Wetenschapswaan
Sinds de oudste tijden varen overal boten en wanneer ingevolge een of andere catastrofe de wereld helemaal onder water loopt, zullen alleen de opvarenden van de verdrinkingsdood worden gered: het is een logica zo simpel als pompwater maar desalniettemin ziet elkeen in de restanten van ongeacht welk groot houten voorwerp dat op een vlot gelijkt, die ene grote ark van Noach uit het boek Genesis. Dat is nu eenmaal de hypnotische werking van een religie: "quod non est in scriptis, non est in mundo", wat zich vrij vertaalt als: "al wat geschiedt, wordt in de Schrift voorspeld."
Halverwege van de voorgaande eeuw kwam het Oudtestamentische verhaal over de ark van Noach wereldwijd in de schijnwerpers te staan en in 1987 schreef Charles Berlitz er een bestseller over: weliswaar middels bijzondere observatietechnieken zoals luchtbeelden zou de ark te zien zijn op de plek waar zij toentertijd gestrand was: de 5156 meter hoge berg Ararat (ook Baris genaamd), afgeleid van Urartu, de naam voor het oude Armenië in het huidige Turkije. De grote geschiedschrijver Flavius Josephus (37-100 P.X.) vermeldt dat de Armeniërs deze plek 'de landingsplaats' noemden en Ararat in het Armeens is Massis, wat wil zeggen: 'moeder van de wereld'. Doorheen de ganse geschiedenis zouden voorbijtrekkende reizigers de ark gezien hebben onder de gletsjers op de eeuwig bevroren bergtop waar het ijs de ark duizenden jaren lang had bewaard en volgens islamitische geschriften zou zij pas op het einde der tijden worden onthuld. Berlitz verzamelde in zijn boek getuigen: behalve Flavius Josephus schreef ook de Babylonische historicus Berossus er in 275 A.X. over dat reizigers pek van het gestrande schip afkrabden om er amuletten van te maken. Nicolaus van Damascus (°64 A.X.) vernoemt de zondvloed en de ark, alsook Marco Polo (1254-1324), de franciscaan Odoric en Sir John Mandeville in 1356. De zeventiende-eeuwse Olearius heeft het over de versteende overblijfselen van de ark, nu nog te bezichtigen in het klooster van Emiadzin en destijds verwees menigeen naar de ark als bewijsstuk voor de waarheid van het geloof. Reeds in de veertiende eeuw werden expedities op touw gezet maar in de moderne tijd is een van de bekendste wel deze door kolonel astronaut-maanwandelaar James Irwin (in 1972-1982) van wie de woorden: "Dat God op aarde wandelt is belangrijker dan dat de mens op de maan loopt." Hij werd voorafgegaan door dr. F. Parrot (1829) die met medewerking de kloosterlingen van Ahora als eerste het taboe verbrak om naar de ark te zoeken en die zijn naam gaf aan de Parrot-gletser op de berg waarin zij bewaard zou worden; elf jaar later kwam de straf: de Ararat barstte uit, begroef Ahora met zijn klooster en "liet een steil ravijn achter waar de gebouwen hadden gestaan". Dr. H. Abich die de berg beklom in 1845 gaf zijn naam aan de twee Abich-gletsjers. In 1856 was er de expeditie van Robert Stuart. In 1883 vonden na een nieuwe verwoestende aardbeving de Turken "een enorm grote, op een schip gelijkende, houten constructie." die zij ook binnendrongen en in de pers klonk het verder zo: "Ze waren in staat drie grote ruimten te betreden, maar de andere afdelingen waren volledig gevuld met vast ijs." In de dooi van de zomer van 1916 zagen vanuit de lucht Rotkovitsky en zijn piloten "een half onder water liggende romp van een of ander enorm groot schip" waarvan in 1939 een gedetailleerde beschrijving verscheen in de pers - het onderzoek raakte immers verstoord door de Bolsjewistische revolutie van 1917 maar een zelfverklaarde overlevende van de Romanovs zou zich de expedities nog herinneren. Door expediteurs uit de ark meegenomen oleanderhout dat in die streek niet voorkomt, pleit voor haar bestaan en beschrijvingen van de afmetingen van de ark corresponderen onderling alsook met de Bijbeltekst maar er werden nooit duidelijke foto's gemaakt of bewaard en latere verkenningen werden bemoeilijkt doordat de Ararat aan de grens met Rusland ligt in Turks gebied bevolkt met opstandige Koerden en ook al wegens het extreme weer: John Morris noemt in 1972 de Ararat een reusachtige bliksemafleider: "Overal was duidelijk statische elektriciteit aanwezig. Onze ijsbijlen en klimijzers gonsden en onze haren stonden recht overeind." De bekendste ontdekking van de ark is die van Fernand Navarra die argumenteert dat ook het bestaan van Troje werd ontkend totdat de stad daadwerkelijk werd opgegraven. De stukken hout die hij meebracht van zijn expeditie bleken goferhout (oleander) van 5000 jaar voor Christus.
