of beweegt het zich ervan weg dan zijn nog langere sluitertijden mogelijk. Als de camera met de beweging wordt meegetrokken, dan is het zelfs mogelijk te werken met sluitertijden van 1/30 of nog lager.
Afstand tot het onderwerp
voetganger 5 km/h
hardloper 15 km/h
fietser 25 km/h
rennend paard 40 km/h
stadsverkeer 50 km/h
trein 120 km/h
1 m
1/1000
1/2000
3 m
1/500
1/1000
1/2000
5 m
1/250
1/500
1/1000
1/2000
10m
1/125
1/250
1/500
1/1000
1/2000
30m
1/60
1/125
1/250
1/500
1/1000
1/2000
Scherp...
Het is zeer goed mogelijk om met een camera hele snelle bewegingen te "bevriezen". Daardoor kunnen allerlei details van een snelbewegend onderwerp worden vastgelegd.
Bevroren
... of onscherp
Haarscherpe foto's kunnen heel dramatisch werken. Maar ze kunnen ook een wat onechte indruk maken. Bij deze foto is gebruik gemaakt van een lang sluitertijd, dit om ervoor te zorgen dat het snel stromend water onscherp werd weergeven. Dit geeft een beter idee van snelheid.
Creatief
Creatieve onscherpte
Lange sluitertijden kunnen een bewegend onderwerp bijna helemaal doen verdwijnen terwijl de niet bewegende omgeving haarscherp wordt weergegeven. Deze opname van een hardloper werd gemaakt met een belichtingstijd van 1/8sec. De achtergrond beleef scherp.
1/8 sec
Voorbeelden tot slot nog een aantal voorbeelden van creatieve bewegingsonscherpte
Deze foto is het resultaat van een lange belichting waardoor het water een zijdeachtige uiterlijk krijgt. Deze techniek kan bij allerlei waterscenes gebruikt worden. U hebt een belichting nodig van enkel seconden of zelfs minuten. En eventueel neutrale densiteitsfilters om de hoeveelheid licht dat in de camera valt te verminderen.
De keuzes die u maakt betreft de sluitertijd zullen ook een invloed hebben op het diafragma, dat uw fototoestel (of u zelf handmatig) zal sluiten of openen om een juiste belichting te bekomen.
Concreet:
Een sluitertijd opdrijven, betekent dat er minder licht in de lens valt, wat gecompenseerd wordt met een meer open diafragma (met lager cijfer). En dat betekent minder scherpetdiepte.
Een sluitertijd verlagen, betekent dat er meer licht in de lens valt, wat gecompenseerd wordt met een meer gesloten diafragma (met hoger cijfer). En dat betekent meer scherptediepte.
Het diafragma heeft twee belangrijke functies. Ten eerste kan met behulp van het diafragma de hoeveelheid licht, die tijdens de belichting op de sensor terecht komt, worden geregeld. Ten tweede kan met het diafragma de scherpte worden beïnvloed. Het diafragma kan zo worden ingesteld dat het hele beeld scherp wordt. Maar ook so, dat slechts een gedeelte scherp is. Beide punten tonen aan dat het kiezen van het juiste diafragma erg belangrijk is voor een goed resultaat.
Scherptediepte-schaal op het objectief
Kleine diafragma openingen
Het gebruik van een kleine diafragma opening {f11, f16, f22...) heeft een grote scherptediepte tot gevolg. Dat betekent dat een groot gebied van dichtbij tot veraf scherp op de foto zal worden afgebeeld. Dit is vooral nuttig bij opnamen van landschappen, gebouwen enzovoort. Een grote scherptediepte heeft als voordeel, dat de fotograaf zich bij snel bewegende onderwerpen een kleine fout bij het scherpstellen kan veroorloven. Dit zonder dat het onderwerp onscherp in beeld komt. Ook bij nacht-opnamen is een grote scherptediepte en dus een klein diafragma-opening erg nuttig.
Kleine opening
Grote diafragma opening
Een grote diafragma opening: (f1.4, f2, f2.8) geeft maar een beperkte scherptediepte. Alleen de dingen die vlak voor of vlak achter het scherpstelpunt staan zullen nog scherp in beeld komen. Bij toepassing van een grote diafragma-opening moet dus heel precies worden scherpgesteld. Een grote opening wordt vaak gebruikt voor portret en amateuropname. Door de gering scherptediepte wordt de achtergrond namelijk onscherp, zodat het eigenlijke onderwerp beter tot zijn recht komt. Het wordt als het ware geïsoleerd van zijn omgeving. Dingen die zich vlak voor het objectief bevinden worden met een grote diafragma opening zo onscherp dat ze op de foto niet of nauwelijks zichtbaar zijn.
