Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op bloggen.be op het volgende adres:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto

het-grote-interview-met-omsk-van-togenbirger-en-andere-teksten

Foto

Nieuwe uitgavePanopticum Corona:BESTELLEN

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
CAHIERS
  • blogtekst de verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle
  • inbrekers en inbrekers e a
  • Smeren ze ons kanker aan e a
  • Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar
  • Foto
    Foto
    Muziekpartituren
  • Daer zat een sneeuwwit vogeltje. Pianoconcerto n° 14
  • Juan de la Cruz' Canciones
  • PORTRETTEN
  • Tisallemaiet
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet) - © J. Bauwens, Serskamp
    Deze blog beoogt een duplicaat en/of een voortzetting van de blog Tisallemaiet (https://www.bloggen.be/tisallemaiet ) - © J. Bauwens, Serskamp
    29-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De officiële newsspeak



    uit het VRT nieuws:

    Newspeak:


    correct is fout
    en
    fout is correct





    28-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. Bhakdi over vaccinatie
    dr. Bhakdi over vaccinatie


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking (Portretten)

    Overbevolking (Portretten)

    Zie ook: https://www.bloggen.be/portretten/


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het overbevolkingssprookje

    Het overbevolkingssprookje


    27-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. Vandenbossche over vaccinatie en corona


    https://www.blckbx.tv/videos/vandenbossche


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pfizer, een dievenbende



    Pfizer, een dievenbende

    Volgens de “Nederlandse onafhankelijke nieuwssite voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek” (1) FTM (“Follow The Money”) die onder meer de voetbalfraude aan het licht bracht (1) en die zich tot doel stelt “onderzoek te doen naar mensen (…) die zich, vooral financieel-economisch, misdragen of de samenleving zwaar benadelen” (1) ontduikt het Amerikaanse bedrijf Pfizer via belastingparadijzen zoals Nederland waarschijnlijk miljarden aan belastinggeld: de miljarden aan subsidies van de overheid alsook de miljarden die buit worden gemaakt met vaccins. Uit een onderzoek van de UvA bleek begin dit jaar dat ook andere Amerikaanse bedrijven deze praktijk delen. Zo versluisde Google in acht jaar tijd 128 miljard euro via Nederland naar Bermuda. (2) In enkele uitzendingen van het Nederlandse televisieprogramma Zembla wordt uitgelegd hoe multinationals geheime belastingdeals sluiten met Nederland. (3)

    Men herinnere zich de uitspraken van de Vlaamse meester van de tragie-komedie, Dirk Biddeloo, over het tweetal misdaad en kampioenschap. Als misdaden maar groot genoeg zijn, worden zij alras beschouwd als heldendaden; het gaat dan immers niet langer om criminelen doch om kampioenen in de misdaad. Zo worden massamoordenaars zoals Nero, Napoleon, Gengis Khan en Mao nog steeds vereerd met standbeelden en naamplaatsen, dure alcoholische dranken; bonbons en restaurants worden naar hen vernoemd. Pfizer maar wellicht ook vele andere farmareuzen passen in hetzelfde plaatje. Via corrupte politici bestelen zij in dit tijdperk zonder meer iedereen terwijl zij het klaarspelen om door te gaan voor filantropen en voor helden. Dat is uiteraard alleen mogelijk dankzij de kuddegeest en het geweld van de conditionering die ervoor zorgen dat quasi allen braafjes belijden dat ze uitkijken naar de volgens 'prik' of booster', dat ook kinderen tot proefkonijn kunnen worden herleid en dat de beloofde weldaad van de vaccinatie uitblijft of resulteert in haar tegendeel. En collega-kampioenen in de belastingontduiking, meer bepaald de eigenaren van het internet, zijn nu de nieuwe kampioenen in de boekverbranding: zij zorgen er wel voor dat door de burgers via het internet opgezette opstanden zoals enkele jaren geleden in het Noord-Afrikaanse continent, zich niet meer zullen herhalen. Andermaal de dichter Heinrich Heine: Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen." (4)

    (J.B., 27 december 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Follow_the_Money

    (2) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/ftm-pfizer-sluist-miljardenwinst-weg-via-nederland

    (3) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/nederland-belastingparadijs

    (4) Heinrich Heine, Almansor (1823), v. 243-244: https://de.wikisource.org/wiki/Almansor_(Heine)


    24-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zekere kwestie inzake de verplichting van vaccinatie

    Een zekere kwestie inzake de verplichting van vaccinatie

    Iedereen kent wel het verhaal van de man die onder de lantaarn naar zijn sleutelbos staat te zoeken. Een voorbijganger vraagt hem waar hij de sleutels verloren heeft. De man wijst naar een plek, een tiental meter verderop. Maar waarom zoek je dan hier? - zo vraagt de passant. En de man antwoordt: omdat het hier onder de lantaarn klaar is.

    Inzake het zoeken naar maatregelen voor het indijken van staatsgevaarlijke toestanden (zoals de huidige pandemie of wat daarvoor moet doorgaan) gedragen heel wat regeringen zich op een gelijkaardige manier, in die zin dat zij naar meer veiligheid zoeken waar zij die sowieso niet kunnen vinden terwijl zij andere plekken waar mits relatief eenvoudige maatregelen grote veiligheidsproblemen onmiddellijk oplosbaar zijn, links laten liggen.

    Zekere regeringen gaan heel vaak ongegrond selectief te werk bij het bepalen van die domeinen die als eerste in aanmerking moeten komen voor regelvorming ter bevordering van goederen zoals staatsveiligheid en volksgezondheid. Meer bepaald blijkt er dikwijls een niet onaanzienlijke wanverhouding te bestaan tussen enerzijds geplande maatregelen (en de te investeren middelen) en anderzijds de navenante effecten. Zo krijgen somtijds die domeinen waar van doortastende (vrijheidsbeperkende) maatregelen slechts een geringe impact kan verwacht worden, de voorrang boven domeinen waar middels relatief eenvoudige ingrepen ontelbare levens kunnen gered worden en onnoemelijk leed vermeden.

    Is het verantwoord dat de verkoop en het gebruik van de harddrug alcohol aangemoedigd wordt terwijl het gevaar daarvan voor het leven van niet-gebruikers (aangetoond) gigantisch is? Alcohol, tabak en andere drugs?

    Tegelijk wordt van regeringswege eindeloos getalmd waar het erop aankomt om de productie en de lozing in het milieu van vergiften (verantwoordelijk voor een alsmaar groeiend aantal 'kankerkinderen') aan banden te leggen, als het al niet zo is dat deze vergiften niet als zodanig kunnen worden erkend omdat het voorzichtigheidsprincipe, dat zegt dat iets als schadelijk moet worden beschouwd zolang zijn onschadelijkheid onbewezen is, door wie alleen uit zijn op gewin geperverteerd werd tot een gedrocht, namelijk: dat iets onschadelijk is zolang zijn schadelijkheid onbewezen blijft!

    De bewijslast wordt hier geheel schaamteloos in de schoenen geschoven van de partij van de slachtoffers die uiteraard onschuldig zijn, terwijl het in de rechtspraak een heilig principe is dat iemand als onschuldig moet worden beschouwd zolang zijn schuld onbewezen blijft. Bovendien geldt alom het zogenaamde “voordeel van de twijfel” om een onrechtmatige veroordeling uit te sluiten.

    Getuigt het van een verantwoordelijk beleid dat ondanks de vele verkeersdoden, het verstrekken van veilige accommodatie en maatregelen voor zwakke weggebruikers (zoals de aanleg van veilige fietspaden en oversteekplaatsen en het verbod op de verkoop van alcohol) achterwege blijft?

    Of die selectieve aanpak te wijten is aan onkunde of aan corruptie is een vraag maar een vaststelling is alvast dat hij feitelijk is in de schoot van zekere regeringen. Echter, waar een selectieve aanpak apert ongegrond is omdat met betrekking tot het individuele handelen dat schadelijk kan zijn voor derden, vrijheidsbeperkende maatregelen alles behalve in verhouding staan tot hun effecten (wat het geval is telkenmale dringender en relatief makkelijk oplosbare kwesties ter zake onbehandeld blijven) moet geconcludeerd worden tot onbekwaamheid en/of onwil (mogelijkerwijze in gevolge corruptie) van regeringswege, en in dat geval betreft het wel degelijk onkunde of onwil die met mensenlevens moet worden betaald!

    Kortom, een regering die niet in staat blijkt om inzake deze kwesties selecties te maken met maximale efficiëntie, verspilt haar middelen ten koste van vele mensenlevens en moet derhalve met hoogdringendheid worden afgevoerd terwijl haar leden moeten worden veroordeeld voor uitgerekend datgene waarvoor zij anderen, en dan nog zonder grond, wensen te veroordelen.

    In de zopas verschenen tekst van het 'Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek', getiteld: 'Advies nr. 80 van 13 december 2021 betreffende de ethische uitdagingen van een verplichte vaccinatie van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) tijdens een pandemie' (1), komt deze ons inziens fundamentele kwestie niet aan bod. Onwil of onkunde? Of is het gewoon de verblinding ingevolge de massapsychose? Wie zal het zeggen!

    (J.B., kerstavond 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.health.belgium.be/nl/advies-nr-80-verplichte-vaccinatie-tijdens-een-pandemie


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de zonde tegen het lichaam

    Over de zonde tegen het lichaam

    Het atomiseren van mensen teneinde hen te kunnen reduceren tot de partikels van een massa die vervolgens kan worden uitgebaat gebeurt, zoals Hannah Arendt beschrijft, door hen van elkaar te isoleren en dus door hun onderlinge communicatie te bemoeilijken of zelfs onmogelijk te maken. Dat kan middels gevangenzetting en afzondering, zoals dat vandaag wereldwijd gebeurt in het kader van de zogenaamde pandemie, maar het is ook mogelijk om dit doel te bereiken met alleen maar een psychosociaal en politiek instrumentarium dat zich dan vertaalt in een aantal voorschriften welke verplicht moeten worden nageleefd en waarvan de zwijgplicht of het spreekverbod niet alleen als de omerta onder misdadigers wordt toegepast maar ook de regel is in kloostergemeenschappen en in nog tal van andere al dan niet geheime genootschappen, politieke verenigingen, holdings en industrieën en wel in die mate dat het zich bezondigen aan spreken er beschouwd zal worden als verraad, vals spel of spionage.

    Naast het spreekverbod, kunnen ook het lees- en schrijfverbod genoemd worden of eerder nog het bevorderen van zaken zoals het analfabetisme en de onderontwikkeling in het algemeen: alle hebben zij tot doel de waarheid te doden en hem te vervangen door elkaar overstelpende leugenachtigheden.

    Ook het onderling verdelen van de individuen om te vermijden dat zij vriendschappelijke banden zouden smeden en dat zij zich zouden verenigen, is een beproefde methode lang voorafgaand aan het in voege treden van het Latijnse gezegde: Divide et impera! Dat gezegde drukt in feite kort en bondig uit wat Hannah Arendt zo gedocumenteerd doceert in haar Totalitarianism: de isolering van mensen welke hun eendracht breekt en daardoor ook hun weerstand tegen vreemde overheersers.

    Mensen die behoren tot dezelfde groep staan van nature helemaal niet vijandig tegenover elkaar omdat hun bezit evenals hun werk een zaak is van de gemeenschap maar de installatie van het privaatbezit gecombineerd met het schaars houden van de goederen die men in bezit kan nemen, verdelen de oorspronkelijke gemeenschap in allemaal individuen die dan niet langer samen werken maar die plotseling een bijzonder onnatuurlijk gedrag gaan vertonen: zij proberen elk afzonderlijk zoveel mogelijk bezit naar zich toe trekken, vandaag meestal in de vorm van geld, waarmee ze bij de overheid of althans bij de door de overheid bestuurde en gecontroleerde organen zaken kunnen aanschaffen waarmee ze hun individuele noden kunnen lenigen. Het concurrentiële karakter van de economie is een alom ingeburgerde hefboom welke de gezagsdragers faciliteert in het geatomiseerd houden van de massa's die dan als menselijk vee tot hun beschikking staan.

    De methodes om de productie van massamensen op te drijven zijn legio. Het aan mensen ontnemen van hun moedertaal en de verplichting tot het gebruik van een vreemde taal die zij echter nooit voldoende zullen kunnen beheersen om zich in alle spontaniteit uit te drukken, maakt de communicatie danig gebrekkig dat men er vanzelf van afziet teneinde de frustraties die dergelijke folteringen meebrengen, te kunnen ontlopen.

    Het induceren van allerlei tegennatuurlijke plichtplegingen, beleefdheidsregels en protocollen of juist het afschaffen of het verbieden ervan kan de communicatie stremmen en zelfs stopzetten, zoals dat het geval is na de invoer van de nieuwste hoogtechnologische 'communicatiemiddelen' die beschouwd moeten worden als een vooruitgang terwijl zij precies het tegendeel bewerken aangezien zij directe gesprekken van mens tot mens in de vlotste taal en ondersteund door spontane mimiek en gebaren, vervangen door sterk vertraagde, vervormde en gecodeerde mededelingen via instrumenten welke bediend worden door een klavier dat pas middels bijzonder tegennatuurlijke en ziekmakende bewegingen te bespelen valt. In wezen gaat het hier allerminst om communicatiemiddelen maar wel om precies het tegendeel: isoleringsmiddelen.

    De persoonlijkheid wordt weggewist mét het lichaam, het natuurlijke communicatie-instrument bij uitstek waarin de mededeling en de mededeler in een perfecte harmonie coëxisteren. De stem, het gelaat, de mimiek, de gebaren, de bewegingen en de uitingen van het hele lichaam dat daar waar communicatie aan de orde is, vereist wordt, doch de grote afwezige is.

    De stemverheffingen zijn voortaan onhoorbaar en daarmee wordt ook niet langer de ernst van het gezegde aan de lijve ondervonden; het gefluister dat als een saus over de geheimen lag en dat ons de oren deed spitsen in het verlangen naar een weten dat voor ons de toegangspoorten tot de wereld opende, behoort al tot een ver verleden. De productie van onpersoonlijke standaardlettertekens via het getik op een standaardklavier is de doodsteek aan het handschrift dat naast betekenisdrager ook tekening was of persoonlijke illustratie, dat kanttekeningen toeliet, vergissingen en verschrijvingen.

    Naar het geslacht van de gespreksgenoot moet voortaan expliciet worden gevraagd, hij of zij kan de ander voor de gek houden, de leeftijd blijft verborgen, de bibber of de vaste hand, de stemming, het karakter, de voorzichtigheid of de hoogdringendheid, de schaamte, het gevaar: alle persoonlijke nuances worden opgeofferd aan een standaardtype waartoe elke mens herleid wordt.

    De belediging van het lichaam en die van het gevoel is moordend en van de mens schiet niets meer over dan een afgietsel van een standaardvorm dat dan ook vervangbaar is en derhalve overbodig. Het zal worden teruggebracht tot een beheersbaar getal dat zo nodig vermenigvuldigd kan worden ofwel gedecimeerd. De vraag rest echter: waartoe bestaat het dan nog allemaal? Zal wat overschiet van wat eens mensen waren, in die eindeloze ellende van zichzelf beroofd, dan niet streven naar een spoedig einde aan het on-leven waarin het hopeloos gevangen zit?

    Het volstaat om zich een ogenblik te bezinnen over het wonder van het menselijk lichaam om zonder de geringste twijfel te kunnen inzien dat de vervanging en derhalve de uitschakeling ervan door middel van instrumenten die men de mensen doet begeren en waarvoor zij moeten werken totdat zij er hun gezondheid bij inschieten en hun geluk, zonde is. Steeds groter wordt de massa van degenen die het helemaal niet erg meer vinden om in het eigen lichaamsvet gevangen te zitten als zij maar de beschikking hebben over een Porsche om zich mee te verplaatsen en te vertonen.

    De auto, de machine, het instrument dat gemak belooft maar wel in ruil voor dikwijls onomkeerbare verminking, verblindt en vermoordt de mens als zodanig en wat rest van de mens van voorheen is, paradoxaal genoeg, een louter instrument, een ding, een onderdeeltje van de massa die gehoor geeft aan een vreemd bevel, die zich in huiver schikt naar de hem voorgeschreven regels, die zelfs niet meer van vrijheid dromen kan omdat hij zich niet langer onderscheidt van de werktuigen die hij hanteert met precisie volgens de voorschriften van vreemde heersers. Hij is verdwenen 'zoals een gelaat in het zand aan de grens van de zee'.1

    (BRON: Jan Bauwens, Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld, pp. 127v.)

    1 Tekst d.d. 24 juni 2021.


    23-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer

    Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer

    Onlangs dook in het nieuws het lugubere verhaal op van een Belg die op reis in Indië onwel geworden, werd afgevoerd en nog voor zijn aankomst in de kliniek aldaar overleed. Het gebeuren had plaats in februari 2016. Het lijk van de ongelukkige werd overgebracht naar België en een autopsie hier ten lande wees uit dat het lichaam een schedelwonde vertoonde als van een slag van een stomp voorwerp en bovendien bleken het hart en de beide nieren te ontbreken.1

    Aan de verhalen over rijke westerlingen die dringend een ruilorgaan nodig hebben en die dat dan voor een grote som geld kopen bij een gespecialiseerde bende die het wegsnijdt uit het lichaam van een Indische paria, hebben we in de afgelopen decennia al kunnen wennen. Ter gelegenheid van zijn verzoek aan de Europese Commissie om de illegale handel in menselijke organen te bestrijden, stelde Aldo Patriciello van de Europese Volkspartij op 25 mei 2010 onder meer het volgende: “(...) Onder de landen waar illegale handel in menselijke organen plaatsvindt bevinden zich rijke industrielanden waar tegen betaling illegaal verwijderde organen worden ingevoerd, en arme landen, waar deze organen vandaan komen. (…) volgens een onderzoek wordt geschat dat het om 15000 nieren per jaar gaat, en dat de meeste daarvan afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden, omdat daar nog veel armoede heerst en de illegale handel in organen soms de enige manier is om geld te verdienen. (…) De handel in organen is meestal in handen van criminele organisaties (...)”2

    Dit in acht genomen is het niet ondenkbaar dat derde wereldburgers die in hun leefkring moordpartijen om organen en derhalve om grof geld moeten dulden, wel eens het plan konden opvatten om niet langer het eigen volk te slachtofferen maar in de plaats daarvan de westerlingen die de organen ook bestellen – het is alvast een veronderstelling die niet gespeend is van een zekere logica, zij het dan een oorlogslogica. Het klinkt zelfs plausibel als bovendien een ander feit in rekening wordt gebracht waarvan de gruwel zo mogelijk nog meer verbijstert.

    In het eigen westen blijkt men namelijk de vitale organen voor transplantatie weg te nemen uit de nog levende lichamen van donoren terwijl wie zich als donor laten registreren, in de waan verkeren dat hun organen pas na hun dood zullen worden weggehaald. De waarheid immers is dat organen worden weggehaald uit doodverklaarde maar niettemin nog levende lichamen. Doodverklaring geschiedt van zodra het elektro-encefalogram vlak is en dat heet 'hersendood'. Hersendood wordt gelijkgesteld aan dood, terwijl een aantal hersendoden (soms na vele jaren) zijn opgestaan en dikwijls zonder enig letsel.

    In dat verband reist de nu vijfentachtigjarige kinderarts Paul A. Byrne de wereld rond met lezingen over het onderwerp. Hij stelt dat de term 'hersendood' slechts aanduidt dat de ziekenhuisapparatuur niet meer in staat is om nog hersenactiviteit te registreren en dat de dood van orgaandonoren pas intreedt op het ogenblik dat hun organen worden weggehaald.3

    Ook de Nederlander Ger Lodewick schreef een schokkend boek over orgaandonatie en klaagt daarin aan dat de ganse bevolking inzake orgaandonatie belogen wordt. De donoren van organen zijn immers helemaal niet dood, zo stelt hij; ze zijn wel doodverklaard omdat de hersenactiviteit niet meer kan gemeten worden terwijl de rest van de lichaamsfuncties onaangetast blijft en wel in die mate dat zwangere vrouwen nog kinderen kunnen baren en dat donoren op het ogenblik dat men in hun lichaam gaat snijden om hun organen te verwijderen, felle reacties vertonen: de pols en de bloeddruk stijgen significant en soms komt de donor overeind en maakt hij afwerende gebaren.4

    We weten dat in het verleden mensen vaker onterecht werden doodverklaard en zo vindt men op begraafplaatsen soms sporen van verwoede pogingen van 'levende doden' om uit hun kist te komen. Sommigen stonden op als ze al in het dodenhuisje lagen of in het graf – denk maar aan Jezus van Nazareth5 – en enkelen werden uit de dood opgewekt – zeer zeker omdat ze helemaal niet dood waren en Lazarus die vier dagen na zijn al dan niet vermeend overlijden door Jezus werd opgewekt, is hiervan het typevoorbeeld.6

    Het criterium om iemand dood te verklaren werd immers lange tijd geassocieerd met de ademhaling en de hartslag die soms bijzonder moeilijk kunnen gedetecteerd worden en geslaagde reanimatiepogingen alsook de nood aan orgaandonoren vereisten een nieuw criterium en zo kwam vanaf de jaren zestig van de voorgaande eeuw stilaan het begrip 'hersendood' in voege. Echter, zoals reeds gezegd, blijkt het probleem hiermee slechts te zijn verschoven want het is niet omdat men iets niet waarnemen of meten kan, dat men ook mag besluiten dat het er niet is en dat geldt behalve voor de ademhaling en de pols ook voor de hersenfunctie.

    Marie Curie overleed ingevolge de onzichtbare Röntgenstraling in verband waarmee zij in 1903 de Nobelprijs voor de Fysica ontving en dat zij vaak seances bijwoonde, toont aan dat zij ook de mogelijkheid van de onzichtbare aanwezigheid van overledenen ernstig nam en alvast onderzocht: zoals het elke authentieke man of vrouw van de wetenschap past, wachtte zij zich ervoor om te concluderen dat wat wij niet of nog niet kennen, ook niet kan bestaan.

    Van zodra wordt aangenomen dat de hersenen niet de producenten van ons bewustzijn zijn maar slechts de ontvangers, verschuift niet alleen ons mensbeeld maar vergt evenzeer het criterium waarmee men doodverklaard wordt een grondige aanpassing. Een en ander wordt besproken door de Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel die er onderzoek naar deed en ook over publiceerde.7 Wie echter blijven zweren bij de genoemde materialistische hypothese, moeten vanzelfsprekend het feit van de beperktheid van onze meetapparatuur erkennen. Ofschoon de geschiedenis aantoont dat dit veeleer de regel is dan de uitzondering, blijft het verbazingwekkend hoe makkelijk 'wetenschapslui' – mensen van wie mag aangenomen worden dat zij de waarheid zoeken – ermee weg blijken te kunnen komen als zij, verblind door winstbejag, de meest elementaire logica onder de mat vegen. Wie doodverklaard zijn, hebben niet tegen te pruttelen, ze delen bijna hetzelfde lot als de sans-papiers, die allemaal tegen een gelijkaardig door onze bureaucratie gemodelleerd antwoord aankijken: “Excuseer, mevrouw, meneer, maar u bestaat helaas niet of niet meer”.8

    (BRON: Jan Bauwens, Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer, Serskamp 2018, pp. 538v.)

    4 Ger Lorwick, Wat je over orgaandonatie zou moeten weten, Succesboeken.nl, 2014. Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=k4a2j3g8T8o&feature=youtu.be

    5 Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 20, 1-2 en 11-18: https://bijbel.eo.nl/bijbel/johannes/20

    6 Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 11:1-54: https://www.bible.com/nl/bible/75/JHN.11.1-54.htb

    7 Pim Van Lommel, Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijna doodervaring, Ten Have, 2015.

    8 8 maart 2018.


    22-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarheid?



    Waarheid?

    In het jaar 360 voor het begin van onze jaartelling werd in het Griekse Elis de filosoof Pyrrho geboren die, samen met Anaxarchos, Alexander de Grote vergezelde op diens reizen naar onder meer Indië waar hij de ascetische sadhoe's ontmoette, de gymnosofisten. Zij praktiseerden radicale onthechting, inbegrepen het opgeven van de waarheid. Zo onderwijst Pyrrho de acalepsia: omdat uit elke uitspraak redelijkerwijze kan besloten worden tot het tegendeel, is het beter nooit te oordelen. Kennis is onmogelijk (agnosticisme) en zo ook waardeoordelen; het enige gepaste antwoord is de onverstoorbaarheid (ataraxia).

    Men vindt die opvatting later terug in de zogenaamde vijf tropen, toegeschreven aan Sextus Empiricus of aan Agrippa, die de basis vormen voor het scepticisme: meningsverschillen, het ontbreken van een uiteindelijke bewezen grond, de eigen relatie tot de dingen, veronderstellingen en circulaire redeneringen maken kennis onmogelijk en derhalve bestaat er geen uiteindelijke waarheid.

    Kennelijk was Pontius Pilatus een aanhanger van deze leer, zoals uitnemend geïllustreerd middels het schilderij uit 1890 van Nikolai Ge, getiteld met de vraag waarmee de toenmalige prefect van Judea zich tot de te veroordelen Godmens richt (in: Johannes 18:36): 'Quid est Veritas?' ('Wat is waarheid?') en die door Augustinus met een anagram daarvan beantwoord wordt: 'Est vir qui adest' ('Het is de man die voor u staat').

    Dit antwoordt bevrijdt de vraag uit de wereld van de loutere taal en verwijst naar de Getuige die krachtens zijn getuigenis de waarheid in het leven zelf aanwezig brengt. De kwestie ontworstelt zich tegelijk uit het relativisme van Pyrrho van Elis en de sceptici die geloofden zich uit de slag te kunnen trekken met de ataraxia die naast onverstoorbaarheid, ook onverschilligheid betekent. Het getuigenis van de waarheid daarentegen vergt de hoogst denkbare onmiddellijke betrokkenheid of passie daar de getuige zich met zijn leven zelf borg stelt voor het uitspreken ervan.

    (J.B., 22 december 2021).


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziekenzorg en ziekten-industrie

    Ziekenzorg en ziekten-industrie

    De uitdrukking dat men zijn ogen niet kan geloven, moet helaas dikwijls heel letterlijk genomen worden: mensen reageren vaak zeer furieus op wantoestanden maar rampen kunnen ook echt te groot zijn voor het menselijke bevattingsvermogen en in die gevallen blijven reacties vreemd genoeg gewoon uit.

    Tot de dingen die het voorstellingsvermogen te boven gaan, behoren feitelijke genociden, gepleegd door de superrijken: het weigeren van de toegang tot Europa aan miljoenen oorlogsvluchtelingen en het onderbrengen ervan in concentratiekampen in Turkije. De moord op dertigduizend mensen, meestal kinderen, met het wapen van de honger - wel te verstaan: elke dag opnieuw dertigduizend. De massamoord op ongeboren kinderen welke vandaag alom wordt beschouwd als een mensenrecht.

    Geheel onvoorstelbaar voor velen is het feit dat de top van de gezondheidszorg - alom ter wereld de caritatieve instelling bij uitstek - gedomineerd blijkt door een industrie die vooral bekommerd blijkt om het eigen gewin. In plaats van zorg te dragen voor de aan hen toevertrouwde psychiatrische patiënten, werkte onder de nazi's in Vlaanderen het medische corps zonder protest mee aan hun massale uitroeiing en dit gebeurde middels de verkapte en feilloze moordmethode van het vetloze dieet.1

    De gezondheidszorg wordt gedomineerd door de farmaceutische industrie die in de top van de meest winstgevende bedrijven van het land op de allereerste plaats staat. Ziekenzorg werd sinds jaar en dag verdrongen door klantenwerving en als puntje bij paaltje komt, blijkt het van geen belang of de pillen genezen of ziek maken, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de softenonhistorie.

    Op 7 augustus 2015 overleed op de leeftijd van 101 jaar de Canadese fysicus Frances Oldham Kelsey die werkzaam was voor de Amerikaanse FDA en die bekend werd omdat zij verhinderde dat het kalmeermiddel Thalidomide, met als bekendste merknaam Softenon, in Amerika slachtoffers zou kunnen maken: zij bewees de schadelijkheid ervan in 1961. Wereldwijd zijn er vele duizenden Softenonkinderen of kinderen die geboren werden met misvormde ledematen (focomelie) als gevolg van de toediening van dit medicijn aan hun moeder tijdens de zwangerschap. Het eerste slachtoffer - een kind dat geboren werd zonder oren - viel op 25 december 1956 maar het middel bleef op de markt tot eind 1961. De producent van Softenon, Chemie Grünenthal, probeerde de waarheid te verdoezelen maar onderzoeksjournalist Morton Mintz van The Washington Post bracht alles naar buiten in 1962. Pas in 2012 excuseerde Chemie Grünenthal zich voor de aangerichte schade, nadat het medicijn opnieuw op de markt kwam, onder meer als middel tegen kanker.2

    Dat een economie die winst als hoogste goed in het vaandel draagt, gespeend is van ethiek, spreekt vanzelf maar bij het inbedden van de gezondheidszorg binnen een dergelijke economie, is het onvermijdelijk dat de zorgethiek door het winstbejag geheel wordt opgeslorpt en geperverteerd: de zogenaamde gezondheidsindustrie maakt massaal mensen ziek om hen daarop geneesmiddelen te kunnen verkopen en daar grove winsten uit te slaan. Of dat ook met het coronavirus het geval is, zal nog moeten blijken maar alvast is het zo dat farmareuzen zich reeds in de handen wrijven.

    Het is hoe dan ook een feit dat in fel contrast met de kloosterzusters van amper enkele decennia geleden die onbezoldigd en vaak ten koste van de eigen gezondheid in hospitalen werkzaam waren en van wie de huidige verzorgers en verplegers met hun slopende job en met hun minimumloontje nauwelijks verschillen, een industrie bloeit die op de kap van zieken én verzorgers gigantische winsten boekt. De greep van deze industrie op dokters, verplegers en andere ziekenverzorgers kan tegengehouden worden door gewetensvolle ziekenverzorgers aan de top zoals toentertijd Frances Oldham Kelsey maar de geschiedenis toont helaas ook gevallen van het omgekeerde en de intussen courant geworden moorden op de klokkenluiders maken de strijd tegen dit kwaad er niet gemakkelijker op. Wellicht kan alleen de inplanting van een heel andere economie een oplossing brengen maar voor het aan banden leggen van de hebzucht zal meer nodig zijn dan alleen maar een vrijblijvende ethiek.3 4

    (Tekst d.d. 30 april 2020)

    (BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021, pp. 511v.)

    1 Thys, Erik. (2015), pp. 231-267.

    2 Bauwens, Jan. (2018), p. 135v.

    3 Verdere verwijzingen:

    https://en.wikipedia.org/wiki/Thalidomide

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Frances_Oldham_Kelsey

    https://en.wikipedia.org/wiki/Morton_Mintz

    4 Tekst d.d. 30 april 2020.


    21-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Overname

    De Overname

    Ze kwamen naar binnen wandelen, hier, in de huiskamer, alsof het de meest normale zaak van de wereld was, ja, alsof ze hier ook woonden en thuis waren: insecten, zo groot als schildpadden, en welhaast even traag en houterig als deze laatsten, verplaatsten ze zich. Ze begaven zich naar de keuken en beklommen het aanrecht, op zoek naar iets om te eten.

    Je kon niet kwaad op hen zijn en je had ook niet de neiging om ze te doden: niet omdat ze enorme bloedvlekken zouden achterlaten op het parket, maar omdat ze bij je een soort van medelijden opwekten, vooral dan door hun bewegingen die iets hadden van de manier waarop ouderlingen zich voortbewegen. Als je naar hen toe stapte, van plan om hen te pletten met de schoenzool, bedacht je je meteen: ze keken immers op, ze keken je aan, recht in de ogen, zoals katten dat kunnen, en het leek alsof ze vol vertrouwen waren, en dat vertrouwen wilde je op de een of andere manier niet beschamen, en daarom zag je af van je aanvankelijke neiging, en liet je hen begaan. Je deed een stap terug, en je keek alleen maar toe hoe ze naar binnen wandelden en zich doorheen de woonplaats werkten, over de harige tapijten waaraan de uiteinden van hun poten veelvuldig bleven haken, of welhaast even moeizaam over het gladde parket waarop de uitrusting van hun ledematen duidelijk niet voorzien was. Ja, heel even kwam het in je op dat je hen beter wat helpen zou, bijvoorbeeld door krantenbladen uit te spreiden over de vloer ten einde hen de moeizame verplaatsing gemakkelijker te maken, want het leed geen twijfel dat ze er al een heel lange tocht hadden opzitten.

    Ze waren ongetwijfeld meegekomen met de helse winden die nu overal woedden, ze waren een product van het natte, klamme weer, van het veranderde klimaat, om zo te zeggen, want of ze alleen maar exotisch waren ofwel geheel nieuw, dat had geen mens kunnen uitmaken. Je had hen alvast nooit eerder gezien, je wist niet hoe ze heetten, of ze denken konden… niets wist je over hen. Spinnen boezemen angst in, padden afkeer, katten verwekken gevoelens van zorg, maar deze dieren, op de hun eigen manier, verwekten… medelijden.

    Met velen waren ze: er liepen er al zeker dertig in de kamer rond toen je bemerkte dat ze er waren, maar ze bleven binnenkomen, met ganse colonnes, traag doch gestaag, en toen je door het raam naar buiten keek, zag je dat de voortuin er helemaal zwart van zag en, verderop, ook de straat, de velden.

    Overal gingen ze de huizen binnen, en klaarblijkelijk liet elkeen hen begaan, omdat ze bij elkeen dezelfde wrange gevoelens van compassie verwekten: voorbijgangers bleven staan en keken de beesten na met open mond. Kinderen gingen hurken en negen zich met het gezicht tot bij de koppen van de beesten, die hen dan aankeken, recht in de ogen, en de kinderen dropen af en trachtten zich, voorzichtig, een weg terug te banen, naar huis, waar ze ook waren. Ze waren overal, ze beklommen muren, struiken, bomen, lantaarnpalen, daken…

    En toen begonnen ze te eten, uiteraard, en nog meer medelijden kreeg je met hen, omdat je zag dat ze echt honger hadden, en je haalde alles uit de kast om ze te voeren: eerst hondenbrokken van de hond die nergens meer te bespeuren was, of het voeder voor de kat die evenmin nog was te zien, en dan opende je een blik sardienen, een doos melk, een blokje kaas. Ten slotte zette je de deur van de koelkast gewoon open, en die van de kelder, waar het fruit lag en de aardappelen…

    In geen tijd was alles verorberd en, zoals je had gevreesd, begonnen ze nu ook te knagen aan je voeten.

    Lomp waren ze niet: ze kwamen tot vlak voor je zitten, hieven de kop, en keken je aan, recht in de ogen, en wat kon je dan nog doen?! Wat kon je nog beginnen, als je hun getormenteerde blikken zag, zo vol van verdriet?! Zeg mij eens: wat viel hier tegen te beginnen?!

    Een slijmerig vocht scheidden ze eerst af, dat ze op je schoenen lieten druipen en dat door het leer heen drong, waarna je het gewaar werd: je voeten werden geheel ongevoelig. Ze keken je weer aan, recht in de ogen, als om te vragen: “Werkt het al?”; “Werkt de verdoving al?”; “Ben je klaar?” “Mag ik beginnen bijten?” En wat kon je dan nog antwoorden? Wat anders kon je antwoorden dan: “Bijt maar, beestje, ga je gang en bijt maar, want je hebt ongetwijfeld honger nu, en elkeen moet leven in deze wereld, en het is tenslotte geen aardigheid dat de ene de andere opeet. Tast dus maar flink toe, en laat het je smaken!”

