Na een paar lekker tassen koffie en een verkwikkende douche werd het hoogtijd om te eten. In de jachthaven van Lelystad is een prima restaurant. Het eten was er buitengewoon; het was echt genieten.
Na de sluis waren we al vlug terug op het IJsselmeer. In tegenstelling tot een paar dagen geleden was het nu niet windstil, maar was het windkracht 4; een hele verandering. De golven sloegen soms tot tegen de voorruit en de boot ging hard op en neer. Na een kwartiertje voel je dat niet eens meer en treed gewenning op. Een goede vier uur later kwamen we aan in Lelystad.
De volgende morgen vertrokken we terug naar huis met de nieuwe boot. Eerst moesten we brandstof tanken. Aan de jachthaven was een bunkerstation, maar ook weer van diezelfde uitbater van de jachthaven en het café-restaurant. Bij de prijs van de diesel telde hij doodleuk het havengeld bij voor 1 nacht. Indien we niet betaalden zou hij de politie verwittigen. Dus weer 15 euro bijbetaald. We voeren terug via dezelfde weg maar in plaats van door Lemmer te varen bleven we op het Prinses Margrietkanaal, om via de Prinses Margrietsluis het IJsselmeer op te varen. Het was zondag en het was erg druk in de sluis.
Uiteindelijk raakte toch alles een beetje op zijn plaats. Het werd hoog tijd voor een verkwikkende douche. We stapten naar de havenmeester en vroegen waar we konden douchen en waar we de afvalcontainer konden vinden. De anders zo vriendelijke man zegde ons dat de douches alleen maar bestemd waren voor diegenen die havengeld betaalden. Nu was het al de derde keer dat ik in de Woudfennen kwam, was er altijd goed en vriendelijk ontvangen, en had er ook al veel gegeten en gedronken. Vanwaar die plotse ommekeer? Ik vertelde hem dat ik 35 euro had betaald via de makelaar aan de eigenaar van de boot om de nieuwe boot er nog een paar dagen te laten liggen. De havenmeester beweerde dat hij daar niets van gezien heeft. We zijn dan met z'n vieren NIET gaan eten bij hem, maar zijn op onze nieuwe boot blijven eten. Wel na eerst een uitgebreid aperitief te hebben gedronken, ook aan boord natuurlijk.
Veel tijd om te genieten van een drankje hadden we niet. Ik moest de makelaar bellen. Die zou onze (oude) boot komen ophalen maar die moest eerst door hem gekeurd worden. We begonnen al met het uitladen van onze boot en alles naar onze nieuwe boot te dragen. Wat een gezicht!! De makelaar kwam ter plekke. Hij begon met het keuren van de boot en vond toch hier en daar een mankement. Hij probeerde nog wat af te dingen op de overeengekomen verkoopprijs maar stemde uiteindelijk toch in met de overname van onze boot en vertrok bijna onmiddellijk. We hadden nog juist 30' tijd om de laatste spullen van de boot te halen.
We zijn op onze eindbestemming aangekomen, veilig en wel. Eerst even naar onze nieuwe boot gaan kijken en dan direct iets gaan drinken op het mooie en gezellige terras van het de jachthaven.
Eens de Langweerder Wielen overgevaren slaan we de Scharster- of Nieuwe Rijn op. Honderd meter verder is onze eindbestemming : de jachthaven De Woudfennen in Boornzwaag.
Op het einde van de Koevorde nemen we aan stuurboord de Janesloot. We moeten nog onder een laatste brug. Er liggen enkele zeiljachten te wachten. Wij kunnen er wel onderdoor en even verder zijn we op de Langweerder Wielen, het meer dat we nog kenden van onze proefvaart..
Eens door de sluis varen we door het centrum van Lemmer. Een echte belevenis. We varen langs de vele terrasjes, waar we gisteren nog lekker zaten te genieten.
Op onze doorvaart door Lemmer zijn er ook nog een paar lage bruggen, waar we, in konvooi , moeten wachten. En met zoveel boten is dat altijd weer een spannend moment.
Het is nog vroeg in de ochtend, maar er is al druk verkeer op het water. De Zijlroede, het kanaaltje door Lemmer, is smal en er liggen aan beiden kanten boten aangemeerd.
We vertrekken uit Lemmer voor de laatse etappe van onze reis naar Friesland. We hopen in de jachthaven van Boornzwaag aan te komen rond de middag. Eerst moeten we in Lemmer de sluis door. Voor het gebruiken van de sluis moet in Friesland betaald worden. Het geld wordt geïnd door de sluiswachter die met een houten klomp aan een touwtje, het geld aan elke boot komt ontvangen.
Lemmer is echt een gezellig stadje waar de pleziervaart echt thuis hoort. Langs de kanaaltjes, midden in de stad, naast de tientallen terrasjes, liggen hondenden boten en bootjes aangemeerd, de een al mooier en nieuwer dan de andere.