Grote opening
Scherptediepte
het lijkt wel of het menselijk ook alles tegelijk scherp kan zien. Dat klopt niet maar ons oog is in staat om heel snel scherp te stellen. Het camear objectief heeft wat dat betref een aantal beperkingen. De foto van de tulpen toont een duidelijk voorbeeld van het selectief gebruik van de scherptediepte. Slechts twee bloemen zijn scherp. Zowel de dichterbij als de veraf gelegen bloemen zijn onscherp. De opbouw van het scherptegebied is zodanig, dat ongeveer 2/3 van de scherpte achter het punt light waarop is scherpgesteld en 1/3 ervoor.
Enkel het midden is scherp
Scherptediepte schaal
De scherptediepte-schaal van een objectief laat zien welk gebied bij de ingestelde f-waarde scherp zal zijn. Het gebied begerend door de twee punten, een dichtbij, de andere verder weg van de camera. Bij de oudere analoge toestellen was deze schaal steeds op het objectief gedrukt. Maar ook op de meest recente goede lenzen is deze schaal voorzien.
Afleesbaar op de lens
Scherptediepte
Scherpteverloop op een zoom lens
Aanduiding op een recente lens
Het gebruik van de zoeker
Bij het zoeken naar de beste beeldopbouw en bij het scherpstellen wordt bij voorkeur een volledige diafragma-opening gebruikt. Dit is momenteel standaard op vrijwel alle camera's. Het beeld is dan het helderst zodat het mogelijk is om heel precies te kadreren en de scherpstelling te beoordelen. Het werken met volledige opening heeft een bezwaar: het beeld dat we in de zoeker zien, heeft door de volledige opening maar heel weinig scherptediepte. Dat betekent bijvoorbeeld dat allerlei zaken in de achtergrond onscherp kunnen gezien worden. Pas nadat de foto genomen is kan men ontdekken dat de onscherpe dingen door de veel grotere scherptediepte van het effectief gebruikte diafragma haarscherp en zeer storend aanwezig zijn.
Onderwerp geisoleerd
Opdringerige elementen
Een kleine diafragma-opening levert een zo groot scherpte-gebied op, dat onderwerpen in de voor en achtergrond helemaal scherp in beeld zullen komen. Vaak zullen die voorwerpen erg opdringerig werken en de aandacht van het hoofdonderwerp afleiden. Bij het vaststellen van de meets geschikte difragmawaarde moet met dergelijke voorwerpen goed rekenning worden gehouden. Kies daarom een diafragmawaarde nooit groter dan echt nodig is om alles goed scherp te kunnen stellen, wat ook werkelijk scherp moet zijn.
Teveel details
Scherptediepte controle
Veel spiegelreflexcamera's zijn voorzien van een scherptediepte-controleknop, waarmee het diafragma tijdelijk op de ingestelde waarde kan worden gebracht. Daardoor wordt de zoeker natuurlijk wel een stuk donkerder, maar anderzijds kunnen we goed zien wat er wel en wat er niet scherp zal worden.
Het vermijden van fouten Het zal altijd bijzonder vervelend zijn als blijkt dat foto's niet zo zijn geworden als bij het maken van de opname werd verwacht. De enige oplossing om tot betere foto's te komen is het voorkomen van fouten.
Oorzaak. Tijdens de opname is de camera bewogen. Dat kan enerzijds zijn gebeurd doordat niet de juiste techniek werd toegepast, of anderzijds door het fotograferen onder moeilijke omstandigheden.
Oplossing. Er is een aantal oplossingen mogelijk. Uiteenlopend van het gebruik van een statief tot het kiezen van een kortere sluitertijd. Bij weinig licht kan er overwogen worden om de ISO naar boven te halen. Ook zijn er technieken om snelheid in een beeld te vatten.
Bewogen
Scherpstellen
Probleem. Een deel en soms zelfs het hele beeld ziet er onscherp en wazig uit.
Oorzaak. Niet goed, of niet op het juiste onderdeel van het beeld scherpgesteld. Ook is het mogelijk dat de verkeerde diafragma opening werd gekozen, waardoor de scherptediepte te gering werd, of wellicht werd het onderwerp van te dichtbij gefotografeerd.
Oplossing. Scherpstellen moet geleerd worden. Verderop in de cursus zien we op welke wijze we scherpe foto's kunnen nemen.
Slechte scherpstelling
Streperig, onscherp onderwerp.
*Probleem. Het onderwerp os onscherp, bewogen of toont een dubbelbeeld. De achtergrond is wel scherp.
