Carnaval in Maastricht Tradities vormen een bindend element binnen samenlevingen, waar mensen zich in herkennen en identiteit aan ontlenen. Voor buitenstaanders zijn ze soms onbegrijpelijk, zinloos of gaan daar respectloos mee om.
Het "Mooswief van Meestreech"
Het "Mooswief" de verpersoonlijking van het Maastricht Carnaval. Een meer dan levensgrote pop, dat op de eerste dag van "Vastelaovond op ut Vriethoof" wordt gehesen. En de laatste dag om precies 24.00 uur weer wordt neergelaten, onder enorm muzikaal kabaal, schor gejoel en tranen van geluk en verdriet, elkaar uit spontane emoties om de hals vallende carnavalisten, omdat het weer een jaar duurt eer het grote feest terugkeert. Deze intense weemoed begrijpt alleen de Oprechte Meestrichteneer, voor wie het "Mooswief" een heilig symbool is.
De Boonte Sturrum jong geleerd
Het zijn drie volle dolle dagen waarin het leven op de hak wordt genomen. De Hansworst ontdoet zwaarwichtige autoriteiten tijdelijk van hun "waardigheid." Pardoes kun je een uitbundig kleurrijk verkleedde dame tegenkomen die haar badeendje aan een koordje uitlaat met een kroost baby-eendjes in gevolg er achteraan. Ontroerd verteld ze over het kleine eendenleed. Omstaanders raken tot tranen toe geroerd, ze troosten haar opvallend overdreven. Moedereend wordt verzorgd met een glaasje pils, de kleine eendjes krijgen een glaasje priklimonade met een rietje. Schaterlachend trekt de bonte dame verder, om even later het ritueel te herhalen.
"Under Koffer"
Een serieuze speurder "under koffer" mengt zich "onopvallend" onder het publiek. Drie geïmporteerde imitatie Belgische gedarmes "regelen" het verkeer, zonder merkbaar gezag. Een stel frivole meiden knuffelen de dienders, tot hun wangen rood staan van de lippenstift. Gelaten ondergaan mannen van "gezag" de verleiding met groot plezier
"Goed bescheten"
Even verderop loop je een man tegen het lijf die zich "goed bescheten" voelt. Bij navraag blijkt hij onder de toren te wonen waar ook een kolonie duiven is gehuisvest. "De politiek doet er niets aan," verklaart hij teleurgesteld. Driemaal elf Zaate Herremeniekes toeteren amateuristisch door elkaar in een aanstekelijke muzikale kakofonie, kris-kras door de stad komen ze elkaar tegen. Allemaal verdienen ze vanzelfsprekend de eerste prijs. De betrekkelijkheid is één groot theater.
"Zaat Herremenieke Zoepe en Blôze bestaat 2 x 11 jaar, maar niet heus"
Een paar opgeschoten knullen uit "Holland" hebben met één van de Vastelaovonds in Meestreech aan den lijve kunnen ondervinden, dat je respect dient te hebben voor volkse emoties. Het was wellicht als een ballorige kwajongensgrap bedoeld, dat die gasten het "Mooswief" in de fik wilde steken. Ofwel omdat ze niets van carnavalvieren hadden begrepen, danwel niet aan hun "trekken" waren gekomen. Ze hebben het geweten....!!! Wie dit ook allemaal zag gebeuren, iedereen stoof op dit gaaies af. Nu moeten Maastrichtenaren toch al niet veel hebben van "Hollandse" invloeden en nog minder van Hollanders die aan hun symbolen komen. De knapen zijn vanaf het Vrijthof tot aan het station de stad uitgejaagd. Voortgeduwd, geschopt, net niet bont en blauw geslagen, tot ze met zekerheid met de trein zijn vertrokken. Misschien een middeleeuwse afranseling, toch ook duidelijk een voorbeeld de eigen cultuur te beschermen tegen lomperiken.