    Pijn deden ze je niet, en het verdovend slijm gaf je zelfs een allerzaligst gevoel, het maakte je slaperig zonder dat je er meteen ook van in slaap viel, want je kon het gebeuren helemaal volgen tot op het eind.

    Toen ze aan je ogen gekomen waren, keken ze je een allerlaatste keer aan, recht in de ogen, en dan wachtten ze geduldig nog een poos, als om je de gelegenheid te geven om nog eens rond te kijken, een allerlaatste keer. Kijken naar de wereld die ineens niet meer de onze was, want het was allemaal voorbij, en zij – zij waren nu de nieuwe mens.

    (BRON: Jan Bauwens, Het eeuwige vuur en andere verhalen, Serskamp 2014.)


    20-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaaf van het geld

    Slaaf van het geld

    Eric A. Blair kon het weten hoe potentaten te werk gaan: hij was de zoon van de Schot Richard Blair die werkte voor het opiumdepartement van de Civil Service in de toenmalige Britse kolonie India. Zijn afkeer van de uitbuiting was danig groot dat hij zich als journalist en schrijver ging inzetten voor het arme Engelse werkvolk. Op zijn drieëndertigste ging hij deelnemen aan de Spaanse burgeroorlog aan de zijde van een communistische partij maar nadat hij er gewond raakte, was hij getuige van de meedogenloze heksenjachten van de stalinisten en keerde hij zich ertegen voor de rest van zijn leven, vooral in zijn Animal farm: de dierencommune ontaardt er in een dictatuur zoals ook het geval was met het communisme onder Stalin. De inspiratie voor zijn roman 1984 haalde hij uit zijn job bij de BBC Eastern Service welke samenwerkte met het Engelse Ministerie voor Informatie. Het totalitarisme was het schrikbeeld bij uitstek in zijn werk.

    Hoe de commune ontaardt in een dictatuur, verhaalt ook de Nederlandse historicus Bas Van Bavel in De onzichtbare hand. Hoe markteconomieën opkomen en vergaan: de vrije markt ontstaat weliswaar vanuit een door het volk verworven onafhankelijke zelforganisatie en vrijheid maar paradoxaal genoeg resulteert zij dan via concurrentie, monopolievorming en politieke invloed uiteindelijk in onvrijheid: de rijke elite koopt politieke macht die de regels in haar voordeel verandert en zo worden onomkeerbaar rijken rijker en armen armer.

    Edoch, ons inziens geheel onterecht schuift Van Bavel het euvel dan in de schoenen van 'het systeem', het kapitalisme, want de oorsprong van dit systeem berust uiteindelijk bij de kapitalist en dat is een mens gedreven door hebzucht vanuit de onderliggende perverse 'ethiek' van de middel-doelomkering die eigenlijk ontstaat vanuit het beginsel van de wraak: “voor wat hoort wat”; “een oog voor een oog, een tand voor een tand”. Daar ontstaat ook de notie 'bezit': “iets is van mij omdat ik het verworven heb”. En men verwerft dingen middels strijd of oorlog: het 'recht van de sterkste'. De specifieke economie die daaruit voortkomt, doet uiteindelijk zichzelf de das om omdat die intern contradictorisch is.

    Het resterende structurele kwaad in de hele bedoening werd aan het licht gebracht door Max Weber waar hij stelt dat het kapitaal geheel onbedoeld tot stand komt vanuit de Calvinistische moraal met enerzijds de arbeidsplicht en anderzijds het als zondig afwijzen van het genot van de vruchten van zijn arbeid vanuit de overtuiging dat met de arbeid een schuld wordt afgelost zoals bevolen in Genesis 3 vers 19: "In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert."1 Maar ook hier is niet een onzichtbare doch een menselijke hand aan het werk, met name de hand die niet uitdeelt doch oppot. Werd daarentegen het Evangelische principe gehuldigd dat zich concentreert in het devies: “Laat uw linker hand niet weten wat uw rechter hand geeft”2, dan kreeg het kapitalisme geen schijn van kans.

    Er is geen dictatuur zonder dictator, het totalitarisme wordt niet tot stand gebracht door de onzichtbare hand waarvan beweerd werd dat zij de vrije markt regelt: ook vandaag blijkt dat de vrije markt ontspoort ingevolge de onbevredigbaarheid van de hebzucht die vooreerst een zucht is, dat wil zeggen een verslaving, een tot slaaf worden en dat is iets heel anders dan een meesterschap. Het totalitarisme is een slavernij en het wordt gevoed door die waanzin van onbevredigbare verzuchtingen die ook Napoleon, Stalin en Hitler tot hun slaaf hadden: blinde gebiedsuitbreiding waaraan alles moest worden opgeofferd, zoals ook de drugsverslaafde alles opoffert aan zijn drug.

    Depersonalisatie is uiteraard kenmerkend voor verslaving: het verlies van het meesterschap over zijn handelen is een zelfverlies; de verslaafde dient een deelsysteem van zichzelf dat hem als persoon volledig ten gronde richt; hij offert het geheel op aan een deel dat dan uiteraard eveneens mét het geheel waarop het berust, vergaat; hij zaagt de tak af waarop hij zit.

    Verslaving depersonaliseert maar dit mechanisme werkt ook omgekeerd: depersonalisatie werkt verslaving in de hand omdat bij afwezigheid van een stuurman, het schip op drift raakt. Op die manier kan het depersonaliseren van het volk wellicht in een veel sterkere mate dan men geneigd is aan te nemen, bijdragen tot de algehele onderwerping of de verslaving van dat volk. Vergelijk het met de in middens van acteurs ontstane psychologische theorie dat emoties en hun uitingen elkaar veroorzaken: droefheid veroorzaakt wenen en blijheid de lach maar ook omgekeerd wekken tranen het verdriet op en brengt de lach vrolijkheid teweeg omdat wij nu eenmaal relationele en met empathie begaafde wezens zijn.

    Maatregelen die al dan niet bedoeld de uniformisering in de hand werken, schakelen niet alleen mensen gelijk maar zij schakelen ze ook uit omdat mens-zijn samenvalt met persoonlijk-zijn en met uniek-zijn. Het archetype van het totalitarisme dat alle mensen gelijkschakelt en derhalve uitschakelt, is wellicht de godsdienst, die zich dan afspiegelt in het maatschappelijke model van de dictatuur, de theocratie, welke vandaag kennelijk wordt vervangen een seculiere verschijningsvorm in een zich uitrollend systeem waarvan sommigen zeggen dat het gestuurd wordt door een onzichtbare hand, terwijl anderen er de hand van de duivel in zien en nog anderen een snood plan van een zich verbergende elite.3

    (Tekst d.d. 14 december 2020)

    (BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 869-872).

    1 Volgens de Statenvertaling.

    2 Mattheüs 6:3.

    3 Tekst d.d. 14 december 2020.


    19-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het eeuwige vuur en andere verhalen (Jan Bauwens, Serskamp 2014)

    Het eeuwige vuur en andere verhalen (Jan Bauwens, Serskamp 2014)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tuinen



    De tuinen



    Wel!? Zijt ge daar alweer!?”

    Omsk wist niet goed wat te zeggen. Het was al de tweede keer die nacht, en ook gisterennacht was hij daar geweest, misschien wel al zeven keer die week.

    Daar stond hij dan, in die… mist. Eigenlijk was het geen mist, want het voelde niet koud aan of niet nat; het had alleen het witte, het half-doorzichtige van mist. Maar met mist kon je het wel het beste vergelijken.

    De man tegenover hem – hij keek eigenlijk op hem neer, want hij stond wat hoger dan Omsk – werd nu eens door het mistgordijn omhuld, en dan weer was hij helemaal klaar te zien. Die man kon er blijkbaar niet om lachen, al maakte hij zich ook niet kwaad. Het kwam hem veeleer voor alsof hij er flink mee verveeld zat, en dat gaf hij ook aan Omsk te kennen:

    Ge doet mij weer lopen, beste vriend! En dat telkenmale voor niets! Ge blijft daar staan en ge komt niet verder? Gisteren zijt ge hier tot op de tweede onderste trede van de trap geklommen, en dan hebt ge rechtsomkeert gemaakt; en nu staat ge daar weer te drentelen… op welke trede staat ge nu, ik heb mijn bril hier niet… Vertel het eens!”

    Omsk keek naar beneden, zag zijn eigen beeld weerspiegelen in het witte marmer dat met rode adertjes doorspekt was, alsof er bloed doorheen pompte, en hij moest zich concentreren om de treden te kunnen tellen, want daaronder duizelde het allemaal op de een of andere manier weg:

    Op de derde trede, meneer”, zei hij, en er was nog angst te bespeuren in zijn schuchtere stemmetje, als gevolg van de blik in de diepten.

    Zo… en hebt gij hoogtevrees misschien?”, merkte de man dan ook op.

    Eigenlijk niet, mijnheer…”, antwoordde Omsk.

    En waarom komt ge dan niet verder?”

    Het is weer beginnen kloppen, mijnheer…”, zo excuseerde Omsk zich.

    Zo… Ja, dat zeg je telkenmale, is het niet? Wat vervelend voor mij!”, riep de oude man uit, en hij wierp een blik in het gesternte, en keek dan weer op Omsk neer: “Ge begrijpt toch dat ik een oude man ben; gij doet mij telkens lopen voor niemendal!”

    Mijn verontschuldigingen, meneer, ik kan het echt niet helpen…”, klonk nu het dunne stemmetje van onze vriend.

    De man zuchtte diep, zoals iemand zucht die ten einde raad is: “Ik sta hier al duizenden jaren, aan deze poort…”, en met een armzwaai wees hij naar de dikke, witte wolken achter zijn rug, waarmee zijn eveneens sneeuwwitte kleed zich wel leek te vermengen:

    Ik heb wel meer van die twijfelgevallen, weet u: lui die niet goed weten wat ze willen, en die eerst aankloppen en dan terugkeren…weer aankloppen, weer teruggaan… Maar de tweede of de derde keer komen ze dan toch binnen. Gij daarentegen… hoe is de naam weer, zegt u?”

    Omsk, meneer”

    Juist, ja… Gij zijt mij hier al tientallen keren komen storen, nietwaar? Ik zit net naar een interessant programma te kijken, ontspannen met een glaasje erbij, en… had ik het niet kunnen denken! Daar zijt gij dan weer!”

    Nogmaals mijn excuses, meneer, maar ik kan het echt niet helpen…”

    Ja, dat weet ik wel: het is weer beginnen kloppen, nietwaar… We zouden er iets moeten op vinden, hé? Nu, wat zijt ge van plan? Blijft ge daar staan of gaat ge terug?”

    Ik denk dat ik maar beter terugga, meneer”.

    Natuurlijk, natuurlijk… dat is het beste…”

    Het klopt nu weer zoals normaal, meneer, ik denk dat ik dus beter terugga”, herhaalde Omsk.

    Het witte heerschap had het smekerige in zijn stem gehoord en in zijn daarop volgende optreden kon Omsk niets anders dan een weinig leedvermaak bespeuren: de heer keek hem heel aandachtig aan, boog zich warempel voorover om hem nog beter te kunnen zien, en beval:

    Kom eens een paar trapjes hoger! Zodat ik weet waar ik aan toe ben! Ge ziet lijkbleek, maar uw ogen kan ik zo niet zien… jaja, ik heb het tegen u: twee trapjes maar”, drong hij aan.

    Nu was de pret in zijn stem echt goed te horen. Omsk had er de grootste moeite mee om zijn rechter voet op te heffen en die op de volgende trede neer te plaatsen.

    Dit manoever ging gepaard met alweer een heftige steek in zijn hartstreek, waarna hij deze spier gedurende wel drie opeenvolgende seconden voelde fibrilleren. Dan volgden enkele uiterst onaangename want krampachtige trekkingen welke gepaard gingen met een licht verstikkingsgevoel, zodat Omsk eventjes naar adem moest happen en duizelig werd. Teneinde niet naar beneden te donderen, restte hem geen andere keuze dan zijn voet terug te trekken, zodat hij nu weer met de beide voeten op de tweede trede stond. En omdat hij tijdens deze zichtbaar stuntelige bewegingen als het ware bijna zijn evenwicht verloor, vond hij er dan ook een reden in om maar meteen nog een trapje lager te gaan postvatten.

    Zijn hart leek hem hiervoor uitvoerig te bedanken met een hele reeks heel regelmatige slagen, en hij kwam zowaar weer op adem.

    Maar zó… kan ik helemaal niets zien!”, repliceerde de man in het wit, die zich nu weer oprichtte, kennelijk met grote moeite, de handen tegen het onderste deel van zijn lange, dunne rug gesteund.

    Hij kermde eens, haast onhoorbaar, leek dan door een nieuwe, dichte wolk omgeven te worden, en Omsk voelde zich nu terugzakken uit de mist en zeeg met een zo grote snelheid dat hij er kriebels van kreeg in de buikstreek, achterwaarts doorheen het firmament.

    Hij passeerde nu weer de weelderige tuinen waar hij telkenmale doorheen moest als zijn hart het dreigde te begeven, en hij kwam in een zeer vreemde extase, omdat ze aantrekkelijk en afschrikwekkend was tegelijk.



    De tuinen… ze vertoonden patronen van een geheel onaardse regelmaat, niet te beschrijven, en ook niet voorstelbaar voor mensen in wakkere toestand. Nooit was er een schilder geweest, en er zou er ook nooit een geboren worden, die deze kleurenpracht vermocht af te beelden.

    De belangstelling van Omsk voor de tuinen was bijzonder groot, maar tegelijk ook durfde hij er niet te lang of te aandachtig naar kijken, omdat hij wist dat dit niet ‘ongevaarlijk’ was. Regelmaat, ja, dat woord was hier van toepassing, maar deze term was lang niet krachtig genoeg om het betreffende spektakel weer te geven: hier toonde zich een patroon met een regelmaat van vormen en lijnen die mensen zich niet kunnen voorstellen. Een evenwicht van gestalten en van kleuren die het hele spectrum bestrijken, maar ook die delen van het spectrum die door mensenogen normaal nooit kunnen worden gezien: ultraviolet, infrarood…



    Ach, dat zijn slechts woorden, wist Omsk: hier zijn geen woorden voor, dit zijn niet langer kleuren en vormen, geluiden of muziek: dit is wat àchter alle kleuren, àchter alle schilderijen, symfonieën, gedichten en noem maar op, verborgen zit. De tuinen zijn werkelijk de bronnen waaruit wij onze schamele patronen putten, het zijn de klankkasten, neen, de genen van de schoonheid zelf.

    Was dit dan wat men het ‘Aards Paradijs’ noemde?

    Omsk viel met een schok terug op zijn hoofdkussen. Hij zweette hevig, ademde ongemakkelijk, kon het gevoel van verstikking dat hem alweer de hele nacht in zijn greep had, niet van zich afwerpen. Zijn hart pompte, maar hield dan met pompen op, alsof het niet in staat was om te reageren op de volgende, zich opdringerig aandienende prikkel. Het koolzuurgehalte in zijn bloed steeg, gaf een krachtige impuls aan de Nervus Plexus Vagus of hoe heette dat zenuwcentrum in de nek ook weer, dat ons dwingt om naar adem te happen als wij het benauwd krijgen?

    Hij hapte naar adem, doch het baatte hem niet; hij hapte andermaal, en nogmaals, werd beklemd door een plotselinge doodsangst, maar vooraleer die hem tot enige handeling kon aanzetten, voelde hij zich weer wegduizelen, en voor zijn ogen ontplooiden zich in al hun symfonische pracht opnieuw… de tuinen!

    Dit is echt, zo zag Omsk nu heel duidelijk: deze tuinen zijn onvervalst, en hun onbeschrijflijke pracht getuigt van hun echtheid: noch ikzelf, noch enig ander mens had ooit kunnen bedenken wat zich nu voor mijn ogen afspeelt.

    Hij verzette zich niet langer tegen de taferelen die in steeds toenemende mate zijn hele gezichtsveld vulden. Hij liet de muziek naar binnen stromen en verwelkomde het water uit de brede, klare stromen in de diepe, donkergroene dalen die in een bloemenweelde aan zijn voeten lagen. Hij voelde zich opstijgen boven dit alles, dat zich met zo’n nadrukkelijke pracht in zijn geest prentte, dat hij niet anders doen kon dan geloven dat iemand dit speciaal voor hem had voorbereid, zoals men ook speciaal voor iemand een gedicht kan schrijven of een lied, dat men hem of haar te zijner tijd ten gehore mag brengen. En hij steeg op, hoog boven dit alles, en dreef dan weg, ergens terzijde, en een plotse wind stak op, hagel kletterde neer tegen de ruiten…



    Omsk zag dat het al klaar geworden was. Zijn toestand was lichtjes beter. Hij moest nog wat slapen, want hij was nog te vermoeid, zo kon hij de dag niet door. Hij trachtte rustig te ademen, aan niets te denken, de slaap te vatten. En hij realiseerde zich dat hij zich telkenmale als hij de ogen sloot, en nu opnieuw, begaf op dat terrein dat wij het gebied van de allergrootste onzekerheid plegen te noemen, het ‘kantje-boord’, het randje tussen het eenmalige leven en de volstrekte dood.



    BRON: Jan Bauwens, Het eeuwige vuur en andere verhalen, pp. 199v, Serskamp 2014.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is het nieuwe coronavirus een biowapen?




    Is het nieuwe coronavirus een biowapen?

    De discussie over biowapens (virussen, bacteriën, schimmels, toxinen) kwam op gang ten tijde van de antrax-dreiging: de enveloppen met het witte poeder die her en der bij politici in de bus vielen waarna met de allergrootste zorg moest worden uitgemaakt of het talkpoeder betrof ofwel miltvuur, een bacterie die bij inademing longontsteking veroorzaakt en dan binnen de twee tot drie dagen tot de dood kan leiden.

    Zoals algemeen bekend behoorden de volgende biowapens tot nog toe tot de meest gevreesde: antrax, pest, botuline en het pokkenvirus. Het ene is nog dodelijker dan het andere en er wordt gevreesd dat de Russen deze wapens op de zwarte markt hebben verkocht maar met het oog op grote aantallen slachtoffers bleef het grootste probleem voor terroristen de verspreiding van de ziektekiemen.

    Wat betreft de antrax-affaire, is een misschien niet onbelangrijk detail dat de 'Amerithrax', zoals de FBI de anthrax-attacks in Amerika noemden1, aanvatten in de VS op 18 september 20012 en dat is precies een week na de terroristische aanvallen op de Twin Towers en op het Pentagon (respectievelijk het Wereld Handels Centrum en het Amerikaanse ministerie van Defensie) gepleegd door moslimfundamentalisten onder leiding van Bin Laden.

    Het was overigens niet de eerste poging van moslimterroristen om het WTC te doen instorten: met de bedoeling om tienduizenden doden te maken, pleegden op 26 februari 1993 zes islam-extremisten er een bomaanslag met een bestelwagen geladen met 682 kg springstof waarbij zes doden en een duizendtal gewonden vielen. Op 11 september vielen 3000 doden en meer dan 6000 gewonden.

    Dat zijn uiteraard vele mensenlevens maar in vergelijking met de slachtoffers van de wereldoorlogen is dat quasi niets: in de Eerste Wereldoorlog stierven 8,5 miljoen mensen, in de Tweede Wereldoorlog waren dat er 55 miljoen maar ingevolge de Spaanse Griep direct na WOI stierven in amper twee jaar tijd tussen 20 en 100 miljoen mensen. En dat kon terroristen wel eens op ideeën brengen.

    En kijk: twee jaar na het begin van de anthrax-aanvallen, op 3 november 2003 publiceerde de CIA een document getiteld "The Darker Bioweapons Future"3 waarin de Nationale Academie van Wetenschappen concludeert dat de snelle vooruitgang van de biotechnologie oncontroleerbaar geworden is en een grote bedreiging vormt in het kader van biologische oorlogsvoering: nieuwe en dus onbekende door mensen gefabriceerde biologische stoffen ("engineered biological agents"), zo staat daar te lezen, kunnen veel meer kwaad aanrichten dan alle gekende ziekten.

    Op de koop toe zijn die nieuwe 'wapens' ook nog eens moeilijk te detecteren, zo stelt het document. Er is sprake van stiekeme of verborgen virussen ("stealth virus") en zo zouden Australische onderzoekers aangetoond hebben dat het pokkenvirus maar ook de miltvuurbacterie dodelijker kunnen gemaakt worden door de inplanting in het natuurlijke virus van genen die de afweer kunnen vernietigen. Ook kunnen combinaties gemaakt worden tussen verschillende microben om aldus gewenste effecten te verkrijgen en zo kan bijvoorbeeld een milde ziekteverwekker die gekoppeld wordt aan zijn antigif, veel agressiever gemaakt worden, resistent tegen medicijnen of onzichtbaar voor het immuunsysteem.

    Een lid van de onderzoekscommissie haalt het voorbeeld aan van een stiekeme virusaanval die een grote groep jonge mensen zou kunnen opzadelen met een ernstige vorm van artritis met als resultaat een massa zieken en een enorme klap voor de economie van het aangevallen land. De ontwikkelingen gaan dermate snel dat anticipatie onmogelijk is en men verwacht dat men dergelijke bedreigingen nooit tijdig zal kunnen beantwoorden. De wetenschap omtrent deze zaken is bovendien voor iedereen toegankelijk.

    Geen twintig jaar later verklaart de ontdekker van het AIDS-virus, de nu achtentachtigjarige Nobelprijswinnaar voor de Geneeskunde Luc Montagnier dat covid-19 een door mensen gefabriceerd virus is, bestaande uit segmenten van het dodelijke HIV waarvoor nog steeds geen vaccin bestaat gecombineerd met een superbesmettelijk verkoudheidsvirus. In koor roepen bijna alle medici dat Montagnier zich vergist maar corona doet exact wat twintig jaar geleden werd beschreven als het voor de nabije toekomst te vrezen allergrootste kwaad. En de grafieken liegen er niet om.4 5

    Tekst d.d. 12 juni 2020.

    BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 594-596.

    1 In een 96 pagina's document van 19 februari 2010, getiteld "Amerithrax Investigative Summary": https://www.justice.gov/archive/amerithrax/docs/amx-investigative-summary.pdf

    2 Het poeder maakte toen vijf doden en nog 17 mensen werden besmet: https://en.wikipedia.org/wiki/2001_anthrax_attacks

    4 Tekst d.d. 12 juni 2020.


    18-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger



    IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger

    Omsk Van Togenbirger, sorry dat ik stoor maar...

    OVT: Kom binnen en snel wat want er is weer controle met heuse drones!

    Ik wilde u eerst niet storen maar...

    OVT: Ga zitten, ik heb net koffie gezet!

    Heb je dat interview gezien met die Belgische filosoof?

    OVT: Michel Weber? Jawel, ik heb de video gisteren beluisterd...

    En? Acht je mogelijk wat hij vertelt?

    OVT: Wat denk je zelf?

    Volgens mij is dat pure paranoia.

    OVT: Haha, paranoia: nog zo'n term die thuis hoort in het intussen welbekende rijtje: paranoia, complotdenken, angsthazen, asociaal, zonderling, wantrouwen, ondankbaarheid, burgerzin!

    Je acht het dus mogelijk dat het waar is wat die man verkondigt? Ik bedoel: wat hij daar insinueert over een aan de gang zijnde genocide?

    OVT: De wereld is oververzadigd van de malthusianisten!

    De wereld is overbevolkt.

    OVT: Dat is wat zij beweren, ja. Herinner u de aardverschuiving op Haïti. Bij het zien van al die arme mensen die hun behoefte deden in de greppels achter hun krotten, kwam een Belgische professor met een oplossing op de proppen: geef die arme vrouwen elk vijftig dollar in ruil voor hun sterilisatie, ze zullen het niet weigeren want hun kinderen lijden honger. De hele litanie van sir David Attenborough: let them starve! Te beginnen met de armen, dat zijn dan twee vliegen in een klap: minder mensen maar ook minder armen, alleen de rijken schieten over. Zijn ze echt zo dom dat ze zelfs geen vermoeden hebben waar hun rijkdom dan vandaan komt? Intussen jaren geleden berekende het tijdschrift Knack dat de welstand van de doorsnee westerling te danken is aan vijfenveertig slaven per persoon in de derde en de vierde wereld. Om de levensstandaard van een Attenborough op peil te houden, gaat het beslist om een veelvoud van dat aantal want die lui drinken geen water bij de maaltijd. Wie was het ook weer die onlangs nog op televisie de geniale gedachte rondbazuinde dat een wereld zonder mongooltjes een betere wereld is? Was dat niet die uitvinder van het Adamo-kussen? Ja, ik weet het, over de doden niets dan goed, maar het gaat hier wel om mensenlevens!

    Ja, maar dat heb je allemaal al dikwijls verteld...

    OVT: En kennelijk nog niet vaak genoeg. Het gaat mij overigens niet zozeer om de onwetendheid van die prelaten, al is het al erg genoeg dat uitgerekend daar de onwetendheid zo groot is. Neen, het gaat mij om de onverschilligheid, om het volstrekte gebrek aan empathie. Het gaat hier over psychopathie, om dan maar Michel Weber te citeren. Zijn vergelijking met de reactie van de beheerders van de zinkende Titanic is, als je het mij vraagt, bijzonder realistisch. De gebeurtenissen zijn intussen een eeuw oud maar zij illustreren hoe waar het is wat Marx bijna nog een eeuw vroeger zegde: wij leven in een klassenmaatschappij; in de oorlogen die nog gevoerd worden, staan geen volkeren tegenover elkaar maar wel maatschappelijke klassen. De superrijken van vandaag regeren de wereld en zij doen dat eensgezind omdat hun onderlinge verwantschap niet een of andere afkomst, een fysieke eigenschap of een culturele interesse betreft maar het volledig betekenisloze en louter kwantitatieve kenmerk van hun rijkdom: het getalletje op hun bankrekening!

    Toch lijkt het mij overtrokken om te gaan geloven dat mensen, want het gaat nog steeds om mensen, zouden samenzweren om vier vijfden van de wereldbevolking te liquideren!

    OVT: Schijn bedriegt. Kijk, ik geef u eens iets heel anders ter overdenking...

    Ik luister.

    OVT: Heb ik je al gevraagd of je katholiek bent?

    Op papier wel, ja, maar men heeft mij niet gevraagd of ik gedoopt wilde worden, ik had immers niet eens kunnen antwoorden op die vraag, ik was amper één dag oud...

    OVT: Precies, maar je begrijpt toch dat het voor je eigen goed was dat men je heeft gedoopt? Voor het welzijn van je ziel en dat wil zeggen: voor je welzijn in de eeuwigheid!

    Tja...

    OVT: Maar goed, je weet dus wat het katholicisme is, of dat mag men dan toch wel veronderstellen, geloof ik?

    Jazeker...

    OVT: Weet je ook hoeveel mensen... de doden niet meegerekend... er momenteel gedoopt zijn?

    Meer dan een miljard, vermoed ik.

    OVT: 1,272 miljard.

    Dat is achttien percent van de wereldbevolking.

    OVT: Inderdaad: op deze aarde is één mens op vijf katholiek en het katholicisme groeit nog; momenteel zakt het geloof hier in het westen een beetje weg maar je weet dat West-Europa maar een klein stukje van de wereld is: in Afrika kent de kerk een grote groei en ook in India zijn er alsmaar meer katholieken.

    Maar wat hebben de katholieken dan te maken met corona?

    OVT: Ze hebben alles te maken met wereldheerschappij en wereldheersers zijn ze al tweeduizend jaar lang, of vergis ik mij?

    Neen, dat beweer ik zeker niet.

    OVT: De jongste halve eeuw is de kerk hier wat weggeëbd maar ikzelf kan nog getuigen hoe het vroeger was. Nu, beeld je eens in: de katholieke wereld, wereldwijd, de ganse aarde omspannend, alle dorpen omgeturnd tot parochies met overal een kerk. Op bijzondere tijdstippen was er drie keer daags samenkomst van de gelovigen in de kerk en anders elke zondag, ja, en wie de zondagsmis in de wind sloegen, gingen beslist naar de hel, zo was het hier, of vergis ik me?

    Ik geloof je wel...

    OVT: De mis, de gebeden, de gezangen en de zondagspreek: de voorloper van de televisie-uitzendingen, ja toch? Want nu hoeft men niet meer naar de kerk te gaan, de kerk komt bij u binnen via de plastieken plaat, de televisie!

    En de pc!

    OVT: Inderdaad, de pc, ik loop achter... het internet... het gaat allemaal zo snel! Maar goed, toentertijd waren die dingen er nog niet en waren er alleen de kerktorens: vanuit een luchtballon gezien leek het land wel een speldenkussen van de vele kerktorens. Neem nu Gent: de kerken, de kathedralen staan daar letterlijk tegen elkaar aan gebouwd: de Sint-Michiels, de Sint-Baafs, de Sint-Niklaaskerk en dan nog de kerken terzijde van die as die samen met de genoemde drie een reusachtig kruis moesten vormen... En dat sinds duizend jaar! Over de ganse aardbol!

    Ja, zo is dat nu eenmaal...

    OVT: In elk dorp, mijn beste, in elke parochie dus, een pastorie en een onderpastorie, nietwaar?

    Juist, ja. Dat zijn nu beschermde monumenten...

    OVT: Kijk es aan. En onder de pastorie, mijn beste? Wat zeg ik? Onder élk van die pastorieën, de wereld rond... wat is of wat was daar te vinden?

    Onder de pastorie? Geen idee, beste Omsk Van Togenbirger...

    OVT: Geen idee, mijn beste? Ikzelf heb nog staan kijken op het dorpsplein naar de verhuis van mijnheer pastoor die toen op rust ging: er stond een vrachtwagen bij de pastorie, een enorm voertuig! Hij zal wel wat groter geleken hebben dan hij in werkelijkheid was want ik was nog een kind en voor kinderen lijkt alles veel groter dan het in werkelijkheid is, heb jij dat nooit ervaren?

    Ja...

    OVT: Ik ben onlangs nog een keer in het huis van mijn groottante binnen gelopen, het wordt binnenkort gesloopt, het was geleden van in mijn kindertijd en het kwam mij voor dat de plafonds naar beneden gekomen waren; vroeger leken die kamertjes wel danszalen! En zo zal ik mij ook wel vergissen in de grootte van die vrachtwagen aan de pastorie. Maar toch...

    Maar je had het over iets onder de pastorieën?

    OVT: Inderdaad. Ik stond dus te kijken hoe de vrachtauto geladen werd met enorme kisten!

    Lijkkisten?

    OVT: Hahaha, lijkkisten! Wel neen, mijn beste: wijnkisten! Wat zeg ik? Kisten vol wijn!

    Ja?

    OVT: Ik kon de flessen zien liggen, blinkend in de zon, bestoft en donker, ze werden behandeld met speciale omzichtigheid, glas kan immers breken en zo te zien ging het om kostbaarheden. Ik heb het, mijn beste, over de wijnkelders onder alle pastorieën wereldwijd! En wat ik zeggen wil: de kerk, en dat sinds tweeduizend jaar, draait op de harddrug genaamd alcohol!

    Maar wat zeg je nu verduiveld!? Het gaat om miswijn! Miswijn is onontbeerlijk voor de mis, de consecratie, water en wijn worden één, het symbool van de menswording van god!

    OVT: Je weet dus dat een priester dagelijks de mis moet doen? Dagelijks een beker vol met wijn? Vraag maar eens na bij medisch geschoolde mensen hoe groot de kans is dat iemand die dagelijks, al is het maar één slok van die harddrug naar binnen zwelgen, reeds na korte tijd verslaafd zijn! De dagelijkse miswijn brengt de verslaving op gang en met de wijnkelder bezatten zich op geregelde stonden alle pastoors, de hele grote wereld rond!

    Maar dat is kwaadsprekerij!

    OVT: Ik herinner mij het verhaal van mijn oom die op de gemeente postbode was en voor dag en dauw uit de veren moest: hij liep op het dorpsplein met zijn brieventas de dorpspastoor tegen het lijf, zo vertelde hij op keer. De eerwaarde moest zich vastklampen aan de smeedijzeren hekken die het kerkhof dat het kerkgebouw omgeeft, afbakenen. Om niet omver te vallen, begrijp je? En de eerwaarde vroeg aan mijn oom, met de bijzondere tongval eigen aan mensen die wijn hebben genuttigd, welke kant hij op moest: links of rechts! Begrijp je? Hij was gaan dineren bij de dokter van het dorp en hij was tot bij de kerk geraakt maar verder wist hij het ook niet meer, de pastorie ligt even verderop, terzijde van het kerkhof, en daar ligt ze nog steeds, je kan gaan kijken...

    Iedereen is al een keer dronken geweest...

    OVT: Alcohol is een harddrug. Alle pastoors, de wereld rond, hebben of hadden diepe kelders vol met rode en met witte wijn waaraan ze zich bezatten. Werden zij gepromoveerd tot deken, dan gingen zij resideren in een dekenij, een gebouw dat nog wat groter is dan een pastorie, en ook met een wat diepere kelder, met daarin nog meer kisten wijn. Toegegeven: die kisten wijn maakten zij ongetwijfeld niet in hun eentje soldaat, een deken krijgt vaker bezoek van klassegenoten of hoe zegt men dat?

    Mensen van dezelfde stand...

    OVT: Juist, ja. Maar er zijn dus nog promotiekansen eens men tot deken is benoemd: bisschoppelijke paleizen, zoals de naam het zelf zegt... nomen est omen... zijn nog een stuk groter dan dekenijen, nietwaar? En de kelderruimten daaronder zijn navenant. En ook die kelders staan niet leeg: zij worden goed gevuld gehouden en niet met water, want hulpbisschoppen en bisschoppen drinken geen water bij de maaltijd, of moet men zeggen: het diner? Ook deze nog wat grotere kelders worden tijdig bevoorraad om ook de wat grotere buiken van de prelaten tijdig op te kunnen vullen met... ik zei bijna het gerstenat, mijn beste, maar gerstenat is voor de paters, zijn zij niet bekend om hun sterke bieren? Wijn bevat meer alcohol dan bier, het wordt gemaakt van druiven, en als dat niet sterk genoeg meer is, schakelt men automatisch over naar cognac, dat ken je toch? Cognac, als ik het goed heb, is geconcentreerde, of beter: gedistilleerde wijn. Het voordeel van cognac is dat de buiken niet groter hoeven te worden om eenzelfde hoeveelheid alcohol naar binnen te kunnen werken.

    Wat een onzin! Als dit waar was: wie zou dit allemaal betalen!?

    OVT: Iederéén ging naar de mis, mijn beste: wekelijks, de wereld rond, drie geldomhalingen per zondagsmis, vier missen op één zondag, een vroegmis voor de armen en een hoogmis voor de rijkere burgerij. En weet je wat een kerkelijk huwelijk kost? Bijna iedereen moest huwen en zonder meer iedereen wordt begraven: wat kost een begrafenis, denk je? Eerste en plechtige communiefeesten, hoogdagen... en dan hebben we het nog niet gehad over de aflaten, volgend op de donderpreken van de predikheren, de dominicanen of de domini canes, wat wil zeggen: de honden van de heer, zoals ze zich met zelfspot noemden, die speciaal afzakten om omhalingen te doen voor de missies of om de stervenden te begeleiden... Maar waar waren we gekomen?

