Inhoud blog
  • Zeeland Strandland
  • Eerlijkheid en vlijt.......
  • De erfenis van ome Jacob
  • Fotoalbum; Paardstrandrijden
  • Moeders wil is Wet
  • Maneblussers en andere spotnamen
  • Is het Riengkrieje of toch Ringsteken ?
  • Mispoes Kaljouw
  • De schillenboer
  • Ik wil van die jongen af (1976)
  • De Zondagse Drollenvanger
  • Introductie 't clijn Paradijs
  • Ontpolderen NEE
  • Foto album Folkoredag
  • In de Zoete Inval
  • Sjeesjesrijden in Zeeland
  • Stokvis Recept
  • Koninginnedag 2011
  • Zeeuws meisje
  • Gedicht Pierre Kemp.
  • Zeeland Lenteland 2011
  • Eerste auto in de straat
  • Carnaval in Maastricht
  • Man zonder Naam
  • Hoe Prins ontstaat.
  • Zeeland Snowland 2011
  • Klercq maakt goed werk
  • Gedachte bij ouder worden
  • Nona het meisje van de kleuterschool
  • Hebben we een familiewapen?
  • De Zep-sof
  • The English Lady
    Categorieën
  • Anecdotes (2)
  • Boeken (0)
  • Columns (4)
  • Familieverhalen (6)
  • Fotoalbums (7)
  • Gedichten (2)
  • Introductie (1)
  • Jeugdverhalen (6)
  • Kunst (0)
  • Nostalgia (2)
  • Recepten (2)
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Zoeken met Google


    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Volgers - Followers;
    Netherlands --76--82
    Belgium --25--26
    France -- 1--3
    Italia -- 1--2
    U.S.A. --1--4
    Swiss -- 1--2
    U.K. -- 1--2
    Germany -- 1--4
    Spain -- 1--2
    Portugal -- 1--2
    Russia -- 1--2


    Date; 01/07-09-2011
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't clijn Paradijs
    Internet-Magazine over familie- en jeugdverhalen, columns, kunst, en cultuur.
    17-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maneblussers en andere spotnamen

    Maneblussers en andere spotnamen


    Luchtfoto Abdijcomplex van Middelburg met de Lange Jan

    Bijna elke oude stad of dorp is in het verleden wel getroffen door een onnozele anecdote waardoor de inwoners voor altijd gebrandmerkt zijn voor beschamend gedrag. De spotnaam blijft kleven tot op de dag van vandaag ook aan huidige generaties die er niets aan kunnen doen, en er beslist niets mee te maken hebben. Je zult maar als "nieuwe" Nederlander als "Flessetrekker" worden uitgescholden, wanneer je in Middelburg vertelt, dat je uit Vlissingen komt. De Turkse-Zeeuw begrijpt daar niets van. Maar als hij een beetje bij de pinken is, ketst hij meteen terug door de Middelburger in het hart te treffen door hem voor "Maneblusser" uit te schelden. Meer leed kun je niet aanrichten.

    Rood gloeiende maan

    Of opa Klercq ook tot de Maneblussers gerekend kan worden is niet zeker. Daar heeft hij zich nooit over uitgelaten. Was hij ook zo beschaamd om uitgelachen te worden? Of had die gebeurtenis lang voor zijn tijd plaats gevonden, toen men dacht dat de Lange Jan in brand stond. Middelburgers praten niet over dit voorval, ze houden het liever stil. Het zijn de buitenlui, die graag de gevoelige snaar willen raken bij de van huis uit deftige burgerij. Een gevat weerwoord hebben ze meestal niet paraat, zo serieus als Middelburgers zijn. Ze hebben de gebeurtenis verdrongen, ze weten niet eens meer wanneer de fabel is ontstaan. In archieven staat het wel te lezen.

    Misterieuze mist rond de toren

    Op een nacht was het volle maan, er hing een lage nevelige bewolking over de stad. Het was bijna windstil, de inwoners lagen al vroeg op bed. Uit de laatst nog open kroeg waar nog klandizie zat vertrok een man naar huis. In het schemerlicht keek hij onderweg op de toren hoe laat het was geworden. Tot zijn grote schrik zag hij brand in de toren. Onmiddelijk sloeg hij groot alarm. Hij maakte zoveel kabaal dat de hele buurt daar wakker van werd. De mensen vroegen zich af wat aan de hand was, de benevelde man wees naar de toren. Ze zagen toen ook dat de Lange Jan in brand stond. Brand in de toren !! Achter de vensters gloeide vuur. In geen mum van tijd was de hele stad in rep en roer, de noodklok werd onmiddelijk geluid.

    Brand in de toren !! ??

    Het stadsbestuur, de burgemeester op kop, snelde naar de plaats des onheil en begon in ijltempo de blussingswerken te organiseren. Langs de torentrap gingen emmers water als een ketting van hand tot hand omhoog, maar nog voordat de top werd bereikt schoof de maan door de nevel en moesten de moedige Middelburgers toegeven dat slechts een rossige nevelgloed door de ramen had geschenen. Beschaamd van zoveel onbenul togen de mensen huiswaarts en probeerden het voorval stil te houden. Maar net zoals dat met roddels gaat, ook deze gebeurtenis blijft hardnekkig de ronde doen. Eén troost zij u gegund; gij Middelburgers. Ook Mechelaren worden voor hetzelfde feit als Maneblussers uitgescholden. 

    Sint Rombouts kathedraal van Mechelen

    Want in de ijskoude nacht van 27 op 28 januari 1687 gebeurde in Mechelen een gelijk voorval. De trotse Sint Romboutstoren was omgeven door een zware lage mist terwijl de maan de toren bescheen met een rode gloed, veroorzaakt door de reflectie van krachtig zonlicht. In 1722 waren de Tienenaren aan de beurt. Maar het kan nog straffer. In Diest waren de inwoners zelfs bereid de zon te blussen, die haar stralen bloedrood door de vensters liet schijnen, dat in 1728 tot grote consternatie had geleid. En of niemand had geleerd van bijzondere natuurver-schijnselen gebeurde rond 1850 in Edegem opnieuw een poging de zon te blussen, waarvoor het hele brandweercorps uitrukte. Afrijders en zonneblussers wonen daar. 

    Spotprent van de Mechelse Maneblussers

    © 2011 Albert Prins

    Servicepoint:
    Maneblusssers van Mechelen, zie http://www.sintromboutstoren.be/maneblussers.php
    Videoclip; Carillon Lange Jan Middelburg (3,45 min) http://youtu.be/yOxVJSeNrDU
    Videoclip; Overview Middelburg from Lange jan (3,58 min) http://youtu.be/PBFWqMRl6sY

    17-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Anecdotes
    >> Reageer (0)
    16-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is het Riengkrieje of toch Ringsteken ?

    Is het Riengkrieje of toch Ringsteken ? (1956)

    "Riengkrieje" in het Zeeuws, betekent voor de goede verstaander in het Nederlands "Ringrijden." Voor de Zeeuwen is het een onverwoestbare traditie dat ver teruggaat in de geschiedenis. Aanvankelijk een sport die in de Middeleeuwen door de adel werd beoefend. Strijdbare nobele jongelingen traden met hun paard in een tournooi aan om een trofee in de wacht te slepen. Een jonkvrouw stelde haar ring ter beschikking, dat aan een koord werd opgehangen en vervolgens met een lans moest worden losgestoken. Dit gebeurde in galop op een ongezadeld paard.
    Degene die deze kunst tot driemaal toe met succes behaalde, werd door zijn mededingers eerst gejonasd en daarna naar de jonkvrouwe begeleid. In deemoed moest hij voor haar knielen, daarna kreeg de winnaar de trofee in ontvangst. De hoogst haalbare beloning was toch wel de omhelsing met kus van de edele jonge vrouw. 


    Het oude ridderspel bij het hof van St. Joris in Middelburg

    In de 17de eeuw is het tournooispel een volkssport geworden, onder jonge boerenzonen. In de laatste eeuw zelfs een serieuze sport, waar regels aan verbonden zijn. Zo is het verplicht dat bij officiële wedstrijden, de deelnemers in het wit zijn gekleed. Van witte pet tot witte sokken en witte schoenen, een oranje sjerp rechts over de schouder gehangen, en het groene ZRV embleem links op het hemd genaaid. Het paard moet versierd zijn op de manen en staart, met prachtig gevlochten creaties steken de rijders elkaar de loef af. Het paard moet volgens traditie nog steeds ongezadeld worden bereden. 

    Ringrijden op het Abdijplein in Middelburg, een prachtige entourage

    Bij demonstraties en feestelijkheden is het verplicht in Zeeuws costuum aan te treden. Dat geldt ook voor vrouwen, die de laatste jaren zijn toegelaten tot de wedstrijden. Ze zijn inmiddels een geduchte concurrent voor de mannen.
    Vrouwen trekken ook wel het Zeeuws mannencostuum aan, omdat het beter zit bij het paardrijden, dan de veelvoud aan rokken dat bij de streekklederdracht hoort. Maar zo zijn er natuurlijk weer uitzonderingen. Er zijn dames bij die uit overtuiging geen concessie willen doen. Wel rokken dragen, maar de overmuts thuis laten. De Zuid-Bevelandse schelpmuts vangt nogal veel wind in galop, dus niet zo geschikt voor het paardrijden.


    Voor taalpuristen blijft de term "Ringrijden" een moeilijk te verteren begrip. Je rijdt weleenswaar op een paard, maar je steekt de ring af bij het ringpoortje. Dus taalkundig zijn die het er overeens dat hier sprake is van "Ringsteken." De volkstaal is hardnekkiger in het gebruik. Wij Middelburgers blijven kijken naar "t Riengkrieje," in onze onschuld zien we daar geen verschil in.
    Laat deze puriteinen zich maar eens druk maken over het massale misbruik van de meervoud "s." Want ik vind het hebben van gedachtes een verfoeilijke manier van denken. Laat staan dat je beloftes doet, die je niet nakomt. De voors en tegens van deze opvatting zal nog lang beroering geven.


    Overleg wie gejonasd moet worden

    Oôme Piet en Gommert de Visser, zonen van tante Leintje, van de Grôôte Abêêle, deden ook mee met het Riengkrieje op het Molenwater. Onder de bomen stonden de paarden, koel in de schaduw, op hun beurt te wachten. Ik vond het, als kind van een jaar of tien, machtig, indrukwekkende paarden. Die enorme Zeeuwse trekpaarden, stevig op de benen, zwaar behaard aan de sokken, de dikke billen continue in de trilstand, zodat vliegen geen kans kregen voor een trippelrondje over hun lijf. 

    De winnaar wordt gejonasd naar oud gebruik

    Goeiïg uitziende paarden waren dat, de gemoedelijkheid straalde van hun fors hoofd. Je kon aan hun ogen zien dat ze genoten van een dagje ontspanning. Ze stonden elkaar duidelijk te begluren. Het leek er op dat ze elkaar jaloers taxeerden zo van; ik ben mooier versierd dan jij. Wat wel te begrijpen was, want het ene paard was nog fraaier gevlochten op de manen dan de andere. De staart opgebonden tot een feestelijk knotje, met veelkleurige crêpe-papieren bloemetjes ingestoken, net als bij de manen. Daar moet een paard toch wel van genieten, want volgens mij heeft een paard bewustzijn. Het wil op z'n tijd ook klasse uitstralen.

    Irina de Visser in concentratie

    Aan de rand van de ringbaan moest ik me tussen de mensenmenigte heenwurmen, er was veel volk op komen dagen, die dit spektakel niet wilde missen. "Wâ'  moe' jie 'ier?" vroeg een mevrouw kribbig, die ik een beetje onbeleefd opzij wilde duwen. "Oôme Gommert komt 'ier zôô m'têên langs, dâ' wil 'k zien." Ze begreep het. "Kom dan maor 'ier staon, dan zie je 't beter." Nu stond ik helemaal vooraan in de rij langs de piketpalen met touw bespannen aan de zandige ringbaan, vlak bij het ringpoortje, waar de spanning het hoogst was.

    Irina de Visser in volle actie, haalt ze het ??

    In de verte hoorde ik gehinnik onder een aanzwellend geluid. Daar kwam een enorm knol in vol galop aangestormd, het zand spatte alle kanten op. Een denderend geluid alsof een tank in aantocht was. Ik voelde de grond onder mijn voeten trillen. Wat een machtig gezicht, wat een formidale kracht kwam hier aangestoven, een niet te stuiten massief geweld. De ruiter in volle concentratie, met één oog gericht op het kleine ringetje dat hij moet afsteken.

    Zuid-Bevelandse amazones zonder overmuts

    Het paard voelt hoe belangrijk hij is, dat kan je wel zien aan zijn hoofd. De stemming zit er bij hem ook goed in, hij gunt zijn baasje alle geluk. Maar helaas..., de ruiter mist op een haar na de ring. Het paard is ook teleurgesteld, het schudt met zijn hoofd, zo van; "Hè..., wat jammer nou, de volgende keer beter." Stapvoets met het hoofd naar beneden, keert het paard terug naar de verzamelplaats, voor de volgende poging.


    Nu is ôôme Gommert aan de beurt. Ook hij komt in vol galop aangestormd, weer spat het zand alle kanten op, weer zie ik de enorme kracht dat een Zeeuws paard in korte aanloop kan ontwikkelen, wat je niet zou verwachten van een paard dat niet gewend is hard te lopen. Gommert is nu vlakbij het ringpoortje, hij richt, hij mikt, zijn ene oog dichtgeknepen. En.....het is raaáák!! Gommert heeft de ring afgestoken. Hij laat het akelig kleine dingetje van de lans afglijden, een loopjongen raapt het op en brengt het terug naar de ringopsteker.


    "Oôme Gommert, ôôme Gommert, 't is gelukt hé...!" Ik ren naar hem toe en wil hem feliciteren. Gommert kijkt vanaf zijn paard op me neer; "Wie bin jie eigelik?" vraagt hij ongeinteresseerd. "k Bin Appie van tante Corrie." vertel ik vrolijk. "Ken ik nie!" zegt Gommert kortaf, nog in trans van zijn concentratie. "Je weet wel, tante Corrie, van de Vlasmarkt, van Klercq, van tante Leintje van opoe Klercq!" haspel ik vluchtig alle informatie door elkaar, in de hoop dat hij iets van de situatie begrijpt. "Oh...die! Maor joe ken ik nie." Wat jammer nou, dat ome Gommert me niet kent, misschien kent ome Piet me wel, dus probeer ik er achter te komen waar die is. "Is ôôme Piet d'r ook?" vraag ik dan naar de bekende weg. "Piet staet daer, maer die zâ' joe ook wel nie' kenne." Gommert draait zijn paard om en loopt van me weg. Teleurgesteld druip ik af, ik heb hier niets meer te zoeken.

    © 2011 Albert Prins

    Servicepoint:
    Geschiedenis van het Belgisch-Zeeuws Trekpaard, zie; http://www.trekpaard.eu
    Waar kunt u Ringrijden zien? zie; http://www.ringrijden.nl
    Videoclip; Zeeuws trekpaard, Omroep Zeeland (11.54 min) http://youtu.be/QD4Y32GP_Yo
    Videoclip; Blanche Willem Vermanderen Vlaams Peird (4.58 min) http://youtu.be/oAb-ZB8a6qg

    16-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Familieverhalen
    >> Reageer (0)
    15-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mispoes Kaljouw

    Mispoes Kaljouw op d'n Grôôte Abêêle (1958)

    Dat van rommel nog meer ellende komt, had Kaljouw op twee vingers kunnen natellen. Maar eigenzinnig als hij was trok hij zich niets aan van goede raad. Arjaan, zijn buurman, had hem al vaker gezegd; "Kaljouw, daar komen ratten van." Kaljouw trok zijn schouders op, zo van; "En..., wat zou dat dan?" Arjaan had hem uitgelegd; "Nou..., als je er twee hebt, dan heb je binnen de kortste keren er ook wel vijf-en-twintig, en misschien nog wel meer ook. Met al die hopen troep om je huis en sloten hier in de buurt, kun je er op wachten dat ze komen. In die bergen rotzooi van jouw kunnen ze prachtig nesten maken."


    Kaljouw keerde zich om en liep zwijgend zijn huis binnen, nog net met een gebaar naar zijn hoofd van "Die Arjaan is gek." Hier zal dan ook wel de oorzaak hebben gelegen dat het tussen de familie de Visser en Kaljouw, op d'n Grôôte Abêêle, het niet al te best boterde.

    Naast het verzamelen van ouwe rommel, wat hij opspaarde tot de handelsprijs hoog genoeg was om het van de hand te doen, deed Kaljouw er nog een handeltje bij. Alleen met de verkoop van lompen en metalen kon hij zijn groot gezin niet onderhouden. In een tijd van armoe moet je wel iets verzinnen om het hoofd boven water te houden. Voor de oorlog was hij er al mee begonnen; Het slachten van geiten en konijnen.



    Geiten waren als de koeien voor de kleine man. Op het platteland had iedere arbeider wel één of twee geiten in het schuurtje staan, die voornamelijk voor de melk werden gehouden. Als ze oud, of ziekelijk waren, dan werden ze geslacht. Het vlees vond men wel wat wrang en sterk van smaak. Maar goed, er kwam vlees op het bord. Door steeds nieuwe geitjes te kweken bleef de veestapel op peil, werd er groter van, of zelfs te groot. Want ook toen ontstond overschot aan groente, vlees en fruit, dat uit de handel genomen moest worden. Door het met petroleum te overgieten en begraven bleef het aanbod en daardoor ook de prijs op gunstig niveau.


    Pasgeboren bokjes waren evenmin een lang leven gegund. Ze gaven geen melk, hun waarde was daardoor gering. Dus na een paar weken, wanneer er een beetje vlees op de botten zat, werden de arme beestjes geslacht. Hun velletje bracht tenminste nog iets op. Bij opoe en opa Klercq in Middelburg kwam zodoende af en toe een smakelijk bokje op tafel. Daar zorgde tante Leintje voor, de vrouw van Arjaan. Tante Leintje was de zuster van opoe Klercq, de enige echte boerin in de familie.


    In de tijd van voedseloverschot bleef Kaljouw toch geitjes en konijnen slachten. Hij sjoemelde een beetje met de regels, wat toch niet onopgemerkt bleef. In zijn schuurtje hingen honderden konijnen- en geitjevelletjes te drogen, waarvan hij verwachtte dat daaraan te verdienen viel. Regels zijn er om na te leven, ook al kun je daar creatief mee omgaan. De diender van de wet denkt daar anders over. De plaatselijke koddebeier kreeg er lucht van dat Kaljouw toch geitjes slachtte terwijl dat niet meer mocht.


    Poesje, de koddige bijnaam van deze overijverige diender, probeerde alles in het werk te stellen Kaljouw te betrappen op een overtreding. Wat hij ook bedacht, welke slimme truc hij ook uithaalde; van het afluisteren, het natrekken van roddels, zelfs op slinkse wijze de kinderen van Kaljouw te ondervragen, die natuurlijk liever hun tong afbeten, dan hun vader te verraden, Poesje kreeg geen vinger noch duim achter enig bewijs. Zelfs op de loer liggen in de struiken, in de hoop Kaljouw op heterdaad te betrappen, de veldwachter werd niet beloond. Nat en stijf van de kou moest hij zich onverrichter zaken terugtrekken.


    Op een dag kon Poesje het niet langer uithouden, hij moest en zou Kaljouw spreken. Onverwacht stond Poesje bij Kaljouw op de stoep; "Waor zien al joew geitjes gebleve, Kaljouw?" vroeg hij met afgemeten, ja bijna overslaande stem. "Gistere zag ik er nog zeuven!" Waarop Kaljouw meteen gevat antwoordde; "Die zien allemaol opgegete deur d'n grôôte bôôze wolluuf, Goeie dag Poesje." Kaljouw smeet pardoes de deur voor de neus van de agent dicht. Poesje kon niets anders doen dan teleurgesteld afdruipen.



    Wat Arjaan voorspelde kwam uit. Op een gegeven moment verging het van de ratten bij Kaljouw, ook Arjaan kreeg er last van. Kaljouw zag ze voorbij schieten in de schuur bij zijn paard Marie. Hij zag ze langs de gevels rennen en zijn achterpaadje oversteken. Onder de stapels afgedankte ledikanten, oud ijzer en balen geperst oudpapier moesten nesten zitten beweerde hij. Het begon Kaljouw op den duur ook flink op de zenuwen te werken.


    Het rattengif dat hij her en der had gestrooid, lustte die beesten niet. Slim als ratten zijn wisten ze allang wat daar het gevolg van is. Met buikpijn wegteren hadden ze uit ervaring bij familieleden gezien. De rattenvallen bleven ook leeg, soms was het lookaas verdwenen en vroeg Kaljouw zich af hoe dat in hemelsnaam mogelijk kon zijn. Kaljouw wist dat er maar één doeltreffende methode bestaat om voorgoed van dat ongedierte af te komen. Het was dan wel nodig één rakker te pakken te krijgen. "As je maor geduld 'ebt, dan krieg je d'r altied êên te pakke," voorspelde hij.



    Zijn voorspelling kwam uit. Op een dag zat inderdaad een grote bruine rat gevangen in de val. Angstig en schuw probeerde het beest in alle macht uit het kooitje te ontsnappen, wat natuurlijk vergeefse moeite was. De rattenval werd midden op het straatje achter het huis gezet. Kaljouw pakte een bus petroleum, een bundel stro, goot vervolgens een paar keer een flinke scheut brandstof over de rat. Stopte snel de bundel stro tussen de tralies en stak de boel in de fik.


