Inhoud blog
  • Zeeland Strandland
  • Eerlijkheid en vlijt.......
  • De erfenis van ome Jacob
  • Fotoalbum; Paardstrandrijden
  • Moeders wil is Wet
  • Maneblussers en andere spotnamen
  • Is het Riengkrieje of toch Ringsteken ?
  • Mispoes Kaljouw
  • De schillenboer
  • Ik wil van die jongen af (1976)
  • De Zondagse Drollenvanger
  • Introductie 't clijn Paradijs
  • Ontpolderen NEE
  • Foto album Folkoredag
  • In de Zoete Inval
  • Sjeesjesrijden in Zeeland
  • Stokvis Recept
  • Koninginnedag 2011
  • Zeeuws meisje
  • Gedicht Pierre Kemp.
  • Zeeland Lenteland 2011
  • Eerste auto in de straat
  • Carnaval in Maastricht
  • Man zonder Naam
  • Hoe Prins ontstaat.
  • Zeeland Snowland 2011
  • Klercq maakt goed werk
  • Gedachte bij ouder worden
  • Nona het meisje van de kleuterschool
  • Hebben we een familiewapen?
  • De Zep-sof
  • The English Lady
    Categorieën
  • Anecdotes (2)
  • Boeken (0)
  • Columns (4)
  • Familieverhalen (6)
  • Fotoalbums (7)
  • Gedichten (2)
  • Introductie (1)
  • Jeugdverhalen (6)
  • Kunst (0)
  • Nostalgia (2)
  • Recepten (2)
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Zoeken met Google


    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Volgers - Followers;
    Netherlands --76--82
    Belgium --25--26
    France -- 1--3
    Italia -- 1--2
    U.S.A. --1--4
    Swiss -- 1--2
    U.K. -- 1--2
    Germany -- 1--4
    Spain -- 1--2
    Portugal -- 1--2
    Russia -- 1--2


    Date; 01/07-09-2011
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't clijn Paradijs
    Internet-Magazine over familie- en jeugdverhalen, columns, kunst, en cultuur.
    25-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste auto in de straat

    De eerste auto in de straat


    Vol ingehouden spanning zat ik, samen met Jantje en Henkie op de rand van de stoep te wachten op iets wat heel bijzonder moest zijn. Henkie had zijn mond voorbij gepraat en verteld dat de baas van zijn vader een nieuwe auto had gekocht, en vandaag op bezoek kwam. Henkie had zwaar gepocht over die auto, waardoor wij daar nog nieuwsgieriger van geworden waren. Een echte Amerikaan zou het zijn.

    Deze auto moest dan wel alles overtreffen wat ooit aan auto's de straat was binnengereden. De eerste auto die ik me kon herinneren was een Franse auto van logee's die voor een paar dagen op bezoek kwamen bij de Man zonder Naam. Het gezin kwam aanrijden in een Reanult 4 van een onduidelijke kleur. We waren het er niet overeens of het nu een groen-grijze, of een grijs-groene auto was.

    Rond de auto hadden we al vol bewondering gesnuffeld wat daar aan nieuwigheden te zien was. Het Franse vernuft werd alom geprezen. Wat zouden die Fransen nu weer uitgevonden hebben? Electrische richtingaanwijzers die uitklapten met een lampje erin, chromen bumpers, mooie skailederen bekleding en een gelakt houten dashboard? Het was toch niet zo indrukwekkend als we hadden gehoopt. Dat die auto ruim 100 km per uur kon rijden, dat vonden we wel knap werk.

    Dit was tenminste nog een echte auto in vergelijking tot een andere auto die ooit bij buurman Marijs voor de deur stond. Dat leek meer op een doe-het-zelf auto. De Citroën 2CV riep bij ons zoveel verbazing op en tegelijk meewarigheid, dat we desondanks de auto toch aan een zware inspectie blootstelden. We vonden het een lelijk ding, en toen we hoorden dat het ook nog de bijnaam "Lelijke Eend" had gekregen, waren we van ons gelijk overtuigd.

    Hoe kun je een auto bedenken in een camouflage kleur? Zuiver militair grijs! Wie komt daarop? Niet eens een mooie carrosserie! Een moterkap van geribbeld plaatstaal, dat met rubberen klemmen in toom gehouden moet worden, anders sprong dat ding vanzelf in de lucht. Een vlakke voorruit met twee nietige ruitenwissertjes. Kleine zijraampjes, die je zelf omhoog moet klappen, als je frisse lucht wilt proeven. Twee simpele koplampen op het spatbord. Deuren zo dun als boardkarton met een zielig klein deurknopje, dat losjes neerbengelt. Een claxon dat een armetierig geluid voorbrengt, waarvoor mensen uit medelijden opzij gaan. Een auto...., werkelijk met de Franse slag gemaakt.

