Ontstaan van het Geheimleger
Het verzet wordt opgericht nadat beroeps- en reservemilitairen, bij wie de capitulatie van 28 mei 1940 zeer hard is aangekomen, zich gaan hergroeperen.Uit deze kernen zal Het Geheim Leger, de grootste militaire verzetsorganisatie van het land met circa 54.000 erkende leden, ontstaan .
Deze verzetsgroepering bestaat vooral uit achtergebleven en oud-beroepsmilitairen en miliciens. Oorspronkelijk aan het begin van de oorlog, is het doel van deze groepering om een militair bestuur op te richten en koning Leopold III, grotere bevoegdheden toe te kennen bij een Duitse terugtrekking. Voor vele militairen ligt de oorzaak van de Belgische nederlaag in het beleid van vooroorlogse politiekers. De militairen zijn aanhangers voor een sterke uitvoerende macht in handen van de koning. Tijdens de eerste maanden van de bezetting blijken de Duitsers overal de militaire zege binnen te halen. Velen denken dat vredesonderhandelingen niet meer veraf zijn en dat deze ertoe gaan leiden dat Duitsland zijn troepen uit België zal terugtrekken. Uit angst dat separatistische en/of extreem-linkse groeperingen dit machtsvacuüm zouden kunnen benutten, treffen de militairen maatregelen. Al in de zomer van 1940 vormen zich onder leiding van reserve-kolonel Robert Lenz en commandant Charles Claser embryo's van verzetsgroepen. In die sfeer ontstaat het Belgisch Legioen, La Phalange en Het Heropgericht Leger. In de perioden juni - juli 1941 fusioneren deze drie paramilitaire groeperingen tot Het Legioen van België of het Belgisch Legioen.
Vanaf juni 1941 beginnen de oorlogskansen te keren in het voordeel van de geallieerden. Groot-Brittannië zet de strijd ondanks alles stoutmoedig verder en kan daarbij van in de loop van 1941 op de steun van de USSR en de VS rekenen. Een Duitse overwinning is dus niet meer zo vanzelfsprekend. De politieke ambities van de groep verzeilen daarmede op de achtergrond en hun militaire karakter word nu significanter. Om de Duitsers om de tuin te leiden blijft deze eerste doelstelling echter wel in de statuten staan. Deze organisatie wil door het plegen van sabotage een ondergrondse strijd tegen de bezetter voeren en een leger op richten dat de geallieerden bij de bevrijding van het grondgebied zal bijstaan. Bovendien moet zij de nationale instellingen vrijwaren en instaan voor de ordehandhaving na de bevrijding.
Eind 1941 is het Legioen uitgegroeid tot een goed gestructureerde beweging met een actieterrein over gans België. De Belgische regering in ballingschap in Groot-Brittannië wantrouwt het Legioen vanwege haar oorspronkelijke politieke doel. Het sterk royalisme van Claser en zijn afkeer voor politici roepen dat wantrouwen op.
Men stuurt Claser naar Londen om het misverstand recht te zetten. Het Legioen heeft immers dringend erkenning, richtlijnen, en vooral geld en wapens nodig. Op 17 maart 1942 vertrekt hij met agent Philippe de Liederkerkenaar naar Groot-Brittannië. Claser draagt tijdens zijn afwezigheid de leiding van het Legioen over aan Charles Vander Putten.