    Als de hel brandde het zaakje. Nog nooit heb ik een beest zo in doodsnood horen kermen, schreeuwen, tot krijsen toe. Het gegil ging door merg en been. De doodstrijd klonk tot ver in de omtrek. Het dierenleed moet zeker een kwartier hebben geduurd. Uit alle hoeken en gaten kwamen de ratten tevoorschijn. In een grote kolonie rende ze voor hun leven. Ver weg van dit verschrikkelijke oord. Daarna heeft Kaljouw nooit meer last gehad van ratten.

    © 2011 Albert Prins

    Opmerking; Personen op foto's hebben geen verband met dit verhaal

    15-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Familieverhalen
    >> Reageer (0)
    12-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De schillenboer

    De schillenboer 1956

    Het beroep van schillenboer komt niet meer voor, hij is uit het straatbeeld verdwenen. De man met paard en wagen die groenteafval, oud brood en schillen kwam ophalen. Twee keer in de week maakte deze man een route door onze straat. Met een flinke ratel kondigde hij zijn komst aan. Het lawaaierige ding hoorde je al een straat eerder, zodat mijn moeder het afval alvast kon klaar zetten.

    Foto Jeanne Alberts van een andere schillenboer (Serie Oude beroepen)
     
    Onze schillenboer was geen man die je op de koffie zou vragen, daarom mocht hij bij ons niet door het huis lopen. Achterom het huis werd hij gedirigeerd voor het ophalen van de schillen. Hij was een uitgesproken onappetijtelijke man, hij zag er slecht verzorgd uit. Volgens mij waste hij zich maar één keer in de week, want hij stonk wel een uur tegen de wind in. Waarschijnlijk kwam dat door het afval waar hij mee omging.

    Zijn paard was van dito kwaliteit, een smerig uitziend paard dat zelden gerost werd, wat je aan zijn vacht goed kon zien. Maar daar kon het paard natuurlijk niets aan doen. Het ging zich naar zijn toestand gedragen. Moedeloos sjokte het voort, zijn hoofd in treurnis neerhangend, een vieze stinkende kar met zich meezeulend. Ook een paard heeft bewustzijn, het wil ook graag een stapje hoger staan op de paarden maatschappijladder. Klasse uitstralen is ook een paardenwens.

    Foto Jeanne Alberts (Serie Oude beroepen)

    Zijn zoon, die er naverwant uitzag hielp zijn vader een handje mee. Hij had het slecht gedaan op school, wist mijn vader te vertellen. "En..., als jij op school niet je best doet, dan wordt je net zó," waarschuwde mijn vader. Een beter voorbeeld kon ik niet krijgen om niet zo terecht te komen. Ik ging vanzelf beter mijn best doen op school.
    Al werd op de man en zijn zoon neergekeken, ze verdienden hun brood op eerzame wijze. Hun functie was niet te onderschatten. Want waar moest anders het afval blijven? Rottend in de achtertuin, met gevolg dat horden ongedierte er op afkomen? Het groente- en fruitafval diende als veevoer, dat de man doorverkocht aan boeren in de omgeving. Voor het ophalen betaalde hij niets. De huisvrouw kon blij zijn dat ze van de troep verlost was. De winst zat voor hem in de verkoop, wat geen vetpot bleek te zijn, omdat de boer er zo min mogelijk voor wilde betalen.


    Foto Jeanne Alberts (Serie Oude beroepen)

    "Kssst....ik zal je pakke...!"
    Om de andere week kwam de man terug. Nu lag een grote watertank op de kar. Opnieuw trok hij de aandacht met zijn ratel, nu voor een heel andere dienst die hij leverde. namelijk het schoonmaken van vuilnisbakken. De verzinkte vuilnisemmers, uitgedeeld door de Gemeente, laaiden aan de binnenkant aan met aangekoekte etensresten. Voor huisvrouwen niet bepaald een reden om enthousiast de vuiligheid weg te poetsen. Dat karweitje gaven ze graag uit handen. Met gerust hart kon je dit werkje aan deze man toevertrouwen. Voor één gulden schrobde hij de vuilnisbak van binnen en aan de buitenkant vakkundig schoon. Het vuile water spoelde hij weg in de straatgoot.

    Omroeper met een ratelaar (Serie Oude beroepen)

    Schelden kon de man als geen ander, met het grootste gemak lagen de grofste vloeken bij hem voor in de mond. Hij was werkelijk een eigenaardige zonderlinge man, geplaagd door de last van een handicap. Zijn sociaal gedrag leed daar zwaar onder, wat hem niet vriendelijk maakte. Dat ontging de kinderen uit de buurt uiteraard niet. Een deel van de buurtjeugd voelden feilloos aan waar de zwakte van de man lag, waardoor ze hem gingen pesten.
    De ene keer trok hij zich daar niets van aan, de andere keer kon hij het spelletje niet verdragen. Op z'n minst kregen de opgeschoten jongens en meiden een flinke sneer, een ferme fluim pruimtabak, of in een ander geval een straal vies water uit zijn schrobborstel toegesmeten.


    De verzinkte vuilnisbak van vroeger

    Tot hij het geen spelletje meer vond. Aan zijn klanten vroeg hij de kinderen voortaan  in toom te houden, anders zou hij ze grijpen en ze een pak rammel verkopen. Het hielp niet. De jongelui, en juist de meiden, vonden dit een nog leuker spelletje. Net zolang uitdagen dat de man je zou grijpen en dan snel gillend wegrennen. Hij kon je toch nooit pakken, door zijn gebrek kon hij niet hard rennen. Ik pestte nooit mee. Niet dat ik me daar nooit schuldig aan heb gemaakt, dat nu ook weer niet. Zo' n heilig boontje ben ik ook niet geweest. De man straalde tragedie uit, daarom vond ik het pesten ongepast. Er was iets aan die man waardoor ik heb bijzonder vond.  

    Hier smult elk varken van

    De man moet iets hebben meegemaakt waardoor hij altijd kwaad was. Ik heb hem nooit een aardige praatje zien maken met mijn moeder of de buurvrouw. Vanwaar toch die enorme boosheid? Waarom zo onaanspreekbaar? Zou hij misschien in de oorlog een zwaar ongeluk hebben gekregen? Weggevoerd naar Duitsland, opgesloten in een concentratiekamp, of te werk zijn gesteld in een fabriek waar hij een mank been aan over heeft gehouden? Het is hem nooit gevraagd, waarschijnlijk zou hij dan gezegd hebben; "Waar bemoei je, je mee!" Het was wel de reden waarom deze norse man zijn linkerbeen met moeite meesleepte. Dagelijks moet hij helse pijn hebben gevoeld. 

    Varken met een fijne neus en slimme ogen

    Kon hij dan niet van een uitkering of de bijstand leven? In de jaren '50 bestonden die voorzieningen bijna niet. "Ga maar werken, je mankeert toch niks aan je handen. Werken is goed voor je, dan voel je geen pijn. Het gaat vanzelf wel over!" Zal hij te horen hebben gekregen van een ongevoelige ambtenaar. De man had daardoor geen keuze, dan van een karig handeltje te leven. Dagelijks door weer en wind hard werken, een stijf mank been meezeulend.

    © 2011 Albert Prins


    Opmerking: Personen op foto's hebben geen verband met dit verhaal.
    Videoclip; Belgium Powerhorse Pajottenland 2008, http://youtu.be/lY57NRC0oGl
    Photoclip; De Schilleboer 1934 (4,20 min) http://youtu.be/UADIk_-qioU

    12-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:Nostalgia
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik wil van die jongen af (1976)

    Ik wil van die jongen af !!

    Bakvis is de benaming voor een meisje van een jaar of veertien tot zeventien. Vroeger hoorde je die licht spottende aanduiding geregeld. Bijvoorbeeld in de tijd van het meisjeskoor Sweet Sixteen, dat over Peter zong. De jongen in de klas, waar ieder meisje zo verliefd op was. Je zult die bijnaam nog zelden horen, of bij een oma moeten verre jeugdherinnenring naar boven komen.


    De bijnaam is afkomstig uit de visserij. De gevangen te kleine vis werd in een bak gedaan, om kort daarna overboord gezet te worden. De kleine vis moest nog groeien. En zo gaat dat met kleine meisjes ook. Ze moeten nog groeien, ervaringen opdoen, op hun snuitje vallen, blasé hun neusje poederen, opnieuw de zoete smaak van liefde proeven.
    Tegenwoordig heet zo'n meisje een tiener, een puber, of misschien wel heel ordinair een chick. In ieder geval valt elk bakvisje in dezelfde fuik van kalverliefde. Het onweerstaanbare gevoel dat opkomt bij de eerste verliefdheid. Met geen gezond verstand valt hier tegen te vechten.



    Ziek kun je ervan worden. Niet ernstig, maar toch. Het beïnvloed je hele bestaan. Geen dag, geen uur gaat voorbij of je moet wel denken aan die leuke knul met zijn kroezige haardos op zijn stoere opgepimpte brommer. Of dat lieve verlegen meisje met haar aparte oogopslag, het haar zo kittig opgestoken. Waarom ben je eigenlijk verliefd? Je weet het nooit percies. En toch! Het eten smaakt niet meer. Je buik rammelt wel, maar voor een heel andere reden. Vlinders in de buik, daar heb je last van. Het liefst wil je wegdromen.

    Valt er aan te ontkomen...?......Nee......!    Gaat het over......?.......Ja.......!



    Ik loop langs het Lammerensteegje in Middelburg en zie in de schaduw van het middeleeuwse poortje een jongen met een meisje staan. Ze zijn niet veel ouder dan een jaar of vijftien- zestien, schat ik zo in. Hij heeft zijn brommer tegen de muur gestald. De intimiteit die ze zoeken is niet geslaagd. Ze staan als versteend "en public" te kijk. De jongen omklemt zijn vriendinnetje stevig in zijn armen. Hij kijkt triest en tegelijk verwachtingsvol naar zijn meisje. Zij kijkt benepen langs hem heen, telkens ontwijkt ze zijn blikken. Ze zeggen niets.


    Zichtbaar hoopt de jongen op een goede afloop. Maar het schijnt er niet van te komen. Blijkbaar kan hij geen woorden vinden. Het meisje doet er ook geen poging toe. Hebben ze ruzie gehad? Of is het uit met de liefde?

    De houding van het meisje is overduidelijk. Op haar gezicht staat levensgroot te lezen; "Laat me los, laat me gaan! Ik kom niet van die jongen af. Hij begrijpt me niet. Ik zit vast......Ik ben gevangen......Ik moet niets meer van hem hebben.....Ik wil weg!!