Hebben we een familiewapen? Zodra iemand in de familie op zoek gaat naar verre verwanten in de familiegeschiedenis, ontstaat een vreemd soort nieuwsgierigheid. Openlijk wordt daar zelden over gesproken, maar stiekem wordt gehoopt op roemrijke verhalen. Zou ergens in Frankrijk nog een chateau aan de familie toebehoren? Of is een voorvader in de middeleeuwen in de adelstand verheven, en zijn we zonder het te weten misschien wel een graaf of jonkheer, want er zijn een paar ooms en tantes die zich wel héél deftig gedragen, om niet te zeggen dat ze capsones ten toon spreiden.
Voor ruïnes, gespuis en piraten heeft de familie geen belangstelling. Maar van Franse afkomst moeten we wel zijn, want opa kon bij tijd en wijle een driftig mannetje zijn, wat hij aan zijn Frans bloed toeschreef. en zo had hij nog wel een paar andere latijnse eigenaardigheden. Zoals zijn werklust ook niet van dien aard was, dat je hem van tomeloze ambities kon verdenken. Maar is dit wel een reden om van zijn Franse afkomst te zijn? Zijn naam Klercq moest daar het bewijs van zijn, vond hij. We hebben het laten onderzoeken.....
Klercq zo oud als het Latijns Is Klercq dan wel of geen Franse naam? Nee....en toch een beetje weer wel waar. In de Franse taal komt het gebruik van de letter "K" zelden voor, wel in het Bretagne. In de Bretoens-Keltische taal komt "klercq" inderdaad voor, zelfs in het het Frankisch en Oud-Nederlands. Henri VIII liet al in 1544 melding maken van een klercq in zijn protocollen. En in 1785 wordt in Hollandse archieven verwezen naar een klercq ter secretarie.
Klercq blijkt daarmee een beroepsnaam te zijn, net zo gewoon als Molenaer, Dijkgraaf of Paerdecooper. Niets Frans aan de naam Klercq zou je zeggen, hoewel de uitgang 'cq' toch exotisch lijkt en veel familieleden in fysiek opzicht het stoere evenbeeld zijn van de Bretoense bevolking. Zou het dan toch waar zijn? Opa's familie Klercq blijkt onomstotelijk uit de streek van West-Brabant in Nederland afkomstig te zijn. Daar is niets Frans aan.....
Graaf Klercq, hij bestaat echt..... Maar toch, hij bestaat echt! Graaf Klercq duikt op tijdens het interbellum rond 1926 in Parijs. De schatrijke graaf leeft een flamboyant kleurrijk bestaan op Mont Martre. Zijn vriendenkring is van een bedenkelijk allooi, doordat hij zich inlaat met de Parijse Apaches. Grote risico's neemt hij met gokken bij de paardenraces, maar wordt daar nog rijker van. Met al zijn voorspoed en welgesteldheid, dat er ook voor zorgt dat zijn vrienden hem afperssen slaat het noodlot toch toe. Terwijl hij zijn jachtgeweer schoonmaakt, schiet hij zichzelf per ongeluk naar de eeuwige jachtvelden. Zijn ontroostbare weduwe blijft wenend achter, zijn afpersers zijn onthutst, omdat ze de macht over de graaf verliezen. Zo beschrijft Patrick Pecherot zijn literair hoofdpersoon in Les Brouillards de la Butte. Dus Klercq is weldegelijk ook een Franse naam.
Haagsche chic....... Toen een tante met aangeboren gevoel voor "Haagse chic" lucht kreeg van de familiegeschiedenis, vroeg ze heel voorspelbaar; "Hebben we een familiewapen?" Ze kreeg van mij te horen; "Ja tante Louise, er bestaat een familiewapen." Waarop ze gretig vroeg; "Mag ik daar dan een voorbeeld van hebben? Dan kan ik daar een mooi borduurseltje van maken." Haar hebberigheid was van een misplaatse pronkzucht. Ze wilde zich beter voordoen tegenover haar vriendinnen in het persionado paradijs van Benidorm. Ik moest haar teleurstellen; "Het familiewapen behoort toe aan een andere tak van de familie, wij mogen het niet voeren."
Een bittere deceptie overviel haar zichtbaar. "Troost u tante, ik wil wel een wapen voor u ontwerpen. Wat vindt u van een mandje apart met sleutels op een kwadrantschild met rondom eiken lovers en een casque d'or, dat verwijst naar opa's occupatie als mandenmaker." Ze was helemaal onder de indruk van mijn antwoord en zeer verrukt van het idee. "Het vraagt wel tijd, tante." Ik moet er nog steeds aan beginnen, er knaagt verzet in mij.
