|
|
Zoektocht naar een zinvollere realiteit |
|
30-04-2014 |
Potentia, Vermogen, dunamis |
2014.04.30Zijn is Beweging Ik lees, M. Heidegger, Aristoteles, Metaphysik Î 1 â 3, (GA 33, 1990²) p. 50. : Wat is δÏ
Î½Î±Î¼Î¹Ï [dunamis, âpotentiaâ], wat is ενεÏγεια [energeia, âactualitasâ], wat is kracht?Het wordt tijd dat men de wisselwerking, de inter-acties tussen de zijnden anders, grondiger, dieper onderzoekt. En vooral in het licht van het emergeren, van het doen aangroeien, van het vernieuwen, van het kijken in de richting van toekomst, in de richting van de âSeinsgeschichteâ. Als openbaring, als epifanie van verborgen Gratiën van de Exuberante. In het kader van de toevallige wisselwerkingen tussen de zijnden. Met oog voor de open, vrije tussenruimte tussen afgelijnde zijnden. Meer aandacht voor de leegte in de kruik, dan voor de wanden en de bodem. Met aandacht voor de weerslag van de interacties op identiteit van de betrokken zijnden. En aandacht voor de weerslag op de interacties zelf. Op de âSeinsgeschichteâ. Er schuilt daar een dynamisme dat zichzelf aandrijft en stuurt.         Vanaf de Big Bang toont de eindigheid zich in versplintering, in pluraliteit, in diversiteit en in openheid naar / voor elkaar van de splinters. Big Bang is het startschot, het vrijgeven van de vrije openruimte, van de Utopia. Een Utopia die haakt naar grenzen, naar onderscheidingen en scheidingen, naar diversiteit en individuele identiteiten. Die openstaat voor over-grenzen vanuit de eigen identiteit van eindige zijnden. Big Bang bevestigde eindigheid, pluraliteit, diversiteit, begrenzing. Ze bevestigde ook de nood aan eenheid, aan over-grenzen. Aan samenhang.          Is dat niet steeds het âechte werkâ? Big Bang schept tussenruimtes als mogelijkheden, als leegtes, uitnodigend tot toevallige ontmoetingen.âBegegnenâ, ontmoeten is een kernbegrip. Naast toeval. En ook toekomst. Toeval puit uit wat voorradig is, uit wat voorhanden is. Wat reeds voorhanden is, toont immers nog lang niet al zijn mogelijkheden. Zijn verborgen Gratiënâ. p. 50. : âWir erfahren â¦â We ervaren wat reeds gegeven is. Wat aanwezig is. Wat nabij is. Wat zich op eniger wijze toont. Maar we ervaren ook het over-grenzen, het uit-reiken naar elders, naar âExcelsiorâ. Naar âetwas Anderesâ, (UdK, 9.1.) âüber mehr erstreckendâ: âεÏι Ïλεονâ [epi pleon]. We ervaren δÏ
Î½Î±Î¼Î¹Ï , ενεÏγεια, in de uitnodigende tussenruimte. In de leegte. Er is een verborgen méérâ dan wat we actueel ervaren. Méér dat ook actueel wil worden: zich wil tonen. Als een voldragen vrucht die gebaard wil worden.         Er is altijd beweging; er is altijd over-grenzen er is dus ook altijd aangroei, vernieuwing. We mogen bewegen niet beknotten tot louter fysisch, ruimtelijk zich verplaatsen van punt A naar punt B.Aristoteles schrijft: âη καÏα κινηÏιν λεγομενηâ (è kata kinèsin legomenè ) en Heidegger vertaalt: âim Hinbick auf Bewegungâ. De vrije ruimte zit net in dat âim Hinbick aufâ! Daarin schuilt een méér zien dan gegeven is, dan voor handen is. In âκαÏαâ schuilt een Utopia, een vrije ruimte om te over-grenzen: zien voorbij wat bloot gegeven is. En dat in woorden gestalte geeft: âλεγομενηâ: Heidegger vertaalt: âAnsprechenâ. Ook in dit âAnsprechenâ schuilt vrijheid, leegte, open ruimte. Door iets onder woorden te brengen peuteren we het los uitzijn materialiteit, uit de NUC-kosmos, en kunnen we het heroriënteren: anders in de werkelijkheid verwortelen en op een ander doel ,een ander âÏελοÏâ [telos] richten. Hier heeft ook K.O.S.B.H. zijn âstrijdperkâ, zijn experimenteerterrein. Vrij kennis nemen, vrij oordelen, vrij selecteren en vrij beslissen om te handelen. Spreken, zeggen geeft ook een vrijheid in het leggen van nieuwe verbanden, en komt zo, door toeval, tot het blootleggen en verkennen van verdoken Gratiën. Het geeft aan de zijnden ook een andere vorm van aanwezig zijn, van âMit-seinâ en âBei-seinâ. Spreken zelf geeft vrijheid. Het maakt het mogelijk te goochelen met verbanden, met aspecten, met Gratiën.          Nog even over âεÏι Ïλεονâ [epi pleon]: elk fragment boodschapt over het geheel waaruit het loskwam. (âOstrakaâ!) Zoals de oceaan vervat zit in elke druppel!  Het spreken gaat over de oceaan in de druppel. En daagt zo de druppel uit, âuit zijn vel te springenâ, uit zijn beperkingen te ontsnappen. Te over-grenzen. p. 51. : âUmwandlung der Bedeutungâ: Een andere aanwezigheid in het dominospel. Andere activiteit in de nieuwe keten van wisselwerkingen.
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|