    De jongen wacht tegen beter weten in op beantwoording van zijn gevoelens. Hij wil haar niet kwijt. Hij verlangt naar haar. "Begrijpt ze dan niet dat ik van haar hou.....? Dat ik lief voor haar wil zijn....? Waarom is het afgelopen....? Waarom wil ze me niet begrijpen....? Waarom krijg ik geen antwoord.....??



    Er komt geen schot in de situatie. Allebei weten ze geen oplossing te geven aan hun probleem. Hier kan niemand raad bieden. De pijn moeten ze zelf dragen. Ik loop door en laat het kleine drama voor wat het is. Eeuwenlang heeft zich dit hier voorgedaan. Nu is dat niet anders.

    ©2011 Albert Prins

    Opmerking; Personen op foto's hebben geen verband met dit onderwerp
    Musicclip; Meisjeskoor Sweet Sixteen (2.43) http://youtu.be/FEkk8HXoWIM

    12-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (0)
    11-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Zondagse Drollenvanger

    De Zondagse Drollenvanger (1955)

    Vroeger heb ik de zondag altijd als de meest nare dag van de week gevonden. Niet zozeer dat we die dag niet buiten mochten spelen, of dat we ons "netjes" moesten gedragen. Die dag had ook het voordeel dat we konden uitslapen, wat voor mij een zegen betekende, omdat het bed voor mij de meest rustgevende plek in huis is, tot op de dag van vandaag. Nergens kun je zo heerlijk dwalen in je gedachten als hier. Met de dekens over je kop het vervolg van je droom beleven. Wat mij best wel lukt. Zelfs in kleur. De periode van zwart-wit dromen ben ik als volleerde dromer allang ontstegen.


    Waar denkt Kuifje aan? Bobby weet het!

    Het drama op die zondagen zat 'm in de kleding en voornamelijk in de zogenaamde "nette" kleding, waarvan de plusfour mij de meeste ellende bezorgde. De bekende driekwart broek die ergens onder de knie als een lange pofbroek ophoudt te bestaan. Hoog modern in de jaren '50, en overgewaaid uit Engeland doordat de Engelse koning Edward VII er furore meemaakte tijdens een diplomatieke missie naar Amerika, eind 19de eeuw. Eigenlijk een broek voor de golfsport bedoeld, maar voor jongens in de overgangsfase van korte broek naar pantalon, het ideale kledingstuk om er als jonge jongen er pront bij te lopen.

    King Edward VII in Plusfour

    Uit noodzakelijke zuinigheid had mijn moeder een lap stof gekocht op de markt, waarvan ze naar een patroon uit de Marion in al haar ijver een plusfourbroek had gemaakt. Dat ik eerst keer op keer moest passen of de maat en snit wel in orde waren. Ze was trots op het resultaat. Het lag niet aan het model, het lag ook niet de kleermakerskunst van mijn moeder. Het was de stofkeuze dat het euvel was van alle ellende. Geen zuivere scheerwol, maar een goedkoop lapje namaakwol bleek de oorzaak. Deze nepstof kriebelde en prikte aan mijn benen tot aan het kruis. Ik kon er geen moment van stilzitten. Nog erger was, dat ik wist dat mijn vriendjes mij nu zouden uitschelden voor mijn "drollenvanger." Die hoefden er 's zondags niet zo bij te lopen. Helaas, geen kind groeit op zonder trauma.

    Luisteren naar de radio deed je vroeger zo.

    Dit gaf mij ook alle reden om de gang naar de kerk zolang mogelijk uit te stellen. Het vooruitzicht dat ik urenlang in de harde kerkbank ook onrustig zou zitten schuifelen, en waarschijnlijk de rest van de dag met schrale plekken op de dijbenen moest rondlopen, deed me allerlei uitvluchten bedenken. Acuut kreeg ik buikpijn rond de tijd dat we ons moesten opmaken voor de kerk. Ik kon de aandoening zo natuurgetrouw oproepen, dat ik daardoor thuis mocht blijven. Mijn moeder, die maagpatiënt was, had alle compassie voor mijn kwaal, ze voelde met me mee in het lijden. Toen ik de truc goed onder de knie had, heb ik daar meermalen succes mee geoogst.


    Een andere reden van triviale aard was, dat rond dit tijdstip de avonturenhoorspelen van de KRO op de radio begonnen. Juist rond twee uur wanneer ik in de kerk zou zitten. Waarom kon die katholieke radio geen rekening houden met protestantse luisteraartjes? Want die hoorspelen wilde ik als het even kon niet missen, ook omdat telkens een vervolg kwam op de voorafgaande aflevering. En slim als kinderen kunnen zijn, ik bedacht een list.

    Waar de Plusfour echt thuis hoort

    "Gaat het al een beetje,....Appie?" vroeg mijn moeder bezorgd, die meteen klaar stond met een beker warme anijsmelk. "Nou....?....Nog niet helemaal," antwoordde ik met een benepen stemmetje, waarop ik plotseling weer "krampen" voelde opkomen en met veel gekreun demonstratief het toilet opzocht. "t Is toch wat met die jongen," zei mijn moeder verontrust tegen mijn vader. "Die jongen mankeert niks, die bedenkt smoezen. De volgende keer gaat hij gewoon mee naar de kerk!" Mijn vader doorzag mijn acteertalent, dat ik toch niet tot in de perfectie beheerste.


    © 2011 Albert Prins

    11-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Introductie 't clijn Paradijs

    Introductie weblog 't clijn Paradijs


    Geboren in Middelburg, een stad met een rijke historie, en nog wel in een huis met de lieflijke naam 't clijn Paradijs, heb ik een fantasievolle jeugd beleefd waarover ik graag in korte verhalen amusante maar ook ontroerende gebeurtenissen wil vertellen.

    Overgrootouders Cornelis Klercq-Pieternella Bruijns

    De geschiedenis van mijn grootouders gaat tot ver terug in het verleden. De familie Klercq is sedert 1680 afkomstig uit Westelijk Noord-Brabant, in tegenstelling wat men graag wil geloven van Franse herkomst te zijn. Helaas het is niet anders. Het verleden van mijn opoe's familie ligt omstreeks 1586 in het Land van Saeftinghe, waar ene Adriaen Joos als oudste voorvader bekend is geworden.
    Mijn vaders familie heeft een grote verspreiding in het Drentse land, maar zijn voorvader is van Duitse oorsprong. De naam Prins is zelfs bedacht door één van zijn zonen, want oer-opa "Prins" heette namelijk Albert Geert Wessels en hij kwam uit Haren in het Emsland, even over de grens bij Emmen. Hoe dat zo gekomen is staat verderop in deze weblog te lezen.

    Stambomen van de familie Klercq treft u aan op een andere weblog, namelijk Le Cercle Klercq. Hiervoor is een link aangelegd rechts bij de Favorieten. Op die site staan ook veel verhalen met foto's over het ontstaan en gebeurtenissen die de familie hebben beroerd. Die stamboom is in delen gepubliceerd, omdat een compleet overzicht zo groot is dat het niet meer is te overzien.

    De Vlasmarkt in Middelburg

    Als betrokken oud-Middelburger, want ik ben nu woonachtig in het gemoedelijke Zuid-Limburg, zal ik zo nu en dan een column schrijven over ontwikkelingen in mijn geboortestad. Verder zal ik u onderhouden met anecdotes, verhalen over stadsfiguren, tijdsbeelden uit de jeugd van mijn ouders, mijn jeugdherinneringen, historische gebeurtenissen. Af en toe amuseer ik u met fotoalbums over indrukwekkende luchten, landschappen, prachtige streekdrachten of historische steden en dorpen in Zeeland. Over het beroep van mijn opa Theeuwes Klercq, die mandenmaker was in Middelburg, valt ook heel wat te vertellen. Maar er kan ook zomaar een ander verhaaltje tussendoor glippen. 

    Mijn portret in Frankrijk op werkbezoek

    Om mijn weblog nog attractiever te maken voeg ik een Servicepoint toe. Dit zijn directe links naar een andere site dat betrekking heeft op het onderwerp. U kunt daarmee overal in de wereld aansluiting vinden met wat aardig is om te zien.

    U bent welkom op mijn weblog, ik wens u veel lees- en kijkplezier.

    11-08-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Introductie
    >> Reageer (3)
    20-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontpolderen NEE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    20-06-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (0)
    19-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto album Folkoredag

    Foto album Folkoredag Zeeland


    Sehen Sie fúr weitere informationen, die site "Ons Boerengoed" (In Deutsch)


    Foto's zijn afkomstig van de website : Ons Boeregoed 
    Bekijk deze site van een enthousiaste en actieve Zeeuwse streekcostuumgroep
    http://www.ons-boeregoed.nl


    For more information see, site; "Ons Boerengoed" (In English)

    Voir pour information additionèl, site "Ons Boerengoed" (text a Francais)

    Kinder streekdracht van Walcheren, Zuid- en Noord Beveland


    Foto's zijn afkomstig van de website : Ons Boeregoed 
    Bekijk deze site van een enthousiaste en actieve Zeeuwse streekcostuumgroep
    http://www.ons-boeregoed.nl

    19-06-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Fotoalbums
    >> Reageer (0)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de Zoete Inval

    In de Zoete Inval

    Ouderwetse snoepjes of gebak zijn soms uit toevalligheid geboren, de eigenaardige naam kan daarom weleens op de lachspieren werken. Want wat te denken van een "gevulde Heer?" Als je zo'n koek in Middelburg bestelt zal daar niemand van opkijken, maar diezelfde bestelling zal in Amsterdam of Den Haag wel de wenkbrauwen doen fronsen. De ietwat bollende koek met een dunne lichte spijslaag, bestreken met een glanzend laagje, doet toch zeker niet denken aan een heer, tenzij de halve amandel een navelpuntje moet voorstellen. Een normaal mens krijgt daar vast geen erotische opwinding van. Dus..., wel een beetje raar, die naam.

    Nee..., dan die boerin in Middelburg die bij een piepjonge winkeljuffrouw cadetjes bestelde. Het meisje begreep in haar jeugdige onschuld werkelijk niet waar de mevrouw het over had. De fors uitgevallen boerin kreeg het licht bij het winkelmeisje niet branden, tot ze op haar kont sloeg en zei; 'k Moe vuuf cadette 'ebben, geliek an mien konte." Waarop het meisje gevat, maar ook wel een beetje brutaal, antwoordde; "Mevrouw zo groot bakken we ze niet."   


    De Lange Jan van Middelburg, of zoals de Engelsen zeggen; Tall John.

    Bakker Hagdorn uit Arnhem bedacht in 1829 een nieuw koekje. Zijn ovale hardgebakken koekjes van bladerdeeg bestrooide hij rijkelijk met suiker. Waar hij op dat moment aan dacht weten we niet, misschien keek hij uit het raam en zag een lieftallig Arnhems meisje voorbij gaan, waarmee hij in een flits de naam voor zijn baksel had gevonden. Voortaan heette zijn koekjes; Arnhemse meisjes.