Na ongeveer drie uren op het Markermeer te hebben gevaren komt Lelystad in zicht. Daar moeten we door de Houtribsluizen. De Houtribdijk vormt de scheiding tussen het Markermeer en het IJsselmeer. Bij het naderen van de sluis zien we de Batavia werf. Daar worden schepen uit de Gouden Eeuw, zoals de "Batavia" en nu de "7 Provinciën", nagebouwd, op ambachtelijke manier.
We laten Amsterdam achter ons. Als we de Oranjesluizen uitvaren bevinden we ons op het Buiten IJ en even verder varen we het Markermeer op. Het echte werk kan nu beginnen.
Het is middag. We vinden nog juist een plaatsje in een van de drukbezochte jachthavens van Amsterdam. We worden de de vriendelijk havenmeester(es) naar onze ligplaats gestuurd en ze helpt een handje mee bij het aanmeren.
We varen nu op het IJ. De skyline van Amsterdam is indrukwekkend. Veel tijd om van het uitzicht te genieten is er niet. We moeten het drukke verkeer in de gaten houden. We moeten voorzichtig het IJ oversteken om de Aeolus jachthaven binnen te varen.
Na een tiental kilometer komt de stad Amsterdam in zicht. Het Centraal station komt in zicht. We laveren tussen de drukke beroepsvaart en de talrijke waterbussen.
Voorbij de schutsluis in Spaarndam varen we nog een tweetal kilometer op het Zijkanaal om daarna het Noordzeekanaal op te draaien. Het Noordzeekanaal is de verbinding tussen IJmuiden en Amsterdam. Al vlug zien we de eerste kranen van de Amsterdamse haven.
We vertrekken al vroeg uit de jachthaven en varen langs de Noorder Buiten Spaarne tot aan de sluis van Spaarndam. Het was er nog niet te druk. We moesten wel even wachten om te schutten omdat er ook nog een duwvaartbak mee in de sluis moest. Die boot had langs beide zijden slechts een 20 cm over en bezette de ganse lengte van de sluis. Met wat een precisie moest die schipper zijn boot besturen.
Voor we Haarlem verlaten, moeten we nog eerst het betalen voor de doorvaart. Omdat het al laat geworden is, en het havenkantoor reeds gesloten is moeten we bij het passeren van de laatste brug betalen aan de brugwachter, die met een klomp aan een touwtje, het geld komt innen. Dan varen we Haarlem buiten en zoeken de eerste jachthaven op om te overnachten.
Aan de Cruquiusbrug varen we de Zuider Buiten Spaarne op. Om door Haarlem te varen moet je acht bruggen onder. De meeste van die bruggen zijn te laag en het is alweer wachten geblazen. Voor de eerste brug moeten we bijna drie uur wachten.
De Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder voert ons langs Lisse en Hillegom. Er zijn een drietal bruggen waar we wel even moeten wachten. De vaart is ongeveer 20 km lang en brengt ons tot aan Haarlem. Onderweg genieten we van het echte polderlandschap met hier en daar de traditionele windmolen.
Even voorbij het bunkerstation zien we een wegwijzer die ons aangeeft dat we de goede route volgen. Even later steken we het Braassemermeer over en vervolgen we onze weg via de Oude Wetering tot aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.
De volgende morgen vertrekken we uit Gouda en varen dan op de Gouwe langs Waddinxveen en Boskoop. In Alphen aan de Rijn slaan we linksaf, de Oude Rijn op, en even verder varen we de Heimans Wetering op. Daar gaan we ook voor de eerste keer brandstof bijtanken.
Het was een flinke wandeling van de jachthaven tot in het centrum, maar het was wel de moeite waard. Op de gezellige markt, met zijn imposant stadhuis en de Kaaswaag, gingen we lekker eten op een van de vele terrasjes.
Op 25 juli is het eindelijk zover. Expeditie Friesland kan beginnen. Om 13.00 zijn we klaar met inladen. Met z'n vieren vertrekken we uit de Lage Zwaluwe. Het was snikheet, maar eens de jachthaven uit en de Amer op was er toch een verfrissende wind. Juist voor de Moerdijkbruggen verandert de naam van de stroom in het Hollands Diep. Het is wel indrukwekkend om met zo'n kleine boot onder die enorme brug te varen samen die grote containerschepen. We bleven maar braafjes aan de zijkant van de vaargeul varen...
Eenmaal de Moerdijkbruggen voorbij moeten we rechts de Dordtse Kil op. Een tamelijk druk bevaren water. Na ongeveer 8 km komen we op de Oude Maas en varen door Dordrecht met zijn imposante spoorbrug. Voorbij Dordrecht nemen we de Noord en passeren Papendrecht en Alblasserdam. Bij Krimpen aan den IJssel nemen we de Hollandse IJssel richting Gouda.