|
|
Zoektocht naar een zinvollere realiteit |
|
26-12-2014 |
Kennen Sein |
SEIN ~ MENS2014.12.25 Nav R. Brisart, La phénoménologie de Marbourg,1991 Heidegger, die beweert Kant beter te begrijpen dan deze zichzelf begreep!p.73: »Le privilège d’exister au milieu des étants de telle façon qu’ils deviennent manifestes en leur propre vérité ontique implique de par lui-même la nécessité de comprendre l’être, c’est-à-dire la nécessité d’une vérité ontologique.» p.89: «le logos ne traduisait rien d’autre que ce mode de comportement envers les choses dont le caractère essentiel est de les laisser se manifester comme ce qu’elles sont et donc aussi de les faire voir comme elles se manifestent.»En hier schiet men steeds weer te kort, kijkt men niet ver genoeg. De dingen manifesteren niet zichzelf om zichzelf. In hun zichzelf manifesteren brengen de zijnden op eindige wijze de Oneindige aanwezig. Zij maken het de Oneindige mogelijk zijn weelde aan Gratiën te individualiseren, ze een unieke gestalte te geven. Dat is hun enige bestaanstaak! Via een exclusieve intramundane visie kom je nooit uit de problemen. Blijf je gevangen in een bodemloze regressus. Waarom, waarom zou de Oneindige enige behoefte kunnen hebben zich te manifesteren? Why? In gods naam! Aan wie? Voor wie? Zich manifesteren van de Oneindige! Mal idee! Waaraan hij wel behoefte heeft? Aan eindige anderen! Om zijn oneindigheid op eindige wijze te kunnen manifesteren, om die op eindige wijze aan ons aanwezig te brengen, uit menslievendheid. Philanthropia! Daar kun je niet omheen! En dan is die‘présence’ beoogd en onmisbaar voor Hem. Want hij beschikt niet over individualiserende bepalingen om zijn Gratiën een individuele identiteit te schenken. Een onderscheidbare gestalte. Dit vereist een totaal nieuwe visie op ‘eindigheid’. Een Exuberante die ’Not’ heeft aan ‘finitude’! Dat erkennen is een blijk van diepe, van ‘religieuze’ eerbied!‘Hier keert alles om!’ p. 90: Noeinn weten: ‘forme idéale du pur accueil de l’étant en son être’ (<ó> of van Sein in zijn ‘Not’ aan manifestatie, aan alètheuein?)-‘Wirklichkeit’ = Wahrnehmung: Kant (SZ: 171, GA 24:155)-Noein = einai : Parmenides-Waarnemen is een zeef, een K.O.S.B.H., het voltrekt zich in ‘die Leere’, in het ‘Nichts’, in de vrije schakelkamer van het ‘Zwischenfeld’, in de onbepaaldheid van het ‘Nichts’; waarnemen moet zelf categorieën, bepalingen bepalen, zich zelf organiseren. -‘Pragmata’ ~ ‘praxis’: de praktijk verloopt niet NUC-procesmatig (SZ: 68), maar humaan, op basis van K.O.S.B.H.! Is steeds emergeren! Uitstijgend uit NUC. In 'dingen’ DOET de mens de emergentie en toont, demonstreert zich het eindig zich aanwezig brengen van de Oneindige. ‘Praxis’ toont het transcenderen, het uit-puilen, het grenzen over-schrijden. Hier toont de mens het op eindige wijze, in eindige gestalten aanwezig brengen van de oneindige Exuberante. De Australopithecus die een kei onderscheidt en isoleert en opraapt als werpwapen ‘overklast’ die kei, toont zijn opene, vrije onbepaaldheidsmogelijkheden, zijn extra toekomstmogelijkheden, en over-grenst die kei, toont een horizont van oneindigheid. (Cf raket naar de maan! ‘Stof’ die raket naar de maan stuurt!)
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|