    Deze "Arnhemse meisjes" zijn tegenwoordig zeer gewild, ze reizen de hele wereld over. En toen Roald Dahl op bezoek kwam in Arnhem viel hij als een blok voor de charme van deze meisjes. Hij raakte er zo van onder de indruk, dat hij ze een plekje gaf in zijn "Roald Dahl's Revolting Recipe Cookbook."

    De Arnhemse meisjes staan zelfs op de menukaart van Hilton restaurants in Engeland, waar ze bekend zijn als "Arnhem biscuits" maar wel gebruikt worden bij een rabarberdessert. Hoe krijg je het voor elkaar, hoe kom je op het idee, om Arhemse meisjes in de rabarber te doen. Dat kan je alleen in Engeland overkomen. Zo heb ik met verbazing ooit een Engelse collega bij de lunch na een pittig Indisch kipgerecht, een moccagebakje zien verorberen. De combinatie van die smaaksensatie ontging mij volledig. Het zijn toch rare kwiebussen, die Engelsen.

    De originele winkel van J.B. Diesch op de Markt in Middelburg

    Het Haagsche Hopje kent ook zo'n aparte geschiedenis. Ook die zoetigheid is per toeval ontdekt. Het snoepje is genoemd naar baron Hendrik Hop (1723-1808), oud-gezant der Staten van Holland. Toen de Fransen in 1792 Brussel innamen, werd Hop naar Den Haag teruggeroepen, waar hij tot 1801 boven het confiseurhuis van de firma Van Haaren & Nieuwerkerk, op de Lange Voorhout woonde.

    De baron was verslaafd aan koffie. Op een avond liet hij zijn kop met koffie, suiker en room op de kachel staan. De volgende morgen bleek dat het koffiekaramel was geworden. Hendrik Hop vond die brokken erg lekker. Toen hij korte tijd later van zijn  dokter te horen kreeg, dat hij geen koffie meer mocht drinken, vroeg hij aan zijn onderbuurman, bakker Theodorus van Haaren, voor hem van die "brokken koffie' te maken. Ze werden al gauw "De brokken van Hop" genoemd. In 1880 kregen ze de nu beter bekende naam; Haagsche Hopjes.

    Het confiseurhuis werd hiermee beroemd tot ver in het buitenland. De export ging zelfs naar vorstenhuizen in Europa en naar de tsaren in Sint Petersburg. En chique waren ze ook; de Hopjes van Van Haaren. Het waren de eerste snoepjes in een papieren wikkeltje. Al meer dan 200 jaar oud.


    Heerlijk ouderwetse nostalgie

    Suikerbakkers zijn uit het straatbeeld verdwenen. Misschien vindt je in een toeristische stad nog wel een nostalgische bakker die het sprookje "In den Soete Inval" doet herleven en zowaar de naam Suykerbuyck draagt. De realiteit is anders. Tegenwoordig komen alle zoetwaren uit een blikken gebouw, waar luidruchtige machines per minuut duizenden, jawel zelfs, honderdduizenden snoepjes uitspugen.

    Maar er is nog één snoepje dat alle razernij van de moderne tijd heeft overleeft. De Zeeuwse Boterbabbelaar. In 1892 vestigde de Zwitserse suikerbakker J.B. Diesch een winkel aan de Lange Burg in Middelburg. Hij specialiseerde zich in boterbabbelaars. Niet enorm origineel, want in Duistland en Frankrijk bestond al soortgelijk snoepgoed. In 1925 volgde zijn zoon hem op. Dat huwelijk bleef helaas kinderloos, waardoor de receptuur verloren dreigde te gaan. Maar niet voor lang, nadien zette de familie Christiaansen het werk van Diesch voort. Op de Markt in Middelburg tref je de originele winkel aan. Hopelijk raakt die niet verloren.


    Mevrouw Traas bakt botterbabbelaars voor leerlingen van de Octopusschool

    Waar komt de naam "boterbabbelaars" nu eigenlijk vandaan? Vroeger heette ze in de volksmond "spekjes." Ze werden bij het tweede kopje koffie of thee geserveerd. En omdat men er lang over deed tot het harde snoepje ging smelten, bleef het gezelschap lang napraten bij de koffie. Ze waren nog lang niet uitgebabbeld.


    Ja, ja zo doe je dat

    Net zo simpel als het ontstaan van de naam is het snoepje ook zelf te maken. Mijn grootmoeder maakte het bijna elke zaterdag. Het vraagt wel even tijd, maar binnen een uur heb je het best voor elkaar.


    Verleidelijk aanprijzen, stimuleert de verkoop.

    Er circuleren heel wat recepten op het internet, hoe je boterbabbelaars kunt maken. Maar Mevrouw Traas uit Nieuwdorp heeft het originele recept;


    Hoe moet je het maken?

    1/2 kopje azijn (wijn- of appelazijn)
    1/2 kopje water
    500 gr. kristalsuiker
    1 klein bouillonblokje
    20 gr. roomboter

    a.- Water en azijn in een pan met dikke bodem doen (bijv. braadpan)
    b.- Suiker, bouillonblokje en roomboter erbij   
    c.- Mengsel voorzichtig aan de kook brengen
    d.- 10 min laten koken (niet roeren)

    e.- Het mengsel uitgieten over een beboterd granieten (hardstenen) gepolijste plaat
    f.- Afkoelen tot het handwarm is
    g.- Met beboterde handen tot strengen trekken. onderling twisten en opnieuw tot strengen trekken
    h.- De lange strengen in blokjes snijden en verder laten uitharden

    Toegift;
    .- Je kunt de smaak versterken door koffielikeur, cognac, vermouth, etc aan het mengsel toe te voegen. Experimenteer er maar op los.


    Belgische Babelutte 

    Natuurlijk zijn er anderen die op hetzelfde idee zijn gekomen. Het botersnoepje was al langer bekend aan de Belgische kust, doordat vissersvrouwen het als een bijverdienste maakten. Totdat een mevrouw uit Heist het handiger aanpakte en er een commercieel handeltje van maakte. Ze raakte bekend als Moeder Babelutte (1841-1912). Haar babbelaars verkocht ze aan de elitaire Franstalige badgasten in de mondaine badplaatsen langs de kust, die de naam verfranste tot "Babelutte."

    De winkel van Moeder Babelutte in Blankenberge

    "La Mère Babelutte" is inmiddels uitgegroeid tot een winkelketen met vestigingen in De Panne, Oostende, Blankeberge, Wenduine, Heist en Knokke, maar ook zijn er winkels te vinden in Brugge, Brussel en Sluis in het Zeeuws Vlaanderen. Naast de Babbelutte worden er ook praline's en nougat verkocht.

    © 2011 Albert Prins
    Servicepoint
    Voor meer informatie zie; http://nl.wikipedia.org/wiki/babelutten
                                           http://nl.wikipedia.org/wiki/boterbabbelaar
                                           http://www.octopusnieuwdorp.nl
                                           http://www.boterbabbelaars.nl
    Videoclip: How to make Boter Babbelaars (4.44 min) http://youtu.be/s27FQKVrlxI

    16-06-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Recepten
    >> Reageer (0)
    08-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sjeesjesrijden in Zeeland

    Fotoalbum; Sjeesjesrijden in Zeeland



























    Foto's zijn afkomstig uit verschillende Zeeuwse bronnen,
    zoals; Beeldbank ZeelandNet en Ons Boeregoed

    zie; http://www.ons-boergoed.nl   en http://zeelandnet.nl/beeldbank

    08-06-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Fotoalbums
    >> Reageer (0)
    11-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stokvis Recept

    Traditioneel Zeeuws stokvisrecept van Eric Rotte


    Traditionele wijze van stokvis drogen in Noorwegen.

    Drogen is een van de oudste conserveringsmethoden van voedingsmiddelen. Al vanaf het tijdperk van de Vikingen maakte gedroogde vis - de zogenaamde stokvis - deel uit van de dagelijkse voeding. Daardoor konden de Vikingen lange perioden op zee verblijven, waardoor ze zelfs tot in Groenland en Noord-Amerika konden geraken. Maar ook veroveringstochten in Zeeland ondernamen.

    De Italiaan Querini, die strandde op de kust van het eiland Røst schreef al in 1431; "Ze drogen de stokvis in de wind en de zon. Ze gebruiken geen zout. Omdat de vis weinig vet bevat, wordt ze zo droog en hard als hout. Om de vis te eten wordt het eerst met een bijl geslagen, waardoor draderige spieren ontstaan. Met boter en kruiden wordt het dan bereid tot een lekker gerecht." Tot op heden is dat niet anders.


    Gedroogde stokvis met ingrediënten.

    Gedroogde stokvis kan op verschillende wijzen worden bereid. Het is in verschillende landen bekend. In Spanje heet het Baccalà, in Portugal Bacalhau en in Griekenland Bakaliaros. De naam kabeljauw is hieraan verwant. Belangrijk is de vis, wat altijd kabeljauw is, vooraf te weken.

    Het recept van Eric Rotte; De Traditionele Zeeuwse stokvismaaltijd;

    Ingrediënten voor 4 personen;
    1 Stokvis van ca. 500 gr
    500 gr Aardappelen
    300 gr Witte rijst
    1 kg Uien
    1 bosje Gehalte peterselie
    200 gr Boter
    Mosterd
    Kerriepoeder
    Kippenbouillom om de rijst in te koken
    Bakolie of margarine
    Maizena of aardappelzetmeel
    Peper en zout.

    Bereiding;

    1.- Week de stokvis ten minste 24 uur in ruime water. Trek het vel eraf en verwijder de graten. Breng de stokvis in goed gezouten zouten water aan de kook en laat hem tot ca. 15-20 min. garen.
    2.- Fruit de gesnipperde ui in een steelpan met wat (rijst)olie, voeg de rijst toe en roer alles goed.
    3.- Voeg de kippenbouillon toe in verhouding die vermeld staat op de verpakking en gaar de rijst in ca. 15 min tot ze mooi droog en gaar is. Kook de aardappelen gaar in water met wat zout.
    4.- Snijd de uien in grove ringen en bak ze in een wok of koekenpan. Breng ze op smaak met peper en zout.
    5.- Smelt de boter, voeg 2 dl. water toe en breng het licht aan de kook. Bind de boterjus af met wat maizena en breng hem op smaak met peper en zout.
    6.- Stamp de aardappelen, Serveer een gelijke hoeveelheid aardappelen en rijst  en neem een passende hoeveelheid gebakken uien.
    7.- Maak een kuiltje in het midden, doe hierin de boterjus en maak dit aan met, naar voorkeur kerriepoeder of mosterd.
    8.- Strooi nog wat gehakte peterselie eroverheen en vergeet vooral niet een lekker stuk dampende stokvis te nemen.
    9.- Een portie gekookte worteltjes smaakt er even zo goed bij. En het ziet nog fleurig uit bovendien.