    Bij de cognac... de bisschoppen, bedoel ik...

    OVT: Juist, ja... En dan is het nog lang niet gedaan, mijn beste: ook bisschoppen kunnen nog promoveren, zij kunnen aartsbisschop worden en daarna nog kardinaal. Tenslotte verhuizen zij naar het Vaticaan, een heuse staat zonder vrouwen en achter hoge muren, een enclave binnen Rome, het centrum van de wereld sinds het begin der tijden. Ken je Dante?

    Dante Alighieri?

    OVT: Precies. In zijn Commoedia beschrijft hij, en dan nog op rijm, hoe in de hel de duivel huist en dat is in 't centrum van moeder aarde, aan wiens hart hij onafgebroken zit te knagen!

    Ja, dat herinner ik me... Maar waar wil je nu eigenlijk naartoe?

    OVT: De harddrug alcohol heeft enkele specifieke uitwerkingen op de menselijke geest, mijn beste: het zal je niet onbekend zijn dat men vergoelijkend spreekt over geestrijke drank alsof het om een geestverruimend middel ging?

    Dat zegt men inderdaad, ja...

    OVT: En is alcohol dan geestverruimend?

    Kennelijk niet, neen.

    OVT: Kijk, dat wil ik nu zeggen: alcohol is een bijzonder afstompende drug. Wie onder invloed zijn, en ik verzin dat niet, de verkeersdoden kunnen hiervan getuigen... wie onder invloed zijn en dan bijvoorbeeld autorijden, geven zich geen rekenschap meer van de waarde van een mensenleven; zij beseffen niet langer dat zij het leven van anderen in gevaar brengen, of vergis ik me?

    Neen, dat is inderdaad zo...

    OVT: Na de consumptie van alcohol gaat men lijden aan zelfoverschatting, om niet te zeggen dat alcohol megalomanie veroorzaakt, grootheidswaanzin. Zoek het maar op, het staat in Wikipedia! En de kater, het delirium, toont aan de verslaafde beelden... rechtstreeks uit de hel!

    Dat schijnt zo te zijn, ja...

    OVT: Grootheidswaan en gewetenloosheid: precies wat men nodig heeft om mensen te manipuleren! Wat zeg ik? Om ongehinderd massa's mensen te kunnen beliegen, bestelen en in oorlogen of op brandstapels om te brengen! Ken je de geschiedenis een beetje?

    Ik heb zoals iedereen school gelopen...

    OVT: De maatschappij moest maar eens worden ontschoold... Maar ik verzin dus helemaal niks, mijn beste!

    Maar wat bedoel je dan?

    OVT: Wacht, we zijn er bijna, bijna...

    Hemeltje... laat mij eerst eens ademhalen...

    OVT: Mijn verhaal is bijna rond, mijn beste: ik zal het kort houden.

    Doe dat alsjeblief...

    OVT: Alcohol is nu een beetje uit de tijd. Zoals ook de kerk trouwens: er zijn nu andersoortige heersers...

    Logebroeders, bedoel je?

    OVT: Het hiernamaals heeft afgedaan, het zogenaamde hiernumaals is in trek: de hel schrikt niet langer af, de mensen aanbidden de duivel, alleen voor de pijn gaat men nog op de vlucht. Men zoekt de lust en men krijgt er niet genoeg van, het geld is god geworden, de aanbidders van de mammon heersen over de aarde, het zijn de miljardairs, hun speelterrein is de wereld, voorlopig nog vol met mensen, acht miljard stuks, het zijn warempel hun tinnen soldaatjes. Met geld kan je toch alles kopen? Deze lui drinken ook niet meer, zij snuiven en zij spuiten! Cocaïne, heroïne! Is een beetje anders nog dan alcohol. En dan hebben we het nog niet gehad over de nieuwe drugs waarover wij, gewone mensen, helemaal niets weten, maar de farmacie staat niet stil!

    Wat bedoel je dan?

    OVT: Marx schreef dat godsdienst opium is voor het volk.

    Ja...

    OVT: Waarmee hij tevens zegde dat de hogere klassen opium verkozen boven godsdienst, het volk kon geen opium betalen...

    Ja...

    OVT: Vandaag gaat al het geld der rijken naar de hemel die verkocht wordt door de hedendaagse farmacie: de armen zoeken soelaas bij hun spelconsoles maar de rijken slikken, snuiven en spuiten dat het een lieve lust is!

    Je overdrijft!

    OVT: Drugshandelaren verdienen fortuinen, veelvouden van wat industriëlen overhouden aan hun werk! Van wie in rijkdom baden, weerstaan slechts uitzonderingen aan de verleiding van de kunstmatige paradijzen, verkregen door drugs waarmee alcohol allang niet meer kan wedijveren! Die megaverdieners kopen zich in de politiek in en zo komt het dat waanzinnigen het presidentschap van de allermachtigste staten buit maken en prompt het schip van de wereld moeten besturen!

    Hemeltje! Is dat dan werkelijk zo?

    OVT: Zie je het verband met de beschonken chauffeur, mijn beste? En waar alcohol het geweten wegvaagt en in plaats daarvan de grootheidswaan installeert, doen die nieuwe drugs dat op een wel duizend keer krachtiger manier. Je weet toch uit het nieuws hoeveel ton drugs men om de haverklap in beslag neemt, hier in de haven van Antwerpen, bijvoorbeeld, en hoe men er in het nieuws aan toe voegt dat het gaat om slechts het topje van de ijsberg? Het doet me weer aan de Titanic denken, de eersteklassers daar... Ik hoorde van een psychiater dat het allang uitzonderingen zijn onder de rijken, die aan die dodendans der drugs weten te ontsnappen. Welnu, die lieden regeren nu de wereld, volstrekt gewetenloos.

    Andermaal: hemeltje!

    OVT: En wellicht heb je hiermee meteen het antwoord op je vraag van zo-even: wat Michel Weber vertelt, is niet eens vergezocht: iedereen die het nieuws een beetje volgt en die daarbij logisch nadenkt, zou tot exact hetzelfde besluit moeten komen. Of vergis ik me?

    (Tekst d.d. 15 januari 2021)

    (BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 924-935).


    17-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exorcisme en Corona



    Exorcisme en Corona

    Als een vrouw moeder wordt, dan houdt de katholieke kerk haar voor dat haar kind helemaal niet oké is: uw kind, mevrouw, is van de duivel, zo zegt de kerk. Meer bepaald is het door uw eigen zonde met het kwaad besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des te beter: de ziel van uw kind is zo zwart als roet en als u niets onderneemt, wacht uw kind de eeuwige dood in het vuur van de hel. En dat is warempel uw verantwoordelijkheid. Maar er is een remedie: u moet uw kind zo spoedig mogelijk laten dopen. Het doopsel maakt de ziel weer gaaf; het doopsel grift een onuitwisbaar merkteken in de ziel. Voor wie het nog niet wisten: het doopsel is een duiveluitdrijving.

    Spoedt zich de moeder met haar pasgeborene naar de kerk alwaar een exorcist haar opwacht om aldaar in het plechtige bijzijn van getuigen in het wit de rituelen uit te voeren en de Latijnse formules uit te spreken welke de Satan (in de Bijbel geïdentificeerd met een giftige slang) verjagen zullen en pas dan is het kind veilig, wat wil zeggen dat het gerust kan sterven: na zijn dood zal het immers niet langer aan de duivel toebehoren, het is gewis gered!

    En de moeder doet wat de kerk van haar verlangt, zij is immers gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is gewoon traditie en wat water kan geen kwaad.

    Maar intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en gaan zij naar de mis, belijden zij een kannibalistische mysteriegodsdienst en gehoorzamen zij aan het gezag van een stokoude, gemijterde en gekazuifelde paus die vanuit het mysterieuze, ontoegankelijke en schatrijke Vaticaan in Rome al tweeduizend jaar lang de wereldpolitiek naar zijn wit gehandschoende hand zet. Intussen zijn zij radertjes geworden van een blindelings gehoorzamende en perfect geordende massa die op bevel bidt en zingt maar voor hetzelfde geld naar het front trekt, in oorlogen die enkel lafaards schuwen, gesteund door de god van het enige ware geloof. Wie nota bene deze feiten miskennen, loochenen de wereldgeschiedenis van de jongste tweeduizend jaar.

    Maar het geloof is nu verouderd, de mensen krijgen er lucht van dat heren onder hoge, glinsterende hoeden hen dingen op de mouw hebben gespeld om met hun centen aan de haal te kunnen gaan. Het geloof dient nu vervangen, de hoge burgerij zendt haar telgen niet langer naar de seminaries, voortaan moeten zij zich onderscheiden aan gerenommeerde universiteiten. De titel van Eerwaarde klinkt niet langer eerbaar, men moet nu Dokter, Doctor of Professor op zijn naambord hebben staan om nog ontzag te kunnen inboezemen, uit te kunnen pakken met zijn goocheltrucs en inkomgeld te kunnen vragen. De heilig hostie, product van het verbond tussen hemel en aarde, conglomeraat van alle kosmische krachten en concentraat van levenselixir, bewaard in de sacristie - de apotheek van god - om genuttigd te worden door de zondevrije en gelouterde belijder, doet het godbetert niet meer: zij werd vervangen door de pil waarbij men zich de woorden van de honderdman herinnert: "...en ik zal weer gezond worden". De pil, zij krijgt warempel alle ziektekiemen klein en overwint de dood, precies zoals de heilige hostie placht te doen in vroegere tijden.

    Wordt vandaag een vrouw moeder, dan houdt de medische wetenschap haar voor: uw kind, mevrouw, is ter dood veroordeeld. En dat is een gevolg van de ongehoorzaamheid van de mensen aan de opgelegde reglementen voor de volksgezondheid: uw kind is door uw eigen fouten met het kwaad besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des te beter: de kernen van de cellen van uw kind zijn gecorrumpeerd met gif ('gif' in het Latijn is 'virus') en als u niets onderneemt, zal uw kind ziek worden, helse pijnen lijden en al heel gauw zult u uw oogappel verliezen. En dat is warempel uw eigenste verantwoordelijkheid. Maar klaag niet want wij hebben een remedie: u moet uw kind zo spoedig mogelijk laten inenten. De vaccinatie maakt de lichaamscellen gaaf; het vaccin grift een onuitwisbaar merkteken in het lijf. En voor wie het nog niet wisten: de vaccinatie is een virusuitdrijving.

    Spoedt zich de moeder met haar boorling naar de kliniek alwaar een gehandschoende arts haar opwacht om aldaar de rituelen uit te voeren volgens de formules van de farmacie welke de ziekte gaan verjagen en pas dan is het kind veilig: het zal niet sterven aan het virus, het is gered!

    En de moeder doet wat de dokter van haar vraagt, zij is immers gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is gewoon traditie en een spuitje met wat water kan geen kwaad.

    Edoch, intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en lopen zij met de regelmaat van de klok bij de huisarts binnen, zij laten zich soigneren in klinieken, zij onderwerpen zich aan handelingen van topdokters die zij niet verstaan en die nog onbegrijpelijker worden door al het Latijn in de nomenclatuur en zij gehoorzamen aan het gezag van ingewijden in witte uniformen die statige klinieken bevolken en hoge titels voeren, die mensenlijven opensnijden, organen transplanteren en ziekenkassen pluimen welke ad infinitum gespijzigd worden door massa's anonieme arme drommels die dagelijks om half vijf in de ochtendmist staan te wachten op hun boemeltreintje naar het werk totdat zij zevenenzestig zijn. Ja, die bijwerkingen nemen wij er zonder protesteren bij.

    Zo hoort het eigenlijk in de krant te staan:

    Het leven is niet langer gratis. Vanaf vandaag is het lichaam van alle mensen die geboren worden, ingevolge virus of gif corrupt. Reeds na een korte wijle sterft men een gewisse dood. Precies zoals de planten die niet bespoten worden met het vergif van Monsanto. Inderdaad, vanaf vandaag moet men zijn leven kopen. Een prikje vrijwaart een mens voor zeven maanden tegen een gewisse dood en uiteraard kost een vaccin veel geld, het leven immers was altijd al onbetaalbaar, of wat had u gedacht? Maar in dat perspectief is heel veel geld een prikje. Telkens na zeven maanden kunt u verlengen met de betaalkaart. Doen! - zo bent u weer voor een hele tijd gerust.1

    BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 521v.

    1 Tekst d.d. 7 mei 2020.


    16-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Minister Crevits en de reconstructie van de slavernij

    Minister Crevits en de reconstructie van de slavernij

    Herhaling van de tekst n.a.v. de publicatie “Langdurig werkzoekenden activeren met gemeenschapsdienst” van minister van werk Hilde Crevits1:

    Vandaag zijn er wereldwijd zo'n veertig miljoen slaven2: zonder de loonslaven erbij is dat nog steeds een bijzonder groot aantal maar toch blijft het slechts een half percent van de wereldbevolking. Ooit was dat anders en vormden de slaven een meerderheid, zoals bijvoorbeeld in de Helleense beschaving. Voor de geschiedenis van de slavernij raadplege men de aparte tekst: "Hoe Europa groot en rijk werd"3, waar verwezen wordt naar onder meer de recente publicatie van de Zweedse historicus Dick Harrison.4 Het onderwerp van de onderhavige tekst betreft de hardnekkige poging van een elite om de slavernij te veralgemenen - een aan de gang zijnde omwenteling die rampzalig is voor het volk maar die jammer genoeg al te dikwijls onopgemerkt blijft, terwijl de betrokken elite hiermee niet aan haar proefstuk toe is, getuige het nog onvolprezen werk van Michel Foucault.

    De tactiek die in de moderne tijd gebruikt wordt om van arbeiders slaven te maken, heeft in de loop van de jaren weliswaar enkele wijzigingen ondergaan maar bleef in essentie onveranderd. In zijn Geschiedenis van de waanzin beschrijft Foucault het fenomeen van de degradatie van werklieden tot slaven omstreeks 1650. Er is dan een economische omwenteling die werkloosheid meebrengt onder de arbeidersbevolking en de werklozen worden verplicht om te gaan bedelen. Omstreeks die tijd is de lepra uit Europa geweken en komen de tehuizen voor leprozen leeg te staan. Men besluit dan om de bedelaars en de zwervers op te pakken en in die tehuizen onder te brengen en alleen al in Frankrijk worden zo'n 65.000 zwervers geïnterneerd. De plekken waar zij opgesloten zitten, worden 'verbeteringsgestichten' genoemd alsof de schuld van hun werkloosheid bij de zwervers zelf lag: zij worden geculpabiliseerd en behandeld alsof zij geen verstand hadden. Zij krijgen onderdak en voedsel maar leven in gevangenschap. Alras wordt gezegd dat zij op de kap leven van de maatschappij en er wordt beslist dat zij moeten werken voor de kost. In de praktijk werken de geïnterneerden even hard als toen zij nog het statuut van arbeider hadden, maar in deze nieuwe constellatie houden zij er financieel quasi niets aan over: zij werken immers voor kost en inwoon. Uiteraard heeft dat gevolgen voor de rest van de economie: de goedkope arbeidskrachten die de geïnterneerden feitelijk zijn, zorgen voor concurrentievervalsing: de fabrieken kunnen niet langer concurreren met de gestichten: zij moeten sluiten en bijgevolg vallen nog meer arbeiders zonder werk. Op hun beurt gaan zij bedelen, zij zijn dus landlopers, zij worden opgepakt, geïnterneerd en verplicht om te werken 'voor de kost'; uiteraard produceren zij goedkoper dan de fabrieksarbeiders die opnieuw werkloos worden en op die manier worden gestaag alle vrije en goed betaalde arbeiders omgevormd tot geïnterneerde slaven die dwangarbeid verrichten. Het is de bedoeling dat binnen de kortste keren de maatschappij op louter slavernij gaat draaien.5

    Vandaag worden gelijkaardige scenario's alom schering en inslag, kennelijk zonder dat de gedupeerden goed kunnen begrijpen wat er feitelijk aan de hand is, laat staan dat zij de wantoestanden zouden kunnen verwoorden. De economie zorgt ervoor dat op de redelijk betaalde en de door sociale rechten beschermde arbeidsplaatsen steeds meer mensen in de werkloosheid belanden. De werklozen belanden in de zogenaamde 'vierde wereld'; zij worden via culpabilisering weerloos gemaakt en zij bezwijken onder de druk tot herscholing tot vormen van arbeid die vaak ver beneden het niveau van hun opleiding liggen of van hun aanvankelijke job. Dikwijls worden op de koop toe hun plaatsen ingenomen door onbekwame lieden die daar neergepoot worden in een carrousel van nepotisme en vriendjespolitiek.

    Niet alleen in de vierde wereld worden mensen aldus systematisch tot slaaf gemaakt; in derdewereldlanden draait een vergelijkbare mallemolen: in vroegere Oostbloklanden, in China, Vietnam, Cambodja, India en Afrika planten gewetenloze opportunisten fabrieken neer om de bevolking daar uit te buiten en met als enig oogmerk het eigen profijt en deze schurken ondermijnen tegelijk de economie in hun land van herkomst. Uitgerekend deze grootverdieners weten zich te onttrekken aan het belastingstelsel zodat zij op de koop toe helemaal niet bijdragen aan de slachtoffers van het sociaal stelsel van onrecht en ontmenselijking dat zij zelf hebben gecreëerd. Deze dievenbende investeert in de bankwereld die haar fortuin op de Kaaimaneilanden parkeert terwijl zij bij de overheid schooit om geld en zij zal binnenkort godbetert ook nog profiteren van de enorme schuldenberg in het zog van de coronacrisis die immers het volk zal verplichten om bij deze gangsters een feitelijk nooit af te betalen lening aan te gaan. En dat laatste is dan de zogenaamde schuldslavernij.6



    Tekst d.d. 28 mei 2020.

    BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 561-563.

    Zie ook: Christus, de kerk en de armen in: Panopticum Corona, pp. 549-551. Zie: 170161.pdf (seniorennet.be)

    3 Bauwens, Jan. (2021), deel 1: Hoe Europa groot en rijk werd, in: Panopticum Corona , pp. 317v. Zie: 170161.pdf (seniorennet.be) 

    4 Harrison, Dick. (2019). De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel, Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015).

    5 Foucault, Michel. (2013), Geschiedenis van de waanzin, Boom/Amsterdam 2013 [Oorspronkelijk: Folie et déraison. Histoire de la folie à l'âge classique, Paris: Plon 1961]., pp. 55-72.

    6 Tekst d.d. 28 mei 2020.


    15-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt citaat

    Hannah Arendt citaat


    "Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is."

    Hannah Arendt, Totalitarisme, p. 348-349.

    Zie: http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170159.pdf



    13-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MO* farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens


    MO* farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens


    https://www.mo.be/nieuws/farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens


    08-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Partijdigheid en kuddegeest

    Partijdigheid en kuddegeest

    Partijdigheid en kuddegeest

    De structurele onmogelijkheid tot het spreken van de waarheid is inherent aan een democratie en het is een niet lichtzinnig op te vatten tekort omdat het deze eminente staatsvorm fataal kan worden. (1) Maar nog een ander en misschien nog meer verraderlijke eigenschap van de democratie is dat zij de illusie creëert van quasi absolute keuzevrijheid.

    De vrijheid om te kiezen tussen bijvoorbeeld een liberale en een socialistische staatsvorm lijkt oppervlakkig beschouwd alle keuzemogelijkheden te omvatten terwijl de keuze zich in wezen beperkt tot één enkel thema - in dit geval de vraag of hetzij het individu, hetzij de staat belangrijker is en voorrang moet krijgen.

    Het zich aanbieden van de zelfstandigenpartij naast de socialistische hypnotiseert de kiezer omdat ze hem verblindt voor andere thema's die nieuwe tweedelingen in het leven roepen (en dat zijn er principieel zelfs een eindeloos aantal) zoals bijvoorbeeld groen of niet groen, religieus of atheïstisch, nationalistisch of universeel, multicultureel of identitair...

    Dat de kiezer maar weinig weerstand blijkt te hebben tegen de illusie die de hem aangeboden keuzes creëren, kan slechts verklaard worden vanuit de natuurlijke neiging om zich aan te sluiten bij een groep, met andere woorden: vanuit de kuddegeest.

    Om die reden ook spreekt Hannah Arendt over de noodzaak voor totalitaire systemen tot het vormen van massamensen: pas wanneer men erin slaagt om personen te reduceren tot kuddedieren, kan men hen met dergelijke illusies opzadelen. (2)

    Terwijl men gelooft te beschikken over de vrijheid om te kiezen, trapt men dan alleen maar in een goed geprepareerde val en laat men zich in een keurslijf dwingen dat onmogelijk kan passen omdat het niet gemaakt is voor de mensen maar wel andersom: de mensen moeten zo geboetseerd en verwrongen worden totdat ze in het keurslijf passen.

    Daarentegen zouden vrije mensen moeten kunnen antwoorden: uw thema's interesseren mij niet, ik bepaal zelf wel wat ik belangrijk vind.

    Maar hier blijkt dan het uiteindelijk dictatoriaal karakter van de democratie en het illusoir karakter van de door haar beloofde vrijheid: men kan de aangeboden keuzes niet afwijzen omdat de vrijheid om te kiezen meteen een verplichting daartoe is: de thema's worden door het systeem bepaald en aldus verloopt de communicatie in slechts één richting: van de preekstoel naar het volk toe. Het aanbod van keuzes verkapt slechts dat men alleen maar bevelen te slikken heeft.

    (J.B., 8 december 2021)

    Verwijzingen:

    (1) “”Hoe komt het dat het ware vertoog in de democratie machteloos is?", zo vraagt Foucault zich af en hij komt tot een bijzonder besluit: de democratie kan de goede van de slechte redenaar niet onderscheiden, zij moet hoe dan ook luisteren naar de meerderheid (de slechtsten) terwijl de besten in de minderheid zijn: het spreken van waarheid is in een democratie structureel onmogelijk." (J. Bauwens, Pancopticum Corona, p. 690, verwijzend naar: Foucault, Michel, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, pp. 60-67. [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009].)

    (2) “Een totalitair regime vergt “de fabricatie van grote massa's geïsoleerde en verlaten individuen, die niet samengehouden worden door een gemeenschappelijk belang.”" (Jan Bauwens, Hannah Arendt over Totalitarisme, Serskamp, 27 mei tot 28 juni 2021, pag. 3: 93208113704.pdf (bloggen.be)


    06-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het onverstand van identitaire bewegingen



    Het onverstand van identitaire bewegingen

    "Zeg mij wat ik moet doen om gelukkig te worden en ik zal u blindelings gehoorzamen": ziedaar de grondslag voor alle denkbare ellende. Want die woorden zijn nog niet koud of van alle kanten bieden zich dictators aan en het is uiteraard niet het geluk van de zwakkelingen waarin zij geïnteresseerd zijn maar wel de blindelingse gehoorzaamheid waartoe die bereid blijken in ruil voor een kostelijke illusie. Die illusie betreft meer bepaald de waan dat men zich van de immer moeilijke vrijheid die aan het leven inherent is, zou kunnen bevrijden en dat men zijn vrijheid zou kunnen inzetten als betaalmiddel voor de aanschaf van veiligheid. Veiligheid in ruil voor vrijheid; volmaakte veiligheid in ruil voor totale onderwerping.

    Op de keper beschouwd is dat verlangen naar veiligheid paradoxaal genoeg compleet autodestructief omdat het afstaan van de persoonlijke wil onmogelijk is zonder dat de persoon zelf ophoudt te bestaan. Wie geloven dat zij zich van de verantwoordelijkheid voor hun daden kunnen ontdoen zonder in dezelfde beweging zichzelf te verliezen, streven niets minder na dan de absurde droom van een terugkeer naar het prenatale, onbewuste en chaotische bestaan van minder nog dan mist, stenen, water en wind.

    De beloofde onderwerping van de zwakkelingen aan een hoger gezag veronderstelt uiteraard het bestaan van een hogere identiteit die borg staat voor de veiligheid van wie deze slavernij beogen maar de bereidheid tot totale onderwerping volstaat uiteraard niet voor de creatie van een verantwoordelijke dictator of van een opperwezen. Waar kinderen of jongen zich natuurlijkerwijze onderwerpen aan de ouders uit wie zij zijn voortgekomen, zal een beloofde onderwerping aan nog onbestaande gezagsdragers, geenszins volstaan om die ook in het leven te roepen. Veeleer zal een beloofde bereidheid tot onderwerping die weerklinkt als de kreet van de zwakkelingen, bedriegers lokken van alle allooi, die zich zullen aanbieden als goden of als hun vertegenwoordigers teneinde de zwakkelingen te kunnen verslinden.

    De zogenaamde identitaire bewegingen die vandaag opgang maken in de westerse wereld, zijn dergelijke slangen die zich in de eigen staart bijten: in weerwil van verstandelijke inzichten en wetenschappelijke verworvenheden, geloven zij dat een terugkeer naar de middeleeuwen niet alleen wenselijk maar ook en eerst en vooral mogelijk is. Zij geloven een eigen identiteit te zullen kunnen aantreffen uitgerekend bij degenen die hen destijds en in ruil voor de belofte van geborgenheid, van hun vrijheid hebben beroofd en vervolgens van hun leven. Zij strooien zichzelf zand in de ogen door zichzelf voor te liegen dat het mogelijk is om afstand te doen van het eigen hoofd in ruil voor een immer volle maag.

    Het streven naar die rampzalige onderwerping die vanzelfsprekend allerminst zal resulteren in het zich verheffen van een verantwoordelijk opperwezen dat borg zou staan voor het 'geluk', maar dat zoals de geschiedenis het laat zien, gelijkstaat met het zichzelf tot prooi maken van niet alleen de eigen absurde illusies maar eerst en vooral van de altijd massaal aanwezige roofdieren, kentekent het onverstand van een naïef conservatisme dat ontspringt aan het onvermogen tot het dragen van de last van de onzekerheden die nu eenmaal bij het leven horen. Precies omdat zij verantwoordelijke personen willen herleiden tot louter uitvoerders van programma's, voorschriften, regels, geboden en bevelen, vallen de identitaire bewegingen samen met de totalitaire regimes waartegen zij zich geloven te beveiligen.

    (J.B., 6 december 2021)


    05-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger



    Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger

    (Tekst d.d. 8 maart 2021)

    OVT: De zaak is dat ze zich allemaal blind kijken op het coronavirus...

    Omsk Van Togenbirger! Maar... ik had u niet gezien!

    OVT: Wat niet betekent dat ik er niet was. En zo is het ook met nog een andere zaak.

    Een andere zaak?

    OVT: Het leger griepvirussen dat zich momenteel in slagorde opstelt!

    Maar er is dit jaar helemaal geen griep!

    OVT: Heb ik u nog niet verteld over het aanpassingsvermogen van covid-19?

    Je bedoelt de varianten?

    OVT: De mutaties, ja: van zodra de maatregelen verstrengen, nemen de kansen voor het virus af, het voelt zich bedreigd en steekt een tandje bij. Het wordt dus agressiever: besmettelijker en dodelijker.

    Kennelijk, ja...

    OVT: Maar heb je er al bij stilgestaan dat hetzelfde uiteraard ook zal gebeuren met alle andere virussen!

    Hoezo?

    OVT: Sinds men ons bang gemaakt heeft voor corona, zijn alle mensen maatregelen gaan nemen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken.

    Klopt, ja.

    OVT: Maar uiteraard worden op die manier ook alle andere virussen de pas afgesneden.

    Welke virussen?

    OVT: De griepvirussen bijvoorbeeld!

    In het meervoud?

    OVT: Ik ben geen viroloog maar naar het schijnt is het aantal van de griepvirussen niet te tellen. En die staan nu allemaal voor het voldongen feit van de algemene verstrenging van de menselijke hygiëne, wat voor hen betekent dat zij de broeksriem moeten aantrekken: willen ze overleven, dan moeten ze allemaal een tandje bijsteken.

    Bedoel je nu dat je denkt dat alle griepvirussen agressiever zullen worden?

    OVT: Wel, er zal voor die beestjes niet veel anders opzitten en de drang tot zelfbehoud en soortbehoud geldt voor elk schepsel Gods: voor mensen, voor covid-19 maar uiteraard ook voor die ontelbare griepvirussen die tot voor kort als het ware onze tafelgenoten waren. Want zonder dat wij het goed beseften, hadden wij met de vele griepjes een stilzwijgend contract gesloten. Wij hebben ze geduld op voorwaarde dat ze zich een beetje koest zouden houden. Nu zullen ze zich vanzelfsprekend onbemind voelen en bedreigd. Het staat als een paal boven water dat ze zullen terugslaan.

    Geheel meedogenloos?

    OVT: Je lacht ermee maar kijk eens wat er gebeurd is toen Columbus aanmeerde in Amerika, in 1492. Dat continent was al vele duizenden jaren bewoond door Indianenvolkeren. Zij hadden uiteenlopende hoogstaande culturen, spraken meer dan honderd verschillende talen. Waarschijnlijk waren dat in oorsprong Mongolen, Aziaten, bewoners van wat nu Siberië is en China. Je ziet het aan hun zwarte haren en hun huidskleur: even onterecht als zij 'Indianen' heten, want Columbus heeft nooit geweten dat hij niet in Indië aanmeerde, even onterecht heten zij ook 'roodhuiden', want ze zijn geel. Zij kwamen via de Beringstraat, die de Grote Oceaan van de Noordelijke IJszee scheidt en het Aziatische van het Amerikaanse continent. Ze kwamen van het huidige Siberië naar het huidige Alaska. Voor het Plioceen dat eindigde, zo'n 2,5 miljoen jaar geleden, was daar nog een landbrug tussen de twee werelddelen, wat bewezen wordt door het specifieke dierenbestand in de continenten. Maar ook in de laatste ijstijd die duurde tot 11.500 jaar geleden, kwam die zee-engte droog te staan of kon men over het ijs van het ene naar het andere werelddeel lopen. Het is een zee-engte van zo'n 70 km, er is trouwens nog een tussenstop mogelijk op twee eilandjes, de Diomedeseilanden, waarvan het ene Russisch is, het andere Amerikaans. In 1988 zwom daar nog een vrouw van Rusland naar Amerika - ik geloof dat zij Lynne Cox heet. Maar waar was ik gebleven?

    Je zei dat Columbus...

    OVT: Inderdaad, toen Columbus in Amerika aanmeerde in 1492, besmette hij de Indianen met ziektekiemen uit Europa en zij stierven bijna voltallig uit.

    Wat bedoel je?

    OVT: Enerzijds waren de Europese ziektekiemen vreemd voor de Indianen, zij hadden er dus geen afweer tegen. Anderzijds vormden de virussen wellicht een bom!

    Een bom?

    OVT: Hoe lang duurde de tocht van Columbus? Verschillende maanden, zij het met tussenstops, maar het merendeel van die tijd zaten de Europese microben als het ware gevangen bij de scheepsbemanning. De beestjes moeten gedacht hebben dat er geen mensen meer waren en dat zijn hun nesten! Ze zullen in paniek geslagen zijn en eenmaal op het vasteland, hebben ze hun kans gegrepen en hebben zij zoveel mogelijk Indianen zo rap mogelijk besmet.

    Is dat niet een beetje... 'fantastisch'?

    OVT: Ongetwijfeld. Maar kijk, in één klap waren alle Indianen weg. Vandaag ziet men iets gelijkaardigs inzake het bosbestand: de bomen worden overal door micro-organismen aangetast. Zeven van de twintig bomen in mijn tuin zijn aangetast, drie staan al helemaal verdord. Kijk eens goed rond: overal vallen de bomen om. Kenners hebben de mond vol over allerlei microben, schimmels, weet ik veel. Maar die leefden vroeger ook. De zaak is alleen dat de micro-organismen nu in paniek verkeren.

    En waarom?

    OVT: Door de ontbossing! Heb je dan nog niet gehoord van de kap in het regenwoud? Zoek het maar eens op, hoeveel hectaren bos dagelijks moeten sneuvelen! Ik heb je toch verteld dat het overspringen van het coronavirus naar de mens wordt toegeschreven aan het feit dat de mens het aanvankelijke nest van deze beestjes aan het opeten was? Voordien woonden zij namelijk in de schubdieren, die staan sinds kort in China op het menu. Als een soort met uitsterven wordt bedreigd, springen de microben die vegeteren op die soort, uiteraard naar andere soorten over - wat zou je trouwens zelf doen in dat geval?

    Dat lijkt me niet erg wetenschappelijk...

    OVT: Wel, de wetenschap heeft zo haar tempels, zij werd het monopolie van zekere machthebbers, zoals trouwens ook de godsdiensten, maar gelukkig kan niemand verhinderd worden om te weten. Al is het uitgerekend dat wat de nieuwe potentaten proberen te doen. Las ik daar onlangs niet iets op de blogs over de tirannie van de quasi-geleerdheid, zoals Dostojewskij ze noemde? Tot later, misschien!

    Tot later, Omsk Van Togenbirger...1

    1 Tekst d.d. 8 maart 2021.Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 1022v.


    02-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De grootinquisiteur

    De grootinquisiteur

    De grootinquisiteur

    (Tekst d.d. 23-25 januari 2019. Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 126-128)

    We moeten terug naar de bijbel, zo haasten zich de bisschoppen, en zij hebben het over Mozes, Abraham, Job en talloze andere figuren uit de geschiedenis van een volk dat sinds de oudste tijden in oorlog is en dat niets minder dan de wereldheerschappij nastreeft, waarin het zich van talloze andere volken helemaal niet onderscheidt. Tegen die eer- en wraakzucht reageerde een wijze uit het eigen joodse volk, Jezus van Nazareth, die helemaal niets optekende maar over wie verslag werd uitgebracht door anderen – het werd zijn dood. En Hij verrees in de gedaante van zijn aanhangers, zoals dat met echte helden meestal het geval is. Edoch, de politieke heersers zagen Hem als een rivaal, zij vreesden voor het verlies van hun wereldlijke macht die Hij immers des duivels noemde en zij deden verwoede pogingen om de christenen uit te moorden. De volgelingen van de Opstandeling tegen het wereldlijke gezag verborgen zich in catacomben, zij werden afgeslacht doch hun aantal slonk geenszins, zij vermenigvuldigden zich zoals hun Leidsman het hun had opgedragen. Het wereldlijke gezag zag geen andere oplossing meer dan de nieuwe sekte in te lijven: de kerk van het zogenaamde christendom werd een erkende staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en vanaf die dag smeedden de koning en de paus samen en niet zelden verenigden zij zich in de gang der tijden in het keizerschap dat onder meer Napoleon te beurt viel – de man wiens misdaden dermate groot zijn dat hij welhaast met de kerstman werd vereenzelvigd. Niet te geloven! Ha, stel eens dat Jezus van Nazareth nu terugkwam!