Oorzaak. De gebruikte sluitertijd is, in verhouding tot de beweging van het onderwerp te lang en de camera werd niet met de beweging meegetrokken.
Oplossing. Korter sluitertijden zijn soms nodig om een bewegend onderwerp scherp te kunnen afbeelden.
Onderwerp bewoog
Hinderlijke vorwerpen
*Probleem. Donkere, onscherpe vlekken of strepen, soms over een groot deel van het beeld.
Oorzaak. Allerlei dingen die zonder dat de fotograaf dat wil, zich bevinden tussen de camera en het onderwerp: haren, flitskabel, vingers te kleine filters, zonnekap ... Door de zoeker van een spiegelreflexcamera kan men meestal nooit 100percent van het beeld waarnemen dat op de uiteindelijke opname zal komen.
Oplossing. Bij volledige diafragma opening zijn dergelijke dingen meestal zo onscherp dat ze niet als dusdanig worden herkend. De hinderlijke voorwerpen wegnemen. Ga naar de kapper...
Voorwerp voor de lens
Inwendige reflecties
Probleem. Lichte wazige vlekken in de foto. Of een beeld dat helemaal wazig is.
Oorzaak. Lichtstralen afkomstig van de zon, of van een andere lichtbron, vallen rechtstreeks in het objectief en veroorzaken via de lenselementen valse reflecties op de foto.
Oplossing. Het gebruik van een zonnekap of het innemen van een ander camerastandpunt.
Strooilicht
Overbelichting
Probleem. Foto te licht met fletse kleuren met weinig tot geen detail in de hoge lichten.
Oorzaak. De sensor heeft te veel licht gekregen.
Oplossing. Een juist gebruik van de belichtingsmeter en een paar eenvoudige belichtingsregels zullen dit kunnen vermijden. Geen direct zonlicht, aanpassen van de ISO waarde enzovoorts. Nabewerking op de computer geeft meestal geen goede resultaten.
Witte vlekken
Onderbelichting
Probleem. Foto te donker, met weinig details in de schaduwen.
Oorzaak. De sensor heeft te weinig licht gekregen.
Oplossing. Hetzelfde als bij overbelichting. Het is dan zelfs mogelijk nog goede foot's te maken. Nabewerking op de computer zal beter resultaat geven dan bij overbelichting.
Te donker
Hard belicht
Probleem. Zware schaduwen (diepzwart) zonder veel detail, hoge lichten uitgebleekt (zeer wit).
Oorzaak. Het menselijk oog past zich erg snel aan wisselende lichtsterktes aan. Het dynamisch bereik van de camera is niet groot genoeg.
Oplossing. De contrastomvang van het onderwerp moet worden aangepast aan de mogelijkheden van de camera, door gebruik te maken van invulflits, reflectiescherm en dergelijk. Heel dikwijls is dit het resultaat van direct zonlicht.
Harde schaduwen
Filmkader vullen
Probleem. Het eigenlijke onderwerp beslaat maar een zeer klein deel van het totale beeld.
Oorzaak. De afstand tussen het onderwerp en de camera was te groot voor de beeldhoek van het gebruikte objectief, waardoor er veel te veel van de omgeving werd mee afgebeeld.
Oplossing. De rand van het matglas vormt de beeldbegrenzing. De fotograaf moet op het hele beeldveld letten en niet alleen naar het onderwerp kijken. Op de foto neemt het model minder dan een tiende van het beeldveld in. De afstand tussen de fotograaf en het model was voor deze opname te groot. Het gevolg is dat de achtergrond overheerst, waardoor de persoon te klein werd afgebeeld.
Strooilicht
Foto is ok
Probleem. Foto ziet er goed uit.
Oorzaak. Bovenstaande goed gelezen en opgelet in de klas.
Het vermijden van fouten Het zal altijd bijzonder vervelend zijn als blijkt dat foto's niet zo zijn geworden als bij het maken van de opname werd verwacht. De enige oplossing om tot betere foto's te komen is het voorkomen van fouten.
Oorzaak. Tijdens de opname is de camera bewogen. Dat kan enerzijds zijn gebeurd doordat niet de juiste techniek werd toegepast, of anderzijds door het fotograferen onder moeilijke omstandigheden.
Oplossing. Er is een aantal oplossingen mogelijk. Uiteenlopend van het gebruik van een statief tot het kiezen van een kortere sluitertijd. Bij weinig licht kan er overwogen worden om de ISO naar boven te halen. Ook zijn er technieken om snelheid in een beeld te vatten.