Op 18 juli 1942 arriveert hij in Londen, waar hij wordt ontvangen door de SOE (Special Operations Executive) en de Belgische Tweede sectie van het Ministerie van Landsverdediging. Pas drie dagen later hoort de Belgische Staatsveiligheid van zijn aankomst, nochtans moeten zij eerst de aangekomen Belgen ondervragen! Het wantrouwen dat de regering in ballingschap al tegenover Claser koestert, wordt daardoor nog versterkt. SOE en de Tweede Sectie hebben intussen besloten om Claser een militaire opdracht te geven. Deze opdracht maakt deel uit van het plan "Action", een groot geallieerd plan. Claser belooft dat hij alle politieke intenties zal opgeven. Ze beloven het Legioen een marconist, om zo in directe verbinding met Londen te staan. Op 8 augustus 1942 vertrekt Claser terug naar België, maar dat doet hij zonder nog eens met de Staatsveiligheid te praten. Dat zet kwaad bloed en leidt tot het ontslag van chef Bernard van de Tweede Sectie. De Belgische regering verklaart dat ze geen opdracht gegeven heeft aan Claser en in oktober 1942 krijgen de inlichtingendiensten het bevel om het contact met Claser te verbreken.
Intussen heeft men in de nacht van 27 op 28 augustus 1942 operatie Sprinbock uitgevoerd, die voor de radioverbinding tussen Claser en SOE moet zorgen. De agenten zijn Jean Sterckmans en Nestor Bodson. Beiden vallen echter in de handen van de Geheime Feld Polizei (GFP), die via de Abwehr op de hoogte gesteld is van de dropping. De twee agenten worden onder een valse naam opgesloten en vervolgens naar Duitsland overgebracht. De Duitsers noemen deze operatie Pilgerchor. Op 29 augustus 1942 komt Claser terug in België aan. Hij heeft vermoedelijk nooit geweten waarom de beloofde marconist uit Londen niet is komen opdagen.
Ondanks de dommige en onzinnige Londense campagne tegen zijn persoon, kan hij toch mensen uit het Belgisch Legioen en de Nationale Koningsgezinde Beweging (NKB) rekruteren voor de concretisering van het plan Actie. Daartoe richt hij het Belgisch Vrijkorps voor Militaire Actie op. Uit veiligheidsredenen en omdat Bastin waarschijnlijk tegen de uitvoering van het plan gekant is, word het Vrijkorps gescheiden van Het Legioen.
Omdat hij toch erkenning wilt van Londen, besluit hij om met zijn adjunct Defroyennes terug naar Londen te trekken, dat gebeurt op 2 november 1942. Het Vrijkorps komt onder het bevel van kolonel Siron en Het Legioen staat ondertussen onder de aanvoering van kolonel Bastin. Op 6 november 1942, bij het overschrijden van de demarcatielijn in Frankrijk, worden ze aangehouden. Beiden worden onder hun schuilnamen Van den Hende (Claser) en Raoul Devergnies (Defroyennes) opgesloten in de gevangenis van Dôle.
Intussen voert de nieuwe bevelhebber, kolonel Bastin, belangrijke veranderingen door in het Legioen. Een van die wijzigingen is decentralisatie. De paramilitaire groepering verandert van naam. Om het louter militaire karakter te benadrukken noemt men het nu Het Leger van België. In tegenstelling tot Claser wordt Bastin wel gehoord en aanvaard in Londen. Hij krijgt zelfs een militaire opdracht. Voortaan beschouwd de Belgische regering in Londen hem als leider van de Belgische clandestiene troepen, dit mede door tussenkomst van Jean del Marmol en François de Kinder, de schoonbroer van eerste minister Hubert Pierlot. Pierlot erkent op 30 december 1942 kolonel Bastin als de enige bevelhebber van het militaire verzet in België. Het Belgisch Legioen word dus zoals gezegd omgedoopt in "Leger van België".
In overleg met de geallieerden wordt door de regering van Londen een militair reglement opgesteld waarin de richtlijnen voor de organisatie en het actieplan van het Leger van België uiteengezet worden. Dit reglement is door de geparachuteerde agent (reservekapitein) Adelin Marissal in de vorm van een brochure "Het paard van Troje" in de zomer op 3 juli 1943 aan Bastin overhandigd.