    Toch vonden we het een heel aparte auto. Het meest vreemde vonden we het dak. Maar eigenlijk kon je niet echt spreken van een dak. Het was een linnen zeildoek dat tot achter aan de bumper reikte. Het kon helemaal opgerold worden, dan had je ineens een openlucht auto. En een lawaai wat dat ding maakte, en stinken dat het deed van de blauwe walm uit de knalpot! Dan was die Renault 4 toch wel een beschaafdere auto.

    Nu waren we in afwachting van een echte auto. Zonder dat we daar erg in hadden stond hij plotseling voor onze neus. We hadden hem niet eens horen aankomen, zo stil was de motor. Onze monden vielen open van verbazing, we durfden ons bijna niet te verroeren, laat staan de auto aan te raken.

    Daar stond de mooiste Amerikaanse auto die ooit gemaakt is. Een Chevrolet Impala Hardtop Sport Coupé Bel Air in het helderste hemelsblauw, een wit dak en rood-beige glanzende bekleding. Veel chroom op de flanken, een enorme brede grill, ook van chroom natuurlijk. Ingebouwde koplampen met een kapje, waar een brede lichtbundel de weg tot ver vooruit moet beschijnen, stelden we deskundig en overtuigend vast. Het meest waren we onder de indruk van de achterkant. Twee geweldige horizontale vleugels die de klep van de enorme kofferbak vormden. En twee heel brede slanke knalrode achterlichten. We vonden de achterkant net zo mooi als de voorkant.

    Zelfs aan de wielen was aandacht besteed, de witte zijkanten van de banden waren maagdelijk blank. In de wieldoppen kon je jezelf nota bene spiegelen. En dan al dat glas! Het was nog nooit vertoond, zoveel glas rondom aan een auto. De voorruit en zelfs de achterruit in gebogen glas en dat bijna zonder spijlen. Henkie wist ook het vertellen dat de zijruiten electrisch open en dicht konden. "Echt waar!!??" We konden het bijna niet geloven. Wat zijn die Amerikanen toch knap om zo'n mooie auto te bouwen.

    Voorzichtig, op gepaste afstand inspecteerden we het interieur. We mochten niet aan de auto komen had Henkie nog zo gezegd. "Dat vindt de meneer vast niet goed." Jantje en ik waren dat absoluut niet van plan, en het er helemaal mee eens. Stel je voor als je iets beschadigd, dat zou veel geld kosten. Onze spaarpot kon die schade nooit dekken. Trouwens onze handen zouden ook vieze vlekken maken. Niettemin konden we goed zien dat het dashboard voorzien was van een hele reeks klokjes en metertjes, er zat warempel ook een radio in. Hoe kon het toch mogelijk zijn, dat je in de auto een radio kunt beluisteren? We stonden er helemaal paf van. Die Fransen  konden hier nog lang niet aan tippen. Op de kilometerteller stond 180. "Is dat veel?" vroeg ik in mijn onnozelheid aan Henkie. "Hij rijdt veel harder dan wat daar staat. Het zijn Amerikaanse miles," verklaarde Henkie belerend. "Deze auto rijdt vast veel harder dan 220 kliometer per uur." "Zo, zo," zeiden Jantje en ik in koor, "Dat is wel heel erg hard."

    Het automobiel, want je kunt hier niet meer gewoon van een auto spreken, laat staan dit een wagen te nemen, daarvoor straalde deze schepping op wielen zoveel klasse uit, dat het gerucht vliegensvlug de ronde deed wat voor geweldige auto bij ons in de straat geparkeerd stond. En jawel hoor, daar kwam het gespuis uit de Karelsgang, de brutale jochies waar wij nooit mee wilden spelen, en die ons ook niet zagen zitten. Er was een duidelijke scheiding ontstaan; zij waren de brutalen, en wij waren de nette jeugd. De Karelsgang was een rommelige straat, de tuintjes lagen er onverzorgd bij, afgedankte troep stapelde zich daar op wat op een soort handeltje ging lijken. Daar woonden mensen die niet wilde werken. Dus bemoeiden wij ons ook niet met hun kinderen.

    Enkele van onze zusjes probeerden soms aan te pappen met een gast uit die buurt. Meisjes overzien de gevaren van verkeerde vriendjes niet, vonden wij. Daarom grepen we in en keerde ons zusje weer terug naar onze groep. Het heeft sommige van ons weleens een bloedneus gekost. Om al die redenen waren wij beducht wanneer zo'n rotjoch in de straat verscheen


    De Karelsbende, zoals wij dit tuig noemde had ook vernomen welke Amerikaanse auto voor het huis van Henkie stond. In een groepje verdrongen ze zich bij de auto, en brutaal zoals ze nu eenmaal waren, leunden ze tegen de auto. Met de hand voor ogen tuurden ze door het glas. Dat konden Henkie, Jantje en ik niet toestaan. Op een gebiedende toon keurden we dit gedrag af. De mededeling dat de meneer van de auto zo dadelijk naar buiten kon komen en ook dat de auto wel duizenden dollars heeft gekost, deed de jongens dan toch respect opbrengen voor andermans spullen.

    Het bezoek bij de vader van Henkie was afgelopen. De man van de auto kwam naar buiten. Hij bleek de eigenaar van modezaak Old England te zijn, die bij Henkie's vader kostuums had gebracht voor verstelwerk. Want Henkíe's vader was kleermaker.  Aan huis had hij zijn atelier en werkte exclusief voor Old England. De man van de zaak moet wel stinkend rijk zijn, bedachten wij. Anders kun je nooit een dergelijke auto aanschaffen. Dat in zijn winkel geen prijskaartjes in de etalage lagen bij de kleding, gaf nu te bedenken dat hij kon vragen wat hij wilden. Vandaar dat hij zo'n grote luxe auto kan rijden.


    De jongens deden een stap opzij, de man nam plaats in zijn auto, startte de motor en vertrok. Een zacht zoemend geluid steeg op vanonder de motorkap. Elegant zoefde de auto de straat uit. Met een diepe verzuchting keken we onze ultieme droom achterna.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins

    25-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (0)
    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carnaval in Maastricht

    Carnaval in Maastricht
    Tradities vormen een bindend element binnen samenlevingen, waar mensen zich in herkennen en identiteit aan ontlenen. Voor buitenstaanders zijn ze soms onbegrijpelijk, zinloos of gaan daar respectloos mee om.


    Het "Mooswief van Meestreech"

    Het "Mooswief" de verpersoonlijking van het Maastricht Carnaval. Een meer dan levensgrote pop, dat op de eerste dag van "Vastelaovond op ut Vriethoof" wordt gehesen. En de laatste dag om precies 24.00 uur weer wordt neergelaten, onder enorm muzikaal kabaal, schor gejoel en tranen van geluk en verdriet, elkaar uit spontane emoties om de hals vallende carnavalisten, omdat het weer een jaar duurt eer het grote feest terugkeert. Deze intense weemoed begrijpt alleen de Oprechte Meestrichteneer, voor wie het "Mooswief" een heilig symbool is.


    De Boonte Sturrum jong geleerd

    Het zijn drie volle dolle dagen waarin het leven op de hak wordt genomen. De Hansworst ontdoet zwaarwichtige autoriteiten tijdelijk van hun "waardigheid." Pardoes kun je een uitbundig kleurrijk verkleedde dame tegenkomen die haar badeendje aan een koordje uitlaat met een kroost baby-eendjes in gevolg er achteraan. Ontroerd verteld ze over het kleine eendenleed. Omstaanders raken tot tranen toe geroerd, ze troosten haar opvallend overdreven. Moedereend wordt verzorgd met een glaasje pils, de kleine eendjes krijgen een glaasje priklimonade met een rietje. Schaterlachend trekt de bonte dame verder, om even later het ritueel te herhalen.

    "Under Koffer"

    Een serieuze speurder "under koffer" mengt zich "onopvallend" onder het publiek. Drie geïmporteerde imitatie Belgische gedarmes "regelen" het verkeer, zonder merkbaar gezag. Een stel frivole meiden knuffelen de dienders, tot hun wangen rood staan van de lippenstift. Gelaten ondergaan mannen van "gezag" de verleiding met groot plezier

    "Goed bescheten"

    Even verderop loop je een man tegen het lijf die zich "goed bescheten" voelt. Bij navraag blijkt hij onder de toren te wonen waar ook een kolonie duiven is gehuisvest. "De politiek doet er niets aan," verklaart hij teleurgesteld. Driemaal elf Zaate Herremeniekes toeteren amateuristisch door elkaar in een aanstekelijke muzikale kakofonie, kris-kras door de stad komen ze elkaar tegen. Allemaal verdienen ze vanzelfsprekend de eerste prijs. De betrekkelijkheid is één groot theater.

    "Zaat Herremenieke Zoepe en Blôze bestaat 2 x 11 jaar, maar niet heus"

    Een paar opgeschoten knullen uit "Holland" hebben met één van de Vastelaovonds in Meestreech aan den lijve kunnen ondervinden, dat je respect dient te hebben voor volkse emoties. Het was wellicht als een ballorige kwajongensgrap bedoeld, dat die gasten het "Mooswief" in de fik wilde steken. Ofwel omdat ze niets van carnavalvieren hadden begrepen, danwel niet aan hun "trekken" waren gekomen. Ze hebben het geweten....!!! Wie dit ook allemaal zag gebeuren, iedereen stoof op dit gaaies af.
    Nu moeten Maastrichtenaren toch al niet veel hebben van "Hollandse" invloeden en nog minder van Hollanders die aan hun symbolen komen. De knapen zijn vanaf het Vrijthof tot aan het station de stad uitgejaagd. Voortgeduwd, geschopt, net niet bont en blauw geslagen, tot ze met zekerheid met de trein zijn vertrokken. Misschien een middeleeuwse afranseling, toch ook duidelijk een voorbeeld de eigen cultuur te beschermen tegen lomperiken.

    Naar huis, het feest is afgelopen

    Videoclip; Féria des Vendanges 2005 Chaupiques (4.22.min) zie http://youtu.be/smZAZhM4-iY
    Videoclip; Noe geit 't geböäre, 2008 (3.35 min)zie http://youtu.be/XW5W2nKwyW0
    Videoclip; Taste of Maastricht (Tour 3.46 min) zie; http://youtu.be/TS2cdSCjPaQ

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Man zonder Naam

    De Man zonder Naam
    Veilig was onze straat beslist, aan het einde en in het midden van de straat woonde een politieagent. Als je brood tekort kwam kon je bij Jeras nog gauw een brood halen, omdat hij als broodventer bij de Broederband werkte, zodat Jeras altijd nog wel een "melkwitje" achter de hand had. Dat hij bij een "rooie" coöperatie werkte deerde niet, brood is brood, ook als je het tekort komt, en aan de smaak viel niets aan te merken.

    Van Kerkhove kwam in zijn eigen straat de lantaarnpalen controleren en liep door de week met de vuilniswagen mee. De man kon van alles gebruiken en wist overal raad mee.


    Ook met mijn konijn dat ziek in zijn hok lag weg te kwijnen. "Myxomatose, Appie. Jouw konijn gaat dood," had pa mij verteld. Hoe kan dat toch? Het beest zat de hele dag alleen in zijn konijnenhok. De enkele keer dat het dier een uitstapje mocht maken in de tuin, kon het zelf verse melkwiet uitzoeken. Nu lag mijn konijn met een etterende kop plat. Van Kerkhove werd erbij gehaald. Hij vond dat het best wel meeviel. "Het beest is nog goed te eten, die ziekte zit alleen in zijn kop," wist de man voor zichzelf positief te melden. Met een rake klap was mijn konijntje meteen een levenloos velletje geworden. Met spijt heb ik geen afscheid van Brammetje genomen, want het beest had me een keer flink in m'n kont gebeten, toen ik met mijn rug naar tegen het hok gekeerd stond. Brammetje wilde zeker vrij uitzicht hebben.

    Tussen het huis van Van Kerkhove en de Man zonder Naam lag het omlooppaadje met een poortje. De man met zijn Engelse vrouw en twee zoontjes leefden volkomen anoniem. We kenden zijn naam niet eens, bij de deur was ook geen naambordje geplakt. Niemand uit de buurt is ooit uitgenodigd geweest voor een kopje thee. De vitrage van alle ramen bleven altijd gesloten, terwijl je bij alle andere buren royaal naar binnen kon gluren.

    De jongens speelden ook niet met andere kinderen uit de straat, dat werd hen om één of andere reden niet toegestaan. Ze bleven in huis, of speelden in hun tuin. De vrouw was zo schuw, dat ze zich zelden buiten liet zien. Bij de was binnenhalen schoot ze schielijk het huis weer binnen. Je kon haar groeten, maar er kwam nooit een groet van haar terug. Ze maakte ook geen onnozel praatje met een buurvrouw. Welke taal ze sprak wisten we niet, waarschijnlijk alleen maar Engels. Wat voor werk de man deed bleef ook geheim. Het was een heel mysterieus gezin. Tot de man de hele straat op stelte wist te zetten.




    Op het binnenplaatsje bij zijn huis had de man maandenlang aan iets gewerkt waar wielen onder zaten. Gaanderweg kwam daar meer en meer vorm in. De buurt liet hem begaan, ook al maakte hij flink lawaai met zijn machines. 's Avonds na acht uur stopte hij met werken en 's zondag hield hij zich ook rustig. Het was hem geraden, want niemand haalde het in zijn  hoofd op zondag te werken. Het was de algemene rustdag voor iedereen. Gelovig of niet. Het resultaat van zijn hobby bleek een caravan te zijn. Hoe dom kon de man toch zijn! Het hele ding was zo breed en zo hoog, dat het nooit door het poortje kon. Wat had hij daar toch aan? Hij bezat niet eens eens een auto! Ook daar heeft hij de hele buurt mee misleid. Hij bezat weldegelijk een auto. Een jagersgroene Morris Minor 1000 Estate met houten lijstwerk aan de carrosserie, die bij een boer in de schuur gestald stond. Zijn vrouw had een hoes voor de auto gemaakt, zo bevreesd waren ze dat een krasje op zou komen.



    Op een dag, de hele straat liep ervoor uit, kwam een enorme kraanwagen de straat inrijden. Het gevaarte hield halt bij de Man zonder Naam. Achter het raam stonden de buren jaloers te gluren, de kinderen moest in toom worden gehouden door de politieagent. De overbuurman kreeg er even een extra taak bij in zijn vrije tijd. De caravan werd in de touwen gehesen en voorzichtig over het poortje getakeld. Het hele gedoe duurde zeker een uur.




    Zijn vrouw en zoontjes stonden, niet zonder trots, zwijgend het gebeuren gade te slaan. De man gaf aan de kraanmachinist nog wat professionele aanwijzingen, waarna de caravan op straat belandde. Verbluft stonden de buurmannen met afgunst te kijken hoe de man zijn tweede huis op wielen aan zijn auto koppelde en bedaard wegreed. De takelwagen vertrok ook. Het werd weer stil op straat. Daarna was het gezin nog minder te zien.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe Prins ontstaat.

    Hoe de naam Prins is ontstaan

    Nicht Hennie wist het zeker; Albert Geert Wessels, van beroep kleermaker, uit Haren in het Duitse Emsland, even over de grens bij Emmen, moet omstreeks 1735 zijn geboren. Hij is daarmee de vroegst bekende stamvader. Een handgeschreven overlijdensdocument bevestigd dat hij op 22 november 1792 is overleden, dus zal hij ongeveer 57 jaar oud zijn geworden.


    St. Martinus kerk te Haren Emsland Duitsland

    Van zijn vrouw vond Hennie ook een overlijdensbewijs. Daarin staat vermeld; Geertien Alberts, waar ze is geboren bleef onbekend. Geertien is overleden in Ontswedde op 18 januari 1783, waarbij een curieuze vermelding wordt gemaakt wat op de collecteschaal bij de rouwdienst was aangetroffen; 5 stuiver en 6 duiten. Het moet armoetroef zijn geweest in de familie. Na hun huwelijk op 5 april 1761 is het echtpaar in Ontswedde gaan wonen. Kennelijk kwam Geertien daar vandaan.


    Kleermaker naar een prent van Jan van Lummel

    Albert is na zijn dood teruggedragen naar zijn geboorteplaats Haren waar hij is begraven. Het moet geen frisse tocht zijn geweest voor de lijkdienaren. In die tijd was nauwelijks sprake van lijkkoeling, dus de onwelriekende geur van ontbinding zal uit de lijkkist zijn opgestegen. Geertien kreeg een graf in Ontswedde. 25 jaar na hun dood zijn pas de aktes opgemaakt, door pastor Brouwer en de schout. Dat was blijkbaar nodig omdat één van hun kinderen in het huwelijk trad.

    Lijkkoets

    Uit het huwelijk van Albert en Geertien zijn vier kinderen geboren; twee meisjes en twee jongens. Jantjen en Grietlijn zijn vroeg gestorven. Geert Alberts en Harm Alberts, die naar hun moeder zijn vernoemd, hebben de familie voortvarend uitgebreid. Bij het huwelijk van Geert en Harm gebeurt iets opmerkelijks. Ze voegen allebei de naam "Prins" toe aan hun naam. Hoe is dat zo gekomen?

    Uit documenten blijkt niets. Nicht Hennie heeft in haar enthousiasme daar een fantasievolle verklaring voor gevonden. Ze weet te vertellen dat Geert Alberts voor een Franse beambte, gezeten aan een tafeltje in het Gemeentehuis moest verschijnen en zijn naam moest opgeven voor de Burgerlijke Stand, die toen werd ingevoerd. Dat was niet alleeen nodig om orde te scheppen in de naamregisters. Maar ook werd deze registratie gebruikt om belasting te innen en de dienstplicht in te voeren. De bevolking wist daar nog niets van.

    "Vous est?" vroeg de Franse beambte aan Geert. "Wâ zeg 't ie?" vroeg Geert, die nauwelijks een "vrumde" binnen zijn dorp was tegengekomen, laat staan een taal hoorde uit een verre streek. "Der mensch vraogt naor joew naom," verduidelijkte een aangeschoven plaatselijke commies. "Wâ moe 't ie daor met ?" Geert kreeg argwaan. "Opschriev'm" antwoordde de Drentse ambtenaar koeltjes. "Wâ moe 't ie opschriev'm ?" Geert wilde het nog niet begrijpen. "Joew naom as 't u blief," kreeg hij opnieuw geduldig te horen. Geert die niet zo gevleid was van ambtelijke belangstelling en bepaald niet onder de indruk van autoriteiten was, mompelde iets van; "D'n hooge heer'n  bepaol'n toch wâ sie woll'n."


    Franse ambtenaar omstreeks 1780

    De verhandeling verliep niet bijster vlot en Geert gedroeg zich niet al te bereidwillig. In de rij stond ook zijn broer Harm de gebeurtenis te volgen. Geert draaide zich om en wendde zich tot zijn broer; "Harm, kom d'r ins bie, mien joeng, die vrumde moe wâ." Beiden stonden armoedig gekleed voor de uitbundig uitgedoste Franse ambtenaar, die het een beproeving vond uitgezonden te zijn naar dit Godvergeten oord, waar niets fatsoenlijks te eten viel, en de bevolking zich allerminst soepel of meewerkend gedroeg. De commies probeerde de situatie in goede banen te leiden, en legde aan de broers uit dat het nodig was hun naam in het register op te nemen, en dat dit voor hen ook een goede zaak zou zijn.

    "Uw naam as 't u blieft, herhaalde de commies nu dwingend. "Albert, Alberts," kreeg hij tweestemming te horen, waarmee de broers de namen van hun vader en moeder bedoelde. "Dat kan niet, geen twee dezelfde namen, dat schept verwarring," gaf de commies te verstaan. Geert kreeg een lumineus idee: "Doân mien dan maor Prins d'r bie." Geert. die lid was van de plaatselijke schutterij ter wering en bestrijding van "vrumden," had bij een schietwedstrijd drie keer achter elkaar prijs geschoten en was daardoor tot "Prins" uitgeroepen.

    Dus niet zijn statige Saksische gestalte had aanleiding gegeven tot een bijnaam. "Goed dan heet u Prins," en de plaatselijke commies noteerde keurig de naam. "En u meneer, wie bent u?" zich wendend tot Harm, waarop Harm vlot antwoordde; "Ik bien zien brur." Dan heet u ook Prins," constateerde de klerk ter secretarie. Daarmee was de zaak afgedaan.

    Volgens Hennie is toen de familie Prins ontstaan. Je zult het maar geloven.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins 
    Videoclip; Haren-Ems Martinus-Chor (4,25 min) http://youtu.be/3RseLfnt4mM

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Familieverhalen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Over mijzelf
    Ik ben Prins, Albert
    Ik ben een man en woon in Geleen (Nederland) en mijn beroep is Retired Designer.
    Ik ben geboren op 06/02/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: .

    We zijn de 17de week van 2024
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    britt
    blog.seniorennet.be/britt
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Zeeuwse verhalen van vroeger en nu
  • Schoolbank Albert Willem Prins
  • Facebook Albert Prins
  • Le Cercle Klercq
  • 1funshopping.com

  • Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Albert Prins


  • Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • E-Magazine over Lifestijl, Reizen, Culinair en Mode
  • Funtext, Papeterie, American statues
  • New York Culture

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!