Bewogen
Scherpstellen
Probleem. Een deel en soms zelfs het hele beeld ziet er onscherp en wazig uit.
Oorzaak. Niet goed, of niet op het juiste onderdeel van het beeld scherpgesteld. Ook is het mogelijk dat de verkeerde diafragma opening werd gekozen, waardoor de scherptediepte te gering werd, of wellicht werd het onderwerp van te dichtbij gefotografeerd.
Oplossing. Scherpstellen moet geleerd worden. Verderop in de cursus zien we op welke wijze we scherpe foto's kunnen nemen.
Slechte scherpstelling
Streperig, onscherp onderwerp.
*Probleem. Het onderwerp os onscherp, bewogen of toont een dubbelbeeld. De achtergrond is wel scherp.
Oorzaak. De gebruikte sluitertijd is, in verhouding tot de beweging van het onderwerp te lang en de camera werd niet met de beweging meegetrokken.
Oplossing. Korter sluitertijden zijn soms nodig om een bewegend onderwerp scherp te kunnen afbeelden.
Onderwerp bewoog
Hinderlijke vorwerpen
*Probleem. Donkere, onscherpe vlekken of strepen, soms over een groot deel van het beeld.
Oorzaak. Allerlei dingen die zonder dat de fotograaf dat wil, zich bevinden tussen de camera en het onderwerp: haren, flitskabel, vingers te kleine filters, zonnekap ... Door de zoeker van een spiegelreflexcamera kan men meestal nooit 100percent van het beeld waarnemen dat op de uiteindelijke opname zal komen.
Oplossing. Bij volledige diafragma opening zijn dergelijke dingen meestal zo onscherp dat ze niet als dusdanig worden herkend. De hinderlijke voorwerpen wegnemen. Ga naar de kapper...
Voorwerp voor de lens
Inwendige reflecties
Probleem. Lichte wazige vlekken in de foto. Of een beeld dat helemaal wazig is.
Oorzaak. Lichtstralen afkomstig van de zon, of van een andere lichtbron, vallen rechtstreeks in het objectief en veroorzaken via de lenselementen valse reflecties op de foto.
Oplossing. Het gebruik van een zonnekap of het innemen van een ander camerastandpunt.
Strooilicht
Overbelichting
Probleem. Foto te licht met fletse kleuren met weinig tot geen detail in de hoge lichten.
Oorzaak. De sensor heeft te veel licht gekregen.
Oplossing. Een juist gebruik van de belichtingsmeter en een paar eenvoudige belichtingsregels zullen dit kunnen vermijden. Geen direct zonlicht, aanpassen van de ISO waarde enzovoorts. Nabewerking op de computer geeft meestal geen goede resultaten.
Witte vlekken
Onderbelichting
Probleem. Foto te donker, met weinig details in de schaduwen.
Oorzaak. De sensor heeft te weinig licht gekregen.
Oplossing. Hetzelfde als bij overbelichting. Het is dan zelfs mogelijk nog goede foot's te maken. Nabewerking op de computer zal beter resultaat geven dan bij overbelichting.
Te donker
Hard belicht
Probleem. Zware schaduwen (diepzwart) zonder veel detail, hoge lichten uitgebleekt (zeer wit).
Oorzaak. Het menselijk oog past zich erg snel aan wisselende lichtsterktes aan. Het dynamisch bereik van de camera is niet groot genoeg.
Oplossing. De contrastomvang van het onderwerp moet worden aangepast aan de mogelijkheden van de camera, door gebruik te maken van invulflits, reflectiescherm en dergelijk. Heel dikwijls is dit het resultaat van direct zonlicht.
Harde schaduwen
Filmkader vullen
Probleem. Het eigenlijke onderwerp beslaat maar een zeer klein deel van het totale beeld.
Oorzaak. De afstand tussen het onderwerp en de camera was te groot voor de beeldhoek van het gebruikte objectief, waardoor er veel te veel van de omgeving werd mee afgebeeld.
Oplossing. De rand van het matglas vormt de beeldbegrenzing. De fotograaf moet op het hele beeldveld letten en niet alleen naar het onderwerp kijken. Op de foto neemt het model minder dan een tiende van het beeldveld in. De afstand tussen de fotograaf en het model was voor deze opname te groot. Het gevolg is dat de achtergrond overheerst, waardoor de persoon te klein werd afgebeeld.
Strooilicht
Foto is ok
Probleem. Foto ziet er goed uit.
Oorzaak. Bovenstaande goed gelezen en opgelet in de klas.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://blog.SeniorenNet.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://blog.SeniorenNet.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://blog.SeniorenNet.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het SeniorenNet-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!