    Het Belgische variant op stokvis

    Recept van Lize Lorent; Een Belgische Stokvis aardappelschotel;

    Ingredienten; voor 4 personen
    500 gr Stokvis
    1 kg Aardappelen
    500 gr Uien in ringen
    8 Middelgrote tomaten, gepeld in kwartjes
    2 Takjes rozemanrijn
    Olijf- of rijstolie
    Peper, uit de molen en zout.

    Bereidingswijze;

    1.- Laat de stokvis 12 uur ontzouten in ruim koud water. Ververs het water een paar keer.
    2.- Verwijder het vel en de graten van de vis, snij hem in blokjes
    3.- Schil de aardappelen, snij ze in fijne plakjes en bak ze goudgeel in olijf- of rijstolie.
    4.- Laat ze uitlekken op keukenpapier.
    5.- Schik de aardappelen, vis, uien en tomaten in  laagjes in een ovenschaal
    6.- Begin en eindig de schikking met aardappelen
    7.- Strooi geriste rozemarijnblaadjes tussen de laagjes en kruidt het met peper en zout
    8.- Giet een kopje water erbij. Dek het af met alum. folie en zet de schotel ca. 30 min in een voorverwarmde oven tot ca. 180º Verwijder de folie 5 min. voor het opdienen.


    Boek ISBN 90-5513-393-0
    Uitgeverij Verba

    11-05-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Recepten
    >> Reageer (0)
    28-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koninginnedag 2011

    Fotoalbum; Koninginnedag, Net zo'n groot feest als in 2010

















    Foto's zijn afkomstig van; Beeldbank ZeelandNet

    zie; http://www.zeelandnet.nl/beeldbank
    of   http://www.slikopdeweg.nl
    Videoclip; Queensday/Koninginnedag 2011 Amsterdam (2,59 min) http://youtu.be/jHl3Ak6FDSk
    Videoclip; Queensday/Koninginnedag Amsterdam 2011 (5,32 min) http://youtu.be//KnC8zXN0e_U
    Videoclip: Royal Palace Noordeinde The Hague (1.01 min) http://youtu.be/LTrFaWL41KM

    28-04-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Fotoalbums
    >> Reageer (0)
    26-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zeeuws meisje

    Zeeuws meisje


    Acrylschilderij van Nelly van Nieuwenhuizen

    Elke woensdagmiddag ga ik biljarten met mijn goede vriend Adrie. Hij is een beetje van het type, nors en knorrig, maar verder een bovenste beste vent, die het leven wel erg serieus neemt. Humor moet je hem vooraf uitleggen, anders moet hij te lang nadenken over wat je werkelijk bedoelt. Een hartelijke lach komt bij hem dan ook met vertraging op gang. Maar....verder een prima vent. Alleen kan hij zich mateloos opwinden over sommige reklame, vooral als dat margarine-meisje op de televisie verschijnt. En wat wil nu het geval? Onder het biljarten staat de televisie aan in het café, en jawel hoor, daar is ze; het lieftallig Zeeuws meisje. 

    "Ons bin zuûnig, hé, Heên cent te veê, hé?" Promp schiet Adrie zijn bal voorbij, bij het horen van de reklame-slogan. "Verdomme, daar heb je die opgewarmde trut weer." Adrie kan het niet nalaten, dit aardige meisje laatdunkend te kwalificeren. "Ze doet toch ook haar werk, zo onaardig is ze nu ook weer niet," probeer ik Adrie's beeld van dit reklame-meisje bij te stellen. Het helpt niet. Adrie ergert zich groen en geel aan die reklame. "Had ze dat werk maar niet moeten kiezen, dan wind ik me er ook niet over op:" commenteert Adrie.

    "Weet je," vervolgde Adrie, "Ik kan er niet zo goed tegen, elke keer die baarlijke onzin te horen. Wanneer ik buiten de provincie kom, hoor ik telkens, als ze weten dat ik een Zeeuw ben; "Ons bin zuunig, hë!?" Die stomme Hollanders, als ze ergens zuinig zijn, dan is het daar wel. Ze vallen dood op een dubbeltje, als je zaken met ze wil doen. En ze vinden het nog normaal ook." De historische rivaliteit tussen Zeeuwen en Hollanders kwam weer eens over tafel. De invloeden van buiten de provincie worden nog steeds gewantrouwd. Adrie kreeg dorst van zijn ergenis.


    Protestantse Zuid-Bevelandse vrouw in streekdracht

    "Ik erger me er ook aan, moet ik bekennen," vertelde ik met gespeelde ergenis. "En dan te bedenken dat Zeeuwen niet echt zuinig zijn, maar zelfs gul als het erop aankomt. Neem nou een bruiloft, het ontbreekt er aan niets. Volop te eten van de beste bakker en aan drank is ook nooit gebrek. Ja.... we zijn zuinig op wat we hebben, als je dat bedoelt."

    De margarine-reklame was in 1894 bedacht en kreeg in de jaren '20 opnieuw groot succes voor Van de Bergh en Jurgens. Nu is die slagzin weer uit de kast gehaald door een "Hollands" reklamebureau. Elke dag zie je een Zeeuws meisje in een televisiespotje guitig vertellen; "Geen cent teveel, hé!?" Het hele Zeeuwse volk wordt daarmee geassocieerd.
    Adrie begon zich opnieuw danig op te winden. "We worden gestigmatiseerd, we moeten op de barricaden, we moeten smartegeld eisen van Unilever. Die doet ons dit aan! We pikken dit niet langer." Bij Adrie kwam driftig bloed voor de ogen, zijn oprechte Zeeuwse aard speelde hem op.

    Katholieke Zuid-Bevelandse vrouw in streekdracht

    Maar Adrie had zijn hart nog niet helemaal gelucht. "Wat Zeeuws meisje!? Het is een Zuid-Bevelandse, dat zie je toch meteen, en ze is nog katholiek ook!" "Dat zijn toch ook Zeeuwen," wierp ik Adrie tegen, "En hoezo katholiek, wat heb je daar op tegen?" "Dat zie je toch meteen aan die strikken van haar," zei Adrie, die niet alles wilde horen, wat hem niet beviel. "Nee, nee," corrigeerde ik Adrie, "Katholieke vrouwen hebben een hoekige muts en de strikken staan omhoog gericht. Die spiegelen zich aan de hemel. Protestantse vrouwen hebben trouwens een schelpmuts met krullen. Bovendien kijken katholieken vrolijker, dan protestanten." 

    "Zeeuws meisje" van het Zeeuws Museum

    Hiermee kreeg ik Adrie natuurlijk flink op de kast, waar niet veel voor nodig is. "Zie je wel, die katholieken hebben het weer beter voor elkaar. Trouwens Hollanders zien het verschil toch niet, die kun je van alles wijs maken. Heb je laatst die poster van het Zeeuws Museum gezien? Wat een afgang! Met zo'n albasten lijk wil je toch niet gezien worden? Het lijkt wel reklame voor een mortuarium!" Adrie zat ondertussen mokkend naast het biljart. Hij was zijn concentrattie volledig kwijtgeraakt om nog een fatsoenlijk balletje te stoten. Ik hoorde hem nog mopperen; "En, 'k 'eb toch geliek." toen ik ging afrekenen bij de kastelein. Er was geen land meer met Adrie te bezeilen.

    Aristieke inspiratie op de Zeeuwse muts

    ©2011 Albert Prins

    Videoclip; Tvspot Zeeuws meisje (0,16 min) http://youtu.be/LFYZ8Mp9g7o

    26-04-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Familieverhalen
    >> Reageer (0)
    21-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedicht Pierre Kemp.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van de Limburgse schrijver en dichter Pierre Kemp.

    21-04-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Gedichten
    >> Reageer (0)
    01-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zeeland Lenteland 2011

    Zeeland Lenteland 2011


    Beeldbank ZeelandNet W. Dees Beeldbank ZeelandNet G van Netten

    Beeldbank ZeelandNet Sonja Beeldbank ZeelandNet Walter Voet

    Beeldbank ZeelandNet Piet Grim Beeldbank ZeelandNet Arense

    Beeldbank ZeelandNet Kees Traas

     
    Beeldbank ZeelandNet Jan Fieret Beeldbank ZeelandNet A. Franke


    © 2011 Albert Prins

    Foto's zijn afkomstig van de Beeldbank van ZeelandNet

    01-04-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Fotoalbums
    >> Reageer (0)
    25-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste auto in de straat

    De eerste auto in de straat


    Vol ingehouden spanning zat ik, samen met Jantje en Henkie op de rand van de stoep te wachten op iets wat heel bijzonder moest zijn. Henkie had zijn mond voorbij gepraat en verteld dat de baas van zijn vader een nieuwe auto had gekocht, en vandaag op bezoek kwam. Henkie had zwaar gepocht over die auto, waardoor wij daar nog nieuwsgieriger van geworden waren. Een echte Amerikaan zou het zijn.

    Deze auto moest dan wel alles overtreffen wat ooit aan auto's de straat was binnengereden. De eerste auto die ik me kon herinneren was een Franse auto van logee's die voor een paar dagen op bezoek kwamen bij de Man zonder Naam. Het gezin kwam aanrijden in een Reanult 4 van een onduidelijke kleur. We waren het er niet overeens of het nu een groen-grijze, of een grijs-groene auto was.

    Rond de auto hadden we al vol bewondering gesnuffeld wat daar aan nieuwigheden te zien was. Het Franse vernuft werd alom geprezen. Wat zouden die Fransen nu weer uitgevonden hebben? Electrische richtingaanwijzers die uitklapten met een lampje erin, chromen bumpers, mooie skailederen bekleding en een gelakt houten dashboard? Het was toch niet zo indrukwekkend als we hadden gehoopt. Dat die auto ruim 100 km per uur kon rijden, dat vonden we wel knap werk.

    Dit was tenminste nog een echte auto in vergelijking tot een andere auto die ooit bij buurman Marijs voor de deur stond. Dat leek meer op een doe-het-zelf auto. De Citroën 2CV riep bij ons zoveel verbazing op en tegelijk meewarigheid, dat we desondanks de auto toch aan een zware inspectie blootstelden. We vonden het een lelijk ding, en toen we hoorden dat het ook nog de bijnaam "Lelijke Eend" had gekregen, waren we van ons gelijk overtuigd.

    Hoe kun je een auto bedenken in een camouflage kleur? Zuiver militair grijs! Wie komt daarop? Niet eens een mooie carrosserie! Een moterkap van geribbeld plaatstaal, dat met rubberen klemmen in toom gehouden moet worden, anders sprong dat ding vanzelf in de lucht. Een vlakke voorruit met twee nietige ruitenwissertjes. Kleine zijraampjes, die je zelf omhoog moet klappen, als je frisse lucht wilt proeven. Twee simpele koplampen op het spatbord. Deuren zo dun als boardkarton met een zielig klein deurknopje, dat losjes neerbengelt. Een claxon dat een armetierig geluid voorbrengt, waarvoor mensen uit medelijden opzij gaan. Een auto...., werkelijk met de Franse slag gemaakt.