Het drama van Miniatuur Walcheren Politieke bestuurdes met zelfverheffende ambities zijn van het soort waar argwaan tegen gekoesterd moet worden. Ze lijden aan het Icarus-syndroom zonder het zelf te beseffen. Hoog zweven, hard vallen. Geen diagnose weerhoudt hen van ontstuitbare dadendrang, met in hun gevolg geronselde vazallen. Doof en blind voor deskundig advies slepen ze de kritieklozen met zich mee naar heilloze doelen.
Minatuur Walcheren....... Door en voor de Middelburgse gemeenschap is in de jaren '50 een initiatief tot stand gekomen, waaruit Miniatuur Walcheren is ontstaan. Belangenloos is door menige burger in hun vrije tijd een replica gebouwd van een meer en minder markant Walchers monument in mini-formaat. Ik kan me opa Mulder uit de Vlissingsestraat nog zo voor de geest halen, die ijverig en trots het Stadhuis van Veere nabouwde. Hij was ervan overtuigd zich in te zetten voor een goed doel. Zelf heb ik in de jaren '60 nog succes geoogst met een Zeeuwse Maand in Limburg, waar een aantal mini-monumenten tentoongesteld zijn.
Bijna 55 jaar hebben honderduizenden bezoekers genoten van een met zorg en liefde gecultiveerde mini-wereld. Naast Madurodam was Miniatuur Walcheren de enige veelgeprezen evenknie. Tot het zonodig in commerciële handen moest overgaan en het daardoor een speelbal werd tussen politiek en zakelijke belangen. Nog angstwekkender werd de toekomst voor dit Middelburgs kleinood, toen de politiek haar woest ambieuze plannen voor een nieuw theater presenteerde. Is nog steeds niets geleerd van hetzelfde plan aan de Noordstraat? Het debacle heeft geleid tot een eeuwig durende waterput. Is dan niet bekend dat het Molenwater niet voor niets haar naam ontleent aan water? Een plek waar vroeger schepen lagen. Gaat hier opnieuw een groot gat gegraven worden, met gevolg dat weer een onrendabele waterput ontstaat? Moet Miniatuur Walcheren hiervoor wijken?
Alles naar de ZEP........... De politiek heeft beslist. Miniatuur Walcheren is verkwanseld. Je kunt nu wandelen door een zieltogend leeggeroofd parkje. De mini-Lange Jan is verhuisd naar een met succes ontworpen armzalige pretattractie, dat haar doel volkomen voorbij schiet. Het mini-symbool van Middelburg staat nu gratis en voor niets te kijk achter een Heras-hekwerk, aan een jachtige invalsweg. Klungelig op halve oorspronkelijke omvang, zonder veel verbeelding, samengeperst tegen een speeltuin met een tweede handse zwaarwichtige reus uit het Land van Ooit, die gemeenlijk neerkijkt op het restant van een ooit glorieuze toeristische trekpleister. Niets kan meer worden toegevoegd aan dit marginale Mini Mundi op MacDonald-formaat. De ruimte ontbreekt voor aantrekkelijke expansie. De sof laat niet lang meer op zich wachten.
Was dan niemand op het idee gekomen dat Park Toorenvliet een veel betere locatie zou zijn. Dat Miniatuur Walcheren daar en welkome aanvulling kon betekenen, waar tal van voordelen te behalen waren? Hoewel behoud op de oude locatie net zo rendabel was. Wie hier ook heeft besloten, gebrek aan visie is overtuigend aangetoond. Zelfs de echte Lange Jan van het Abdij is in commerciële exploitatie gegeven. Hoe ver kun je gaan met de modieuze gril, gemeenschapsgoederen aan de z.g. vrije markt over te dragen?
Burgers sta op en laat u horen. Stem uw visieloze bestuurders naar huis. Ze luisteren niet naar u. Ze zijn uw stem niet waard.
Ik ben Prins, Albert
Ik ben een man en woon in Geleen (Nederland) en mijn beroep is Retired Designer.
Ik ben geboren op 06/02/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .