|
Laak- en Neteroute Afstand: 53 km Start: Jeugdherberg Boswachtershuisje, Papedreef 1, Westerlo Parcours: lichtlopende banen met af en toe verharde boswegels. Bewegwijzering: de route is goed aangeduid, maar de plaatsing van de borden is soms ongelukkig. Sommige borden hangen tegen electriciteitspalen en als je niet oplet rijd je er zo voorbij. |
Een dag voor ik opgenomen werd in het ziekenhuis voor een chirurgische ingreep reden we de Laak- en Neteroute. De titel van de route is wel misleidend. Je kruist wel de beide rivieren, maar je rijdt niet kilometers langs de oever. De route is er een van hoogten en laagten. De ene keer rij je door prachtige natuurgebieden, de andere keer moet je ellenlang rijden langs druk bereden wegen. Ik ga geen gedetailleerde routebeschrijving geven omdat er een goeie bewegwijzering is. We gaan van start aan het boswachtershuisje, dat ligt achter het kasteel de Merode in Westerlo. Volgens de inwoners is hun gemeente de Parel van de Kempen. We rijden de prachtige dreef in. Daar moet je wel even uit uw doppen kijken. Je moet de rode (paarse) pijl naar links volgen. Na enkele honderden meters kom je aan de Nete. Halverwege de route, ter hoogte van de abdij van Averbode, kun je kiezen tussen verder te rijden langs het fietspad of een onverhard pad te nemen dwars door de Averboodse bossen. We kiezen voor het laatste, maar niet voor we eerst een bezoek gebracht hebben aan de abdij. We rijden onder het prachtig poortgebouw de abdij binnen. Naast het poortgebouw bevindt zich het armengat; Behoeftigen kregen vroeger langsdaar een knoet brood. Onze aandacht wordt getrokken door de prachtige abdijkerk. Die werd eind de jaren 1600 in gebruik genomen. De kerk herbergt een prachtig hoogaltaar uit midden de achttiende eeuw en mooie houten sculpturen. Mijn bewondering en waardering voor de ambachtslui uit de achttiende eeuw neemt toe. Als je de kerk verlaat zie je aan de rechterzijde het gastenkwartier. Daarna gaat het richting abdijkerkhof. Hier ligt Ernest Claes begraven. In mijn jeugdjaren waren zijn werken verplichte lectuur. Wie kent niet De Witte, Wannes Raps, Pastoor Campens en Charelke Dop. Na ons bezoek aan zijn Claes' laatste rustplaats rijden we terug en dwarsen de drukke baan en rijden het bos binnen. Na enkele kilometers komen we in Langdorp en beklimmen we met knikkende knieën de Heimolen. Vooral mijn vrouw levert een bovenmenselijke inspanning. De Heimolen is een staakmolen uit 1662. Dat betekent dat hij kan gedraaid worden. Het hele gebied, inclusief de molen, is in handen van Natuurpunt. Tijdens de zomermaanden krijg je op zondagnamiddag een gratis rondleiding door enkele vriendelijke vrijwilligers. Na enkele keren de Nete gedwarsd te hebben komen we terug in Westel, zoals de inwoners van Westerlo hun gemeente noemen. Op het einde van de rit stoppen we nog even bij een bouwvallig huis voor een kilootje aardbeien. We hebben het ons niet beklaagd: ze waren verrukkelijk.
|