    Toch vonden we het een heel aparte auto. Het meest vreemde vonden we het dak. Maar eigenlijk kon je niet echt spreken van een dak. Het was een linnen zeildoek dat tot achter aan de bumper reikte. Het kon helemaal opgerold worden, dan had je ineens een openlucht auto. En een lawaai wat dat ding maakte, en stinken dat het deed van de blauwe walm uit de knalpot! Dan was die Renault 4 toch wel een beschaafdere auto.

    Nu waren we in afwachting van een echte auto. Zonder dat we daar erg in hadden stond hij plotseling voor onze neus. We hadden hem niet eens horen aankomen, zo stil was de motor. Onze monden vielen open van verbazing, we durfden ons bijna niet te verroeren, laat staan de auto aan te raken.

    Daar stond de mooiste Amerikaanse auto die ooit gemaakt is. Een Chevrolet Impala Hardtop Sport Coupé Bel Air in het helderste hemelsblauw, een wit dak en rood-beige glanzende bekleding. Veel chroom op de flanken, een enorme brede grill, ook van chroom natuurlijk. Ingebouwde koplampen met een kapje, waar een brede lichtbundel de weg tot ver vooruit moet beschijnen, stelden we deskundig en overtuigend vast. Het meest waren we onder de indruk van de achterkant. Twee geweldige horizontale vleugels die de klep van de enorme kofferbak vormden. En twee heel brede slanke knalrode achterlichten. We vonden de achterkant net zo mooi als de voorkant.

    Zelfs aan de wielen was aandacht besteed, de witte zijkanten van de banden waren maagdelijk blank. In de wieldoppen kon je jezelf nota bene spiegelen. En dan al dat glas! Het was nog nooit vertoond, zoveel glas rondom aan een auto. De voorruit en zelfs de achterruit in gebogen glas en dat bijna zonder spijlen. Henkie wist ook het vertellen dat de zijruiten electrisch open en dicht konden. "Echt waar!!??" We konden het bijna niet geloven. Wat zijn die Amerikanen toch knap om zo'n mooie auto te bouwen.

    Voorzichtig, op gepaste afstand inspecteerden we het interieur. We mochten niet aan de auto komen had Henkie nog zo gezegd. "Dat vindt de meneer vast niet goed." Jantje en ik waren dat absoluut niet van plan, en het er helemaal mee eens. Stel je voor als je iets beschadigd, dat zou veel geld kosten. Onze spaarpot kon die schade nooit dekken. Trouwens onze handen zouden ook vieze vlekken maken. Niettemin konden we goed zien dat het dashboard voorzien was van een hele reeks klokjes en metertjes, er zat warempel ook een radio in. Hoe kon het toch mogelijk zijn, dat je in de auto een radio kunt beluisteren? We stonden er helemaal paf van. Die Fransen  konden hier nog lang niet aan tippen. Op de kilometerteller stond 180. "Is dat veel?" vroeg ik in mijn onnozelheid aan Henkie. "Hij rijdt veel harder dan wat daar staat. Het zijn Amerikaanse miles," verklaarde Henkie belerend. "Deze auto rijdt vast veel harder dan 220 kliometer per uur." "Zo, zo," zeiden Jantje en ik in koor, "Dat is wel heel erg hard."

    Het automobiel, want je kunt hier niet meer gewoon van een auto spreken, laat staan dit een wagen te nemen, daarvoor straalde deze schepping op wielen zoveel klasse uit, dat het gerucht vliegensvlug de ronde deed wat voor geweldige auto bij ons in de straat geparkeerd stond. En jawel hoor, daar kwam het gespuis uit de Karelsgang, de brutale jochies waar wij nooit mee wilden spelen, en die ons ook niet zagen zitten. Er was een duidelijke scheiding ontstaan; zij waren de brutalen, en wij waren de nette jeugd. De Karelsgang was een rommelige straat, de tuintjes lagen er onverzorgd bij, afgedankte troep stapelde zich daar op wat op een soort handeltje ging lijken. Daar woonden mensen die niet wilde werken. Dus bemoeiden wij ons ook niet met hun kinderen.

    Enkele van onze zusjes probeerden soms aan te pappen met een gast uit die buurt. Meisjes overzien de gevaren van verkeerde vriendjes niet, vonden wij. Daarom grepen we in en keerde ons zusje weer terug naar onze groep. Het heeft sommige van ons weleens een bloedneus gekost. Om al die redenen waren wij beducht wanneer zo'n rotjoch in de straat verscheen


    De Karelsbende, zoals wij dit tuig noemde had ook vernomen welke Amerikaanse auto voor het huis van Henkie stond. In een groepje verdrongen ze zich bij de auto, en brutaal zoals ze nu eenmaal waren, leunden ze tegen de auto. Met de hand voor ogen tuurden ze door het glas. Dat konden Henkie, Jantje en ik niet toestaan. Op een gebiedende toon keurden we dit gedrag af. De mededeling dat de meneer van de auto zo dadelijk naar buiten kon komen en ook dat de auto wel duizenden dollars heeft gekost, deed de jongens dan toch respect opbrengen voor andermans spullen.

    Het bezoek bij de vader van Henkie was afgelopen. De man van de auto kwam naar buiten. Hij bleek de eigenaar van modezaak Old England te zijn, die bij Henkie's vader kostuums had gebracht voor verstelwerk. Want Henkíe's vader was kleermaker.  Aan huis had hij zijn atelier en werkte exclusief voor Old England. De man van de zaak moet wel stinkend rijk zijn, bedachten wij. Anders kun je nooit een dergelijke auto aanschaffen. Dat in zijn winkel geen prijskaartjes in de etalage lagen bij de kleding, gaf nu te bedenken dat hij kon vragen wat hij wilden. Vandaar dat hij zo'n grote luxe auto kan rijden.


    De jongens deden een stap opzij, de man nam plaats in zijn auto, startte de motor en vertrok. Een zacht zoemend geluid steeg op vanonder de motorkap. Elegant zoefde de auto de straat uit. Met een diepe verzuchting keken we onze ultieme droom achterna.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins

    25-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (0)
    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carnaval in Maastricht

    Carnaval in Maastricht
    Tradities vormen een bindend element binnen samenlevingen, waar mensen zich in herkennen en identiteit aan ontlenen. Voor buitenstaanders zijn ze soms onbegrijpelijk, zinloos of gaan daar respectloos mee om.


    Het "Mooswief van Meestreech"

    Het "Mooswief" de verpersoonlijking van het Maastricht Carnaval. Een meer dan levensgrote pop, dat op de eerste dag van "Vastelaovond op ut Vriethoof" wordt gehesen. En de laatste dag om precies 24.00 uur weer wordt neergelaten, onder enorm muzikaal kabaal, schor gejoel en tranen van geluk en verdriet, elkaar uit spontane emoties om de hals vallende carnavalisten, omdat het weer een jaar duurt eer het grote feest terugkeert. Deze intense weemoed begrijpt alleen de Oprechte Meestrichteneer, voor wie het "Mooswief" een heilig symbool is.


    De Boonte Sturrum jong geleerd

    Het zijn drie volle dolle dagen waarin het leven op de hak wordt genomen. De Hansworst ontdoet zwaarwichtige autoriteiten tijdelijk van hun "waardigheid." Pardoes kun je een uitbundig kleurrijk verkleedde dame tegenkomen die haar badeendje aan een koordje uitlaat met een kroost baby-eendjes in gevolg er achteraan. Ontroerd verteld ze over het kleine eendenleed. Omstaanders raken tot tranen toe geroerd, ze troosten haar opvallend overdreven. Moedereend wordt verzorgd met een glaasje pils, de kleine eendjes krijgen een glaasje priklimonade met een rietje. Schaterlachend trekt de bonte dame verder, om even later het ritueel te herhalen.

    "Under Koffer"

    Een serieuze speurder "under koffer" mengt zich "onopvallend" onder het publiek. Drie geïmporteerde imitatie Belgische gedarmes "regelen" het verkeer, zonder merkbaar gezag. Een stel frivole meiden knuffelen de dienders, tot hun wangen rood staan van de lippenstift. Gelaten ondergaan mannen van "gezag" de verleiding met groot plezier

    "Goed bescheten"

    Even verderop loop je een man tegen het lijf die zich "goed bescheten" voelt. Bij navraag blijkt hij onder de toren te wonen waar ook een kolonie duiven is gehuisvest. "De politiek doet er niets aan," verklaart hij teleurgesteld. Driemaal elf Zaate Herremeniekes toeteren amateuristisch door elkaar in een aanstekelijke muzikale kakofonie, kris-kras door de stad komen ze elkaar tegen. Allemaal verdienen ze vanzelfsprekend de eerste prijs. De betrekkelijkheid is één groot theater.

    "Zaat Herremenieke Zoepe en Blôze bestaat 2 x 11 jaar, maar niet heus"

    Een paar opgeschoten knullen uit "Holland" hebben met één van de Vastelaovonds in Meestreech aan den lijve kunnen ondervinden, dat je respect dient te hebben voor volkse emoties. Het was wellicht als een ballorige kwajongensgrap bedoeld, dat die gasten het "Mooswief" in de fik wilde steken. Ofwel omdat ze niets van carnavalvieren hadden begrepen, danwel niet aan hun "trekken" waren gekomen. Ze hebben het geweten....!!! Wie dit ook allemaal zag gebeuren, iedereen stoof op dit gaaies af.
    Nu moeten Maastrichtenaren toch al niet veel hebben van "Hollandse" invloeden en nog minder van Hollanders die aan hun symbolen komen. De knapen zijn vanaf het Vrijthof tot aan het station de stad uitgejaagd. Voortgeduwd, geschopt, net niet bont en blauw geslagen, tot ze met zekerheid met de trein zijn vertrokken. Misschien een middeleeuwse afranseling, toch ook duidelijk een voorbeeld de eigen cultuur te beschermen tegen lomperiken.

    Naar huis, het feest is afgelopen

    Videoclip; Féria des Vendanges 2005 Chaupiques (4.22.min) zie http://youtu.be/smZAZhM4-iY
    Videoclip; Noe geit 't geböäre, 2008 (3.35 min)zie http://youtu.be/XW5W2nKwyW0
    Videoclip; Taste of Maastricht (Tour 3.46 min) zie; http://youtu.be/TS2cdSCjPaQ

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Man zonder Naam

    De Man zonder Naam
    Veilig was onze straat beslist, aan het einde en in het midden van de straat woonde een politieagent. Als je brood tekort kwam kon je bij Jeras nog gauw een brood halen, omdat hij als broodventer bij de Broederband werkte, zodat Jeras altijd nog wel een "melkwitje" achter de hand had. Dat hij bij een "rooie" coöperatie werkte deerde niet, brood is brood, ook als je het tekort komt, en aan de smaak viel niets aan te merken.

