Ik ben Vera Steenput
Ik ben een vrouw en woon in Dendermonde (België) en mijn beroep is Lerares Volwassenenonderwijs.
Ik ben geboren op 12/01/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Kijk bovenaan deze blog..
Vandaag ben ik begonnen met het schrijven van een misdaadverhaal. De bedoeling is om met dit verhaal deel te nemen aan een wedstrijd. Er is geen geldprijs aan verbonden; enkel publicatie in een boek als het verhaal goed wordt bevonden.
Gisteren naar Kinepolis Brussel geweest om Opera in de Cinema te zien. Ondanks de roerige tijden zat de zaal zo goed als vol. Live vanuit de Metropolitan in New York konden in Brussel 2 zalen meegenieten van Madama Butterfly van Puccini. Regisseur Anthony Minghella koos voor een vrij traditionele produktie met als bijzonder element dat de rol van het kind werd ingevuld door een pop, bediend door 3 poppenspelers. Deze keuze verwijst naar de aloude Japanse methode van poppenspelen, bunraku genaamd. Christine Opolais nam de zware hoofdrol op verdienstelijke wijze voor haar rekening. Roberto Alagna vervulde de rol van de ontrouwe Pinkerton en Dwayne Croft speelde een overtuigende Consul. Maar voor mij was het Maria Zifchak die de kroon spande met haar overtuigende vertolking van Suzuki.
Op de foto's ziet u een babydekentje dat ik samen met mama zaliger heb gemaakt : ik haakte de granny squares en mama deed de assemblage.
Ik heb er een jonge mama blij mee gemaakt maar de foto's geven mij nog altijd een lentegevoel. Als u goed kijkt dan ziet u onder één van mijn orgels een gelijkaardige doek, eveneens een product van mezelf en mijn moeder.
Op2 mei krijgt u de kans om een penseeltekening van Rubens te kopen.
De veiling vindt plaats bij veilinghuis Bernaerts. De tekening is authentiek verklaard door verschillende experts.
Richtprijs : tussen 300.000 en 500.000 euro.
Aangezien dit nieuws in alle media uitgebreid aan bod is gekomen, heb ik een vermoeden dat de werkelijke verkoopprijs nog een flink stuk hoger zou kunnen liggen...
Hieronder een gedicht uit de bundel "Les Flamandes" waarin hij de wellustige taferelen op de schilderijen van de oude meesters beschrijft. Samen met de pastoor van Sint-Amands probeerden zijn ouders de volledige oplage van deze bundel op te kopen en te vernietigen. Gelukkig voor ons, lezers, zijn ze daar niet in geslaagd.
Les vieux maîtres Dans les bouges fumeux où pendent des jambons, Des boudins bruns, des chandelles et des vessies, Des grappes de poulets, des grappes de dindons, D'énormes chapelets de volailles farcies, Tachant de rose et blanc les coins du plafond noir, En cercle, autour des mets entassés sur la table, Qui saignent, la fourchette au flanc dans un tranchoir, Tous ceux qu'auprès des brocs la goinfrerie attable, Craesbeke, Brakenburgh, Teniers, Dusart, Brauwer, Avec Steen, le plus gros, le plus ivrogne, au centre, Sont réunis, menton gluant, gilet ouvert, De rires plein la bouche et de lard plein le ventre. Leurs commères, corps lourds où se bombent les chairs Dans la nette blancheur des linges du corsage, Leur versent à jets longs de superbes vins clairs, Qu'un rai d'or du soleil égratigne au passage, Avant d'incendier les panses des chaudrons. Elles, ces folles, sont reines dans les godailles, Que leurs amants, goulus d'amours et de jurons, Mènent comme au beau temps des vieilles truandailles, Tempes en eau, regards en feu, langue dehors, Avec de grands hoquets, scandant les chansons grasses, Des poings brandis au clair, des luttes corps à corps Et des coups assénés à broyer leurs carcasses, Tandis qu'elles, le sang toujours à fleur de peau, La bouche ouverte aux chants, le gosier aux rasades, Après des sauts de danse à fendre le carreau, Des chocs de corps, des heurts de chair et des bourrades, Des lèchements subis dans un étreignement, Toutes moites d'ardeurs, tombent dépoitraillées. Une odeur de mangeaille au lard, violemment, Sort des mets découverts ; de larges écuellées De jus fumant et gras, où trempent des rôtis, Passant et repassant sous le nez des convives, Excitent, d'heure en heure, à neuf, leurs appétits. Dans la cuisine, on fait en hâte les lessives De plats vidés et noirs qu'on rapporte chargés, Des saucières d'étain collent du pied aux nappes, Les dressoirs sont remplis et les celliers gorgés. Tout autour de l'estrade, où rougeoient ces agapes, Pendent à des crochets paniers, passoires, grils, Casseroles, bougeoirs, briquets, cruches, gamelles ; Dans un coin, deux magots exhibent leurs nombrils, Et trônent, verre en main, sur deux tonnes jumelles ; Et partout, à chaque angle ou relief, ici, là, Au pommeau d'une porte, aux charnières d'armoire, Au pilon des mortiers, aux hanaps de gala, Sur le mur, à travers les trous de l'écumoire, Partout, à droite, à gauche, au hasard des reflets, Scintillent des clartés, des gouttes de lumière, Dont l'énorme foyer - où des coqs, des poulets, Rôtissent tout entiers sur l'ardente litière - Asperge, avec le feu qui chauffe le festin, Le décor monstrueux de ces grasses kermesses. Nuits, jours, de l'aube au soir et du soir au matin, Eux, les maîtres, ils les donnent aux ivrognesses. La farce épaisse et large en rires, c'est la leur : Elle se trousse là, grosse, cynique, obscène, Regards flambants, corsage ouvert, la gorge en fleur, La gaieté secouant les plis de sa bedaine. Ce sont des bruits d'orgie et de rut qu'on entend Grouiller, monter, siffler, de sourdine en crécelle, Un vacarme de pots heurtés et se fendant, Un entrechoquement de fers et de vaisselle, Les uns, Brauwer et Steen, se coiffent de paniers, Brakenburg cymbalise avec deux grands couvercles, D'autres râclent les grils avec les tisonniers, Affolés et hurlants, tous soûls, dansant en cercles, Autour des ivres-morts, qui roulent, pieds en l'air. Les plus vieux sont encor les plus goulus à boire, Les plus lents à tomber, les plus goinfres de chair, Ils grattent la marmite et sucent la bouilloire, Jamais repus, jamais gavés, toujours vidant, Leur nez luit de lécher le fond des casseroles. D'autres encor font rendre un refrain discordant Au crincrin, où l'archet s'épuise en cabrioles. On vomit dans les coins ; des enfants gros et sains Demandent à téter avant qu'on les endorme, Et leurs mères, debout, suant entre les seins, Bourrent leur bouche en rond de leur téton énorme. Tout gloutonne à crever, hommes, femmes, petits ; Un chien s'empiffre à droite, un chat mastique à gauche ; C'est un déchaînement d'instincts et d'appétits, De fureurs d'estomac, de ventre et de débauche, Explosion de vie, où ces maîtres gourmands, Trop vrais pour s'affadir dans les afféteries, Campaient gaillardement leurs chevalets flamands Et faisaient des chefs-d'oeuvre entre deux soûleries.
Willie Verhegghe - voorjaarskoersen - Antoine Demoitié
Vorige week kocht ik in Gent de dichtbundel "door de muur" met wielergedichten van Willie Verhegghe. (ISBN 978-94-9137-617-7) Willie is ook stadsdichter van Ninove. Het is een boek van 137 bladzijden gevuld met poëtische pareltjes, goed om op het nachtkastje te leggen in deze periode van voorjaarsklassiekers.
Ter nagedachtenis van Antoine Demoitié die gisteren verongelukte tijdens Gent-Wevelgem en als eerbetoon aan Willie Verhegghe een passend gedicht van hem :
RENNERS STERVEN NIET
- in memoriam Remi Van Vreckom -
Renners sterven niet, ze verdwijnen alleen maar uit het zicht eens zij de laatste finish hebben overschreden en de snelheid van het leven hen met stijve spieren achterlaat.
Want koersen blijven ze, ook al vallen hart en wielen stil, zij gaan in duizend hoofden door met duwen en nooit doodgaan, hun zweet geeft blijvend glans aan het asfalt.
Weet dat wanneer de aarde hen dan toch met tegenzin bedekt, hun naam voor altijd als een echo tussen bergen zal weerklinken.
Deze gebeurtenissen zijn alweer 5 jaar geleden. Twee jaar geleden schreef ik het gedicht.
el ‘aalamoe yanDHor x De wereld kijkt.
saba2Taashar diisambar alfayn wa 2ashra x 17 december 2010 : Mohammed Bouazizi Mohammed Bouazizi ash’aala annaar fii tuunis x steekt Tunesië in brand entelaq tawrat el-yasamiin x De jasmijnrevolutie begint.
meSr x Egypte el-aHdiya dedda Moebarak x schoenen tegen Moebarak ikhwaan el-moeslimiin x de moslimbroeders el-itteraab x onrust
el-yaman Jemen ayyaamoe l-ghadab x dagen van woede el-baHrayn Bahrein el-iHtizjazjaat x protesten
liibiyaa Libië bayt bayt x van huis tot huis dar dar x van pand tot pand zenga zenga x van steeg tot steeg el-mawt lil-khawana x verraders moeten dood wallakin el-KhaDhafi qoetil x maar Qadhafi sterft zelf
el-jazaa’ir x Algerije el-maghreb x Marokko el-urdun x Jordanië filasTiin x Palestina
lubnaan x Libanon el-2iraaq x Irak el-kuwayt x Kuwait DHaaqoe minna rabii2i l-2arabii x zij proeven van de Arabische lente x zij proeven van de Arabische lente
wa suuriyaa x en Syrië, aaaah suuriyaa ! x o Syrië ! el-yawm damoeka x vandaag jouw bloed wallakin mataa ed-democratiyya? x maar wanneer democratie ?
Op woensdag 23 maart ging ik naar de tentoonstelling over Pieter Jan De Smet : een aanrader en bovendien gratis.
Voor wie meer wil weten : onderstaande tekst komt van de website van het Caermersklooster in Gent.
the Call of the Rockies - Pieter Jan De Smet en de Indiaanse tragedie
Als missionaris bij de Indianen van het Columbia Plateau en de Plains is de jezuïet Pieter Jan De Smet (Dendermonde 1801—Saint Louis 1873) een bevoorrechte getuige van een belangrijke fase in de ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika. Van dichtbij maakt hij mee hoe de jonge natie aan haar grootscheepse westwaartse expansie begint. Die gaat ten koste van de oorspronkelijke bevolking, die in een recordtempo haar traditionele woongebieden en levenswijze, waarin de nomadische bizonjacht centraal staat, verloren ziet gaan.
Schitterende negentiende-eeuwse indiaanse kledingstukken en wapenrusting illustreren de leef- en denkwereld van de Indianen, zoals door De Smet uitvoerig beschreven in zijn talloze brieven. Daarnaast worden De Smets reizen en indiaanse ontmoetingen geëvoceerd met kaarten, tekeningen, schilderijen, foto’s en documenten.
De tentoonstelling focust op de rol van De Smet, niet alleen als missionaris, maar ook als pleitbezorger van de Indianen, als advocaat van de vrede en bemiddelaar met de Amerikaanse regering. De rode draad is het levensverhaal van De Smet, zijn reizen en talrijke ontmoetingen met de verschillende volkeren in het gebied ten westen van de Rocky Mountains en de vallei van de Boven-Missouri. De expo stopt niet bij het overlijden van De Smet in 1873, maar trekt het Indiaanse verhaal en dat van de talrijke missionarissen, die in zijn voetsporen traden, door tot vandaag.
