Ferrari 250
de Ferrari 250-serie is een reeks automodellen van Ferrari. Het is hun reeks waarvan het grootst aantal verschillende modellen ontworpen en geproduceerd werd. Ze werden gemaakt tussen 1952 en 1964. De type aanduiding 250 staat voor de inhoud per cilinder: 250 cc. Bijna alle 250's hebben een V12 motor met een totale cilinderinhoud van 2953 cc
Tot de meest bekende modellen behoren de 250 GTO, de 250 SWB en de 250 GT California Spyder.
De meest geproduceerde (950 stuks) is de 250 GTE. Dit is ook de eerste Ferrari waar Enzo Ferrari zelf in reed.
Nederland heeft in verhouding het grootste aantal klassieke Ferrari's ter wereld. Van elk type van de 250-serie zijn er een of meerdere in Nederlandse handen. Op bijeenkomsten van de Ferrari Club Nederland kunnen de klassieke modellen regelmatig worden bewonderd. En soms staat er ook een te koop bij een van de klassieke autohandelaren
Ferrari 250 GTO (1962-1964)
Ferrari en autosport zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Begin jaren zestig neemt Il Commendatore aan internationale Gran Turismo races deel met de 250 GT SWB (wat staat voor Short Wheel Base). Die auto is echter niet snel genoeg, wat voornamelijk aan de minder gunstige aërodynamica ligt, want de 3-liter V12 perst er in race-trim 280 pk uit. Tijd voor een snellere machine dus. Dat ligt echter minder eenvoudig dan men zou denken. In 1962 vaardigt de FIA namelijk de regel uit, dat alle deelnemende autos in het GT-kampioenschap tevens als gewone productieauto leverbaar moeten zijn. Enzo Ferrari kan dus niet simpelweg een geheel nieuwe racewagen ontwikkelen, zonder er ook een serieproductiemodel van te ontwikkelen. Hij is echter niet voor één gat te vangen, dus verzint hij een list: op het chassis van de 250 GT SWB ontwikkelt hij in samenwerking met Giotto Bizzarrini een uiterst aërodynamische carrosserie, met een zo veel mogelijk dichte neus (met de drie kenmerkende, afsluitbare koelluchtopeningen) en een geïntegreerde spoilerrand aan de achterzijde. Zo ontstaat de fameuze 250 GTO, waarbij de O staat voor Omologato gehomologeerd. En daarmee zijn meteen de bedoelingen met het model duidelijk: deelname aan het GT-kampioenschap. De V12 met dry-sump-smering wordt voor het slopende gebruik op circuits opgevoerd tot 290 pk bij een onvoorstelbare 7.400 tpm. Daarmee is een topsnelheid van meer dan 250 km/h mogelijk; de acceleratie van 0 naar 100 is in ongeveer 6 seconden achter de rug. De GTO beschikt over een vijfversnellingsbak, zeer bijzonder in die dagen. De portierruiten bestaan slechts uit kunststof ruitjes, met schuifjes. Bumpers ontbreken volledig, net als geluidsisolatie in het interieur. Omdat Ferrari claimt dat de GTO niets meer dan een variant op de SWB is, hoeft hij niet de voor de homologatie vereiste honderd straat-exemplaren te bouwen. Daarvoor offert hij zelfs de bij Ferrari-racers gebruikelijke, geheel onafhankelijke achterwielophanging op ten gunste van de simpeler achterasconstructie van de SWB. De laatste GTOs (met een iets andere carrosserie en een sterkere V12 motor met 300 pk bij 7.700 tpm) worden in 1964 gebouwd, wat het totaal op 39 exemplaren brengt.
TECHNISCHE GEGEVENS type bouwjaren 1962-1964 bouwwijze 12 cil.,V cilinderinhoud 2953 cc brandstof benzine aandrijving achter vermogen 290 pk/7400 tpm lengte 421 cm breedte 176 cm hoogte 114 cm massa 880 kg topsnelheid 250 km/h acceleratie 6 s productieaantal 39
15-06-2007 om 00:47
geschreven door skodaman
|