    Van Kerkhove kwam in zijn eigen straat de lantaarnpalen controleren en liep door de week met de vuilniswagen mee. De man kon van alles gebruiken en wist overal raad mee.


    Ook met mijn konijn dat ziek in zijn hok lag weg te kwijnen. "Myxomatose, Appie. Jouw konijn gaat dood," had pa mij verteld. Hoe kan dat toch? Het beest zat de hele dag alleen in zijn konijnenhok. De enkele keer dat het dier een uitstapje mocht maken in de tuin, kon het zelf verse melkwiet uitzoeken. Nu lag mijn konijn met een etterende kop plat. Van Kerkhove werd erbij gehaald. Hij vond dat het best wel meeviel. "Het beest is nog goed te eten, die ziekte zit alleen in zijn kop," wist de man voor zichzelf positief te melden. Met een rake klap was mijn konijntje meteen een levenloos velletje geworden. Met spijt heb ik geen afscheid van Brammetje genomen, want het beest had me een keer flink in m'n kont gebeten, toen ik met mijn rug naar tegen het hok gekeerd stond. Brammetje wilde zeker vrij uitzicht hebben.

    Tussen het huis van Van Kerkhove en de Man zonder Naam lag het omlooppaadje met een poortje. De man met zijn Engelse vrouw en twee zoontjes leefden volkomen anoniem. We kenden zijn naam niet eens, bij de deur was ook geen naambordje geplakt. Niemand uit de buurt is ooit uitgenodigd geweest voor een kopje thee. De vitrage van alle ramen bleven altijd gesloten, terwijl je bij alle andere buren royaal naar binnen kon gluren.

    De jongens speelden ook niet met andere kinderen uit de straat, dat werd hen om één of andere reden niet toegestaan. Ze bleven in huis, of speelden in hun tuin. De vrouw was zo schuw, dat ze zich zelden buiten liet zien. Bij de was binnenhalen schoot ze schielijk het huis weer binnen. Je kon haar groeten, maar er kwam nooit een groet van haar terug. Ze maakte ook geen onnozel praatje met een buurvrouw. Welke taal ze sprak wisten we niet, waarschijnlijk alleen maar Engels. Wat voor werk de man deed bleef ook geheim. Het was een heel mysterieus gezin. Tot de man de hele straat op stelte wist te zetten.




    Op het binnenplaatsje bij zijn huis had de man maandenlang aan iets gewerkt waar wielen onder zaten. Gaanderweg kwam daar meer en meer vorm in. De buurt liet hem begaan, ook al maakte hij flink lawaai met zijn machines. 's Avonds na acht uur stopte hij met werken en 's zondag hield hij zich ook rustig. Het was hem geraden, want niemand haalde het in zijn  hoofd op zondag te werken. Het was de algemene rustdag voor iedereen. Gelovig of niet. Het resultaat van zijn hobby bleek een caravan te zijn. Hoe dom kon de man toch zijn! Het hele ding was zo breed en zo hoog, dat het nooit door het poortje kon. Wat had hij daar toch aan? Hij bezat niet eens eens een auto! Ook daar heeft hij de hele buurt mee misleid. Hij bezat weldegelijk een auto. Een jagersgroene Morris Minor 1000 Estate met houten lijstwerk aan de carrosserie, die bij een boer in de schuur gestald stond. Zijn vrouw had een hoes voor de auto gemaakt, zo bevreesd waren ze dat een krasje op zou komen.



    Op een dag, de hele straat liep ervoor uit, kwam een enorme kraanwagen de straat inrijden. Het gevaarte hield halt bij de Man zonder Naam. Achter het raam stonden de buren jaloers te gluren, de kinderen moest in toom worden gehouden door de politieagent. De overbuurman kreeg er even een extra taak bij in zijn vrije tijd. De caravan werd in de touwen gehesen en voorzichtig over het poortje getakeld. Het hele gedoe duurde zeker een uur.




    Zijn vrouw en zoontjes stonden, niet zonder trots, zwijgend het gebeuren gade te slaan. De man gaf aan de kraanmachinist nog wat professionele aanwijzingen, waarna de caravan op straat belandde. Verbluft stonden de buurmannen met afgunst te kijken hoe de man zijn tweede huis op wielen aan zijn auto koppelde en bedaard wegreed. De takelwagen vertrok ook. Het werd weer stil op straat. Daarna was het gezin nog minder te zien.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Jeugdverhalen
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe Prins ontstaat.

    Hoe de naam Prins is ontstaan

    Nicht Hennie wist het zeker; Albert Geert Wessels, van beroep kleermaker, uit Haren in het Duitse Emsland, even over de grens bij Emmen, moet omstreeks 1735 zijn geboren. Hij is daarmee de vroegst bekende stamvader. Een handgeschreven overlijdensdocument bevestigd dat hij op 22 november 1792 is overleden, dus zal hij ongeveer 57 jaar oud zijn geworden.


    St. Martinus kerk te Haren Emsland Duitsland

    Van zijn vrouw vond Hennie ook een overlijdensbewijs. Daarin staat vermeld; Geertien Alberts, waar ze is geboren bleef onbekend. Geertien is overleden in Ontswedde op 18 januari 1783, waarbij een curieuze vermelding wordt gemaakt wat op de collecteschaal bij de rouwdienst was aangetroffen; 5 stuiver en 6 duiten. Het moet armoetroef zijn geweest in de familie. Na hun huwelijk op 5 april 1761 is het echtpaar in Ontswedde gaan wonen. Kennelijk kwam Geertien daar vandaan.


    Kleermaker naar een prent van Jan van Lummel

    Albert is na zijn dood teruggedragen naar zijn geboorteplaats Haren waar hij is begraven. Het moet geen frisse tocht zijn geweest voor de lijkdienaren. In die tijd was nauwelijks sprake van lijkkoeling, dus de onwelriekende geur van ontbinding zal uit de lijkkist zijn opgestegen. Geertien kreeg een graf in Ontswedde. 25 jaar na hun dood zijn pas de aktes opgemaakt, door pastor Brouwer en de schout. Dat was blijkbaar nodig omdat één van hun kinderen in het huwelijk trad.

    Lijkkoets

    Uit het huwelijk van Albert en Geertien zijn vier kinderen geboren; twee meisjes en twee jongens. Jantjen en Grietlijn zijn vroeg gestorven. Geert Alberts en Harm Alberts, die naar hun moeder zijn vernoemd, hebben de familie voortvarend uitgebreid. Bij het huwelijk van Geert en Harm gebeurt iets opmerkelijks. Ze voegen allebei de naam "Prins" toe aan hun naam. Hoe is dat zo gekomen?

    Uit documenten blijkt niets. Nicht Hennie heeft in haar enthousiasme daar een fantasievolle verklaring voor gevonden. Ze weet te vertellen dat Geert Alberts voor een Franse beambte, gezeten aan een tafeltje in het Gemeentehuis moest verschijnen en zijn naam moest opgeven voor de Burgerlijke Stand, die toen werd ingevoerd. Dat was niet alleeen nodig om orde te scheppen in de naamregisters. Maar ook werd deze registratie gebruikt om belasting te innen en de dienstplicht in te voeren. De bevolking wist daar nog niets van.

    "Vous est?" vroeg de Franse beambte aan Geert. "Wâ zeg 't ie?" vroeg Geert, die nauwelijks een "vrumde" binnen zijn dorp was tegengekomen, laat staan een taal hoorde uit een verre streek. "Der mensch vraogt naor joew naom," verduidelijkte een aangeschoven plaatselijke commies. "Wâ moe 't ie daor met ?" Geert kreeg argwaan. "Opschriev'm" antwoordde de Drentse ambtenaar koeltjes. "Wâ moe 't ie opschriev'm ?" Geert wilde het nog niet begrijpen. "Joew naom as 't u blief," kreeg hij opnieuw geduldig te horen. Geert die niet zo gevleid was van ambtelijke belangstelling en bepaald niet onder de indruk van autoriteiten was, mompelde iets van; "D'n hooge heer'n  bepaol'n toch wâ sie woll'n."


    Franse ambtenaar omstreeks 1780

    De verhandeling verliep niet bijster vlot en Geert gedroeg zich niet al te bereidwillig. In de rij stond ook zijn broer Harm de gebeurtenis te volgen. Geert draaide zich om en wendde zich tot zijn broer; "Harm, kom d'r ins bie, mien joeng, die vrumde moe wâ." Beiden stonden armoedig gekleed voor de uitbundig uitgedoste Franse ambtenaar, die het een beproeving vond uitgezonden te zijn naar dit Godvergeten oord, waar niets fatsoenlijks te eten viel, en de bevolking zich allerminst soepel of meewerkend gedroeg. De commies probeerde de situatie in goede banen te leiden, en legde aan de broers uit dat het nodig was hun naam in het register op te nemen, en dat dit voor hen ook een goede zaak zou zijn.

    "Uw naam as 't u blieft, herhaalde de commies nu dwingend. "Albert, Alberts," kreeg hij tweestemming te horen, waarmee de broers de namen van hun vader en moeder bedoelde. "Dat kan niet, geen twee dezelfde namen, dat schept verwarring," gaf de commies te verstaan. Geert kreeg een lumineus idee: "Doân mien dan maor Prins d'r bie." Geert. die lid was van de plaatselijke schutterij ter wering en bestrijding van "vrumden," had bij een schietwedstrijd drie keer achter elkaar prijs geschoten en was daardoor tot "Prins" uitgeroepen.

    Dus niet zijn statige Saksische gestalte had aanleiding gegeven tot een bijnaam. "Goed dan heet u Prins," en de plaatselijke commies noteerde keurig de naam. "En u meneer, wie bent u?" zich wendend tot Harm, waarop Harm vlot antwoordde; "Ik bien zien brur." Dan heet u ook Prins," constateerde de klerk ter secretarie. Daarmee was de zaak afgedaan.

    Volgens Hennie is toen de familie Prins ontstaan. Je zult het maar geloven.

    Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2011 Albert Prins 
    Videoclip; Haren-Ems Martinus-Chor (4,25 min) http://youtu.be/3RseLfnt4mM

    24-03-2011 om 00:00 geschreven door aprins2

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Familieverhalen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Over mijzelf
    Ik ben Prins, Albert
    Ik ben een man en woon in Geleen (Nederland) en mijn beroep is Retired Designer.
    Ik ben geboren op 06/02/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: .

    We zijn de 51de week van 2024
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    pictures
    blog.seniorennet.be/picture
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Zeeuwse verhalen van vroeger en nu
  • Schoolbank Albert Willem Prins
  • Facebook Albert Prins
  • Le Cercle Klercq
  • 1funshopping.com

  • Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Albert Prins


  • Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • E-Magazine over Lifestijl, Reizen, Culinair en Mode
  • Funtext, Papeterie, American statues
  • New York Culture

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!