05.02.2016 → 01.05.2016
Inlichtingen Open van 10 tot 17 uur (toegang tot 16u30) Gesloten maandag
Goede punten voor Dendermonde en proficiat aan Christina !
Dankzij de Marnixring en het stadsbestuur krijgen de inwoners van Dendermonde een mooi poëtisch cadeau.
Bron : Het Laatste Nieuws DENDERMONDE 05/03/2016 - 02u39
GEDICHTEN CHRISTINA GUIRLANDE KRIJGEN PROMINENTE PLEK IN CENTRUM Ros Beiaardstad heeft stadsdichter Christina Guirlande.
Foto Geert De Rycke
Dendermonde heeft voortaan een eigen stadsdichter. Christina Guirlande (77) uit Grembergen zal twaalf gedichten maken over de Ros Beiaardstad, voor elke maand één. Die komen vanaf april op prominente plaatsen in het stadscentrum. "We hopen dat dit ook het stadsbestuur kan inspireren", zegt de Marnixring, die het initiatief voor het project nam. NELE DOOMS
Marnixring Dendermonde stelde Christina Guirlande aan als stadsdichteres naar aanleiding van de uitreiking van de veertiende Prudens Van Duyseprijs. Guirlande (77) kan bogen op een heel uitgebreid palmares. "Ik schrijf al sinds mijn dertiende", zegt ze. "Toen gebruikte ik al het pseudoniem Guirlande, dat vond ik in een jeugdboek. Leven als kind in een naoorlogs dorp was het thema van mijn eerste gedichten. De Schelde speelde daarin een grote rol. Nog altijd ben ik overigens in de ban van de Schelde. Als onderwijzeres schreef ik voor de leerlingen verhalen, gedichten en toneelstukjes, die gepubliceerd werden in de tijdschriften van Averbode. Ondertussen heb ik een vijftigtal jeugd- en kinderboeken, dichtbundels en novellen op mijn actief en meer dan 750 verhalen, gedichten en korte essays in tijdschriften. Gedichten voor volwassenen werden gebundeld in tien dichtbundels."
Guirlande twijfelde dan ook niet toen ze de vraag kreeg om stadsdichter van Dendermonde te worden. "Met plezier", zegt ze. "Al viel ik wel compleet uit de lucht toen ik de vraag kreeg. Het is leuk dat ik in opdracht kan schrijven. Dat is het liefste wat ik doe. Je schrijft dan dingen waar je anders niet toe zou komen, vaak met een verrassend resultaat. Het vraagt ook meer concentratie. Het is een uitdaging."
Poëtische wandeling
Guirlande schrijft twaalf gedichten over Dendermonde zelf en nog een bijkomend werk over Prudens Van Duyse. "Al die gedichten komen op grote panelen op bijzondere locaties in het stadscentrum", zegt Jo Van den Bossche van Marnixring. "Guirlande zal te lezen zijn aan onder andere het kerkplein, Sas, begijnhof, Bogaerdbrug, Grote Markt, enzovoort. Ook aan het standbeeld van Prudens Van Duyse komt een werk. Later zullen we ook alle gedichten bundelen in een boek en ze tentoonstellen in de wandelgangen van het ziekenhuis van Dendermonde."
Een eerste serie van zes gedichten verschijnt vanaf eind april in het straatbeeld. Nog eens zes komen er in juni. Afsluiten gebeurt met het laatste gedicht in september. Dan vindt er ook een feestelijke zitting plaats in Zaal Sestich van de bibliotheek. "De gedichten vormen de rode draad voor een poëtische wandeling door de historische stadskern", zegt Els Van Thuyne van Marnixring. "De route zal beschikbaar zijn bij de toeristische dienst van de stad. Wij willen met dit project ook hulde brengen aan Guirlande zelf, die een grote Dendermondse dichteres is. We hopen dat dit initiatief ook het stadsbestuur kan inspireren, zodat er in de toekomst nog stadsdichters komen", weet Van Thuyne.