Er zijn meer dan zeshonderd versies van de legende van de zondvloed. en de bekendste zijn die in Genesis en deze in het Gilgamesj-epos die frappante gelijkenissen vertonen. Ook bekend zijn de versie in de Popol Vuh van de Maya's, deze van de Babyloniërs, de Assyrische en de Chinese.
De overtuigingskracht van de meest onwaarschijnlijke legenden is vaak verbijsterend en niet zelden worden die legenden op hun beurt dan ook nog benut als bewijsstukken voor het geloof waarvan zij deel uitmaken. De ark van Noach is volstrekt onvindbaar maar kennelijk maakt het geloof het onzichtbare zichtbaar en verwerkelijken zich wensen door in het bestaan te roepen wat onbestaande was, alsof de realiteit de som was van alle mogelijkheden die pas geactualiseerd worden door vormen van noodzaak waarvan de wil een der belangrijkste blijkt. De schepping, de wereld als symbool voor een hogere werkelijkheid, is een afbeelding van het Boek, het Woord, dat immers aan de grondslag ervan ligt: "Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is."
Maar wat geldt voor de religie van de volkeren van het Boek, geldt evenzeer voor wie geloven in de religie van de Verlichting die de wetenschap is waarbij de encyclopedisten zweren alsook hun nazaten die zich in een razend tempo over de aarde hebben verspreid: de Luciferianen, zij die de Schepper zelf naar de kroon steken door zich in te beelden dat het hun plicht is om de schepping te gaan corrigeren. Want zoals de gelovigen in een stuk wrakhout een ark ontwaren, zo ook ontdekken de zogenaamde wetenschapslui in de werkelijkheid slechts wat hun theorieën bewaarheidt. En niet zelden staan die theorieën die immers door zelfverklaarde godmensen werden uitgebroed, in het teken van het eigenste lof en het persoonlijke gewin.
En zo schrijft niet een of andere complottheorie doch de openlijke encyclopedie voor allen, die Wikipedia heet, over het griepvirus en de vaccinatiepraktijk het volgende:
"De effectiviteit van een griepprik voor gezonde mensen is nog nooit bewezen." (https://nl.wikipedia.org/wiki/Griep#Preventie )
Deze uitspraak verwijst naar een artikel in de Cochrane Database of Systematic Reviews, getiteld: "Vaccines for preventing influenza in healthy adults" dat onder meer concludeert dat het symptomen onderdrukkend effect van griepvaccins en de weerslag ervan op werkverzuim zeer gering is en dat niets erop wijst dat zij van invloed zouden zijn op complicaties zoals longontsteking of besmettelijkheid.
Bovendien wordt de lezer ervoor gewaarschuwd dat 15 van de 36 onderzoeken waarop het artikel betrekking heeft, gesubsidieerd werden door de industrie (over 4 ervan onbreekt informatie daaromtrent). Studies gesteund door publieke bronnen nijgen er echter helemaal niet toe om vaccinatie te gaan promoten.
Daarentegen heeft men wel zekerheid over het feit dat onderzoeksresultaten courant gemanipuleerd en vervalst worden en dat men de conclusies van ook dit verslag in dit licht moet zien.
(J.B., 5 november 2021)
Verwijzingen:
Zie de voetnoten.
|