    Ja, stel dat eens. Een groot Russisch schrijver liet de Messias naar deze wereld wederkeren en wel in een van zijn wereldberoemde romans die bestonden uit de vervolgverhalen die hij voor de kranten schreef om zijn schulden af te betalen want Dostojevski was een verwoed gokker maar desalniettemin en misschien precies daardoor, gedreven door de noodzaak, maakte hij wereldliteratuur. In een raamvertelling in De gebroeders Karamazov zette hij naar het voorbeeld van Christus zelf, een heuse parabel neer, De grootinquisiteur van Sevilla.1 De inhoud ervan is een openbaring:

    In Sevilla ten tijde van de Inquisitie worden de ketters verbrand; Jezus is teruggekeerd en wordt door de grootinquisiteur betrapt bij de opwekking uit de dood van een zevenjarig meisje. De kerkvorst laat Jezus gevangennemen en vermaant Hem dat Hij op aarde niets meer te zoeken heeft, daar Hij lang geleden zijn macht heeft overgedragen aan de kerk; Hij noemt Hem de allergrootste ketter en dreigt Hem op de brandstapel te gooien. De grootinquisiteur herinnert Jezus eraan dat tijdens zijn vasten in de woestijn de duivel Hem verzocht om stenen in brood te veranderen maar dat Hij weigerde, zeggende dat de mens niet leeft van brood alleen doch van Gods woord; verder weigerde Hij te erkennen dat de mens een kuddedier wil zijn en het er beter af brengt zonder vrijheid en geheel onderworpen aan het kerkelijke gezag. Tenslotte wees Jezus de Hem door de duivel aangeboden heerschappij over de wereld af. En de grootinquisiteur maakt nu zijn standpunt duidelijk: wij (de kerk van Rome) zijn niet met U doch met hem (doelend op de duivel), ziedaar ons geheim! En wij zullen de mensen bedriegen en hun zeggen dat wij in Uw naam heersen. U bezit de uitverkorenen maar wij bezitten alle mensen. De mensen zijn zwak en willen gedomineerd worden; wij zullen hun toestaan te zondigen en we zullen hun zonden vergeven als zij maar met onze toestemming bedreven worden. Zo zullen zij uiteindelijk gelukkig zijn dankzij ons die hen bedriegen en die ons geluk aan hen opofferen.

    Het enige antwoord van Christus op de woorden van de grootinquisiteur is een kus; de kerkvorst jaagt Hem weg en bezweert Hem nooit meer terug te komen.2

    1 Dostojevski, Fjodor. (1880). II-5.5.

    2 Tekst d.d. 23-25 januari 2019.


    01-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prof-bhakdi-legt-eenvoudig-uit-hoe-het-vaccin-schade-aanricht/

    https://www.artsenvoorvrijheid.be/blog/prof-bhakdi-legt-eenvoudig-uit-hoe-het-vaccin-schade-aanricht/


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Neo-nazi's: nihil novi sub sole

    Neo-nazi's: nihil novi sub sole

    Neo-nazi's: nihil novi sub sole

    (Tekst d.d. 13 mei 2018)

    In een recent boek openbaart de Leuvense psychiater Erik Thys hoe onder het naziregime psychiatrische patiënten (ook in België) massaal werden afgemaakt. Dit geschiedde onttrokken aan de ogen van alle burgers en zelfs het personeel van de betrokken instellingen wist er niets van – behalve dan de artsen die daar werkzaam waren. Zij waren de enigen die met zekerheid het lot van de patiënten konden voorspellen omdat alleen zij wisten dat het volstrekt vetarm dieet waaraan hun niets vermoedende patiënten verplicht onderworpen werden, al na amper enkele maanden fataal zou worden voor deze volgens de nazi-ideologie nutteloze, armlastige en derhalve te euthanaseren burgers. De massamoord gebeurde onder het toezicht van de aan de instellingen verbonden psychiaters en artsen onder wie er slechts een handvol tegen deze moordende praktijk verzet durfden te bieden.1

    Vol ongeloof werd na de oorlog onderzocht hoe geleerde en welopgevoede mensen daartoe in staat waren geweest en kijk, dergelijke praktijken bleken geheel in overeenstemming met de resultaten van het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963: twee derden van alle mensen blijken probleemloos bereid om op bevel van hogerhand medemensen om te brengen.

    Vandaag is dat jammer genoeg niet anders en de hedendaagse geschiedenis laat hieromtrent niet de geringste twijfel bestaan: nauwelijks verkapte vormen van moord en massamoord zijn ook in de westerse wereld van het derde millennium schering en inslag en het ten hemel schreiende onrecht inzake de mensonwaardige behandeling van oorlogsvluchtelingen is nu reeds de schande van deze tijd die over de hele aarde het Europese werelddeel én zijn 'beschaving' voor immer in diskrediet brengt. Want terwijl de Verenigde Naties naar aanleiding van de genocide onder het Derde Rijk zich ertoe verbonden om bij het verschijnen van een nieuwe Hitler asiel te verlenen aan allen die dan op de loop moeten voor hun leven, betalen hun eensklaps verrechtste regimes godbetert de Turkse dictator om de miljoenen vluchtelingen voor een regime dat nazi-Duitsland in zijn schaduw stelt, uit Europa weg te houden – wat gebeurt door de ongelukkigen in kampen gevangen te zetten voor onbepaalde tijd, wat wil zeggen: totdat zij van ontbering omkomen zoals destijds hun lotgenoten in Auschwitz en elders in de hel.

    Een gelijkaardige vorm van mishandeling en doodslag voltrekt zich op een bijna onzichtbare manier waar onze ambtenaren klakkeloos de bevelen van dezelfde extreemrechtse regimes uitvoeren welke rampzalig zijn voor de zogenaamde armlastigen van het eigen volk, zoals de ouderen, de andersvaliden en de werklozen.

    Wat betreft deze laatste groep, bestaat de vandaag gehanteerde en bijzonder gemene tactiek om werkzoekenden uit te schakelen hierin, dat extreemrechtse regeringen hun slachtoffers de schuld geven van het eigen wanbeleid. Het is immers nimmer de verantwoordelijkheid van de arbeiders om het land van jobs te voorzien – arbeiders moeten hun vak onder de knie hebben en waar zij het niet kunnen uitoefenen is het de regering die jegens hen in gebreke blijft en die hun daarvoor ook schadeloosstelling verschuldigd is.

    Het getuigt overigens van een ongehoorde arrogantie – maar zo is nu eenmaal de arrogantie van de macht – wanneer deze extremisten er niet alleen aan verzaken om schuld te bekennen maar waar zij bovendien proberen en er blijkbaar zonder veel moeite ook nog in slagen om de schuld voor het eigen wanbeleid in de schoenen van de slachtoffers te schuiven door de arbeiders gaan te straffen voor het feit dat zij, die moeten regeren, niet in staat blijken om voldoende en gepaste werkgelegenheid te verschaffen. Op de koop toe doen zij dit onder de zware en bijzonder mensonterende beschuldigingen van werkonwilligheid en parasitisme – beschuldigingen die worden uitgesproken als authentieke vonnissen welke zich echter voltrekken in compartimenten die zich onttrekken aan het oog van de openbaarheid, zoals socioloog Abram de Swaan het zo treffend beschrijft en illustreert in zijn werken over hedendaagse massamoord.2

    De extreemrechtse regeringen slagen er niet alleen niet in om aan het volk werk te verschaffen – zij blijken tevens onbekwaam om passend werk te verschaffen en in dezelfde beweging van demonisering van de groep van de werkloze arbeiders, voeren zij ook nog eens de schuldslavernij in waar zij geloven de mensen met ongeacht welk werk te mogen opzadelen ter compensatie van hun uitkering, alsof de arbeiders daarvoor niet zelf hadden gezorgd en alsof het derhalve niet ging om een recht doch om een aalmoes. In hun malafide ijver om de moeizaam verworven sociale wetten te ondermijnen, wordt volgens het verdeel en heersprincipe gepoogd om onder de werknemers verdeeldheid te zaaien en stellen handlangers van kapitalisten die zich uitgeven voor politici, de zaak zo voor, alsof de werklozen profiteren van de werkenden – als ze met hun bedrieglijke neologismen zoals 'loonlast' en 'vergrijzing', al niet de indruk willen wekken dat het de grootgeldbezitters zijn die voor de werklozen moeten opdraaien.

    Maar de regel zou niet de regel zijn indien er geen uitzonderingen waren en alle hoop van het mensdom gaat uit naar deze mensen die de verrechtsing ten spijt doch naar het goede voorbeeld van wie onder de Duitse bezetting op zolder joden en andere vluchtelingen verborg, toch een of andere vorm van onderdak trachten te schenken aan armlastigen, ook al doen zij dit vaak ten koste van hun carrière of hun job en soms ook ten koste van het eigen leven.3

    1 Erik Thys. (2015). pp. 292-293. Zie ook: Bauwens, Jan. (2018), pp. 392-404: Aan de feesttafels der kannibalen, en Genosuïdide in de opmars: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1556061

    2 de Swaan, Abram. (2014).

    3 Tekst d.d. 13 mei 2018. Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 49-51.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1

    https://rumble.com/vq1df3-bhakdi-uitleg-subs.html


    30-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.celan

    https://www.celan-projekt.de/todesfuge-deutsch.html


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lebensraum

    Lebensraum

    Lebensraum
    Vanaf 1890 tot 1940 sloeg dit begrip op een geplande Duitse kolonisering van Centraal- en Oost-Europa en onder de nazi's sprak men over het Generalplan Ost: dat was het geheim plan van de nazi's om in Oost-Europa etnische zuiveringen en volkerenmoord te plegen. Het was namelijk Hitlers idee om grote delen van Polen en Rusland etnisch te zuiveren en om die gebieden dan door Duitse boeren te laten innemen. Overlevenden, die alsnog 25 pct. van de bevolking zouden uitmaken, zouden dan als slaven worden tewerkgesteld. Op die manier zijn toentertijd honderden Wit-Russische en Oekraïense dorpen van de aardbodem verdwenen.
    Eén van die dorpen was Chatyn: op 22 maart 1943 werden alle inwoners van dat dorp, mét hun bezoekers, samen 149 mensen waarvan 75 kinderen jonger dan 16 jaar, door de nazi's opgesloten in een schuur en levend verband. Slechts enkelen konden ontsnappen. En deze gruwel werd herhaald in welgeteld 5295 dorpen - in 618 ervan werd de bevolking telkens levend verbrand. Op die manier stierven meer dan 2.230.000 Wit-Russen.
    Deze massamoorden zijn geen uitzonderingen, alleen al in de jongste geschiedenis werden zij tientallen keren herhaald. Edoch, wanneer heden gesuggereerd wordt dat een nog grootschaliger genocide, nu wereldwijd en met heel andere middelen, aan de gang is, wordt de zaak door het officiële nieuws afgedaan als complotdenken. Zij die er over reppen, worden versleten voor zieken die lijden aan paranoia en voor onruststokers.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 30 november 2021)

    1


    25-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1

    1


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1

    1


    24-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gg

    gg


    23-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab7

    ab7


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab6

    ab6

    ab6


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab2

    ab2


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANGELO BRANDUARDI: DONNA TI VOGLIO CANTARE

    ab


    15-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van de kerk en 't christendom en andere artikels

    Wat is er van de kerk en 't christendom en andere artikels




    Bijlagen:
    wat is er van de kerk en tchristendom e a.pdf (121.1 KB)   


    14-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop

    Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop




    Bijlagen:
    Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop.pdf (96.2 KB)   


    13-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”



    Bijlagen:
    bedenkingen bij rudolf steiners filosofie der vrijheid.pdf (731.3 KB)   


    12-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij waren



    Wij waren


    11-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christendom & Wraak&vergeving



    Christendom & Wraak&vergeving

    Bijlagen:
    christendom wraak en vergeving.pdf (148.8 KB)   


    10-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het orgaan & De poolster

    Het orgaan & De poolster



    Bijlagen:
    het orgaan ea.pdf (157.1 KB)   


    09-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heer die zichzelf in stukjes hakte


    De heer die zichzelf in stukjes hakte


    Bijlagen:
    de heer e a smal.pdf (520.1 KB)   


    08-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geheim en identiteit

    Geheim en identiteit



    Bijlagen:
    geheim en identiteit smal.pdf (263 KB)   


    07-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De beheerder van het labyrint

    De beheerder van het labyrint





    06-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.viruswaanzin.be/post/klacht-tegen-dorien-colman-de-standaard



    https://www.viruswaanzin.be/post/klacht-tegen-dorien-colman-de-standaard 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezit en bezetenheid - vier opstellen

    Bezit en bezetenheid - vier opstellen




    Bijlagen:
    bezit en bezetenheid vier opstellen.pdf (150.9 KB)   


    05-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wetenschapswaan

    Wetenschapswaan

    Wetenschapswaan

    Sinds de oudste tijden varen overal boten en wanneer ingevolge een of andere catastrofe de wereld helemaal onder water loopt, zullen alleen de opvarenden van de verdrinkingsdood worden gered: het is een logica zo simpel als pompwater maar desalniettemin ziet elkeen in de restanten van ongeacht welk groot houten voorwerp dat op een vlot gelijkt, die ene grote ark van Noach uit het boek Genesis. Dat is nu eenmaal de hypnotische werking van een religie: "quod non est in scriptis, non est in mundo", wat zich vrij vertaalt als: "al wat geschiedt, wordt in de Schrift voorspeld."

    Halverwege van de voorgaande eeuw kwam het Oudtestamentische verhaal over de ark van Noach wereldwijd in de schijnwerpers te staan en in 1987 schreef Charles Berlitz er een bestseller over: weliswaar middels bijzondere observatietechnieken zoals luchtbeelden zou de ark te zien zijn op de plek waar zij toentertijd gestrand was: de 5156 meter hoge berg Ararat (ook Baris genaamd), afgeleid van Urartu, de naam voor het oude Armenië in het huidige Turkije. De grote geschiedschrijver Flavius Josephus (37-100 P.X.) vermeldt dat de Armeniërs deze plek 'de landingsplaats' noemden en Ararat in het Armeens is Massis, wat wil zeggen: 'moeder van de wereld'. Doorheen de ganse geschiedenis zouden voorbijtrekkende reizigers de ark gezien hebben onder de gletsjers op de eeuwig bevroren bergtop waar het ijs de ark duizenden jaren lang had bewaard en volgens islamitische geschriften zou zij pas op het einde der tijden worden onthuld.1 Berlitz verzamelde in zijn boek getuigen: behalve Flavius Josephus schreef ook de Babylonische historicus Berossus er in 275 A.X. over dat reizigers pek van het gestrande schip afkrabden om er amuletten van te maken. Nicolaus van Damascus (°64 A.X.) vernoemt de zondvloed en de ark, alsook Marco Polo (1254-1324), de franciscaan Odoric en Sir John Mandeville in 1356. De zeventiende-eeuwse Olearius heeft het over de versteende overblijfselen van de ark, nu nog te bezichtigen in het klooster van Emiadzin en destijds verwees menigeen naar de ark als bewijsstuk voor de waarheid van het geloof.2 Reeds in de veertiende eeuw werden expedities op touw gezet maar in de moderne tijd is een van de bekendste wel deze door kolonel astronaut-maanwandelaar James Irwin (in 1972-1982) van wie de woorden: "Dat God op aarde wandelt is belangrijker dan dat de mens op de maan loopt."3 Hij werd voorafgegaan door dr. F. Parrot (1829) die met medewerking de kloosterlingen van Ahora als eerste het taboe verbrak om naar de ark te zoeken en die zijn naam gaf aan de Parrot-gletser op de berg waarin zij bewaard zou worden; elf jaar later kwam de straf: de Ararat barstte uit, begroef Ahora met zijn klooster en "liet een steil ravijn achter waar de gebouwen hadden gestaan".4 Dr. H. Abich die de berg beklom in 1845 gaf zijn naam aan de twee Abich-gletsjers. In 1856 was er de expeditie van Robert Stuart. In 1883 vonden na een nieuwe verwoestende aardbeving de Turken "een enorm grote, op een schip gelijkende, houten constructie."5 die zij ook binnendrongen en in de pers klonk het verder zo: "Ze waren in staat drie grote ruimten te betreden, maar de andere afdelingen waren volledig gevuld met vast ijs."6 In de dooi van de zomer van 1916 zagen vanuit de lucht Rotkovitsky en zijn piloten "een half onder water liggende romp van een of ander enorm groot schip"7 waarvan in 1939 een gedetailleerde beschrijving verscheen in de pers - het onderzoek raakte immers verstoord door de Bolsjewistische revolutie van 1917 maar een zelfverklaarde overlevende van de Romanovs zou zich de expedities nog herinneren.8 Door expediteurs uit de ark meegenomen oleanderhout dat in die streek niet voorkomt, pleit voor haar bestaan en beschrijvingen van de afmetingen van de ark corresponderen onderling alsook met de Bijbeltekst maar er werden nooit duidelijke foto's gemaakt of bewaard en latere verkenningen werden bemoeilijkt doordat de Ararat aan de grens met Rusland ligt in Turks gebied bevolkt met opstandige Koerden en ook al wegens het extreme weer: John Morris noemt in 1972 de Ararat een reusachtige bliksemafleider: "Overal was duidelijk statische elektriciteit aanwezig. Onze ijsbijlen en klimijzers gonsden en onze haren stonden recht overeind."9 De bekendste ontdekking van de ark is die van Fernand Navarra10 die argumenteert dat ook het bestaan van Troje werd ontkend totdat de stad daadwerkelijk werd opgegraven. De stukken hout die hij meebracht van zijn expeditie bleken goferhout (oleander) van 5000 jaar voor Christus.11

    Er zijn meer dan zeshonderd versies van de legende van de zondvloed.12 en de bekendste zijn die in Genesis en deze in het Gilgamesj-epos die frappante gelijkenissen vertonen. Ook bekend zijn de versie in de Popol Vuh van de Maya's, deze van de Babyloniërs, de Assyrische en de Chinese.13

    De overtuigingskracht van de meest onwaarschijnlijke legenden is vaak verbijsterend en niet zelden worden die legenden op hun beurt dan ook nog benut als bewijsstukken voor het geloof waarvan zij deel uitmaken. De ark van Noach is volstrekt onvindbaar maar kennelijk maakt het geloof het onzichtbare zichtbaar en verwerkelijken zich wensen door in het bestaan te roepen wat onbestaande was, alsof de realiteit de som was van alle mogelijkheden die pas geactualiseerd worden door vormen van noodzaak waarvan de wil een der belangrijkste blijkt. De schepping, de wereld als symbool voor een hogere werkelijkheid, is een afbeelding van het Boek, het Woord, dat immers aan de grondslag ervan ligt: "Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is."14

    Maar wat geldt voor de religie van de volkeren van het Boek, geldt evenzeer voor wie geloven in de religie van de Verlichting die de wetenschap is waarbij de encyclopedisten zweren alsook hun nazaten die zich in een razend tempo over de aarde hebben verspreid: de Luciferianen, zij die de Schepper zelf naar de kroon steken door zich in te beelden dat het hun plicht is om de schepping te gaan corrigeren. Want zoals de gelovigen in een stuk wrakhout een ark ontwaren, zo ook ontdekken de zogenaamde wetenschapslui in de werkelijkheid slechts wat hun theorieën bewaarheidt. En niet zelden staan die theorieën die immers door zelfverklaarde godmensen werden uitgebroed, in het teken van het eigenste lof en het persoonlijke gewin.

    En zo schrijft niet een of andere complottheorie doch de openlijke encyclopedie voor allen, die Wikipedia heet, over het griepvirus en de vaccinatiepraktijk het volgende:

    "De effectiviteit van een griepprik voor gezonde mensen is nog nooit bewezen." (https://nl.wikipedia.org/wiki/Griep#Preventie )

    Deze uitspraak verwijst naar een artikel in de Cochrane Database of Systematic Reviews, getiteld: "Vaccines for preventing influenza in healthy adults"15 dat onder meer concludeert dat het symptomen onderdrukkend effect van griepvaccins en de weerslag ervan op werkverzuim zeer gering is en dat niets erop wijst dat zij van invloed zouden zijn op complicaties zoals longontsteking of besmettelijkheid.

    Bovendien wordt de lezer ervoor gewaarschuwd dat 15 van de 36 onderzoeken waarop het artikel betrekking heeft, gesubsidieerd werden door de industrie (over 4 ervan onbreekt informatie daaromtrent). Studies gesteund door publieke bronnen nijgen er echter helemaal niet toe om vaccinatie te gaan promoten.

    Daarentegen heeft men wel zekerheid over het feit dat onderzoeksresultaten courant gemanipuleerd en vervalst worden en dat men de conclusies van ook dit verslag in dit licht moet zien.16

    (J.B., 5 november 2021)

    Verwijzingen:

    Zie de voetnoten.

    1 Charles Berlitz, Speurtocht naar de ark van Noach. Een oeroud mysterie onthuld, Uitg. M&P, Weert. (Oorspr.: The Lost Ship of Noah – In Search of the Ark at Ararat, G.P. Putnam's Sons, New York 1987), pp. 9-16.

    2 Berlitz, pp. 16-19.

    3 Berlitz, p. 61.

    4 Berlitz, p. 20.

    5 Berlitz, p. 23.

    6 Berlitz, pp. 23-24.

    7Berlitz, p. 27.

    8 Berlitz, p. 28-36.

    9 Berlitz, p. 58.

    10 Fernand Navarra, J'ai trouvé l'arche de Noé, Éd. France-Empire, Montrouge 1957.

    11 Berlitz, pp. 69-83.

    12Berlitz, pp. 85-86.

    13 Berlitz, pp. 85-98.

    14 Proloog van het Johannesevangelie, 1:3.

    16Uit het O.c.: "Authors' conclusions: Influenza vaccines have a modest effect in reducing influenza symptoms and working days lost. There is no evidence that they affect complications, such as pneumonia, or transmission. WARNING: This review includes 15 out of 36 trials funded by industry (four had no funding declaration). An earlier systematic review of 274 influenza vaccine studies published up to 2007 found industry funded studies were published in more prestigious journals and cited more than other studies independently from methodological quality and size. Studies funded from public sources were significantly less likely to report conclusions favorable to the vaccines. The review showed that reliable evidence on influenza vaccines is thin but there is evidence of widespread manipulation of conclusions and spurious notoriety of the studies. The content and conclusions of this review should be interpreted in light of this finding."


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zeer gezond besluit

    Een zeer gezond besluit





    04-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geld en de bloemen des velds

    Het geld en de bloemen des velds





    03-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De goede deur e a


    De goede deur e a


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.H e t w e z e h e r h a a l d : Twee teksten over de hongerstakers

    H e t w e z e h e r h a a l d :

    Twee teksten over de hongerstakers:

     

    H e t w e z e h e r h a a l d :

    Twee teksten over de hongerstakers:

    1. "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen

    Eerst legt men mensen het zwijgen op en in een volgende stap gaat men aan het moorden: het is een historisch geïllustreerde these van Hannah Arendt die verschrikkelijk is maar tevens niet zo moeilijk te verklaren. Om de logica die erachter zit te kunnen begrijpen, volstaat het dat men zich realiseert dat er dissidenten bestaan, activisten, hongerstakers, revolutionairen maar ook soldaten die bereid zijn om hun leven te riskeren aan het front. Het is weliswaar teveel gevraagd dat iederéén bewust zou leven maar het bestaan van de genoemde categorieën volstaat om te laten zien dat mensen vaker de dood verkiezen boven een leven in onvrijheid.

    Tijdens de jongste hongerstaking van de asielzoekers hier ten lande kon men er andermaal getuige van zijn dat mensen die lange tijd in slavernij geleefd hebben en wiens vooruitzichten op beterschap gefnuikt worden door regeringsleden die lijden aan een schromelijk tekort aan empathie, prompt doch weloverwogen de dood verkiezen boven een mensonwaardig bestaan. Een leven in onvrijheid is mensonwaardig. Mensonwaardig is het te moeten zwijgen. Mensen zijn niet bereid om het eigen hachje te redden ten koste van ongeacht wat. De dood is met andere woorden niet het ergste wat een mens overkomt.

    Dictators leven van de leugen en zij verplichten het volk om te liegen en derhalve om de waarheid te verzwijgen, om de andere kant op te kijken als mensen worden afgemaakt, om te applaudisseren voor in hun belachelijke kostuums uitgedoste, defilerende fascisten. Het zwijgen van de massa, het meedoen en het bezwijken onder de sociale druk, zoals in de hoogdagen van het katholicisme of zoals tijdens het regime van Ceaușescu, Franco, Stalin, Hitler, Pol Pot, Orban, Kim Jong-Un, Bouterse, de tsaren, de pausen en al die andere godsdienstwaanzinnigen, noem maar op - het mee heulen is extreem hypocriet en bij de eerste de beste gelegenheid, als de machthebber struikelt, maken zijn voormalige aanbidders hem genadeloos af.

    De dictator weet dat zijn macht beperkt is, dat het applaus dat hij van het volk ontvangt, door hem zelf afgedwongen werd, dat de eer die hem betoond wordt, ongemeend is, dat achter het juichen van de massa die hij overheerst, mensen schuilen die geduldig wachten totdat het ogenblik gekomen is om zich aan het absurde toneel waarin zij in een rol gedwongen worden, te onttrekken. Hij weet dat zijn macht een vervaldag heeft, dat zij slechts beperkt houdbaar is en dat eenmaal het voor hem onzalige ogenblik is aangebroken, zijn regime begint te stinken. Geen mens onder de massa is er die de kans zal laten liggen om hem af te maken als hij struikelt en om die reden onderdrukt hij de mens in elk lid van de massa, om die reden wil hij dat allen gelijk zijn, een uniform dragen, dat er geen diversiteit is, dat er slechts één taal gesproken wordt en uniformiteit, newspeak, afvlakking ook en onnadenkendheid, gehoorzaamheid en dril: de massamens die hij fabrikeert, moet een instrument zijn van alleen maar zijn wil, een tentakel dat bij het minste teken van twijfel moet worden geamputeerd en afgemaakt.

    Mensen verkiezen vaker de dood boven een leven dat gedoemd is tot slavernij en de dictator weet dat ook en om die reden is hij heel attent naar individuen die de dans die zij verwacht worden te dansen, trachten te ontspringen: hij liquideert hen zonder compassie omdat hij weet dat er geen plaats is voor én zijn leugens én de waarheid. Om die reden moeten zij die de waarheid spreken, zwijgen en willen zij niet zwijgen dan kan hij hen nog doen zwijgen door de voorwaarden die maken dat zij kunnen spreken, weg te nemen, met name door hen te vermoorden: het is een logica waar niemand omheen kan: op de boekverbranding volgen de moordpartijen. Heinrich Heine: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" (Almansor, 1820).

    (J.B., 12 september 2021)



    2. Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie

    De hongerstaker berokkent kwaad aan zichzelf, maar hij doet dat met het oog op het bereiken van een goed. Het kwaad dat hij aan zichzelf berokkent, kan krachtens een eigen 'belofte' stopgezet worden door diegene van wie hij het beoogde goed probeert af te dwingen. Van zodra dan de gegijzelde de belofte gelooft en er ook naar handelt door aan de eisen van de gijzelnemer tegemoet te komen, wordt dat kwaad ogenschijnlijk stopgezet en tegelijk wordt het door de gijzelnemer beoogde goed bereikt.

    Eerst twee niet onbelangrijke opmerkingen bij de gecursiveerde tekstgedeelten hier boven.

    Bekijkt men ten eerste de 'belofte' van de gijzelnemer dat hij zijn kwaad - alsnog een dreiging - zal stopzetten op voorwaarde dat de gijzelnemer zijn eisen inwilligt: die 'belofte' is in wezen een schijn-afspraak; ze is een eis met het uitzicht van een afspraak, maar ze is geen afspraak want ze is eenzijdig. Bovendien is ze bedrieglijk omdat ze een ander behept met schuldgevoelens terwijl er bij hem van schuld althans aanvankelijk geen sprake kan zijn; de gijzelnemer zegt namelijk: "Als jij X doet, dan beloof ik je dat ik Y zal doen; jij kunt dus bepalen wat ik doe", terwijl het a priori de gijzelnemer zelf is die dat alles bepaalt omdat hij eenzijdig alle voorwaarden bepaalt.

    Ten tweede is met het inwilligen van de eisen van de gijzelnemer de afwending van het kwaad door de gegijzelde slechts schijn. En het is schijn omdat het betreffende kwaad in wezen een dreiging was terwijl die dreiging uiteraard gecontinueerd want bekrachtigd wordt in geval van toegevingen. Met andere woorden neemt een toegeving het onmiddellijke kwaad weliswaar weg, maar in dezelfde beweging wordt het ook als zijnde effectief bekrachtigd. Het is derhalve de toegeving die het kwaad als zodanig in het leven roept of duldt.

    Vandaar zit aan het middel waarmee de gijzelnemer zijn doel tracht te bereiken hoe dan ook een geurtje en het minste wat ervan gezegd kan worden is dat het Machiavellistisch is. En hier beschouwen de gegijzelden die in de actuele Belgische historie bewindslieden zijn, het verhaal als ten einde. Maar het verhaal werd hiermee pas half verteld...

    Rest ons namelijk ook nog het door de gijzelnemer vooropgestelde doel onder de loep te nemen, en dat blijkt alras een heel ander paar mouwen.

    Zoals gezegd dreigt de gijzelnemer met een kwaad, en deze dreiging gebruikt hij als een middel voor het bereiken van een door hem vooropgesteld doel. Op het eerste gezicht lijkt het er nu op, dat het doel van de gijzelnemer een persoonlijk goed zal zijn, of althans een goed dat aan hem en aan zijn medestanders ten goede zal komen, terwijl het tegelijk de gegijzelde(n) een zeker nadeel zal berokkenen. Edoch, van zodra het door de gijzelnemer vooropgestelde goed ook maar een schijn van objectiviteit krijgt, kan de hele zaak niet langer zonder meer als chantage van de hand worden gedaan.

    En het door de gijzelnemer nagestreefde goed krijgt reeds die schijn van objectiviteit van zodra het voor veralgemening vatbaar wordt, en dat wil zeggen: relatief makkelijk.

    Wanneer bijvoorbeeld mensen een economisch voordeel proberen af te dwingen met een of andere spectaculaire stunt, dan kan men hen weliswaar attent maken op het feit dat de middelen beperkt zijn en dat anderen, die te bescheiden zijn om zich te doen opmerken, deze tegemoetkomingen veel meer verdienden omdat zij er ook veel erger aan toe zijn. Men antwoordt dan in feite aan de eisenstellers: "Wacht uw beurt af in de rij, er zijn er immers die het nog slechter hebben!" Maar zijn er inderdaad mensen die het nog slechter hebben, dan repliceren de eisenstellers onmiddellijk dat het ook voor dézen is dat zij actie voeren én dat het beperkt karakter van de middelen kennelijk pas geldt als eerst abstractie wordt gemaakt van de superrijken die geheel wettelijk en derhalve ongehinderd hen allen bestelen! Want zijn zij het niet die onnodig beslag leggen op wat anderen wél nodig en broodnodig hebben? Zonder enige twijfel is hier, hetzij gewild hetzij ongewild door de 'gijzelnemers', inderdaad een objectief goed in het geding, hetwelke - gebeurlijk onverhoopt - de zaak van de gijzelnemers zal steunen omdat een hoger recht het onrecht dat zij uitoefenen zoniet rechtvaardigt dan toch begrijpelijk maakt of zelfs verontschuldigt. En wie dan nog vasthoudt aan de wet met de regel dura lex sed lex, acht ethiek onmogelijk en beschouwt zichzelf derhalve automatisch als een onmens: een burger die de wet volgt weliswaar, maar tegelijk een onmens. Een bevraging van de wet wordt dan niet eens getolereerd, alsof die wet er van godswege was gekomen en niet door en voor mensen werd gemaakt - een eeuwige, goddelijke wet, geheel onwrikbaar en onaanpasbaar, precies zoals de spreekwoordelijke wet van Meden en Perzen die toentertijd de Oud-Testamentische Daniël onschuldig in de leeuwenkuil deed belanden. Maar of die blinde politieke arrogantie ook vandaag nog zal bestraft worden met het onverwachte lot waarop Daniël kon bogen, valt nog af te wachten.

    (J.B., 30 maart 2012)




    02-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze toekomst


    Onze toekomst


    01-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanhangsels


    Aanhangsels


    31-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe uitgave Panopticum Corona

    Nieuwe uitgave Panopticum Corona

    BESTELLEN


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heinrich Heine, 1821

    Heinrich Heine, 1821







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed
    Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed
     

    Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed

    The Great Reset is een boek van Klaus Schwab van het Wereld Economisch Forum met voorschriften om ter gelegenheid van de pandemie de wereld grondig te hervormen naar een socialistisch model met het oog op een rechtvaardiger herverdeling van de rijkdommen in de wereld. Het gaat nota bene niet om een complottheorie maar om een apert en wereldwijd gepubliceerd plan onder de leiding van niemand minder dan de Prince of Wales. (1)

    Edoch, zo hoogdravend als deze woorden klinken, zo misleidend zijn ze ook want sinds de coronapandemie woedt, worden ingevolge alle maatregelen die onze veiligheid moeten waarborgen, onze vrijheden drastisch ingeperkt met een gevolg dat geheel tegengesteld is aan het beloofde: de ongelijkheden worden slechts groter, de kloof tussen rijk en arm neemt gestaag toe, de Amerikaanse miljardairs zien hun miljarden in geen tijd verveelvoudigen en aan de plekken in alle wereldsteden waar voedselpakketten worden bedeeld, worden de rangen steeds langer. In het rijke noorden wordt de bevolking drie en vier keer geprikt maar in derdewereldlanden worden de mensen aan hun lot overgelaten. Het bedrog spreekt voor zich.

    In 1988 beweerde de beroemde Franse immunoloog Jacques Benveniste ontdekt te hebben dat water een geheugen heeft: uit de veranderbare schikking van de watermoleculen zou af te leiden zijn met welke stoffen het water ooit in contact is geweest. Stoffen, maar ook temperaturen, stralingen en zelfs gevoelens. Zo bijvoorbeeld zou de structuur van de moleculen van een glas water een esthetisch mooi aanzicht krijgen onder de invloed van goede emoties en klassieke muziek terwijl de nabijheid van lawaai zou te zien zijn in een chaotische schikking van die moleculen. Benveniste kreeg voor zijn onderzoek de medewerking van het hoofd van het Pasteurinstituut te Parijs, professor Luc Montagnier, die in 2008 de Nobelprijs voor de Geneeskunde ontving voor het isoleren van het virus dat AIDS veroorzaakt. (2) Benveniste overleed in 2004 maar Montagnier zette het onderzoek ter zake voort met naar verluidt nieuwe en verrassende resultaten die, niet verwonderlijk, op heel wat tegenstand botsen.

    Montagnier verklaarde bij de aanvang van de coronacrisis op een Franse televisiezender dat het virus covid-19 niet natuurlijk zou zijn of dus in een labo gemanipuleerd zou zijn, een uitspraak die door de WHO werd afgedaan als onzin. Inmiddels echter werd het gelijk van Montagnier bewezen. De hoogbejaarde maar nog steeds actieve professor verklaarde tevens dat hij vermoedt dat het virus kon ontsnapt zijn uit een lab tijdens een poging om een vaccin te fabriceren tegen HIV: aan het virus werden immers elementen vastgemaakt die van HIV afkomstig zijn. (3) Bovendien verklaarde hij dat vaccinatie tijdens de golf zou leiden tot nieuwe varianten, met vele sterfgevallen tot gevolg en die voorspelling kon alvast het ontstaan van de derde en de vierde golf in weerwil van de hoge vaccinatiegraad verklaren. (4)

    Als de uitspraken van deze geleerde hout snijden en het is inderdaad zo dat het virus maar ook het vaccin stukjes meedragen van HIV, dan kon het wel eens zo zijn dat de uitwerking van de ziekte alsook die van de in zeven haasten geproduceerde vaccins, een vorm van AIDS veroorzaken en dat is een ondermijning van het afweersysteem met als gevolg een onnoemelijk aantal mogelijke ziekten. Echter, over AIDS weet men dat iemand het virus vele jaren kan meedragen zonder symptomen te vertonen en als dat ook het geval is met een besmetting door corona(vaccins), resulteert dit dan in de volgende geschiedenis. Eerst worden de allerzwaksten ziek en zij overlijden; vervolgens dezen die wat sterker zijn; tenslotte gaan ook de sterken door de knieën. Met andere woorden worden zij die sterk zijn, pas getroffen na verloop van mogelijkerwijze vele jaren, maar op een dag komen ook zij alsnog aan de beurt. Anders dan bijvoorbeeld bij de Spaanse griep van honderd jaar geleden die uitgewoed was na twee jaar met daarin drie golven, zal dit virus, als het inderdaad op HIV gelijkt, mettertijd meer mensen ziek maken en doden.