Het Belgische grondgebied word in vijf zones ingedeeld en die worden op hun beurt in sectoren en vervolgens schuiloorden opgesplitst. De organisatie van de activiteiten word eveneens in afzonderlijke diensten ondergebracht: een inlichtingen, een sabotage- en een gezondheidsdienst.
Het Geheim Leger moet een drievoudige opdracht te vervullen:
- het uitvoeren van een vooraf opgesteld militair sabotageplan om de vijand te beletten efficiënt de geallieerde landing tegen te gaan.
- het organiseren van een algemene guerrilla om onrust te zaaien onder de Duitse troepen
- het verlenen van hulp aan de oprukkende geallieerde legers door bijvoorbeeld te verhinderen dat belangrijke installaties (havens, bruggen,...) worden vernield.
Via een gemeenschappelijke vriend geraakt een leider van het Vrijkorps, Stiers, in contact met Abwehr-topagent Prospère Dezitter en zijn minnares Florentine Giralt. De leden van de V-groep geven zich uit als Britse agenten en slagen erin om het vertrouwen te winnen van de leiding van het Vrijkorps. Een belangrijk element daarbij is de zogezegde ontsnapping van Claser en Defroyennes. De Abwehr laat het Vrijkorps geloven dat Claser en Defroyennes in Groot-Brittannië zijn gearriveerd, maar in werkelijkheid zullen beiden creperen in het kamp van Groß-Rosen. Claser zal op 12 december 1944 in het concentratiekamp Gross-Rosen overlijden .
De geplande valstrik werkt er worden heel wat (historici spreken van minstens 137 mensen) aanvoerders van het Vrijkorps en Het Leger van België gearresteerd. De Abwehr heeft immers de ledenlijsten van het Vrijkorps in handen gekregen. Van de gearresteerden zullen er veel omkomen in Duitse kampen.
Het Vrijkorps is opgerold, maar het Leger van België blijft bestaan. Na de aanhouding van kolonel Bastin op 24 november 1943 (hij overlijdt op 1 december in Gross-Rosen) neemt kolonel Ivan Gérard tijdelijk zijn functie over, dit gebeurt met de instemming van de Belgische regering in ballingschap. Wanneer ook hij naar Groot-Brittannië dient uit te wijken, wordt het bevel van het Geheim Leger door luitenant-generaal Jules Pire waargenomen.
Kolonel Ivan Gérard vertrekt in februari 1944 naar Londen. Het Leger van België (voordien Belgisch Legioen) krijgt nu op 1 juni 1944 haar definitieve benaming het "Geheim Leger".
Intussen word de groep vrijwilligers die "iets willen doen" tegen de bezetter steeds groter. Zij wachten niet op de bevelen uit Londen, maar zijn al bezig met het verzamelen van inlichtingen, het vormen van comités om droppings te ontvangen, sabotage te plegen of werkweigeraars, joden en andere voortvluchtigen te herbergen.De belangrijkste acties van het Geheim Leger (en zijn voorgangers) vinden plaats na juni 1944,na de landing van de geallieerde strijdkrachten in Normandië. Op dat moment verstoort het Geheim Leger, met intussen 54.000 leden, het treinverkeer, de bruggen en communicatielijnen van de bezetter.
De klompen van Salomon. Op 8 juni 1944 zend de BBC de langverwachte boodschap "Le roi Salomon a mis ses gros sabots" (koning Salomon heeft zijn grote klompen aangetrokken) uit. Meteen treed de eerste fase van het actieplan in werking, nl. de sabotage. Tussen 8 juni en de bevrijding blazen de leden van het Geheim Leger meer dan honderd bruggen op, vernielen of beschadigen 285 locomotieven en 1.365 goederenwagons en laten 116 treinen ontsporen. Talrijke communicatie- middelen worden buiten werking gesteld. Wegens gebrek aan explosieven is het evenwel niet mogelijk de Duitse troepenverplaatsingen volledig te blokkeren. Vooral in zone III (Oost- en West-Vlaanderen) is het gebrek aan wapens en explosieven een cruciaal probleem. Parachutage is de enige manier om de zone van deze essentiële middelen te voorzien.
Na verschillende mislukkingen is er vanuit Londen een nieuwe coördinator gezonden. Albert Mélot (schuilnaam Martin) ,een advocaat uit Namen, is twee maand voordien op 9 april 1944 gedropt geweest. Hij heeft de opdracht om de acties tussen het Geheim Leger en de geallieerde troepen te coördineren. Martin word echter tijdens een vergadering op 12 juni 1944 door de Gestapo aangehouden en in Gent gevangen gezet. Onmiddellijk beveelt Pierlot het Geheim Leger van de sector Gent om de bevrijding van Martin te organiseren. Het ontsnappingsplan wordt minutieus voorbereid en op 15 juli 1944 is het zover. Nadat ze constateren dat Martin elke dag voor ondervraging van de gevangenis "De Nieuwe Wandeling" naar het hoofdkwartier van de Geheime Feldpolizei (GFP) op de Kouter gevoerd wordt, beslissen de leiders van de sector Gent om Martin tijdens deze transfer te bevrijden.
De operatie word voorbereid door Jozef Speeckaert, hij is luitenant bij de staf van zone III. Wanneer de Duitse auto de Papegaaistraat inrijdt, springt een lid van het Geheim Leger uit een zijstraat en duwt een stootkar vlak voor de wielen van de GFP waardoor de weg geblokkeerd word. Wanneer de Duitsers de man beginnen uit te schelden, komt een schutter van het Geheim Leger te voorschijn, maar zijn pistool blokkeert. Een tweede schutter springt op en dood de chauffeur en zijn begeleider. Martin word uit de auto gehaald. De twee GFP-mannen die hem bewaken, durven niet bewegen. Met deze actie bewijst de sector Gent over veel moed en wilskracht te beschikken, maar de stunt van de Papegaaistraat heeft enorme gevolgen en dit niet alleen voor het Gentse verzet, maar voor heel de zone III. De Duitsers zijn woedend en hun vergeldingsmaatregelen afschuwelijk. Martins ouders en één zuster overlijden in de concentratiekampen. Ook in de rangen van het Gentse verzet slaan de Duitsers hard terug. De netten die al een tijdje gespannen waren, worden nu definitief dicht gehaald en de vangst is gigantisch. Maar de aanhouding van meer dan 50 verzetslui, waaronder Speeckaert, de organisator van operatie, heeft nauwelijks gevolgen voor de werking van de zone tijdens de bevrijding.
September44
De boodschap "La jonquille jaune est en fleur" (de gele narcis staat in bloei) luidt op 1 september 1944 in heel België de guerrillafase in. Alle leden worden per schuiloord gemobiliseerd. Door de snelle opmars van de geallieerde troepen blijven de militaire acties tijdens de bevrijding beperkt, tenzij in de Ardennen waar er nog gevochten wordt. Het Geheim Leger neemt vele Duitse soldaten gevangen en bemoeilijkt hun aftocht. Het Geheim Leger loodst de Britse pantsertroepen zonder moeilijkheden over de brug van Boom en zorgt ervoor dat de haveninstallaties van Antwerpen ongeschonden in handen van de geallieerden vallen. Ook via verkennings- en infanterieopdrachten bieden zij tijdens en na de bevrijding hulp aan de geallieerde troepen.
De Demobilisatie van het Geheim Leger komt er al in oktober 1944. Op 15 oktober 1944 worden, met uitzondering van ongeveer 7000 man, alle leden van het Geheim Leger gedemobiliseerd.
Na de oorlog worden 54.311 (ander bronnen vermelden 54.314) onder hen als gewapende weerstander erkend het Geheim Leger is daarmee de grootste gewapende verzetsorganisatie van België. Meer dan 4000 van haar leden bekochten hun inzet met het leven.
|