    Als de theorie van Benveniste klopt en water draagt in de schikking van zijn moleculen inderdaad een afdruk van de omgeving waarin het zich bevindt - met daarin de omgevingsstoffen maar ook de stralingen, de gedachten en de emoties - dan hoeft men slechts een ogenblik te bedenken dat alle leven voor het overgrote deel uit water bestaat, om een idee te krijgen van het immense impact van die nieuwe waarheid. Als het menselijk lichaam vijftig liter water bevat, dan bevat het hedendaagse Auschwitz dat zich, gesponsord door Europa, situeert in Turkije en op de Griekse eilanden, en in wier concentratiekampen zowat zes miljoen vluchtelingen al jaren opgesloten zitten zonder uitzicht op redding, een 'chaotische' levende watermassa van driehonderd miljoen liter.

    De wolken in de luchten die daarboven drijven bevatten zeeën water dat op zijn beurt contact heeft met het 'chaoswater' van de massa der ellendelingen en deze wolken jagen door de luchten, de wereld rond, hun schikking vertoont warempel de door grote en gevoelige literatoren zoals Stijn Streuvels beschreven dreiging van het ten hemel schreiend onrecht, en zo bazuinen zij het alom uit wat er gebeurt men zoveel onschuldigen, kinderen incluis, aan hun trieste lot overgelaten door miljoenen anderen waarvan de watermassa in hun lijf een afdruk heeft van het overdadige genot waarmee zij zichzelf vergiftigen maar ook en vooral van de onverschilligheid die hen lelijk maakt.

    Die onverschilligheid brengt een 'cultuur ' voort die de spot drijft met het kwaad van de dood en dezer dagen ziet men langs de straten stoeten van kleine kinderen in rang, verkleed met zwarte kostuums waarop bleke geraamten zijn geschilderd. Zij huppelen en lachen en zij vieren Halloween (het moet met een hoofdletter worden geschreven), dat het kwaad van de natuurlijke dood banaliseert en, in het spoor van dit kwaad, verkapt doch onvermijdelijk aanwezig, het kwaad van het menselijke doden als zodanig of de moord.

    Moord: in de oudheid brak een pestepidemie uit die door de blinde ziener toegeschreven werd aan de onbestrafte moord van Oedipus op zijn vader: de natuur onthoudt kennelijk wat de mensen vergeten of onder de mat menen te mogen vegen.

    Massamoord dan: hoe anders wordt die misdaad door de natuur bestraft dan door een zondvloed, zoals ons historische feiten leren? In het licht van de onthutsende nieuwe wetenschap van Benveniste en Montagnier - als zij het bij het rechte eind hebben - is de zondvloed een natuurlijke vergelding, of misschien veeleer een natuurlijk herstel van een onevenwicht, en wel op wetenschappelijke gronden; een terugkeer van de chaos naar het schone, of althans een poging daartoe. Men zegt alvast dat kunstenaars die dingen als eersten waarnemen en er kond van doen.

    (J.B., 31 oktober 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Reset

    (2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Luc_Montagnier

    (3) https://www.dailymotion.com/video/x7tcp7a

    (4) https://factchecknederland.afp.com/http%253A%252F%252Fdoc.afp.com%252F9KG6QX-1




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De tijd gaat achterwaarts te vierklauw


    De tijd gaat achterwaarts te vierklauw


    30-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu welvaart?

    Adieu welvaart?





    29-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog heel even geduld...

    Nog heel even geduld...







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het credo

    Het credo





    28-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Professor Capel
    Professor Capel


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wezen van de vrolijkheid

    Het wezen van de vrolijkheid





    27-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Water


    Water


    26-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd vliegt en andere verhalen

    De tijd vliegt en andere verhalen



    25-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het labyrint

    Het labyrint




    Bijlagen:
    het labyrint en andere verhalen.pdf (730.4 KB)   


    24-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lange baan

    De lange baan





    23-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pandemiepolitiek en extreemrechts - Aflevering 2.

    De pandemiepolitiek en extreemrechts

    Aflevering 2.

    Op 20 oktober l.l. werd een persconferentie gehouden door enkele leden van het Europees parlement die daarbij beweren partij-onafhankelijk te handelen en alle mogelijke strekkingen te vertegenwoordigen met een aan het parlement gerichte klacht inzake de al dan niet rechtstreeks afgedwongen verplichting tot vaccinatie en het ingevolge die maatregel aan banden gelegd worden van de mensen- en burgerrechten, de persoonlijke vrijheden en de fysieke integriteit. (1) In een eerste aflevering over de pandemiepolitiek en extreemrechts (2) kwam reeds de vraag naar boven naar het verschijnsel dat uitgerekend extreemrechts nu opkomt voor de mensenrechten en voor de burgerlijke vrijheden. Het lijkt een wat vreemde paradox maar een paradox is een schijnbare tegenspraak en de verklaring voor het wat onthutsende fenomeen is gauw gevonden.

    De organisatoren van de persconferentie zijn de Roemeen Cristian Terhes, de Duitse politica Cristine Anderson, de Italiaanse Francesca Donato en een voormalige Croatische presidentskandidaat, Ivan Sinčić, naast nog een persoon die althans op de video niet aan het woord was. Om te beginnen met de laatste spreker: Ivan Sinčić is van de Croatische partij Menselijk Schild die ontstaan is als partij tegen de coronamaatregelen. Zij hebben geen ander programma dan hun kritiek tegen de coronamaatregelen.

    De vergadering werd voorgezeten door de nationalist Cristian Terhes die zijn verhaal afsloot met de heldhaftig klinkende woorden: "We are here for you and we will fight for you!" Maar respect voor het privéleven en zin voor niet-discriminatie en voor de verdediging van de persoonlijke vrijheden waarover hij de mond vol heeft, heeft deze meneer duidelijk niét:

    Terhes is een Roemeens Grieks-katholiek theoloog en geestelijke. Hij studeerde ook journalistiek en ging in de VS werken als econoom. De Roemeens Grieks-katholiek kerk waarvan hij actief deel uitmaakt, staat sinds 1698 onder het gezag van de paus van Rome maar werd in Roemenië van 1945 tot de dood van dictator Ceacescu in 1989 door de communistische regimes bloedig vervolgd; alleen de orthodoxe kerk werd toegelaten.

    Ter gelegenheid van een referendum in 2018 en dus in het jaar vooraleer hij lid werd van de Europese commissie, profileerde Terhes zich in de Roemeense politiek als een fervent tegenstander van het homohuwelijk. In 2020 werd hij lid van de nationale democratische katholieke boerenbondpartij in Roemenië die haar wortels heeft in de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Ook is hij lid van de Europese Conservatieven en Hervormers die Eurosceptici zijn. Deze extremisten varen in het zog van onder meer de Hongaarse dictator Victor Orban en extreemrechts in Polen en zij schermen met volstrekt onwetenschappelijke argumenten om het homohuwelijk te kunnen verbieden.

    Katholieke geestelijken uit vooral deze wat achtergestelde landen zien hun kans schoon om de heisa te benutten teneinde de tanende macht van de katholieke kerk in het westen die zich door de coronafabrikanten naar de kroon gestoken weet, een boost te geven door het scheppen van vijandsbeelden, in casu door het demoniseren van minderheidsgroepen.

    Deze specialiteit van de nazi's en nu ook van de neonazi's leeft voort in de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland waarvan Cristine Anderson, de tweede woordvoerster op de bewuste persconferentie, in het Europese parlement een zitje bekleedt. Het vervolgen van islamieten, vluchtelingen, homo's en andere 'vreemden' is namelijk de specialiteit van deze in 2013 gestichte radicaal rechtse partij.

    De hypocriete Anderson betoogt op de conferentie dat mensenrechten geen vanzelfsprekende verworvenheden zijn en dat er moet voor gevochten worden om ze te behouden terwijl zij een partij vertegenwoordigt die aan alle minderheden de meest elementaire mensen- en burgerrechten wil ontzeggen.

    Woordvoerster Francesca Donato dan behoort opnieuw tot extreemrechts in Italië, zij behoort tot de groep Identità e Democrazia die zich wil losscheuren van Europa in het spoor van Groot-Brittannië nadat deze voormalige deelstaat van de Unie bewerkt werd door de populist Nigel Farage. Farage was niet toevallig een intimus van de voormalige VS-president Trump onder wiens regime de States hun uiterste best deden om de EU te ondermijnen middels verborgen steun aan het Europese extreemrechts.

    Dat gebeurde onder meer door de installatie van de think-tank Gladiatoren voor het Christendom onder de leiding van Hollywood-producent en Trumps gewezen campagne-leider Steve Bannon in het dertiende-eeuws Kartuizerklooster Trisulti in Collepardo in de buurt van Rome, een club waartoe lui zoals Orban behoorden maar waarvan de paus zich alras distantieerde. Die groep heeft in Europa leden in tien verschillende landen en in België is dat het Vlaams Belang, het vroegere Vlaams Blok dat met hun partijprogramma beloofde de mensenrechten te zullen schenden, waarvoor het trouwens veroordeeld werd waarna ze na hun naamsverandering tot Vlaams Belang gebleven zijn.

    De persconferentie werd aldus zonder de geringste twijfel gehouden door extreem hypocriete politici aan wie, de feiten in acht genomen, geen weldenkend mens de titel van populisten zal willen ontzeggen: zij klagen de schending van de mensenrechten door Europa aan terwijl zij zelf nooit iets anders hebben gedaan dan aan mensen hun rechten ontzeggen.

    De vraag hoe het dan komt dat uitgerekend extreemrechtse partijen nu opkomen tegen de dreiging van een wereldwijde dictatuur is een puzzel die zich oplost van zodra men de uiteraard wat bevreemdende persconferentie goed in ogenschouw neemt: de extremisten blijken zich immers pas te engageren voor de eerbiediging van de mensenrechten... vanaf het ogenblik dat de schendingen betrekking hebben op henzelf. En is dit dan niet het narrenschip van Plato ten voeten uit?

    (J.B., 23 oktober 2021)

    Verwijzingen:

    (1) Voor de video van de persconferentie van 20 oktober 2021 door extreemrechts, onder de titel: MEPs press conference on the abusive use of Green Certificate - European Parliament, zie: https://www.youtube.com/watch?v=_walPWEACsc

    (2) Voor de eerste aflevering, zie: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3272100 .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sneeuw en andere verhalen

    Sneeuw en andere verhalen





    22-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Economie redden met ethische wet

    Economie redden met ethische wet





    21-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christus en de kardinalen

    Christus en de kardinalen





    20-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Odysee: sterfgevallen ingevolge vaccinatie

    Odysee: sterfgevallen ingevolge vaccinatie - persconferentie

    https://odysee.com/@de:d/Pressekonferenz--Tod-durch-Impfung-Undeklarierte-Bestandteile-der-COVID-19-Impfstoffe:b


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is er (weer) een grote burgeroorlog op komst?

    Is er (weer) een grote burgeroorlog op komst?





    19-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solipsisme, nihilisme of nog iets anders?

    Solipsisme, nihilisme of nog iets anders?





    18-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. H. de Smet
    dr. H. de Smet


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kwaad en de dubbele negatie

    Het kwaad en de dubbele negatie





    17-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Welcome to the machine" e.a.

    "Welcome to the machine" e.a.





    16-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mirakels & geloof

    Mirakels & geloof





    15-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kuddegeest

    Kuddegeest





    14-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fles



    De fles


    13-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Surrealistische werkelijkheid

    Surrealistische werkelijkheid




    Bijlagen:
    surrealistische werkelijkheid - doeltreffende medicatie - kaos.pdf (132.1 KB)   


    12-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het magazijn

    Het magazijn





    11-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg en de hooiwagen


    De weg en de hooiwagen


    10-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijwerkingen

    Bijwerkingen



    09-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ellende

    Ellende





    08-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pandemiepolitiek en extreemrechts - Aflevering 1.

    De pandemiepolitiek en extreemrechts

    Aflevering 1.

    Zoals iedereen die niet blind is, heel duidelijk kan vaststellen, brengt de huidige pandemie de nefaste werking van het zogenaamde WTK-bestel aan het licht waarover reeds Herbert Marcuse schreef in zijn One-dimensional Man van 1964 waarvan de ondertitel luidt: Studies in the Ideology of Advanced Industrial Society. Het werk van deze vooraanstaande wijsgeer uit de Frankfurter Schule kreeg heel wat navolging en beklemtoont vooral het zo jammerlijke feit dat al onze wetenschappelijke en technische vooruitgang tot niets dient als in het maatschappelijke reilen en zeilen het kapitalisme de bovenhand krijgt. Wat baten immers technologische en wetenschappelijke hoogstandjes als deze herleid worden tot instrumenten waarmee vooral veel geld vergaard kan worden: de technologie dient dan alleen nog als lokmiddel waarmee de klant verleid wordt tot het doen van aankopen die hem uiteindelijk zullen teleurstellen omdat zij hun beloftes niet waarmaken, omdat spoedige slijtage ingebouwd werd en omdat zij alras metamorfoseren tot giftig afval waarmee wij opgescheept zitten - in het geval van kernafval zelfs tot in de eeuwigheid.

    Het algemene ongenoegen dat resulteert uit de bewustwording van deze wantoestand geeft uiteraard aanleiding tot een even algemeen wantrouwen in de maatschappelijke structuren, wat zich in het westen ook vertaalt in een kritiek op de werking van de democratie. Met betrekking tot de aanpak van de pandemie springt vooral het verregaande opportunisme in het oog waarvan de bedrijvers de waarheid op dergelijke wijze manipuleren dat zelfs ongeletterden de valstrikken van de potentaten doorzien, wat alom kwaad bloed zet. Waar dit 'spel' zich in het politieke vaarwater begeeft, wordt het bedrog uiteraard door de oppositie aan het licht gebracht en in een democratisch bestel zijn dat de ondemocratische krachten van bij uitstek (zowel politiek als religieus) extreemrechts. Het kost de tegenstanders van het regime bijzonder weinig moeite om aan te tonen dat de keizer helemaal geen kleren draagt maar verbijsterend genoeg blijkt de volharding waarmee de massa zijn kleurrijke gewaden blijft prijzen, te getuigen van een volstrekt blind geloof en van een absolute kuddegeest waarbij het gebruik van de term 'massa' om het volk aan te duiden, allerminst misplaatst is.

    De al dan niet terechte betutteling van de burgers vanuit de klasse der medici die in de huidige constellatie in het zog van de pandemie de vertegenwoordiging van het wetenschappelijk en technologisch bedrijf symboliseren, peutert aan de gevoelens van persoonlijke soevereiniteit, vooral daar waar de fysieke integriteit wordt aangevallen bij zekere afwegingen van vrijheid versus veiligheid, zoals uiteindelijk geconcretiseerd in de kwestie van de al dan niet verplichte vaccinatie waarbij de vrijheid als persoonlijke fysieke integriteit moet onderdoen voor de veiligheid in de gedaante van het algemeen maatschappelijk welzijn en wel omdat dit zo beslist wordt door politici die daarbij (verholen) selectief verwijzen naar zekere wetenschappers (veralgemeend tot 'de wetenschap') terwijl iedereen getuige is hoe zij gecorrumpeerd worden door het kapitalisme zodat hun hele optreden misschien wel één grote leugen is.

    Bovendien kan opgemerkt worden dat aanhangers van zekere politieke ideologieën altijd al een bijzondere gevoeligheid aan de dag hebben gelegd voor integriteitskwesties en dat zijn onder meer de nationalisten die paradoxaal genoeg ook antidemocraten zijn. Zodat dezen de huidige pandemiepolitiek niet alleen verwerpen omwille van het feit dat zij in de oppositie zetelen maar ook nog en misschien wel in de eerste plaats omdat daar de persoonlijke fysieke integriteit in het geding is.

    Zoals gezegd duikt bij het maken van deze vaststelling meteen een bijzonder complexe paradox op omdat de gevoeligheden voor nationalistische ideologieën te maken hebben met enerzijds de verheerlijking van het geweld waarbij men vaak het eigen leven inschiet en anderzijds de radicale afwijzing van de schending van de persoonlijke integriteit: het is dan oké om vanuit haatgevoelens gevechten aan te gaan waar men sowieso niet ongehavend uit komt terwijl men liever een gevangenisstraf uitzit dan dat met met een naald in zijn arm laat prikken. Verder blijkt de voorgewende opofferingsgezindheid voor het (eigen) volk helemaal niet te concorderen met het angstvallige bewaken van het eigen lijf ten koste van het eigen volk. Maar een paradox is een schijnbare tegenspraak. Het loont de moeite om het nationalisme en bij uitstek extreemrechts van wat naderbij te gaan bekijken.

    In een geschrift uit 1976 van de Belgische militair en professor krijgsgeschiedenis aan de Belgische Militaire School Henri Bernard, getiteld L'Autre Allemagne. La résistance allemande à Hitler 1933-1945 (1) wordt opgemerkt dat van de dertiende eeuw tot 1914 de wereld in feite geen grote alomvattende conflicten heeft gekend en zeker geen haatconflicten. Met Bismarck rond 1870 veranderde de relatieve vrede door de opkomst van het nationalisme - aldus betoogt Bernard en hij heeft het met H. Brugmans over: "Het nationalisme met zijn bijzonder egoïstische en bekrompen opvatting van collectieve zelf-bewondering en van xenofobie - een gloednieuw verschijnsel in de Europese geschiedenis - en van chauvinisme dat de kop opsteekt in de meeste Europese landen." (2) Hegel heeft de staat vergoddelijkt, Nietzsche verwierp de rede en verheerlijkte het esthetische instinct en de cultuur van de Uebermensch, het vooruitgangsgeloof wint veld en het concept van het recht van de sterkste. Gobineau en Chamberlain kennen aan het Arische ras het leiderschap over de wereld toe, de oorlog wordt verheerlijkt als zijnde een morele vereiste. Het andere en Europees gezinde Duitsland van Leibniz, Goethe, Kant, Humboldt, Schopenhauer en Heine blijkt niet opgewassen tegen de teutomanie, het antisemitisme en de verheerlijking van militair geweld. (3) Eenzelfde evolutie in de pseudowetenschappelijke richting van het 'natiocentrisme' steekt de kop op in Frankrijk, gekenmerkt door de verheerlijking van het geweld, de monarchie, de antidemocratische gevoelens, het antisemitisme en de afkeer van vreemdelingen, onder het devies van Charles Maurras: "La France, la France seule." (4) Nationalisten in Frankrijk en in Duitsland beroepen zich op de goddelijke steun (“Gesta Dei per Francos, Gott mit uns” (5) en de Engelsen alsook de Amerikanen scanderen: "right or wrong, my country" (6)) - het enige tegenwicht is het opkomende socialisme met zijn pacifisme en internationalisme.

    Bij het uitbreken van W.O.I (waarvan W.O.II in feite een voortzetting is) stelt Henri Bernard de vraag (los van de kwestie van de aanleiding welke de moord is op Franz-Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije en diens vrouw) naar de eigenlijke oorzaak ervan en niet de economie is dan aan de orde maar wel de psychologie: het gaat om territoriale conflicten die de haat aanwakkeren. De xenofobie betreft kennelijk niet alleen de vreemde nationaliteiten maar tevens de niet eigen maatschappelijke klassen: in de vastberaden weigering om zich te laten injecteren met een vaccin, echoot de met haat geladen nationalistische roep van toentertijd: "Handen af van mijn grondgebied!"

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 8 oktober 2021)

    Verwijzingen:

    (1) Henri Bernard, L'autre Allemagne. La résistance allemande à Hitler 1933-1945, La Renaissance du Livre, 1976.

    (2) Eigen vertaling naar: Henri Bernard, 1976, p. 15 (in het eerste hoofdstuk, handelend over de opkomst van het nationalisme), verwijzend naar H. Brugmans, L'Europe des Nations (Paris et Liège, 1970), p. 343.

    (3) Ib., p. 15-16.

    (4) Ib., p. 17.

    (5) Ib.

    (6) Ib., p. 18.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geest in de fles

    De geest in de fles



    07-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koude winters
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Koude winters & Kwalen zijn geen kwalen



    06-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking?

    Overbevolking?





    05-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de toekomst is geen heil &

    In de toekomst is geen heil &




    Bijlagen:
    Het recht is voor e a.pdf (152.1 KB)   


    04-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven als losprijs voor de liefde & Wiens brood men eet...

    Het leven als losprijs voor de liefde & Wiens brood men eet...




    Bijlagen:
    het leven als losprijs voor de liefde & wiens brood men eet.pdf (219.1 KB)   


    03-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Extase

    Extase




    Bijlagen:
    extase, ellende, verbloemingen.pdf (642.1 KB)   


    02-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst: Adagio

    "Adagio" - Liedcyclus (Jan Bauwens, 2004) getoondicht op elf gedichten uit "Adagio" van Felix Timmermans (1886-1947).

    [De muziekpartituren zijn verkrijgbaar bij de componist]


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Musica

    Musica







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rijk en dom en andere verhalen

    Rijk en dom en andere verhalen

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    rijk en dom en andere verhalen.pdf (106.2 KB)   


    01-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boris Blacher (Portretten)
    Boris Blacher (Portretten)



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst met de kracht van de diepste dromen
    Kunst met de kracht van de diepste dromen. Een interview met Frips - de Belgische grafische artieste Ria Bauwens:



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijf raadsels van de sfinx

    Vijf raadsels van de sfinx

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    sfinksraadsels.pdf (126.9 KB)   


    30-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Vlaamse landschap
    Het Vlaamse landschap



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeren ze ons kanker aan? & Het nationalisme: de terugkeer naar de slavernij & De Vlaamse identiteit? & Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie & Elk mens is fataal religieus

    Smeren ze ons kanker aan? & Het nationalisme: de terugkeer naar de slavernij & De Vlaamse identiteit? & Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie & Elk mens is fataal religieus

    (Om te lezen: klik op de flap!)




    Bijlagen:
    de vlaamse identiteit e a.pdf (2.4 MB)   


    29-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger.
    Het interview met Omsk Van Togenbirger.







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hecatombe - hoe men te werk gaat (herhaling van het artikel d.d. 18.10.2013)

    Hecatombe - hoe men te werk gaat (herhaling van het artikel d.d. 18.10.2013)

    Hecatombe - hoe men te werk gaat

    In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van zaterdag 5 augustus 1933 leest men in de rubriek Berichten/Buitenland/Berlijn op de bladzijde 3605:

    "De sterilisatiewet. De Duitsche regeering heeft besloten tot een sterilisatiewet. Bij den geringen aanwas der gezonde geslachten en de onbeperkte voortplanting der minderwaardigen vreest zij, dat deze in ongeveer drie generaties het gezonde deel der bevolking zullen hebben overwoekerd.

    De nieuwe wet zal van toepassing zijn in ernstige gevallen van minderwaardigheid: aangeboren zwakzinnigheid, krankzinnigheid, erfelijke epilepsie, chorea, ernstige misvorming, enz. (...)"1

    Dat deze wet geen primeur was van het naziregime blijkt uit het feit dat reeds in 1922 een sterilisatiewet werd ingevoerd en wel in de Verenigde Staten van Amerika. In de periode van 1907 tot 1972 werden daar 70.000 mannen onvruchtbaar gemaakt.2

    Naast de verplichte infertilisatie kwam ook de gedwongen euthanasie ter sprake: de "vernietiging van levensonwaardig leven" moest worden toegelaten of zelfs verplicht.3

    Om de publieke opinie op de hand te krijgen, werden grote affiches verspreid waarop de burgers attent gemaakt werd op het feit dat het met hun geld was dat de 'minderwaardigen' in leven werden gehouden.5 Zoals na de Tweede Wereldoorlog aan het licht kwam, leidde "Aktion T4", zoals het euthanasie- en verplichte sterilisatieprogramma heette, tot de uitroeiingskampen van de nazi's. Miljoenen mensen werden daar vermoord 'tot heil van het rijk'.4

    W.O.II is straks 70 jaar geleden, het vak geschiedenis op school is zo goed als afgeschaft en abortus en euthanasie zijn inmiddels teruggekeerd, zij het dan godbetert verkapt als rechten. Dat die rechten op de koop toe gestaag overgaan in plichten bleek inzake abortus reeds uit de recente veroordeling (mét een fikse beboeting) van een arts die aangeklaagd werd door een gehandicapte bij wiens geboorte hij het verzaakt had om abortus toe te passen. Het geval schiep een juridisch precedent, het heeft een voorbeeldfunctie voor de rechtspraak dienaangaande in de toekomst, alle artsen zijn gewaarschuwd.

    Maar ook inzake euthanasie liggen kennelijk grootschalige plannen op tafel, getuige de specifieke aandacht in de media voor het onderwerp. Men is geneigd te denken dat met de gruwel van de holocaust in het achterhoofd, het tij intussen wel gekeerd is en dat de veroordeling der nazibeulen voorgoed buiten kijf staat. Edoch, dit keer niet via affiches maar wel met televisiereportages wordt de kijker erop gewezen dat geïnterneerde moordenaars-verkrachters aan wie euthanasie geweigerd wordt, fortuinen kosten aan de staat.

    De weigering om een veroordeelde te euthanaseren is immers pas wettig op voorwaarde dat alle alternatieven voor het 'redden' van het leven van de gevangene in kwestie uitgeput zijn. Een van die alternatieven is misschien wel een verblijf in een modern luxeappartement met terras in 't groen, want dit kon de veroordeelde op andere gedachten brengen.

    Het bewerkte, hardwerkende en belastingen betalende kijkerspubliek blijkt na zo'n reportage niet alleen geneigd om aan misdadigers het recht op euthanasie toe te kennen: een deel van hen wil het bovendien verplicht zien worden.5

    Het kijkerspubliek: dat zijn in een democratie tevens de miljoenen die naar de stembus trekken. Zonder twijfel zal een politicus zich aandienen om de vuile klus te klaren en om dan in een interview te zeggen dat hij geen Romeinse keizer is die arbitrair beslist over zaken van leven en dood maar dat hij daarin slechts het advies volgt van zijn raadgevers. Het verhaal van Pontius Pilatus, de man die zijn handen waste in onschuld, want het was niet hij die Christus veroordeelde, maar het volk.

    Hecatombe is een vreemd woord voor massamoord. Reeds Julius Caesar wist dat men verdeeldheid moet scheppen onder het volk teneinde het te kunnen overheersen: divide et impera! En hoe kan men het volk krachtdadiger verdelen dan door het de hecatombe over zichzelf te laten voltrekken? Heeft een groot artiest ooit niet voorspeld dat men op een dag van een deel van het volk koekjes zal bakken om daarmee het resterende deel te voeden?

    (J.B., 18 oktober 2013)

    Verwijzingen:

    1 Op dezelfde bladzijde leest men dat "de Pruisische minister van onderwijs heeft bepaald dat alle studenten die zich in de laatste jaren "in de communistische richting hebben beziggehouden", terstond van de studie moeten worden uitgesloten, ook als zij geen "partijgenoot" zijn geweest (Münch. Med. Wochenschr. 14 juli)"

    2 Zie: Gie van den Berghe, (webstek Serendib), Van droom tot nachtmerrie: "In de VS werden van 1907 tot 1972 meer dan 70.000 personen gesteriliseerd, lijders aan tuberculose, syfilis of lepra; zwakzinnigen, armen, daklozen, alcoholici, drugverslaafden... De sterilisatiewet van de staat Californië stond in 1933 model voor de nazi-sterilisatiewet." (http://www.serendib.be/artikels
    /vandroomtotnachtmerrie.htm
    )

    3 Zie: Gie van den Berghe, (webstek Serendib), Van droom tot nachtmerrie: "In 1920 publiceerden Karl Binding, een jurist, en Alfred Hoche, een psychiater, Die Freigabe der Vernichtung Lebensunwerten Lebens. [...] Ongeneeslijk zieken en geestesgestoorden in leven te houden, terwijl waardevolle levens van hongerende kinderen verloren gingen, leek absurd. In 1921 discussieerde de gezondheidsraad van Pruisen over sterilisatie van schizofrenen, manisch-depressieven, alcoholisten, psychopaten, erfelijke zwakzinnigen en mensen met criminele disposities. Medici waren voor, ambtenaren van het ministerie van justitie zetten de voet dwars." (http://www.serendib.be/artikels
    /vandroomtotnachtmerrie.htm
    )

    4 Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aktion_T4

    5 Zie ook: http://www.bloggen.be/tisallemaiet
    /archief.php
    ?ID=1556061




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sterfelijkheid & n.a.v. Obama's speech in Oslo

    Sterfelijkheid & n.a.v. Obama's speech in Oslo

    (Om te lezen, klik op de prent!)




    Bijlagen:
    sterfelijkheid & obama in oslo.pdf (2 MB)   


    28-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inbrekers en inbrekers e.a.


    Inbrekers en inbrekers e.a.

    (Om te lezen, klik op de prent!)

    Bijlagen:
    inbrekers en inbrekers e a.pdf (194.2 KB)   


    27-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag (integrale tekst van de 10 afleveringen)

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag (integrale tekst van de 10 afleveringen)

    (Om te lezen, klik op de flap!)






    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dead-line. Over de grenzen van de tijd en het neerstrijken van de engelen

    Dead-line. Over de grenzen van de tijd en het neerstrijken van de engelen

    (Om te lezen, klik op de prent!)




    Bijlagen:
    Dead-line Over de grenzen van de tijd en het neerstrijken van de engelen - OpenDocument-tekst.pdf (1002.7 KB)   


    26-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nosferatu

    Nosferatu

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    nosferatu e a burgeroorlog smal.pdf (489.6 KB)   


    25-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inspiratie & andere verhalen

    Inspiratie & andere verhalen

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    Inspiratie e a.pdf (2.1 MB)   


    24-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over muziek

    Over muziek

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    over muziek - OpenDocument-tekst.pdf (190.2 KB)   
    Over muziek download 17022020.pdf (8 MB)   


    23-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 10: Het goddelijk vermaak

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 10: Het goddelijk vermaak

    Macht corrumpeert. Geld stijgt zijn bezitters naar het hoofd. Miljardairs geloven dat zij boven de 'gewone' mensen staan, het is immers een dogma geworden dat men is wat men heeft. Ja, de dienaren van het gouden kalf achten zichzelf goden. Maar wie het allemaal bezitten of wie dat tenminste geloven omdat zij ook geloven dat voor geld alles te koop is, gaan zich alras vervelen. Stierlijk.

    Als zij helemaal blasé zijn (wat wil zeggen: door overmatig genieten ongevoelig geworden voor verder genot), dan proberen zij het eigen genot een 'boost' te geven door anderen te laten lijden en dat heet machtsuitoefening. Als het genot uitgeput is, volgt aldus de uitoefening van macht. Het is overigens ook een bekend feit in de psychologie en in de sociologie dat wie van hun genietingen beroofd worden, hun toevlucht nemen tot machtswellust.

    De rijksten der aarde zijn blasé, zij vervelen zich en zij beginnen te spelen met macht, wat betekent dat zij gaan zoeken naar mogelijkheden om macht uit te oefenen (want macht moet zich manifesteren), over anderen, uiteraard. Voorwendsels (denk aan de middel-doelomkering!) worden algauw gevonden en wat kan men zich beter bedenken dan liefdadigheid?

    Wat te denken van bijvoorbeeld de volgende alleredelste doelstelling: de wereld is overbevolkt en in het teken van hun eigen welzijn moeten de mensen uitgedund worden?

    Waanzin, zegt u? Welnu, het is een heuse beweging sinds de idee geopperd werd door de invloedrijke Britse predikant en professor van rijke komaf, Thomas Malthus (1766-1834) en zijn volgelingen noemen zich Malthusianisten. De geleerde professor zag het redelijk simpel: hij wilde de armenzorg afschaffen, zo zouden de armen verdwijnen en zouden er alleen nog rijkelui overschieten. Onder meer de geëngageerde schrijver Charles Dickens is tegen Malthus van leer getrokken en noemde hem een onmens maar zijn invloed reikt tot vandaag de dag: grote geleerden noemen de overbevolking het probleem bij uitstek van het mensdom.

    En hoe decimeert men dan een volk? Wat zeg ik: hoe decimeert men de wereldbevolking? Met een pandemie? Wel, dat zou men inderdaad geneigd zijn te denken, vooral wanneer zij zich ook echt voordoet, maar niets is minder waar.

    Wie de mensen uit wil dunnen, zo leert ons immers de geschiedenis, moet zijn toevlucht nemen tot de oorlog: hij moet een toestand scheppen waarin alles geoorloofd is, want dat is de betekenis van de term 'oorlog'.

    En kijk, wat een mooi toeval: er is een pandemie, het gevaar bedreigt de ganse aarde, er moet snel gehandeld worden, alle neuzen in dezelfde richting nu en wie niet meedoen, zijn tegen!

    Inderdaad, niet een of ander griepvirus zal de mensen uitdunnen: wij zullen het voorwaar zélf doen want dat is sinds de oudste tijden de beproefde en onfeilbare methode gebleken. Divide et impera. Verdeel en heers.

    Ja, het is oorlog en alleen de blinden kunnen het niet zien. Reeds zijn de mensen aan het vechten, de verwaande miljardairs hebben hun zin, zij amuseren zich rot.

    (J.B., 23 september 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leugens & Enkelvoud & Een derde raadsel van de sfinx: het kwaad


    Leugens & Enkelvoud & Een derde raadsel van de sfinx: het kwaad

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    leugens e a.pdf (146.8 KB)   


    22-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rusland - een zeer beknopte geschiedenis & China - een beknopte geschiedenis

    Rusland - een zeer beknopte geschiedenis & China - een beknopte geschiedenis

    (Om te lezen: klik op de flap!)

    Bijlagen:
    rusland - china.pdf (7.1 MB)   


    21-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 9: De constellatie van het totalitair systeem

    "Wij zijn de heersers "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaagder aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 9: De constellatie van het totalitair systeem

    Mijnheer Verdure neemt plaats in de makkelijke fauteuil achter het stuur van zijn spiksplinternieuwe hemelsblauwe Toyota. Hij stopt de sleutel in het stopcontact en start de gewillige motor. De limousine vertrekt en Verdure laat zijn pronkstuk langzaam op snelheid komen. Eenmaal op de hoofdweg, duwt hij met een makkelijke beweging van zijn rechter voetje het gaspedaal naar beneden en de wagen wint aan snelheid. Verdure zweeft. Hij zweeft richting industriegebied, waar hij werkzaam is. Het is vijf uur in de ochtend, binnen tien minuten staat hij aan de montageband, hij zal de achterruit monteren van een niet te tellen aantal auto's. Mevrouw Verdure heeft berekend dat zij vier jaar lang het loon van haar echtgenoot opzij moet leggen om de auto te kunnen bekostigen waarvan zij veronderstellen dat hij hen toch heel wat tijd uitspaart, ofschoon hen nog nauwelijks vrije tijd rest maar wie vooruit willen in het leven, moeten ook bereid zijn om daarvoor een offer te brengen. De twee kinderen zijn het huis uit en tegen de tijd dat het echtpaar met pensioen gaat, zullen zij de villa die zij betrekken, afbetaald hebben en dan zijn we weer twaalf jaar verder. Tenminste als alles van een leien dakje loopt want dat is nog lang niet zeker. Kijk maar naar de buren, zij hebben hun huis aan de bank moeten verkopen nadat mijnheer een nier verloor en op de ziekenkas belandde. Het ongeluk bleef verborgen totdat mevrouw een depressie kreeg. Het zijn de kopzorgen die de heer Verdure verstrooien totdat zijn shift om is. Klokslag één uur die middag neemt hij weer plaats in de makkelijke fauteuil achter het stuur van zijn spiksplinternieuwe hemelsblauwe Toyota. Hij zweeft nu huiswaarts om daar uit te rusten en de volgende dag te kunnen herbeginnen met het bandwerk dat hem uitput. De pijn achter zijn borstbeen is weer opgedoken en voor het eerst twijfelt hij eraan of hij de pensioenleeftijd wel zal halen. Maar tegen elke kwaal is een kruid gewassen en Verdure besluit eerst langs te rijden bij zijn verzekeringsmakelaar om de oude dag van zijn echtgenote te vrijwaren.

    Het leven werd hoe langer hoe meer een plan dat men dient af te vinken. Het maken van dat plan is prettig en nodigt uit tot enige creativiteit maar binnen de veertien dagen zit die taak van plannen en besturen er wel op. De veertienduizend dagen die er dan op volgen, bestaan uit het nauwgezet uitvoeren van dat plan en dat is veeleer slavenwerk. Wat met zich meebrengt dat men er naar streeft om de komst van zijn pensioen te bespoedigen. Edoch, eenmaal de pensioenleeftijd er is, bevindt men zich in het tijdperk van de laatste rechte lijn en behoort men tot de oudjes van wie verwacht wordt dat zij uitkijken naar een kamertje in het woonzorgcentrum. Daar wacht hen dan de verrassing van hun leven en dat is de eeuwigdurende gevangenschap met het uitzicht op alleen nog maar het einde.

    Met lede ogen zien zij aan hoe hun bestaan vervangbaar werd doordat zij alles wat er uniek aan was en persoonlijk, aan de kant hadden gezet. Dat deden zij om vooruit te komen, wat wil zeggen: in de richting van de wisseling van stok. De ziel uit hun lijf hebben zij gelopen in de estafette zonder eindstreep, de eeuwige koers in de volstrekte eenzaamheid en met als enige gezelschap de concurrenten die je altijd op de hielen zitten. Want ook het plan van alle enkelingen past op zijn beurt in een grotere plan dat er wel moet van uit gaan dat elkeen kan vervangen worden zodat de koers kan doorgaan totdat de zon ophoudt met schijnen. Zodat de steden bevolkt blijven met kappers, beenhouwers, bakkers, garagisten, leraren, vuilnismannen en verpleegsters. Zodat de autowegen druk bereden blijven van Toyota's Mercedessen, Simca's, Volvo's en Triumphen. Zodat de cinemazalen gevuld blijven met filmliefhebbers en de horeca met klanten die verteren. Zodat de molens blijven draaien en de wieken waaien. Het hele leven is verworden tot een pseudo-gebeurtenis in de betekenis waarin de Amerikaanse historicus Daniël Boorstin (1914-2004) die heeft beschreven in The Image: A Guide to Pseudo-Events in America uit 1962.

    Voorbeelden van pseudo-gebeurtenissen volgens Boorstin zijn een burgemeester die een lintje doorknipt en een politicus die een persbijeenkomst houdt. Een beroemdheid, aldus The Image, is een persoon die bekend is omwille van zijn bekendheid en Boorstin ziet met lede ogen de komst van deze vedetten aan die het leven van de massa's gaan beheersen. Het leven wordt een invulformulier: musea dienen opgevuld te worden met kunstwerken, warenhuizen dringen modieuze zaken op die nergens nog toe dienen, feuilletons vragen om afleveringen, series dienen aangevuld te worden. Er is niets nieuws meer onder de zon: het plan ligt vast, het programma is geschreven, alles dient alleen nog uitgevoerd te worden, het liefst zo onnadenkend mogelijk, als was men een hersenloze automaat. Bovendien kunnen alleen zombies dit soort van toestanden overleven omdat voor mensen die nadenken over wat zij doen, alleen nog de ondraaglijkste verveling rest want het leven werd herleid tot het uitvoeren van programma's voorgeschreven door programmeurs met de fantasie van boekhouders. In die jammerlijke constellatie kan men inderdaad fluiten naar zijn vrijheid. Het is de constellatie van het totalitair systeem.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 21 september 2021)

    Verwijzingen:

    https://en.wikipedia.org/wiki/The_Image:_A_Guide_to_Pseudo-events_in_America


    20-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 8: Orde, vrijheid, totalitarisme, materialisme en slavernij

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 8: Orde, vrijheid, totalitarisme, materialisme en slavernij

    Om alles en iedereen te kunnen overheersen, is het noodzakelijk dat hetgeen overheerst moet worden, in één oogopslag te overzien is en makkelijk manipuleerbaar. De heerser moet zijn bezit als het ware met één blik kunnen controleren en in één vaste greep kunnen omvatten. Alle eigendommen dienen geregistreerd te zijn, gedefinieerd en gelokaliseerd en alle onderdanen moeten een naam hebben, in registers ingeschreven zijn en al hun gegevens moeten onverwijld na te trekken zijn.

    Macht vereist dat hetgeen waarover macht wordt uitgeoefend, door de machthebber terdege gekend wordt en wat niet gekend kan worden, dient geëlimineerd te worden; wat te complex is, moet vereenvoudigd worden; wat divers is, dient uniform gemaakt te worden.

    Bovendien dienen alle onderdanen op een maximale wijze over alles en over allen in het ongewisse te blijven teneinde de macht van de heerser niet te kunnen bedreigen: informatie stroomt dan in één enkele richting, namelijk van de basis naar de top, terwijl in de omgekeerde richting alleen verordeningen en bevelen lopen.

    De kennis van de onderdanen beperkt zich tot wat nodig is voor het vervullen van hun taak in functie van de heerser en ook de info van de onderdanen over elkaar moet worden beperkt tot wat noodzakelijk is voor hun goede functioneren.

    De heerser moet met één bevel allen direct kunnen aanspreken in een taal die wordt verstaan, zodat de onderdanen onverwijld zijn wil ten uitvoer brengen zoals het lichaam dat gehoorzaamt aan de geest want wat overheerst wordt, is het verlengstuk of de uitbreiding van het lichaam van de overheerser. Geen orgaan, geen onderdeel mag het laten afweten zodat het instrument gewillig alle wensen van zijn manipulator in vervulling brengt.

    Met die bedoeling wordt een staat met daarin alle dingen, planten, dieren en mensen geordend, gecoördineerd, in kaart gebracht en middels scholing, dril en conditionering klaargestoomd om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen: de totale gehoorzaamheid aan de machthebber.

    Nu zijn er grofweg twee manieren waarop de mens, de 'koning van de schepping', aantastbaar en derhalve vernietigbaar is. De eerste wijze van vernietiging dreigt waar het lichaam wordt aangetast door onderdelen die niet of niet langer gehoorzamen aan de levenswil: cellen verworden tot kankercellen of weefsels en organen laten het afweten zodat het lichaam niet langer kan rekenen op de levensnoodzakelijke functies die zij vervullen; het lichaam wordt ziek en de mens dreigt te sterven.

    Op een heel andere manier wordt een mens aangetast waar niet zijn onderdelen maar de omgeving waarvan hij deel uitmaakt, weigert om hem nog van dienst te zijn omdat zij de gang van zaken omkeert: de omgeving speelt dan voor koning en zij dwingt de mens om in haar dienst te staan; hij wordt dan zelf herleid tot een onderdeel en een instrument van datgene wat bedoeld was om zijn instrument te zijn.

    Die tweede manier van teloorgang grijpt plaats waar de staat niet langer een instrument is van de mens maar andersom: de mens wordt in dienst gesteld van de staat, en wel als een perfect vervangbaar onderdeeltje ervan. (En meestal wordt zo'n staat dan gepluimd in het verborgene door een dictator of een kaste van parasieten, een bijzondere elite.)

    Edoch, de staat kan het voor de mens rampzalige doel waarbij zij hem in haar dienst stelt, pas bereiken als de machthebber er eerst en vooral in slaagt om alles aan de mens wat onvervangbaar is, te elimineren en de eerste stap naar eliminatie van het ongewenste geschiedt door de ontkenning ervan: de staat doodt de mens door enkel wat vervangbaar is aan hem te erkennen, wat wil zeggen dat al het onvervangbare - het unieke - dient ontkend te worden. Wat rest, is een loutere functie, een machine, een willoos instrument, een wezen dat beroofd werd van zijn vrijheid.

    Met de ordening van de staat op zich is helemaal niets mis omdat de staat de burgers pas van dienst kan zijn wanneer zij door hen manipuleerbaar is: de staat dient een werktuig van de mens te zijn, een instrument dat hem toelaat om in leven te blijven, om zich voort te planten en om verder alle functies te vervullen welke in dienst staan van het mens-zijn als zodanig. Maar de staat dient door de mens bestuurd te worden en niet andersom: aan de top van de evolutie staan niet communes, kolonies, scholen, groepen of staten - die zijn er immers ook bij wolven, vissen en mieren: de evolutie vindt haar hoogtepunt niet in communes maar in unieke menselijke personen die deel uitmaken van een gemeenschap waarvan zij zelf het doel zijn.

    Derhalve dient een staat geleid te worden door personen en niet door anonieme structuren zoals dat in de huidige wereld steeds vaker het geval dreigt te worden. Een democratie is een staatsvorm die haar succes dankt aan de belofte van maximale vrijheid omdat dan in principe elke persoon mag meedenken over het bestuur maar, zoals reeds vaker aangehaald, bemoeilijkt deze staatsvorm op structurele wijze het spreken van de waarheid omdat niet de meerderheid haar kent en dient maar vooralsnog een zekere minderheid van personen.

    Van het grootste belang is en blijft derhalve dat een afvaardiging van de meerderheid van burgers als personen de zaken bedisselen in een parlement en wel met redelijke argumentaties, niet met stemmingen en met allerlei verborgen akkoordjes tussen partijen die zich vooral bekommeren om hun eigen verkiesbaarheid. Er wordt gediscussieerd maar het beste argument krijgt niet de voorrang omdat op de discussie een stemming volgt, waarin de kwaliteit van de argumenten moet onderdoen voor de kwantiteit van de stemming: vaak wint het slechtst beargumenteerde standpunt de stemming omdat verborgen factoren in het spel zijn die niet het goede als zodanig dienen maar wel allerlei particuliere belangen.

    Waar het verstand en de redelijkheid moeten onderdoen voor zuchten en verslavingen zoals bij uitstek de hebzucht en meer bepaald de zucht naar geld welke zich vertaalt in een beleid waarbij alles en iedereen in dienst wordt gesteld van een zekere economie die het recht van de sterkste dient, regeren niet langer menselijke personen de staat maar zijn anonieme structuren aan de macht, wat betekent dat daar in feite helemaal geen menselijke machtsuitoefening meer bestaat. Het reilen en zeilen van een maatschappij verloopt dan volgens een 'natuurlijke' wetmatigheid en wel in de betekenis van een volgzaamheid aan de wet van de jungle.

    In de economie wordt het ruilmiddel belangrijker geacht dan de te ruilen waren die alleen nog dienen om de hoeveelheid ruilmiddel te vermeerderen ten koste van hun eigen kwaliteit, wat uiteindelijk onszelf de das omdoet. Ook wetenschap en techniek delen in de klappen en ook daar wordt de waarheid aangepast aan haar winstwaarde: de evolutietheorie en het creationisme zijn waar als zij goed verkopen en auto's gaan door voor hulpmiddelen als zij geld in het laatje brengen, ook als zij ons in feite tijd kosten en wij hun slaaf zijn. Slechte kwaliteiten zoals slijtage worden in de producten ingebouwd omdat zij het draaien van de economie ten goede komen: de economie staat niet langer in dienst van de producten en van de mens die ze gebruikt maar andersom moeten wij vloeken op een pc die het alweer laat afweten omdat een maximale verkoop als eindwaarde van alle streven dit vereist.

    De maximale verkoop als eindwaarde van alle menselijk streven: een zo snel als mogelijk draaiende economie, een maximaal verbruik van energie, een maximale afvalproductie, en dat alles... in een eindige wereld met beperkte grondstoffen, een beperkte plaats voor de opslag van afval, een beperkte tolerantie van het leven voor vergiften.

    De groei heeft allang zijn grenzen bereikt, vandaag stikt de economie in haar eigen braaksel, geen welvaart brengen ons de vele hebbedingetjes op de markt maar wel onvrede en mateloze ergernis. Het wegennet dat ons plechtig blijft beloven alle afstanden ongedaan te maken, maakt ons obees en sluit ons op in de gevangenis van ons eigen lichaamsvet terwijl het de ooit zo schone aarde met haar eindeloze weiden en bossen onleefbaar maakt, alleen al wegens onmiddellijk doodsgevaar voor rondlopende kinderen, om nog te zwijgen over stank, loodvergiftiging en algehele bezoedeling van het milieu dat ons dag aan dag vaker opzadelt met astma, kanker, amputaties, nierfalen, hartinfarcten, hersenziekten... En dan rijst de vraag waaraan het materialisme, de uiteindelijke oorzaak van de dreigende ondergang, haar eigenlijke succes te danken heeft.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 20 september 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonde & Twee raadsels van de sphinks

    Zonde & Twee raadsels van de sphinks

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    zonde e a.pdf (124.7 KB)   


    19-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 7: Totalitarisme, wetenschappelijk reductionisme en kapitalisme

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 7: Totalitarisme, wetenschappelijk reductionisme en kapitalisme

    In de gewone spreektaal is een materialist iemand die overdreven of uitsluitend belang stelt in stoffelijke zaken terwijl hij de onstoffelijke kant van de werkelijkheid verwaarloost. Soms bedoelt men zelfs iemand die geldzuchtig is, terwijl geld helemaal geen materieel goed is, al vertegenwoordigt het wel stoffelijke dingen alsook diensten en sommige materialisten zullen dan ook beweren dat voor geld alles te koop is. Dat dit laatste een kostelijke illusie is, blijkt uit het feit dat daar waar geld de eindwaarde is, men uiteindelijk het weinig benijdenswaardige lot deelt van koning Midas die de wens vervuld zag dat alles wat hij aanraakte, in goud veranderde.

    De waarde van geld hangt af van wat men ermee kan kopen maar kopen is altijd afdwingen omdat men pas iemand kan verplichten om iets te verkopen door bij hem een bepaalde nood te scheppen die uiteindelijk teruggaat op de nood om te bestaan. Noden worden gelenigd door stoffelijke zaken zoals voedsel en een dak en derhalve is het leven ook van stoffelijke zaken afhankelijk maar daaruit volgt allerminst dat het stoffelijke belangrijker is dan het leven als zodanig: zonder voedsel gaat men dood en een stadsmens gaat dood zonder geld maar geld kan voedsel niet vervangen en het voedsel is nooit belangrijker dan wie het nuttigen, ook al kan het geldwezen aan al wie het aan geld ontbreekt, voedsel onthouden en derhalve hun leven beëindigen.

    In een meer fundamentele betekenis is een materialist iemand die gelooft dat de grond van alles wat bestaat, materie is en energie en dat er daarnaast geen tweede beginsel bestaat, zoals geest: wat wij 'geest' noemen, zo gelooft de materialist, is een werking van de materie en meer bepaald van de hersenen: de hersenen produceren geest en als zij afsterven, verdwijnt ook de geest. Afgezien van microcefalen, die nauwelijks hersenen hebben, en kinderen met meerdere hoofden, behoort tot elk menselijk lichaam één stel hersenen en derhalve ook één geest of ziel die als het ware aan dat lichaam vast hangt zoals een mossel aan zijn schelp. Er bestaan verschillende opvattingen aangaande de problematiek van lichaam en ziel en het lijkt niet onredelijk om te stellen dat de twee één geheel vormen en wel in de zin dat ze onderling onafscheidelijk zijn, precies zoals materie en vorm.

    Het hoofdwerk van de Belgische filosoof Leo Apostel uit 1974 over een realistische epistemologie heet Matière et forme en de 'vormenleer' van de materialistische filosoof Etienne Vermeersch (Epistemologische Inleiding tot een Wetenschap van de Mens, 1967) behandelt eveneens de kennisleer. Dat laatste geeft een mensbeeld dat uitgaat van onze principiële (na)maakbaarheid en loopt in het spoor van het streven van Leo Apostel naar een eenheidswetenschap waarbij alles, ook het bewustzijn, herleidbaar is tot de materie en haar werkingen - vandaar de benamingen: materialisme, microreductionisme en fysicalisme.

    Het ondergeschikt maken van het menselijke aan de stof, die weliswaar voor ons onmisbaar is maar daarom niet van hogere waarde, is de flater waarop elke kennisleer van dit allooi teruggaat. Ook de ethiek die eruit voortvloeit, keert de feiten om door waarheden te behandelen alsof zij meer fundamenteel waren dan waarden. Elke waarheid heeft een waarheidswaarde maar het omgekeerde is uiteraard pure nonsens: waarden zijn niet waar of onwaar, zoals ook goedheid dat niet is of schoonheid, tenzij men die afhankelijk maakt van het oordeel van een of andere commissie van experten. Het feit dat dit in de cultuur waaraan wij onderhevig zijn alsnog gebeurt daar immers haar musea enkel onderdak bieden aan artefacten met een prijskaartje om u tegen te zeggen, kan alleen duiden op perversiteit. Ziet men immers ook niet dat in dezelfde cultuur het heilige ondergeschikt gemaakt wordt aan het geld of aan de macht zoals in de prostitutie of in de instelling van de kerk die van bij de aanvang een politiek apparaat was dat het christendom heeft verkracht en opgeslokt? Liefde als koopwaar en het zielenheil of het eeuwige geluk voor geld te krijgen, wat in feite reeds aanving voor de instelling van de kerk in een binnenste-buiten gedraaide vorm met het verhaal van de handelaars in de tempel: na de handelaars in de tempel, de tempelaars in de handel. Dat alles drijft nu eenmaal in het zog van de alleenheerschappij van het gouden kalf.

    Het middel, voorgesteld als uiterst belangrijk want als noodzaak om het doel te bereiken, terwijl dat doel louter voorwendsel is: ziedaar de middeldoelomkering. Marx bewees het gevaar ervan in de economie die dan alleen nog om geld gaat malen terwijl niet alleen de producten worden verwaarloosd omdat zij rap moeten verslijten, maar ook de mens die immers louter middel wordt ter vermeerdering van een kapitaal dat, tussen haakjes, niet bestaat, een niet-bestaan leeft en daarom ook zo moordend is voor alle dingen, voor het milieu, voor de mens en voor de hele wereld. Herbert Marcuse waarschuwde dat dit gouden kalf tenslotte ook de wetenschap en de techniek castreert en Ivan Illich toonde aan hoe het kapitalisme de geneeskunde, die als geen ander vak wetenschap koppelt aan techniek, niet langer geneest doch verziekt.

    Vandaag worden mensen ziek of zot gemaakt met het oog op de verkoop van medicijnen. Enkele jaren geleden kwam een stukje metaal ter grootte van een muntstuk op de markt, het moest op gsm-toestellen worden bevestigd en zou schadelijke straling tegenhouden, het kleinood kostte 50 euro en zou verkocht worden in apotheken maar een dwarsliggende professor toonde het bedrog op de valreep aan, het was een stunt van Omega Pharma, een farmareus met aan de top een welbekende miljardair. Toch kwam dit bedrijf nooit in de buurt van de top tien der farmareuzen met als absolute nummer één Johnson & Johnson die een vast onderdeel is van de oudste aandelenindex van de VS, de Dow Jones Industrial Avarage. Op nummer twee staat Roche, het zilver is voor Pfizer en dan volgen Novartis, Bayer, Merck, GlaxoSmithKline en nog andere merken, ons vandaag welbekend van de obligate prikjes.

    Het geld corrumpeert de waarheid, ook als die het etiket 'wetenschappelijk' draagt: dat is waarvoor Marcuse waarschuwde. In België is het coronavaccin alsnog niet verplicht, men heeft dus het recht zich niet te laten vaccineren maar wie gebruik maken van dat recht worden er door premier Alexander De Croo wel van beschuldigd andere mensen in gevaar te brengen en derhalve niet getolereerd te kunnen worden. (1) En in Nederland verklaarde premier Rutte onlangs in de kamer het boek Covid-19: The Great Reset van Klaus Schwab niet te kennen, waarna een volksvertegenwoordiger hem zijn bedankbrief voor een van de auteur ontvangen exemplaar onder de neus schoof, waarna de politicus zijn verklaring wat bijstelde zoals alle leugenaars dat doen. (2) De leugen blijft duren, de leugenaar geeft nooit op, hij zal nooit schuld bekennen, hij is een 'plantrekker', hij neemt steeds weer zijn toevlucht tot ad-hoc-redeneringen: "Ja, maar..."

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 19 september 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.hln.be/nieuws/premier-de-croo-ongemeen-scherp-voor-vaccinweigeraars-keuze-om-mensen-in-gevaar-te-brengen-kunnen-we-niet-aanvaarden~a8740b58/

    (2) https://www.youtube.com/watch?v=kiLg2kgTSNQ


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gasknop - een verhaal & Bij de duivel te biechten gaan? & Imago of waarheid? & Armoede als eerste christelijke plicht & Het hek van de dam?-Vier opstellen

    De gasknop - een verhaal & Bij de duivel te biechten gaan? & Imago of waarheid? & Armoede als eerste christelijke plicht & Het hek van de dam? - Vier opstellen

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    de gasknop e a.pdf (112.7 KB)   


    18-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Togenbirger's 'atheïsme'

    Van Togenbirger's 'atheïsme'

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    Van Togenbirgers atheïsme.pdf (117.7 KB)   


    17-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 6: Wetenschappelijk reductionisme en totalitarisme

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 6: Wetenschappelijk reductionisme en totalitarisme

    Het maatschappelijke debat over de coronamaatregelen en de vaccinatieproblematiek, tenminste voor zover het bestaat, wordt al van bij de aanvang gemanipuleerd door de handlangers van de farmareuzen die immers provaxers en antivaxers tegenover elkaar stellen als enerzijds wetenschappelijk gezinde, welgeschoolde en altruïstische lieden tegenover anderzijds bijgelovige analfabete egoïsten. Dat de realiteit veeleer het tegendeel is van die verraderlijke voorstelling mag niet verbazen om verschillende redenen.

    Vooreerst: zoals Michel Foucault dat heeft uitgelegd in zijn laatste colleges (1), wordt in een democratie de waarheid structureel buitengesloten omdat daar de kwantiteit zegeviert boven de kwaliteit en de waarheid luidt in dit geval dat de reden waarom mensen zich laten vaccineren niet zozeer te wijten is aan het feit dat zij wetenschappelijk inzicht zouden hebben maar, zeer integendeel, aan kuddegeest, sociale druk, boetes en de dreiging van allerhande vrijheidsbeperkingen. Wie de wetenschappen, de zorg voor zichzelf en voor anderen en tenslotte ook het bijzonder problematische gegeven van het WTK-bestel ernstig nemen, zullen zich realiseren dat het nemen van beslissingen over vaccinatie geen sinecure is gezien de onomkeerbaarheid ervan, gekoppeld aan de onbetrouwbaarheid van de door allerlei corrupte instanties aangeprezen kanalen op de vrije markt.

    Nota bene: onder 'WTK-bestel' wordt verstaan: het nefaste conglomeraat van Wetenschappen, Technologie en Kapitalisme zoals uitgewerkt door Herbert Marcuse in One-Dimentional Man uit 1964 en zoals later ook door enkele Gentse professoren in het licht gesteld, onder meer door Rudolf Boehm en later ook door Etienne Vermeersch in zijn pamflet De ogen van de Panda uit 1988.

    Maar afgezien daarvan moet nog iets gezegd worden over de wetenschappen zelf en meer bepaald over hun reductionistisch karakter dat als het ware geschoeid is op een totalitaristische leest, zoals reeds in de vierde eeuw Augustinus van Hippo suggereerde in zijn werkje, getiteld: De fide et symbolo. (2)

    Het gaat om een ontsporing van het denken dat inzichtelijk wordt van zodra men zich bezint over het feit dat mensen er soms toe neigen om zich aan veralgemeningen te bezondigen. Een specifieke, onterechte veralgemening doet zich voor waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt, roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid. In dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme bouwstenen. Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie. Zo wijst Immanuel Kant erop dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken. (3) En Spinoza onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft (- God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten zichzelf hebben. (4) Ook Kurt Gödel wijst op het onderscheid tussen het scheppen van iets (- uit niets) en het construeren van iets uit iets anders (- uit iets dat reeds geschapen is): "Gödel distinguishes creation, in the sense of making something out of nothing, from construction or invention, in the sense of making something out of something else"). (5) Ook Martin Heidegger wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid. Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden geanalyseerd alsof dat wel zo is". (6) In deze opmerkzaamheid werden zij allen dus nog voorafgegaan door Augustinus, die de denkfout in kwestie verklaart: hij bekritiseert ongelovigen die "vanuit hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder grondstof", geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets geschapen, aldus Augustinus. (7)

    Een perspectief op de werkelijkheid alsof die een maaksel was van een 'opperbouwmeester' (en dat is vrijmetselaarsterminologie), verschaft aan de mens de illusie dat de werkelijkheid een constructie is en dus manipuleerbaar zoals ook zijn eigen producten dat zijn. Die reductionistische wereldvisie houdt in dat men alles beschouwt als geconstrueerd uit meer elementaire dingen zodat in die visie alles maakbaar gaat lijken. Wetenschappen met een al te reductionistisch karakter gaan voorbij aan een complexiteit die inherent is aan de werkelijkheid waardoor zij deze fundamenteel misvatten. De visie op de werkelijkheid als zijnde maakbaar is uiteraard bijzonder verleidelijk voor heerszuchtigen maar zij is een kwalijke vergissing en derhalve een reëel gevaar.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 17 september 2021)

    Verwijzingen:

    (1) Zie: Tisallemaiet d.d. 27 augustus 2020: "Het tijdperk en de leugens. Aflevering 2: De structureel verbannen waarheid": http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3231354

    (2) Aurelius Augustinus, De Fide et Symbolo, II:§2. Zie: Augustinus, Aurelius, A treatise on faith and the creed (De fide et symbolo), Christian Classics Ethereal Library, Calvin College, updated May 27, 1999, pag. 322.

    (3) de Vos, H., Kant als theoloog, Het Wereldvenster, Baarn 1968, pag. 63.

    (4) Spinoza, Benedictus, Ethica More Geometrico Demonstrata. Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979.

    (5) Wang, Hao, Logical Journey. From Gödel to philosophy, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, pag. 14.

    (6) Inwood, Michael, Heidegger, Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), pp. 110-111.

    (7) Bron: Bauwens, Jan, Trans-atheïsme. Een christelijk geïnspireerde verrijzenis uit het hedendaags materialisme, Serskamp 2003, I.1.C.3.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe noodzakelijk is geloof?

    Hoe noodzakelijk is geloof?

    (Om te lezen, klik op de flap!)


    Bijlagen:
    hoe nz is geloof smal.pdf (289.7 KB)   


    16-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De massa en de mensheid & de ziel

    De massa en de mensheid & de ziel

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    De massa en de mensheid & De ziel.pdf (97.4 KB)   


    15-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 5: De moordmachine

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 5: De moordmachine

    Over normaliteit werd al veel geschreven maar vooral de economisch-industriële evolutie van de maatschappij met haar standaardisering in functie van massaproductie en beheersing bemoeilijkt kritiek op de wanen van uniformiteit en zogenaamd 'normbesef' die na de menselijke producten nu ook de mensen zelf gaan herleiden tot slechts één enkel type dat dan makkelijk behandelbaar en vervangbaar wordt, zoals ook auto's, telefoons en computerschermen dat zijn. Vandaag wordt de menselijke geest al schaamteloos vergeleken met de (uiteraard vervangbare) software van computers en ook aan de productie van de hardware naar voorop gestelde modellen uitgebroed door grootheidswaanzinnigen wordt volop gesleuteld.

    Mensen onderscheiden zich van andere diersoorten vooral door de uitgesproken interindividuele verschillen welke bijdragen aan het unieke van de persoonlijkheid van elk menselijk individu en aan de fundamentele onvervangbaarheid van elk van ons. De waan van de normaliteit zit zo diep verankerd in de hedendaagse cultuur dat wij spontaan gaan spreken over handicaps en beperkingen waar mensen alleen maar afwijken van de norm en wij doen dat in die mate dat zelfs de voor de gemeenschap meest onmisbare eigenschappen zoals hoogsensitiviteit en buitengewone intelligentie in de bestaande maatschappelijke structuren als problematisch worden ervaren, precies omdat de massaproductie, waarvan ook de scholing deel uitmaakt, al te sterk gericht is op een (bovendien geheel fictieve) 'middenmoot'. Hiermee is meteen gezegd dat het onverstand van arrogante beleidsmakers vanuit een zekere overheersingsdrang de middenmoot schept met de bedoeling aldus iedereen makkelijk te bereiken terwijl het fictief karakter ervan in het tegendeel resulteert: als de gemiddelde schoenmaat van de te uniformiseren Belgen 42 is, dan vertaalt zich die aanpak in de fabricatie van 11 miljoen paar schoenen met maat 42. De mensen moeten zich aanpassen aan het simplistische idee van een overheerser die niet in staat is zich aan te passen aan het gegeven dat alle mensen onderling verschillend zijn.

    De conservatieve vleugel van de Europese politiek had niet zo lang geleden nog de mond vol over normen en waarden: mensen zouden te individualistisch zijn en moesten zich weer leren schikken naar allerlei regels, wat dan de gemeenschapszin zou ten goede komen. Te individualistisch!? Edoch, uitgerekend interpersoonlijke verschillen, een maximale diversiteit en uitgebreide specialisatie vormen de basisvoorwaarden voor een sterke, weerbare en gelukkige maatschappij. Het respecteren en het cultiveren van interindividuele verschillen is goed voor het geluk van allen omdat elkeen erbij gebaat is als hij of zij, zijn of haar eigen talenten kan botvieren maar ook omdat een samenleving onschatbaar veel voordeel haalt uit de ontwikkeling van verregaande diversificatie en uit de specialisatie van haar leden. De gelijkschakeling van alle burgers middels uniformisering is gelijk aan hun ontmenselijking, met andere woorden hun instrumentalisering en die komt alleen ten goede aan de centrale manipulator of de dictator wiens visie zij ingelepeld krijgen en wiens bevelen zij uitvoeren omdat het perfect uitvoeren van bevelen vereist dat degenen die ze uitvoeren, daar niet en nooit bij nadenken - de uitvoerders zijn derhalve de gehoorzamen, zij zijn de gelovigen en hun arbeid is pure religie want 'religie' betekent 'overgave'.

    De dictator en de massa geven elkaar de hand: de megalomanie van de alleenheerser lokt de aanbidding van de geestesloze en derhalve weerloze massamens uit en zo helpt de massa de dictator mee in het proces van de ontmenselijking van elke burger: individuen die niet in de pas lopen, die er een eigen mening op na houden of die kritiek hebben op de persoon van de potentaat of op zijn beleid, worden door de meelopers verraden en monddood gemaakt of zelfs fysiek uitgeschakeld. Dat proces voltrekt zich even gedachteloos als de praktijk van de aanbidding en dat wil zeggen in een geest van louter haat. De massa aanbidt haar leider, mint wat hij mint en haat wat hij haat en zo vernietigt de massa elk individu dat niet in de pas loopt, dat afwijkt van de norm, dat een kop groter of kleiner is, dat niet in staat is om zijn voet in schoenmaat 42 te persen, elk individu dat niet bereid is om te beamen dat een 42 hem als gegoten zit!

    Kenmerkend voor de haat is dat wie haten, de ander het geluk niet gunnen, ook al staat dat geluk van de ander het eigen geluk helemaal niet in de weg. Als diversiteit de feitelijkheid is, dan poneren wie haten de norm van de uniformiteit maar dan wel naar het model van de meerderheid waartoe zijzelf behoren. De massa is heteroseksueel en poneert deze vorm van seksualiteit als de norm, zij dwingt ook de homoseksuelen zich aan deze norm te onderwerpen door afwijkingen van de norm te verwerpen, en derhalve door zichzelf te verwerpen, ook al ondervindt de heteroseksuele massa niet het geringste nadeel van de homoseksualiteit van anderen. Elke religie steunt op de praktijk van de haat omdat zij aan allen het wereldbeeld van een elite oplegt die zichzelf voor de vertegenwoordiging van de godheid houdt: zij gunt een ander zijn of haar eigen opvatting over het leven niet, ofschoon persoonlijke ideeën helemaal geen schade kunnen toebrengen aan derden; zij eist het monopolie op over wat gedacht mag worden en aldus is het concept van de gedachtepolitie in de dystopische roman van George Orwell alles behalve fictie. Het aan anderen niet gunnen van het hebben van eigen gedachten is een daad van haat. Religie en moraal spruiten voort uit haat, als zij niet al eenvoudigweg fataal zijn: de monogame ethiek omkleedt zich met allerlei hoogdravende morele stellingen terwijl zij in feite wordt afgedwongen door het plotseling opduiken van resistente geslachtsziekten en zij maakt weer plaats voor de vrije liefde van zodra werkzame antibiotica op de markt zijn. De bron van solidariteit is (uitgebreid) eigenbelang - eendracht maakt macht - en wie hetzij alles hetzij niets meer te verliezen hebben, hervallen in het grofste egoïsme: de reddingssloepen van de Titanic werden allemaal bemand door volwassen mannen, al duurde het wel totdat zij allen dood en begraven waren vooraleer deze waarheid aan het licht kon worden gebracht.

    Hitler raakte in vervoering door het op bevel op maat marcheren van duizenden geüniformeerde soldaten omdat zij geleken op een machine die hij persoonlijk naar willekeur kon sturen. Een moordmachine uiteraard, want geheel willoos gemaakte en van hun geest beroofde mensen kunnen niets meer voortbrengen - dan de dood. Misschien is het raadzaam of zelfs moreel verplichtend met het oog op de toekomst van de hedendaagse jeugd, om bij dit gegeven een ogenblik stil te staan.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 15 september 2021)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lucide droom

    De lucide droom

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    de lucide droom.pdf (1.2 MB)   


    14-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijd is krediet & Het tanen van de Noord-Atlantische drift & In beweging blijven & Stenen en mensen

    Tijd is krediet & Het tanen van de Noord-Atlantische drift & In beweging blijven & Stenen en mensen

    (Om te lezen, klik op de flap)




    Bijlagen:
    tijd is krediet e a.pdf (126.8 KB)   


    13-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.protest-tegen-coronamaatregelen-is-niet-ingegeven-door-gebrek-aan-solidariteit-eerder-integendeel



    https://www.knack.be/nieuws/belgie/protest-tegen-coronamaatregelen-is-niet-ingegeven-door-gebrek-aan-solidariteit-eerder-integendeel/article-opinion-1775571.html


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag - Aflevering 4: Biezebaaze

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 4: Biezebaaze

    "China vernedert de Verenigde Staten met beelden van schommelende taliban", zo bloklettert HLN van eergisteren, elf september 2021. Op foto's ziet men inderdaad met machinegeweren bewapende talibanstrijders in schommels zitten die met koorden zijn vastgemaakt aan de vleugels van achtergelaten Amerikaanse vliegtuigen. De taliban hebben de Amerikaanse bezettingsmacht uit Afghanistan verdreven en van de achtergebleven wapens van de wereldgrootmacht maken de theologiestudenten prompt speelgoed. Sommigen zullen eraan herinneren dat mensen verslaafd aan verdovende middelen bewegingsdrang ontwikkelen en de beelden van in hun stoel schommelende psychiatrische patiënten duiken spontaan op maar de associatie is wellicht al te simpel om waar te kunnen zijn, al heeft dit wel alles met opium te maken maar dan wel in een heel andere zin. Het vreemde gedrag lijkt immers veeleer een gevoel van spotternij vermengd met gemoedsrust uit te stralen en wie aandachtig toekijken, zullen alras een gelijkenis ontwaren met het gedrag van de Saoedische prinsen.

    Ook de laatst genoemden maken wereldkundig dat geen mens hen nog iets kan maken, want dat is wat hun gedrag ons leert. Zoals de Saoedi niets te vrezen hadden na de moord op dissident en journalist Jamal Khashoggi en zoals zij de hand boven het hoofd werden gehouden door hun aanklagers, zo zijn het nu ook de bezetters van Afghanistan die verplicht worden om de taliban te beschermen. In Saoedi-Arabië heeft deze paradox te maken met olie, in Afghanistan met opium.

    De United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) inzake de Islamitische Republiek Afghanistan vertelt in haar Afghanistan Opium Survey 2020, een publicatie van april 2021, dat de opiumproductie van het land in kwestie geëvolueerd is van 71.000 hectaren in 1994 naar 224.000 hectaren in 2020, waarbij de productie verdubbelde van 3450 naar 6300 ton opium per jaar. De boeren krijgen daarvan 55 dollar per kilogram en dat maakt jaarlijks 350 miljoen dollar. Het belangrijkste afzetgebied is Europa. Sinds jaar en dag maakt het Duitse geneesmiddelenconcern Bayer daar morfine van en vervolgens ook heroïne.

    De prijs van morfine bedraagt ongeveer 50 euro per één tiende gram, dat is 500 euro per gram of 500.000 euro per kilogram of 500 miljoen euro per ton. 6300 ton opium brengen aldus aan het westen 6300 keer 500 miljoen of dus 3500 miljard euro omzet per jaar. Dat is nota bene 80 percent van de wereldproductie: naast Afganistan wordt papaver ook nog gekweekt in de Gouden Driehoek (rond Vietnam en Myanmar), in Colombia en in Mexico.

    Laten we dat bedrag nu vergelijken met de olieproductie en -consumptie: de gemiddelde wereldburger verbruikt 2 liter petroleum per dag, dat maakt 2 keer 7 miljard liter per dag en nog 365 keer meer per jaar of dus jaarlijks meer dan 5000 miljard liter, momenteel aan ongeveer 1,5 euro per liter aan de pomp en dat geeft een omzet van om en bij de 7500 miljard euro per jaar. De omzet van opium in Afghanistan bedraagt met andere woorden ruim de helft van de wereldwijde omzet van olie.

    Nu herinnere men zich Saddam Hussein die uit woede tegen het westen dat hem de inlijving van Q8 ontzegde, de petroleumputten in Koeweit in brand stak. Kan men zich dan voorstellen wat een vernietiging van de papavervelden van Afghanistan zou betekenen voor de inkomens die vandaag de westerse economie moeten recht houden?

    Inderdaad, het westen beschermt de papaverteelt in Afghanistan en zal dat ook blijven doen met alle mogelijke middelen omdat de omzet welke daarmee gepaard gaat zowat de helft bedraagt van de wereldwijde omzet gemaakt middels olie. De taliban kunnen derhalve op hun lauweren rusten, net zoals de Saoedische prinsen en in de zeer nabije toekomst zullen zij het niet nalaten om, precies zoals de Saoedi dat deden, hun eisen wat bij te vijlen inzake de prijzen van de grondstoffen. Het westen probeert weliswaar om tweedracht te scheppen in het land door de taliban tegen IS op te zetten maar lang zal het uiteraard niet duren vooraleer de twee het onderling op een akkoordje zullen gooien. Als het westen die grillen niet nakomt, wordt het binnen de kortste keren letterlijk door China onder de voet gelopen.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 13 september 2021)

    Verwijzingen:

    - https://www.hln.be/buitenland/china-vernedert-de-verenigde-staten-met-beelden-van-schommelende-taliban~ab0c75ad/

    - Microsoft Word - 20210628_AOS 2020 cult prod working.docx (unodc.org)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Igor Stravinsky

    Igor Stravinsky




    Bijlagen:
    Igor Stravinsky.pdf (8 MB)   


    12-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag Aflevering 3: Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen




    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 3: Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen

    Eerst legt men mensen het zwijgen op en in een volgende stap gaat men aan het moorden: het is een historisch geïllustreerde these van Hannah Arendt die verschrikkelijk is maar tevens niet zo moeilijk te verklaren. Om de logica die erachter zit te kunnen begrijpen, volstaat het dat men zich realiseert dat er dissidenten bestaan, activisten, hongerstakers, revolutionairen maar ook soldaten die bereid zijn om hun leven te riskeren aan het front. Het is weliswaar teveel gevraagd dat iederéén bewust zou leven maar het bestaan van de genoemde categorieën volstaat om te laten zien dat mensen vaker de dood verkiezen boven een leven in onvrijheid.

    Tijdens de jongste hongerstaking van de asielzoekers hier ten lande kon men er andermaal getuige van zijn dat mensen die lange tijd in slavernij geleefd hebben en wiens vooruitzichten op beterschap gefnuikt worden door regeringsleden die lijden aan een schromelijk tekort aan empathie, prompt doch weloverwogen de dood verkiezen boven een mensonwaardig bestaan. Een leven in onvrijheid is mensonwaardig. Mensonwaardig is het te moeten zwijgen. Mensen zijn niet bereid om het eigen hachje te redden ten koste van ongeacht wat. De dood is met andere woorden niet het ergste wat een mens overkomt.

    Dictators leven van de leugen en zij verplichten het volk om te liegen en derhalve om de waarheid te verzwijgen, om de andere kant op te kijken als mensen worden afgemaakt, om te applaudisseren voor in hun belachelijke kostuums uitgedoste, defilerende fascisten. Het zwijgen van de massa, het meedoen en het bezwijken onder de sociale druk, zoals in de hoogdagen van het katholicisme of zoals tijdens het regime van Ceaușescu, Franco, Stalin, Hitler, Pol Pot, Orban, Kim Jong-Un, Bouterse, de tsaren, de pausen en al die andere godsdienstwaanzinnigen, noem maar op - het mee heulen is extreem hypocriet en bij de eerste de beste gelegenheid, als de machthebber struikelt, maken zijn voormalige aanbidders hem genadeloos af.

    De dictator weet dat zijn macht beperkt is, dat het applaus dat hij van het volk ontvangt, door hem zelf afgedwongen werd, dat de eer die hem betoond wordt, ongemeend is, dat achter het juichen van de massa die hij overheerst, mensen schuilen die geduldig wachten totdat het ogenblik gekomen is om zich aan het absurde toneel waarin zij in een rol gedwongen worden, te onttrekken. Hij weet dat zijn macht een vervaldag heeft, dat zij slechts beperkt houdbaar is en dat eenmaal het voor hem onzalige ogenblik is aangebroken, zijn regime begint te stinken. Geen mens onder de massa is er die de kans zal laten liggen om hem af te maken als hij struikelt en om die reden onderdrukt hij de mens in elk lid van de massa, om die reden wil hij dat allen gelijk zijn, een uniform dragen, dat er geen diversiteit is, dat er slechts één taal gesproken wordt en uniformiteit, newspeak, afvlakking ook en onnadenkendheid, gehoorzaamheid en dril: de massamens die hij fabrikeert, moet een instrument zijn van alleen maar zijn wil, een tentakel dat bij het minste teken van twijfel moet worden geamputeerd en afgemaakt.

    Mensen verkiezen vaker de dood boven een leven dat gedoemd is tot slavernij en de dictator weet dat ook en om die reden is hij heel attent naar individuen die de dans die zij verwacht worden te dansen, trachten te ontspringen: hij liquideert hen zonder compassie omdat hij weet dat er geen plaats is voor én zijn leugens én de waarheid. Om die reden moeten zij die de waarheid spreken, zwijgen en willen zij niet zwijgen dan kan hij hen nog doen zwijgen door de voorwaarden die maken dat zij kunnen spreken, weg te nemen, met name door hen te vermoorden: het is een logica waar niemand omheen kan: op de boekverbranding volgen de moordpartijen. Heinrich Heine: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" (Almansor, 1820).

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 12 september 2021)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kate Bush: Cloudbusting
    Kate Bush: Cloudbusting
     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag Aflevering 2: Censuur



    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 2: Censuur

    De joodse psychiater, bioloog en natuurkundige Wilhelm Reich, leerling van Freud, publiceerde in 1933 Massenpsychologie des Fascismus, een boek waarin hij uitlegt hoe het dan mogelijk was dat het volk zich tot zijn eigen aperte nadeel door Hitler in de doeken heeft laten doen. Reich moest uit Duitsland wegvluchten voor de nazi's, kwam via Scandinavië in de USA terecht waar hij een poos samenwerkte met Albert Einstein maar hij werd ook daar vervolgd om zijn ideeën en om zijn orgon-theorie die van hem eigenlijk een soort van Panamarenco-avant-la-lettre maakte. Hij kwam in de gevangenis terecht waar hij op 60-jarige leeftijd stierf aan een hartstilstand nadat zijn orgon-accumulators en zijn boeken werden verbrand in een grote oven in New York: het vuur van de boekverbranding stortte de wereld in de duisternis achter het reusachtige koperen Vrijheidsbeeld waarvan de officiële naam luidt: "La liberté éclairant le monde." Kate Bush maakte de videoclip Cloudbusting naar aanleiding van deze allervreselijkste censuur uit de geschiedenis van de USA.

    Wikipedia omschrijft censuur als "het gebruiken van [de] macht […] om informatie achter te houden […]." (1) Wie alsnog pogen om die informatie aan het licht te brengen, schieten daar hun vrijheid bij in en riskeren hun leven zoals dat het geval is met bijvoorbeeld Julian Assange inzake WikiLeaks. Assange wordt naar verluidt gezocht naar aanleiding van de publicatie van zijn video Collateral Murder waarin zou te zien zijn hoe in 2007 in Bagdad het Amerikaanse leger vanuit een helikopter twaalf Iraakse burgers en enkele journalisten van Reuters doodt. (2)

    Aleksandr Solzjenitsyn werd verbannen omdat hij kritiek had op het beleid van Stalin. In feite is censuur het verbod op het spreken van de waarheid en dictators censureren omdat zij van de leugen leven. Het meest verregaande voorbeeld van censuur vindt men dan ook in het Vaticaan dat in 1559 een index librorum prohibitorum verspreidde, een lijst met daarop alle door de kerk gecensureerde boeken. Uiteraard gaat het om boeken die de hypocrisie en de leugenachtigheid van het katholicisme aan het licht brengen. Dissidenten werden door de inquisitie (een speciale kerkelijke rechtbank) opgepakt en gestraft - de index 'verdween' pas in 1968.

    Het panel van deskundigen inzake de maatregelen getroffen in het kader van het bestrijden van de pandemie maant het publiek aan om alleen te luisteren naar het officiële nieuws en in weerwil van het aan de verlichte Voltaire toegeschreven devies inzake vrije meningsuiting, verklaart de Gentse filosofieprofessor Johan Braeckman tijdens de pandemie voor de Vlaamse televisie dat aan mensen met afwijkende meningen een podium in de media zou moeten worden ontzegd - de geleerde pleitte eerder ook al voor het subsidiëren van propaganda voor het darwinisme bij het volk.

    In juni 2020 werd prompt een wet goedgekeurd om alle kritiek op het coronabeleid van het internet te halen - wat middels algoritmes voor de beheerders van het medium een fluitje van een cent is - en de sites in kwestie zijn inderdaad niet langer bereikbaar voor het publiek. Deze actuele toestanden in het zogenaamde vrije westen herinneren aan George Orwell die vrijheid definieert als het recht om te zeggen dat de som van twee en twee, vier is.

    Censuur is het aan mensen ontzeggen van dat recht en is derhalve het beëindigen van de menselijke vrijheid. Het einde van het recht op vrije meningsuiting is het begin van de vervolging van wie weigeren de waarheid geweld aan te doen. Weliswaar sind die Gedanken frei maar zoals Michel Foucault dat haarfijn heeft beschreven, manifesteert macht zich inderdaad waar mensen worden verplicht om leugens te belijden. Het losbarsten van jubel bij het talrijke publiek naar aanleiding van een speech van 'corona-dissident' dokter Vernon Coleman in het centrum van London, is het gevolg van het aan het licht komen van de waarheid. Zolang de waarheid verborgen blijft omdat hij niet gezegd mag worden, omdat een omerta geldt, omdat wie weigeren te liegen, beboet worden en zwaar gestraft, heeft het kwaad vrij spel omdat wat boos is van de duisternis leeft terwijl alles van waarde weerloos is. Het aan het licht brengen van de waarheid - die niet voor niets oorspronkelijk aleteia [Oud-Grieks: ἀλήθεια] heet, wat wil zeggen: onverborgenheid - is een heldendaad omdat men daar vaker zijn hachje bij inschiet maar het is de enige weg naar de vrijheid en derhalve naar een menswaardig bestaan, zoals de Heilige Schrift het immers leert: "de Waarheid zal u vrij maken".

    Andermaal: de waarheid discrimineert de armen niet en zo kunnen potentaten zich pas doen gelden middels de leugen en de samenzweringen die zich wars van waarheid en recht voltrekken in de duisternis van de chaos. Achter een façade van uitgerekend vrijheidsbeelden beoefenen Big Brother en al zijn handlangers prompt de demonische praktijk van de boekverbranding welke, zoals de geschiedenis leert, voorafgaat aan de genocide. (3)

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 12 september 2021)

    Over de massapsychologie van het fascisme.

    Wilhelm Reich, Massenpsychologie des Fascismus.

    (1) Zie wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Censuur_(informatie)

    (2) Zie wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Julian_Assange

    (3) Cf. Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pp. 14-15. [Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.]: "[Arendt] begrijpt dat in totalitaire regimes de inhoud van ideologieën er nauwelijks toe doet en uitgevreten wordt door (…) de logiciteit als handelingsprincipe: elke ideologie (…) leent zich tot een totalitair gebruik. (…) als een passe-partout om alles (…) logisch uit te leggen. (…) De veelzijdige, altijd meerduidige ervaring van de complexe werkelijkheid wordt ingeruild voor de logische zekerheid van een idee. Ofwel worden feiten ontkend tot ze passen binnen het keurslijf van een tot in het absurde uitgewerkte, volkomen fictieve ideologische consistentie (…). Ofwel worden feiten gecreëerd zodat ze passen binnen het keurslijf van de ideologie: aanvaarden dat er 'inferieure rassen' of 'uitstervende klassen' bestaan en niets doen om ze daadwerkelijk uit te roeien, is inconsequent”. En de vertalers citeren Arendt: “'Je kunt niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet'. (p. 340)" Zie ook: Hannah Arendt over totalitarisme. Zie ook: Panopticum Corona, pag. 567: "Het wegmoffelen van het onrecht door het opleggen van spreekverbod aan de slachtoffers is nog erger dan moord en daarom ook verkiezen mensen die onrecht moeten verduren vaker de dood boven het instemmen met een stilzwijgen. Over hun dood heen blijft immers hun kreet weerklinken die het geweten van de mensheid op het appel roept en een openbare rechtszaak eist en het zijn Machten die het mens-zijn als zodanig ver overstijgen die ervoor zorgen dat de vrees voor de fysieke dood in het niets verdwijnt van zodra de Waarheid geweld wordt aangedaan."




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solvejg's lied

    Solvejg's lied

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Solvejg's lied

    Bijlagen:
    Solveig's lied.pdf (1.8 MB)   


    11-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sinterklaas en andere opstellen

    Sinterklaas en andere opstellen

    (Om te lezen, klik op de prent!)




    Bijlagen:
    sinterklaas e a.pdf (207.5 KB)   


    10-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dr. Vernon Coleman
    Dr. Vernon Coleman:
    THE PUBLIC DEMAND A LIVE DEBATE
    SCIENCE IS NOT SCIENCE WITHOUT DISCUSSION
    VACCINES DON'T WORK WHERE THERE IS CORRUPTION


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag Aflevering 1: Van bekeringsijver naar massamoord

    "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

    Aflevering 1: Van bekeringsijver naar massamoord

    De motor van het proselitisme (in de betekenis van bekeringsijver) is de twijfel over het eigen geloof: men wil anderen verzekeren van iets waaraan men zelf twijfelt en het is precies omdat men zelf twijfelt dat men anderen wil doen geloven dat men zekerheid bezit. De kern van de uit de psychologie bekende paradox is relatief eenvoudig en maakt bijvoorbeeld ook dat in een democratie het spreken van waarheid structureel onmogelijk is. (1) Het ontbreekt de twijfelaars aan kwalitatieve argumenten welke zekerheid moeten verschaffen en daarom nemen zij hun toevlucht tot de kwantiteit en streven zij er naar om de groep van gelijkgezinden groter te maken alsof de grootte van de groep een argument kon zijn (2) en zo ontstaat het begrip consensus dat niet langer een pejoratieve betekenis heeft en waarop zelfs positieve wetenschappers zich beroepen om onzekere wetenschappelijke theorieën zoals bijvoorbeeld het darwinisme te gaan promoten. Het geloof van anderen verdoezelt mijn twijfel omdat dit de verantwoordelijkheid over de twijfel verdeelt en het is bekend dat gedeelde verantwoordelijkheid misdaad vergemakkelijkt. In dit geval bestaat de misdaad erin dat men zichzelf beliegt en wel met de leugen van de zekerheid.

    Een gelijkaardige paradox speelt nu waar potentaten aan het werk zijn: zij willen anderen overheersen omdat zij niet in staat zijn om het meesterschap over zichzelf te verwerven. Zij willen anderen in bepaalde banen dwingen omdat zij zelf niet weten tot welke remedie zich te wenden voor het menselijke ongemak dat erin bestaat dat wij natuurlijkerwijze een plan, een programma, een voorschrift, een doel en een leiding missen: la condition humaine. Wat Werner Herzog uitbeeldt in zijn werk en dan bij uitstek in zijn Jeder für sich und Gott gegen alle uit 1974, is het schrikbeeld van een mensdom dat, zoals door Kaspar Hauser uit diens visioenen verteld, door een woestijn trekt gelijk een karavaan zonder kop of staart. (3)

    Potentaten zijn simpele geesten: zij kunnen zich niet verzoenen met de staat van wanorde die de menselijke conditie kenmerkt als een fundamenteel tekort en zo ondernemen zij acties met de bedoeling om alles in ordentelijke banen te leiden. In de praktijk vertaalt zich dat echter al te vaak als grootheidswaanzin, totalitarisme en massamoord - praktijken waarvan de geschiedenis bol staat.

    Wat begint met bekeringsijver wordt alras dwingelandij van zodra bekeerlingen hun twijfels gaan uiten en aldus roet in het eten gooien van degenen die hen rekruteerden. Die laatsten immers koesterden de ijdele hoop dat hun bekeerlingen die vervelende twijfel zouden wegnemen vanwege hun grote aantal. Maar wanneer niet meegaandheid doch nog meer kritiek en twijfel de uiteindelijke vruchten blijken van de bekeringsijver, wordt de hoop op orde verijdeld, neemt de frustratie toe en gaan autocraten over tot geweld: het geloof wordt niet langer met argumenten aangebracht maar het wordt afgedwongen en voortaan zijn de gelovigen geconditioneerde individuen - alle andere individuen zijn niet meer. (4)

    (J.B., 10 september 2021)

    Verwijzingen:

    (1) "Zoals Michel Foucault dat in zijn laatste colleges aantoonde wordt de waarheid door de wereldse machten structureel verbannen omdat ook de geringsten beschikken over het vermogen om de waarheid te kennen: de waarheid discrimineert de armen niet en zo kunnen potentaten zich pas doen gelden middels de leugen en de samenzweringen die zich wars van waarheid en recht voltrekken in de duisternis." (Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021, pag. 834). Er wordt verwezen naar: Michel Foucault, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, pp. 60-67. [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009].

    (2) Dat dit niet het geval is, leert ons Spinoza met de slotzin uit zijn Ethica: "Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam." (Benedictus de Spinoza, Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata, 1678.)

    (3) Zie: de visioenen van Kaspar Hauser alsook de integrale film van Werner Herzog: Jeder für sich und Gott gegen alle.

    (4) Ook vandaag worden politieke dissidenten van hun vrijheid beroofd, monddood gemaakt, krankzinnig verklaard en vermoord. Hannah Arendt beschrijft de praktijk als volgt: "Praktisch gesproken gaat de totalitaire heerser te werk als een man die hardnekkig iemand anders beledigt, tot iedereen weet dat de laatste zijn vijand is, zodat hij met een zekere geloofwaardigheid zijn gang kan gaan en hem kan doden uit zelfverdediging. Dit is bepaald grof, maar het werkt - zoals iedereen weet die ooit heeft gadegeslagen hoe succesvolle carrièrejagers mededingers elimineren." (Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), pag. 243. [In het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.] Zie ook onze samenvattende weergave van het boek met wat commentaar: Hannah Arendt over totalitarisme.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de klimaatkwestie

    Over de klimaatkwestie

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    omsk over het klimaat.pdf (343.4 KB)   


    09-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verslavingen & Kunst & Het orgaan

    Verslavingen & Kunst & Het orgaan

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    Verslavingen, Kunst en Het orgaan smal.pdf (389.3 KB)   


    08-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JEAN BERNARD FOURTILLAN Interview Hold-up complète - Malaria, Aids, Covid19: gefabriceerd in een labo en gepatenteerd sinds lange tijd!

     JEAN BERNARD FOURTILLAN
    Interview Hold-up complète -
    Malaria, Aids, Covid19:
    gefabriceerd in een labo en gepatenteerd sinds lange tijd!

    JEAN BERNARD FOURTILLAN

    Interview Hold-up complète - Malaria, Sida, Covid19 créé en labo et breveté depuis longtemps !

    August 4th, 2021



    KLIK:

    https://odysee.com/@b2d:f/780226:0


    Dit gebeurde met professor Fourtillan nadat hij in een interview de waarheid omtrent covid-19 had verteld:

    (KLIK en scroll door naar de paragraaf: “Another controversial Covid-19 doctor”:

    https://www.connexionfrance.com/French-news/French-anti-mask-doctor-suspended-for-five-months-as-professor-admitted-to-psychiatric-unit



    LEES OOK DIT:



    https://jdfor2024.com/2021/07/professor-jean-bernard-fourtillan-is-free/



    EN DIT:



    https://jdfor2024.com/wp-content/uploads/2021/07/conference-covid-aout-2020-pdf1-komprimerad1-1-3.pdf



    EN WAT TE DENKEN VAN DIT:



    https://www.grasset.fr/livres/lopium-des-imbeciles-9782246814689


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het klatergouden kalf en andere opstellen

    Het klatergouden kalf en andere opstellen

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    het klatergouden kalf e a.pdf (145.9 KB)   


    07-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Invloed & De binnen- en de buitenkant & Religie

    Invloed & De binnen- en de buitenkant & Religie

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    Invloed De binnnen en de buitenkant Religie.pdf (205.3 KB)   


    06-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde van de gemeenschapszin beëindigt de gemeenschap

    Het einde van de gemeenschapszin beëindigt de gemeenschap

    Het socialisme is die ideologie die pleit voor meer gemeenschapszin, een item dat vandaag zeer in is ingevolge de pandemie en wat zij allemaal in haar zog heeft, zoals de vaccins die niet kunnen verplicht worden zonder de mensenrechten met de voeten te treden en die men dan maar via allerlei sluikwegen aan de mensen tracht op te dringen, bij uitstek door een beroep te doen op... gemeenschapszin. Maar die is er niet meer, of althans is de gevoeligheid verdwenen voor de oproep daartoe en het loont de moeite om de oorzaak daarvan in het licht te stellen.

    In twee woorden: de gemeenschap of de staat is niet meer wat zij was sinds het gros van de politici zich laat corrumperen door kapitaalkrachtige firma's die diensten leveren aan de staat: de banken in de eerste plaats, zoals ons welbekend vanwege de geïnstitutionaliseerde staatsschuld die maakt dat men zijn burgerschap tot in de eeuwigheid moet huren, maar uiteraard ook tal van andere bedrijven, zoals vandaag de leveranciers van diensten aan de zogenaamde volksgezondheid: de farmacie die coronavaccins, testkits en allerlei preventieve en curatieve medicamenten in de aanbieding heeft.

    Het meest in het oog springende gevolg van die corruptie is niet zozeer dat de corrumperende bedrijven het monopolie verwerven inzake de levering van geneesmiddelen en diensten aan de sector van de volksgezondheid maar wel dat zij zichzelf onmisbaar maken door het scheppen van geheel fictieve problemen en behoeften waarvan zij dan de even fictieve oplossing of bevrediging verkopen.

    Zowel de creatie van de fictieve problemen als het aanprijzen van even fictieve oplossingen gebeurt nu door tussenkomst van door het volk verkozen doch door de betreffende firma's omgekochte politici, wat maakt dat de afzet van de te slijten producten en diensten gegarandeerd wordt door het innen van de gelden via de staat die ze uit de kas van de belastingen haalt. Vandaag lanceren de betreffende firma's eerst nieuwe ziektebeelden en vervolgens vaccins en medicijnen die deze moeten bestrijden.

    Een volstrekt ondoorzichtige campagne moet ervoor zorgen dat nieuwe ziektekiemen als gevaarlijker worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn of zelfs dat volstrekt ongevaarlijke of onbestaande ziekten worden in beeld gebracht samen met de reclame voor hun even fictieve bestrijdingsmiddelen. Er wordt met andere woorden een zekere angst geschapen die de behoefte aan hulp in het leven roept en die hulp krijgt gestalte in een product of een dienst welke verkrijgbaar is op de markt. De koop wordt gesloten door politici in naam van een volk dat gelooft aldus door redders geholpen te worden terwijl het alleen maar apert bij de neus wordt genomen en schaamteloos wordt bestolen.

    De 'gemeenschapszin' waarmee 'socialistische' leiders staan te zwaaien om het volk over de streep te trekken, is een louter sociaal drukkingsmiddel, een psychisch dwangmiddel dat zijn effect uitsluitend dankt aan kuddegeest. Egoïsten, zo worden degenen genoemd die voor vaccinatie bedanken en die aldus alleen maar gebruik maken van een recht, wat betekent dat hier op een allerminst ongevaarlijke manier gemeenschapszin en kuddegeest door elkaar gehaspeld worden door politici die een sociaal engagement voorwenden om daar hun persoonlijk voordeel mee te doen.

    De verkrachting van het begrip 'gemeenschapszin' door de aanwending ervan als psychisch dwangmiddel en derhalve als wapen in functie van het chanteren van mensen nadat die hun vertrouwen hebben geschonken, degradeert de betrokken politici tot criminele handlangers van louter op financieel gewin azende ondernemingen maar brengt tevens de geloofwaardigheid van het socialisme zelf in het gedrang en wel in die mate dat heden een situatie dreigt waarin alleen nog het recht van de sterkste geldt, wat meteen zichtbaar wordt zoals heden in het pensioendebat. Het hoeft geen betoog dat die kentering niet alleen het einde van het socialisme zal betekenen: het zal tevens de dood zijn van de maatschappij als zodanig omdat het ongecontroleerde woekeren van het absolute winstprincipe in een losgeslagen markt geen andere uitkomst kan brengen dan regelrechte oorlog.

    (J.B., 6 september 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In duisternis gehuld



    In duisternis gehuld

    De aarde draait om haar as die de polen onderling verbindt. Verplaatst je je van een pool richting evenaar, dan neemt je snelheid toe van 0 naar 40.000 km per etmaal. Doe je die verplaatsing met een vliegtuig, dan loop je achter op de breedtegraad waar je vertrokken bent en ga je een spiraal beschrijven - het Coreoliseffect. Hetzelfde doet de lucht die van de polen komt of die er heen gezogen wordt als - op een hoogte van 10 tot 30 km - een lagedrukgebied hangt, de poolwervel genaamd. Terwijl het op die hoogte warm is, blijft de koude in de luchtlagen daaronder gevangen zitten.

    Sinds begin dit jaar is om de een of andere reden de (noord)poolwervel in twee gesplitst en één ervan hangt ons, Noord-Europeanen, boven het hoofd. Men ziet bijgevolg al de hele zomer een ongewone bewolking, stratusbewolking genaamd, de dominante bewolking van de polen. Stratuswolken zijn donkergrijs en somber, zij geven misbanken, ijs en motregen; zij steken de zon weg, zij verkillen de aarde en hullen haar in duisternis.

    In noordelijk gelegen gebieden, zoals IJsland, komt de zon in de winter nauwelijks op en krijgen de mensen last van depressies ingevolge een tekort aan licht. Hetzelfde is in deze zomer uiteraard ook bij ons het geval en het deprimerende effect van het lichttekort kan uiteraard alleen maar versterkt worden door de kou, de pandemie en de economische recessie. Ook misoogsten zullen zeer binnenkort van de partij zijn. Bovendien zwengelen al deze factoren elkaar alleen maar aan - om er slechts twee te noemen: koude en een tekort aan licht werken elkaar in de hand, zoals ook voedselschaarste en ziekten. En dan hebben we het nog niet gehad over de opwarming die gepaard gaat met wateroverlast maar paradoxaal genoeg ook met droogte en drinkwatertekorten. Over deze ongelukken zal niettemin gezegd worden dat zij alsnog een voordeel bieden: zij schrikken de migranten af en ze remmen de te verwachten volksverhuizing richting Europa.

    Het is immers niet (het overigens alles behalve leuke) Europa waar men op af komt, het zijn de vleespotten en die zullen ingevolge de zeven plagen van Egypte hun bodem laten zien, precies zoals de Elbe waar exact drie jaar geleden de hongerstenen boven water kwamen. Zo stond daar te lezen op een steen uit 1616: Als je mij ziet, huil dan! De verschrikking van de lege voorraadschuren zal wellicht worden ingehaald door die van de watersnood: een mens kan vele dagen verder zonder voedsel maar zonder drinkwater zijn onze dagen zo geteld. Dorst doet drinken, men drinkt onzuiver water en epidemieën, nog veel dodelijker dan covid-19, krijgen vrij spel.

    Het tekort aan zonlicht is misschien wel het ergste bijverschijnsel van de vreemde meteorologische omstandigheden: het brengt onze biologische klok in de war in de hersenen en daarmee ook de hele hormonenhuishouding, het zenuwstelsel en alle stofwisselingsprocessen met uiteindelijk allerlei ziekten waarvan sommige letaal zijn. Maar zoals we intussen een dik decennium geleden al konden schrijven, is ook het tanen van de Noord-Atlantische drift van de partij.

    (J.B., 6 september 2021)

    Verwijzingen:

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolk#/media/Bestand:Low_lying_clouds_over_hills_near_swifts_creek.jpg

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/09/01/oude-hongerstenen-duiken-op-in-de-droog-liggende-bedding-van-d/

    http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/169144.pdf


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hongersnood & Maria

    Hongersnood & Maria

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    Hongersnood & Maria smal.pdf (117.1 KB)   


    05-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gelijmde been

    Het gelijmde been

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    het gelijmde been smal.pdf (187.7 KB)   


    04-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie verhalen over vergankelijkheid

    Drie verhalen over vergankelijkheid

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/220157.pdf   


    03-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De macht van de lach & Quod est veritas? & De duivel in de kiem. Drie artikels

    De macht van de lach & Quod est veritas? & De duivel in de kiem. Drie artikels

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/220366.pdf   


    02-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 5: Het nieuwe opium

    Drugsbaronnen aan de macht

    Aflevering 5: Het nieuwe opium

    In zijn artikel How Britain's opium trade impoverished Indians van 5 september 2019 schrijft de Indië-correspondent van de BBC Soutik Biswas dat ten tijde van het Britse imperium de jaarlijkse productie voor de farmacie van opium in Uttar Pradesh en Bihar, deelstaten van het gekoloniseerde India, een paar duizend ton bedroeg en dat deze productie - die Engeland schatrijk heeft gemaakt - vergelijkbaar is met de hedendaagse opiumproductie voor heroïne in Afghanistan. Wie te maken krijgen met kanker - en dat zijn vandaag welhaast de helft van alle mensen - weten dat de kostprijs van de pijnstillers, die opiaten zijn, een veelvoud bedraagt van die van de eigenlijke kanker bestrijdende medicijnen (en dat is dan ook de reden waarom die niet door de verzekering terugbetaald worden) en zo kan men zich een beeld vormen van de omvang van het kapitaal dat gemoeid is met de opiumhandel.

    Echter, vandaag zetten de farmareuzen de drugsbaronnen van weleer aardig te kijk: zij fabriceren volledig artificiële of dus synthetische opiaten - opioïden genoemd - die tientallen keren sterker zijn dan het natuurlijke opium en uiteraard ook veel sterker verslavend en dodelijker maar tegelijk zijn de productiekosten daarvan minimaal en derhalve worden de winstmarges gigantisch.

    Pijnstillers brengen de zieke in de waan van beterschap omdat zij de overdracht van de pijn in de zenuwbanen naar de hersenen blokkeren en zo genezen zij niet maar daarentegen maken zij nog zieker omdat zij de waarschuwing die het pijnsignaal tenslotte is, onmogelijk maken. Ook allerhande aanverwante 'gelukspillen', behorende tot de groep van de zogenaamde psychofarmaca, worden door de massa's verzwolgen onder voorschrift van de artsen en hebben in geen tijd de psychische gezondheid en het kritisch vermogen van een flink deel van het mensdom compleet veranderd en wel in de verkeerde richting, zij dat kennelijk een tegelijk door zekere machten gewenste richting.

    Potentaten houden immers niet van intelligente burgers, de geschiedenis toont hoe die desnoods massaal worden uitgemoord, en machthebbers houden hun onderdanen het liefst zo dom mogelijk. Bovendien garandeert de verslaving van de massa aan chemische vergiften ook dat het volk in armoede zal blijven ploeteren: de aloude samenzwering van kerk en staat onder het moto van 'houdt gij ze dom, dan houden wij ze arm' doet het met de nieuwe middelen in de hedendaagse context zelfs nog beter dan voorheen.

    Zo moet men het met lede ogen aanzien hoe vandaag wereldwijd de nieuwe drugsbaronnen, gewapend met een oogverblindende coronapolitiek, het ingevolge de milieuramp al geheel verkommerde mensdom de genadeslag toedienen met voor hun kar gespannen politici die een Nobelprijs voor Hypocrisie en Corruptie verdienen. Uiteraard zou de wet al te gortig met de voeten worden getreden mochten burgers ook worden verplicht om zich de vergiften van de drugstrafficanten in het lijf te laten spuiten en zo wordt de burgerlijke vrijheid nu feitelijk ondermijnd via allerlei laffe sluikwegen.

    U bent vrij om zich al dan niet te laten vaccineren maar doet u het niet, dan dreigt u een aantal rechten te verliezen, zoals het recht op arbeid, samenscholing, verplaatsing, medische verzorging en noem ze maar op: de rechten waarvoor iedereen betaalt en die op de helling staan voor wie weigeren om de kudde te volgen naar de afgrond. Belanghebbende politici meesmuilen in de media dat de niet-meelopers maar moesten gestraft worden en zo laten zij het uitschijnen dat wie gebruik maken van hun rechten, misdadigers zijn.

    Het moet hen zo moeilijk mogelijk gemaakt worden, zo bazuinen gelovigen, nog heiliger dan de paus, het in de media rond: zich er terdege van bewust dat men iemands rechten niet zomaar kan ontzeggen, sporen zij anderen aan om dat segment van de bevolking dat weigert nog langer te dansen naar de pijpen van de drugsbaronnen, met pestgedrag over de streep te trekken. En dat in een tijdperk waarin van elke gezagsdrager een nultolerantie tegen pestgedrag wordt geëist.

    Luister alleen naar het officiële nieuws: het komt letterlijk uit de dystopische roman van George Orwell zomaar uit de fantasie de werkelijkheid naar binnen wandelen. Maar andermaal overtreft de werkelijkheid de stoutste fantasie want bij die aansporing blijft het niet: meningen welke afwijken van de opgedrongen dogma's waarvan de verdedigers via het raam naar buiten vluchten van zodra de laatst overgebleven journalisten hun vragen op hen pogen af te vuren, worden prompt gedeletet van het net zoals intussen ruim een jaar geleden werd beslist door de club van de grootbezitters van het wereldeconomisch forum geleid door Klaus Schwab en co en onder de hoge bescherming van de prins van Wales wiens in de opiumkolonies buit gemaakte rijkdommen ook vandaag nog wereldwijd op alle televisieschermen worden uitgestald alsof het helemaal niet ging om een drugs- en mensenhandel en om dievenbuit doch om hoogstaande humanitaire prestaties.

    (J.B., 2 september 2021)

    Verwijzingen:

    - (°) https://www.bbc.com/news/world-asia-india-49404024


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht

    Drugsbaronnen aan de macht

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Drugsbaronnen aan de macht.pdf (131.9 KB)   


    01-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tuinen

    De tuinen

    (Om te lezen, klik op de flap!)


    Bijlagen:
    de tuinen.pdf (2.1 MB)   


    31-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stenen en mensen & De ondergang door overvloed

    Stenen en mensen & De ondergang door overvloed

    (Om te lezen, klik op de flap!)


    Bijlagen:
    stenen en mensen & de ondergang door overvloed.pdf (156.3 KB)   


    30-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spoken & De wolk & Fijn wit zand & René Coppitters, kwantumfysica, lichaam en ziel

    Spoken & De wolk & Fijn wit zand & René Coppitters, kwantumfysica, lichaam en ziel

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    spoken e a.pdf (146 KB)   


    29-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoofdgerecht des levens dis & De winter en de dood

    Het hoofdgerecht des levens dis & De winter en de dood

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Het hoofdgerecht van slevens dis & De winter en de dood.pdf (143.1 KB)   


    28-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 4: Dekolonisatie: machtswissel der baronnen

    Drugsbaronnen aan de macht

    Aflevering 4: Dekolonisatie: machtswissel der baronnen

    Kolonies zijn in de praktijk landen die leeggeroofd worden door kolonisatoren en deze laatste zijn landen die hun kolonies leegroven. De roof voltrekt zich ingevolge het recht van de sterkste en wegens het van toepassing zijn van de middel-doelomkering geschieden de misdaden in kwestie onder het voorwendsel van beschavings- en bekeringswerk: "Wij vallen een land binnen om het te beschaven" betekent eigenlijk: "Onder het voorwendsel van beschavingswerk, vallen wij een land binnen en wij roven het leeg." Het middel (binnenvallen) is in feite het doel en het doel (beschaven) is het voorwendsel en derhalve het middel.

    Maar bij een middeldoelomkering blijft het niet, er is nog een tweede omkering van toepassing: de rover wil namelijk niet alleen zijn criminele activiteiten verbergen, hij wil bovendien dat zij door iedereen beschouwd worden als weldaden; de moordenaar wil doorgaan voor een filantroop! En nu is dat weliswaar een huzarenstukje maar macht en geweld gekoppeld aan sluwheid maken vaak van wat onmogelijk lijkt een makkelijke klus en dat wordt nog elke dag en in de allerbontste kleuren door de geschiedenis zelf geïllustreerd.

    De kolonisering verliep aldus ingevolge het recht van de sterkste en de sterksten waren toentertijd botweg degenen die in het bezit waren van vuurwapens: de blanken. De blanken koloniseerden de landen van wie nog geen vuurwapens kenden: de zwarten, de roodhuiden en de Aziaten. Om het te houden bij één voorbeeld: alle landen van Afrika werden ooit gekoloniseerd door een of ander land van de blanken of dus een land waarvan de burgers beschikten over vuurwapens. Een uitzondering is de Westelijke Sahara, een woestijngebied waar niets te vangen is. Hier dient volledigheidshalve nog aan toegevoegd dat de tijd der kolonies zijn intrede deed nadat de slavernij (- zie daarover: "Hoe Europa groot en rijk werd") was afgeschaft en uiteraard ter vervanging daarvan en het houden van slaven heette vanaf dat ogenblik 'beschavingswerk'.

    Maar geleidelijk begon de autochtone bevolking van de door het Westen leeggeroofde landen haar rechten op te eisen. In Latijns-Amerika bijvoorbeeld verdreef vrijheidsstrijder Simón Bolívar de Spanjaarden - hij werd president in Peru, Marquez beschreef in een verhaal diens laatste jaren en in 1825 werd Bolivia naar hem genoemd. Na W.O.I werden heel wat Europese kolonies 'mandaatgebieden', wat inhoudt dat zij schijnafhankelijk werden en feitelijk geherkoloniseerd. Na W.O.II werd in 1947, geïnspireerd door Gandhi en Nehru, Indië onafhankelijk van het Britse rijk waarvan het sinds 1858 deel had uitgemaakt en het werd bij die gelegenheid opgesplitst in de seculiere staat Indië en de moslimstaat Pakistan [dat zijn naam ontleent aan (begin)letters van de Indiase deelstaten Punjab, Afghania, Kasjmir, Sindh en Beloetsjistan]. Ook Nederlands-Indië (onder Soekarno) scheurde zich los samen met de landen in het Midden-Oosten; in 1960 kwam Afrika aan de beurt en na 1965 de Caraïben en Oceanië. Edoch, de nieuwe leiders waren vaak door de kolonisatoren in het zadel geholpen dictators welke hun belangen verzekerden.

    Zoals gezegd: toen de misdaden inzake de kolonies aan het licht kwamen - en zij waren niet min - stopte de kolonisering, zoals eerder ook de slavernij werd 'afgeschaft'. Edoch, zoals de slavernij in feite werd vervangen door de nog veel onmenselijkere schuld- en loonslavernij, zo ook verdwenen de kolonies allerminst omdat de kolonisatoren in hun vroegere kolonies stromannen aan de macht brachten om van op afstand ongestoord met de roofpartijen door te kunnen gaan. Zo werd na de onafhankelijkheid van Belgisch Congo dat land niet bestuurd door Lumumba die de afgevaardigde was van het Congolese volk: Lumumba werd prompt vermoord (1961) en dictator Mobutu werd president van Congo (1965-'97); hij werd in het zadel geholpen en gehouden door het Westen en door de dictators van Oeganda, Somalië en Zimbabwe.

    Het volk kwam in opstand tegen de handlangers van zijn kolonisatoren en tegen uitbuiting in allerlei vormen, zoals de ontvreemding van de bodemschatten. Zo eisten in 1980 de Saoedi de rechten op de ontginning van de aldaar in 1938 door de Amerikanen ontdekte olie volledig op en op 18 december 2010 brak de zogenaamde Arabische Lente uit: de bevolking van de Noord-Afrikaanse landen kwam in opstand tegen hun dictators. (1)

    Ook allerlei vormen van bezetting worden niet langer geduld van zodra het tot de slachtoffers doordringt dat zij worden uitgebuit en de plotselinge opkomst en verspreiding van het internet heeft sterk bijgedragen tot die bewustwording. Daarentegen wordt die bewustwording sterk afgeremd door armoede en onderdrukking: honger, analfabetisme, een gebrek aan scholing, druggebruik en beknottende ideologieën en religies zorgen voor een achterstand welke dan door eerstewereldlanden wordt misbruikt om ganse bevolkingsgroepen in een toestand van feitelijke slavernij te houden. Pas ter gelegenheid van bijvoorbeeld een giframp zoals in Bophal in 1984 wordt duidelijk dat burgers van derdewereldlanden in den duik in slavernij gehouden worden door het westen dat stinkend rijk wordt van hun arbeid waaraan zij zelf ten onder gaan.

    Men heeft berekend dat voor de hoge levensstandaard van één westerling ongeveer veertig slaven uit de derde wereld moeten opdraaien, waaronder kinderen aan wie nota bene opzettelijk een menswaardige opvoeding onthouden wordt om te vermijden dat zij zich bewust zouden worden van hun toestand en zij zich zouden emanciperen want dat zou het einde zou betekenen van het profitariaat van de 'beschaafde' wereld.

    Maar zoals vaker het geval is, speelt het noodlot ons parten en is het paradoxaal genoeg de achterstelling van de slaven die garant staat voor ons luxeleven, welke dit luxeleven ook in gevaar brengt: bij het induceren van een religie en van nog andere zaken die de slaven dom moeten houden zodat zij makkelijk manipuleerbaar zijn, wordt over het hoofd gezien dat de kolonisatoren uiteraard geen monopolie hebben over de door hen geïnduceerde zwakheden van hun slachtoffers: evengoed kunnen de burgers van deze derdewereldlanden voortaan moeiteloos gestuurd worden door terroristen.

    Deze machtswissel doet zich nu voor van zodra de greep van het westen op de derde wereld verzwakt, wat vandaag het geval is ingevolge de vloek van de tegendoelmatigheid die vroeg of laat elke oneigenlijke menselijke activiteit zal perverteren. De meester verliest de controle over zijn slaven van zodra hijzelf in de slavernij belandt: hij deelt dan het lot van de zich god wanende goddeloze wiens instrumenten hem gaan overheersen.

    (J.B., 28 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (1) Ben Ali (Tunesië), Bouteflika (Algerije), het koningshuis van Jordanië, de regering van Oman, de dynastie van Saoedi Arabië, Mubarak (Egypte), de Syrische leiders, de Jemenitische regering, de leiders van Djibuti, Somalië, Soedan, Palestina en Bahrein, kolonel Al-Qadhafi van Libië, de regering van Koeweit, de koning van Marokko, de regeringen in Mauretanië, Libanon, Israël en Irak.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sparen en plunderen & Het geloof en de werken. Twee verhalen

    Sparen en plunderen & Het geloof en de werken. Twee verhalen

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Sparen en plunderen e a.pdf (1.7 MB)   


    27-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde van de wereld en nog vier andere opstellen

    Het einde van de wereld en nog vier andere opstellen

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    het einde van de wereld en andere.pdf (300.6 KB)   


    26-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 3: Goden zijn demonen

    Drugsbaronnen aan de macht

    Aflevering 3: Goden zijn demonen

    Afghanistan kreeg zijn naam in de achttiende eeuw en voordien werd het aangeduid als Khorasan, wat eigenlijk op de hele regio slaat en wat Oud-Perzisch is en wil zeggen: Land van de rijzende zon. Nog vroeger heette het Aryana, van het Sanskriete āryan, wat nobel of rein betekent: Aryana zijn ariërs en zij ontlenen hun adeldom aan hun volgzaamheid aan de Veda's, de heilige geschriften uit het hindoeïsme met goddelijke voorschriften zoals opgetekend door de profeten van India, Rishi genaamd, wat zieners betekent.

    Zieners zijn mensen met visioenen en over visioenen weet men dat zij zich vaker voordoen na het gebruik van welbepaalde drugs, de zogenaamde hallucinogene, psychedelische, geestverruimende of entheogene middelen. Dat laatste betekent letterlijk: middelen die het goddelijke voortbrengen.

    Er zijn vele hallucinogene stoffen, waaronder noscapine, dat een bestanddeel is van het onverschillig makende opium. Opium zorgt ervoor dat men zoals Kali van Kolkata, zoals Didi uit De Blauwe Lotus en zoals de taliban in het land van de papaver, geheel onverstoord en in de waan dat men aldus aan de goden gehoorzaamt, mensen kan onthoofden welke weigeren in die hallucinante realiteit te geloven: wie niet horen wil, moet voelen.

    Naast de link tussen druggebruik en moordlust is er ook een verband tussen druggebruik en religiositeit, wellicht vanwege het effect van drugs op onze hersenactiviteit die naar men zegt heel specifiek is voor spirituele gevoelens en gedachten. Volgens theosofe H.P. Blavatsky zijn drugs nefast voor de hoogsensitiviteit welke vereist wordt om in het spoor van mystici en visionairen te kunnen treden. Met zijn uitspraak dat godsdienst opium is voor het volk, stelde Karl Marx dat religie de goedkope nepdrug is voor de armen terwijl welgestelde burgers opium roken maar sommigen draaien dit om en zo verklaart de Leuvense psychiater Dirk De Wachter in NRC/Handelsblad van 18 december 2019 dat vandaag opium de godsdienst is van het volk terwijl de Amerikaanse professor Gary Laderman zelfs pleit voor psychofarmaca als bron van spiritualiteit. (1)

    Dat de genoemde zaken alle drie onderling verbonden zijn, blijkt bijvoorbeeld waar onder invloed van hallucinogene stoffen rituelen worden opgevoerd waarin aan de goden mensenoffers worden gebracht: de goden maken de mensen godsdienstig, wat wil zeggen dat zij hen wijzen op hun plicht om soortgenoten af te slachten. Of dat is althans wat de gelovigen geloven want, Julian Jaynes indachtig, zijn de bevelen van de goden tot louter menselijke gedachten en inbeeldingen te herleiden - hallucinaties die zij krijgen ingevolge druggebruik. Bij de Azteken in Mexico was dat de uit de peyote-cactus verkregen mescaline die later ook de mormonen gingen gebruiken om religieuze extase op te wekken maar druggebruik brengt zoals bekend ook waanbeelden en krankzinnigheid teweeg. (2)

    Op die manier wordt het genoemde drietal uitgebreid naar vier: druggebruik, godsdienst, moord en geestesziekte, al kan ook kunst aan het rijtje worden toegevoegd en daarmee samenhangend uiteraard ook bedrog en geld, geweld, list en ga zo maar door: god en de duivel, het genie en de krankzinnige, niets ontziende oorlog en eeuwige vrede, de uitersten die aan elkander tol moeten betalen om te kunnen bestaan en die aldus elkaar ook raken. Alle macht komt van boven, zo beweerde men eens en men keek op naar de vorsten als waren zij goden maar voor hetzelfde geld, zo weten wij nu, zijn zij demonen - de wereld immers is des duivels.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 26 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.cnnbs.nl/column-drugs-als-godsdienst-van-het-volk/

    (2) https://www.vice.com/nl/article/8xz8m3/de-fascinerende-geschiedenis-van-mescaline-de-eerste-psychedelische-drug




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het argument

    Het argument

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    het argument y.pdf (225.9 KB)   


    25-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godsdienstvrijheid, een contradictie?

    Godsdienstvrijheid, een contradictie?

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Godsdienstvrijheid e a artikels 28pp.pdf (131.7 KB)   


    24-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht Aflevering 2: Amphioen en de doodskoppen van Kali

    Drugsbaronnen aan de macht

    Aflevering 2: Amphioen en de doodskoppen van Kali

    Rsi of rishi is het Sanskriet (Oud-Indisch) woord voor ziener: een rishi ziet de waarheid en zijn openbaring daarvan is kennis. Het Sanskriet voor kennis is veda. De (vier) veda's zijn de aanvankelijk mondeling overgeleverde oudste heilige 'wetenschappen' van het hindoeïsme. Het woord Hindu komt van het 4000 jaar oude Perzische woord Sindu dat de rivier de Indus aanduidt en dat uitgesproken werd als Hindu. Het hindoeïsme is de oudste levende wereldreligie.

    Wie de veda's beleden, waren rein, zuiver, edel of, in het Sanskriet: āryan. vertaald als ariërs. Met ariërs werd een talengroep aangeduid maar het woord raakte beladen toen de nazi's het gebruikten in hun kaduke rassenleer. Iran is in het Perzisch [het rijk waar men de taal parsi (in het Helleens: persis) spreekt] het vrouwelijk voor ariër en in 1935 wilde de toenmalige Shah Reza Pahlani dat Perzië voortaan Iran genoemd werd om aldus duidelijk stellen dat de Perzen Ariërs waren.

    Samen met Tadzjikistan, Oezbekistan, Turkmenistan en Afghanistan behoort Iran tot de Khorasan, wat Oud-Perzisch is voor het 'Land van de rijzende zon', waar de oudste cultuursteden te vinden zijn zoals Samarkand, Herat en Kabul. De Khorasan ligt achter de Levant (of de Mashreq, wat Arabisch is voor zonsopgang, oosten of Morgenland) wat direct oostwaarts van de Middellandse Zee ligt, omvattende Israël, Jordanië, Libanon, Syrië, Palestina, Hatay (en eventueel ook Cilicië en Cyprus). [NB: de Maghreb is het westen (van Noord-Afrika)].

    Kolkata (voor 2001: Calcutta) komt van Kalokshetri, wat betekent: 'het veld van Kali'. Kali is de godin van de dood, afgebeeld met in de ene hand een zwaard, in de andere een afgehakt hoofd en aan haar halssnoer eenenvijftig doodskoppen. Calcutta was tot 1911 de hoofdstad van Brits-Indië en is nu de hoofdstad van de Indische deelstaat West-Bengalen van waar de dichter Rabindranath Tagore en de musicus Ravi Shankar afkomstig zijn. Daar werd amphioen (opium) geteeld, als betaalmiddel gebruikt door de in 1602 opgerichte Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die in 1676 het monopolie kreeg over de opiumhandel. Aan de VOC en derhalve aan de opiumhandel hebben de Nederlanders die daar twee eeuwen lang met slaven werkten, een goed deel van hun rijkdom te danken. Calcutta, bekend als het werkterrein van de heilige Moeder Theresa, is een van de armste regio's ter wereld.

    Indië was van 1863 tot 1949 een Britse kolonie onder de dynastieën van de huizen Saksen-Coburg en Gotha en Windsor en derhalve verrijkten ook de Britten zich met opiumhandel. Op 5 september 2019 publiceerde de BBC een artikel van de hand van haar Indië-correspondent Soutik Biswas, getiteld: How Britain's opium trade impoverished Indians of Hoe de Britse opiumhandel de Indiërs arm maakte. (°) De Oost Indische Compagnie, een Brits staatsbedrijf, dwong de Indische boeren om papaver te telen, waarbij ongeveer 10 miljoen mensen betrokken waren in Uttar Pradesh en Bihar, met een jaarlijkse productie voor de farmacie van een paar duizend ton, vergelijkbaar met de hedendaagse opiumproductie voor heroïne in Afghanistan.

    Aanvankelijk verkochten de Britten aan China thee maar alras werd dat opium en in 1906 was 23,3 percent van de volwassen Chinese mannen eraan verslaafd, zodat de keizer protesteerde bij de Britten. Maar zij grepen prompt naar de wapens, dwongen China zijn havens weer open te stellen voor opium en namen het eiland Hong Kong in (dat Brits bleef tot 1997).

    De handel in drugs en de handel in mensen hangen nauw samen omdat inzake de twee bedrijvigheden eenzelfde politieke hypocrisie in het spel is; het is een dubbelspel. Het westen houdt immigranten uit armere werelddelen tegen: niet met de bedoeling hun de toegang tot het westen te ontzeggen maar met de bedoeling hun de legale toegang te ontzeggen en hun tegelijk oogluikend en illegaal naar binnen te kunnen smokkelen. Op die manier zijn de hekken welke worden opgericht tegen de toevloed van migranten in feite slavenfabrieken: zij maken van de inwijkelingen illegale of rechteloze arbeiders die aldus aan hongerlonen al het zware werk van de rijken opknappen. Vraagt men aan bijvoorbeeld de Europese politici waarom zij de illegale asielzoekers niet terugsturen, dan antwoorden zij prompt dat zij dat niet kunnen doen om economische redenen: de prijs van bijvoorbeeld de groenten in de supermarkt zou dan de pan uitrijzen. En een vergelijkbaar dubbelspel ziet men inzake de drugshandel: officieel is de import van drugs verboden maar in den duik blijven corrupte politici er samen met de handelaars dik aan verdienen. Met drugs worden mensen geconditioneerd en omgeturnd tot de geldmachines van deze gewetenloze schurken: verslaafden doen immers eender wat om aan hun verslaving tegemoet te komen en dit ten koste van hun geluk en van hun eigen leven. Drugsverslaafden zijn mensen die geslachtofferd worden op het altaar van het gouden kalf, zoals een Vlaams filosoof het eens heeft uitgedrukt.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 24 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    - Algemene info: Wikipedia.

    - (°) https://www.bbc.com/news/world-asia-india-49404024




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genosuïcide in de opmars

    Genosuïcide in de opmars

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    genosuïcide e a verhalen.pdf (147.7 KB)   


    23-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger
    IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger
    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 1: De Blauwe Lotus

    Drugsbaronnen aan de macht

    Aflevering 1: De Blauwe Lotus

    Theologiestudenten, dat is wat het (Pasjtoe)woord taliban betekent. Het gaat hier uiteraard om de islamtheologie en de term godgeleerdheid mag dan wel onwerelds en derhalve onschuldig klinken: de islamtheologie is dat niet omdat zij een theocratie voorstaat en dat is een staat die door God zelf bestuurd wordt - althans volgens degenen die pretenderen Hem te vertegenwoordigen.

    Het Oude Egypte onder de farao's was een theocratie. Ook het oude Israël onder Mozes die de stenen tafelen met de tien geboden van Jahweh persoonlijk ontving en die aldus de auteur is van de Thora - de joodse wet, bestaande uit de eerste vijf Bijbelboeken of de Pentateuch, het zogenaamde Oude Testament, de grondslag van de halacha, de joodse wet. Het vroegere Japanse keizerrijk was een theocratie van 1886 tot na de Tweede Wereldoorlog. De pausen van de katholieke kerk deden doorheen de hele geschiedenis een beroep op goddelijke macht, zoals bijvoorbeeld ten tijde van de verovering van Amerika door Columbus in 1592: in het Requierimento van 1513 verplichtten ze de Indianen op grond daarvan zich aan de Spanjaarden te onderwerpen en zich te laten dopen op straffe van gevangenschap en slavernij, hetgeen sowieso hun lot was. Het Vaticaan is trouwens ook vandaag nog een theocratie, samen met de Islamitische Republieken Iran en Mauretanië. En zo belanden we bij Afghanistan dat een Islamitische Republiek was totdat de Taliban het land vandejaar uitriepen tot een Islamitisch emiraat. De bevolking vreest voor de handhaving van de middeleeuwse sharia of de moslimwet.

    Moslims zijn in de eerste plaats gelovigen en samen met de joden en de christenen behoren zij tot de drie religies van het Boek (namelijk: de Bijbel) die openbaringsgodsdiensten zijn: God zelf heeft zich daarin geopenbaard aan de mensen en in het bijzonder aan de profeten, die hun 'ingevingen' hebben medegedeeld aan anderen, meestal door ze neer te schrijven in boeken.

    In het licht van wat de Amerikaanse psycholoog Julian Jaynes hierover schrijft in The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind - zijn bewustzijnstheorie uit 1976 - zouden de zogenaamde goddelijke openbaringen te verklaren zijn als een primitieve perceptie van het denken. In vroegere tijden zouden mensen zich niet bewust zijn geweest van hun denken: zij 'hoorden' hun gedachten en interpreteerden die als de stemmen van de goden. Wat die stemmen zegden, waren voor hen aldus bevelen of goddelijke wetten. Met het gevolg dat men de eigen bedenksels geheel kritiekloos uitvoerde. Een dergelijke primitieve interpretatie van het denken is overigens blijven bestaan bij zekere psychotici en ook bij druggebruikers die zeggen stemmen te horen van personen die er niet echt zijn.

    De taliban werden gesticht in 1994 in Pakistan en in Afghanistan als een revival van de fundamentalistische islam en de vraag rijst of dit nu toevallig de streek is waar vandaan tachtig percent van alle papaver (klaproos, 'kolleblom' - van 'kol' of 'heks') ter wereld afkomstig is. Uit papaver somniferum (slaapbol) worden behalve maanzaad ook opium, morfine en heroïne gewonnen: heroïne kan mensen zo megalomaan maken dat zij denken dat zij goden zijn.

    In 1805 distilleerde een Duitse apotheker uit opium de pijnstiller morfine en in 1897 haalde Bayer daaruit heroïne dat, samen met aspirine en cocaïne van het bedrijf hét drugslab van de wereld maakte. In 1937 kwam daar nog het pepmiddel pervitin bij en ofschoon al die drugs gegeerd werden in tijden van oorlog, werd er alras een strijd tegen gevoerd terwijl de grootheidswaanzinnige Hitler en zijn nazitop eraan verslaafd waren.

    Maar reeds de farao's kenden opium en Cleopatra pleegde zelfmoord met een overdosis ervan: dictators en drugs, het zijn kennelijk twee handen op een buik. En laten we nu de criminele rij maar vervolledigen: godsdienst, drugs, grootheidswaanzin, dictatuur, slavernij, moordpartijen en geld. (°) En wat te denken van het volgende.

    In zijn vierde en vijfde album van Kuifje, respectievelijk De Sigaren van de Farao en De Blauwe Lotus, bracht striptekenaar Hergé de opiumproblematiek aan bod: hij verhaalt hoe iemand onder invloed van het gekmakende vergif radjaïdjah zich indenkt de filosofie van Lao Tse in de praktijk te brengen terwijl hij alleen maar de neiging heeft om voortdurend mensen te onthoofden!

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 23 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    - Norman Ohler, Drugs in het derde rijk, Uitgeverij Luitingh Sijthoff, 2016.

    - https://historiek.net/drugsgebruik-derde-rijk-adolf-hitler/65134/

    - https://nl.wikipedia.org/wiki/Julian_Jaynes

    (°) Over de katholieke kerk en drugs, zie: Corona en de heilige zaak – Deel 17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger. Zie:

    - https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3268188

    - Wikipedia.




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U moet er af!

    U moet er af!

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    de vlaamse identiteit e a.pdf (2.4 MB)   


    22-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evolutie en inwikkeling

    Evolutie en inwikkeling

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    evolutie en inwikkeling.pdf (226.5 KB)   


    21-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erosie

    Erosie

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Erosie e a verhalen.pdf (123.9 KB)   


    20-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elders zijn & De opeising der ultieme productiemiddelen

    Elders zijn & De opeising der ultieme productiemiddelen

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    Bijlagen:
    elders zijn & de opeising der ultieme productiemiddelen.pdf (120.3 KB)   


    19-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.N.a.v. de executies in Afghanistan: "Martelaren sterven niet" (herhaling)




    "Martelaren sterven niet"

                Onthoofdingen

                In het jaar 1096 begonnen in Duitsland christelijke ridders en boeren de Eerste ('Duitse') Kruistocht voor de bevrijding van Jeruzalem – een onderneming waarbij in 1099 ook Tripoli, Antiochië en Odessa op de islamieten werden heroverd. In de godsdienstwaanzin die daarmee gepaard ging, werden in 1096 in Duitsland de joden door de boeren afgeslacht en die jodenvervolging hield ook aan tot vandaag. Zo werden in de vijftiende eeuw veroordeelde joden (door christenen) tussen twee honden ondersteboven aan de galg gehangen om hen tot bekering te dwingen; zij die zich bekeerden, werden losgemaakt, gedoopt en meteen daarop onthoofd. Als waarschuwing aan de bevolking werden de hoofden bij de stadspoort op palen tentoongesteld. De "Ene Heilige Katholieke en Apostolische Kerk" was toen precies duizend jaar in het bezit van de sleutel van de hemelpoort.

               

    Onthoofding was tot voor kort de gangbare executiemethode. Een van de beroemdste onthoofdingen uit die tijd is deze van de Engelse humanist Thomas More (1478-1535), een slachtoffer van Hendrik VIII. Deze vorst liet ook twee van zijn zes vrouwen onthoofden, hij maakte jacht op ketters en wilde doorgaan voor heiliger dan de paus. More werd uitgeschakeld omdat hij weigerde de koning te erkennen als hoofd van de Kerk van Engeland – een zelfverklaard 'pausschap' dat het de souverein immers mogelijk maakte om eigenhandig zijn huwelijk met Catharina nietig te verklaren.

    In het katholicisme kent men de onthoofde martelaren, te beginnen met de apostel Paulus onder Nero (54-68), en een van de bekendste in de eerste eeuwen is de heilige Dionysius, de eerste bisschop van Lutetia (het huidige Parijs) naar wie een geïndustrialiseerde maar nu verpauperde Parijse voorstad werd genoemd, vandaag bekend van de terreuraanslagen van 13 november 2015: de derde-eeuwse martelaar werd onthoofd op de Montmartre en zou dan met zijn afgehakte hoofd onder de arm te voet naar het huidige Saint-Denis getrokken zijn alwaar hij tenslotte dood neerviel en werd begraven. 'Montmartre' is afgeleid van ofwel Mont Martis – 'heuvel gewijd aan de heidense oorlogsgod Mars' – ofwel le mont du martyr 'heuvel van de martelaar'.

               

    Kenneth Baxter Wolf beschrijft in zijn Christian Martyrs in Muslim Spain hoe tussen 850 en 859 in het islamitische Al-Andalus (Andalusië in Zuid-Spanje) achtenveertig christenen werden onthoofd – de zogenaamde martelaren van Cordoba – omdat zij de islam zouden hebben beledigd. Een gelijkaardige historie speelde zich af op 14 augustus 1480 op de Minerva-heuvel in Otranto in Zuid-Italië: daar werden op bevel van Ottomaan Gedik Ahmed Pasja achthonderd christenen onthoofd omdat ze weigerden zich tot de islam te bekeren.

                Islamitische Staat onthoofdde onder meer op 15 februari 2015 eenentwintig koptische christenen in Libië maar bij de intocht van de wrede Mongolen met aanvoerder Timur Leng (1370-1405) werden maar eventjes zeventien miljoen slachtoffers gemaakt – veelal voor de constructie van piramides van mensenhoofden. De genoemde terreuraanslagen in Parijs eisten honderddertig mensenlevens maar ten tijde van de Franse Revolutie (1789-1799) rolden in deze stad maar liefst veertigduizend koppen door de guillotine waarmee de onthoofding op industriële schaal werd toegepast. De daders van die massamoord waren geen godsdienstfanaten maar atheïsten in het spoor van de zogenaamde verlichte geesten met in hun vaandel het voor de huidige vluchtelingen in Calais wel bijzonder hypocriet klinkende tripel: liberté, égalité, fraternité!

               

    A propos, de schuine stand van het guillotinemes kwam er naar men zegt op voorstel van de amateur-mechanieker Lodewijk XVI die de efficiëntie ervan aan de lijve mocht ondervinden.

               

    Nog recenter – in 1934 – kwam het eerste nazi-slachtoffer, de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe, door onthoofding om nadat hij beschuldigd werd van het in brand steken van het Duitse parlementsgebouw het jaar voordien – Willem Elsschot maakte een gedicht over de held en Bertolt Brecht voerde hem (onder de naam Fish) op in een toneelstuk. De laatste westerse executie door onthoofding viel in 1977 in Marseille de gangster Hamida Djandoubi te beurt.

               

    Het buskruit bestond al sinds de negende eeuw in China maar pas na de invoering ervan in de veertiende eeuw in Duitsland kwamen de voorontwerpen van de vuurwapens: in de zestiende eeuw waren er de (onhandelbare en op een vork steunende) musketten, later de bajonetten, pas in de negentiende eeuw kwamen de geweren. Vandaag zijn er de massavernietigingswapens waaronder de atoombommen en de chemische en biologische wapens. Hoe dan ook moest men zich ten tijde van de profeet Mohammed – in de zevende eeuw – nog behelpen met het mes en men begrijpt alras hoe een letterlijke interpretatie van oude voorschriften het schavot van destijds in leven heeft gehouden.

                'Iets om voor te sterven'

                ­Human beings always need something to live for; more than that, they need something to die for – aldus parafraseert bijvoorbeeld Amy Mantravadi (in: The inevitability of religion) de nogal ondoordachte mening van menig katholiek hedendaags theoloog, namelijk de overtuiging dat de mensen iets nodig hebben om hun leven voor te geven!

               

    Het ondergeschikt achten van de menselijke persoon aan het grotere geheel waarvoor iemand leeft en werkt en desnoods ook zijn leven wil of moet opofferen, kennen wij niet alleen als de zogenaamde vaderlandsliefde welke vooral in oorlogstijd gepropageerd wordt of van communistische en andere ideologieën die het belang van de enkeling ondergeschikt maken aan dat van de staat: de Franse katholieke theoloog Pierre Teilhard de Chardin richtte er zijn hele denken op om aan te tonen dat het de ultieme zin is van het ganse evolutionaire proces om te komen tot een (vrijwillige) onderwerping van de enkeling aan de gemeenschap, waarbij aldus de enkeling of de mens zou worden omgezet in de godmens, Christus, de sluitsteen van de evolutie.

               

    Uit de dode stof is het leven voortgekomen – biogenese – en uit het leven kwam de mens voort – antropogenese. De menselijke hersenen ontwikkelden – cefalisatie – maar hebben intussen opgehouden met groeien want ze hebben hun limiet bereikt: nu reeds moet een kind een jaar te vroeg geboren worden omdat een volgroeid mensenhoofd te groot geworden is voor een normale geboorte. Edoch, de evolutie houdt niet op, zo betoogt Teilhard, en de oplossing voor een verdere groei ligt in een 'samensmelting' van de vele mensenhoofden, elk gespecialiseerd in een eigen taak: de zogenaamde sociogenese of de intermenselijke samenwerking – en zijn het internet of, meer algemeen, de explosie van de massacommunicatiemedia dan geen recent symptoom daarvan? Het menselijke individu ruimt plaats voor een mensheid die als kerk met god zelf wordt geïdentificeerd: het mystieke lichaam van de godmens. Edoch, zo mooi als dergelijke theorieën klinken, zo gevaarlijk zijn ze ook...

                De nazi's en het mystiek lichaam: theorie en praktijk

               

    Pius XII is berucht omdat hij zich nooit uitsprak tegen de jodenvervolging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en, zo mogelijk nog erger, omdat na de oorlog zijn vertrouwelingen via de zogenaamde 'Rattenlijn' nazibeulen van valse papieren voorzagen om hen aldus veilig naar Zuid-Amerika te helpen ontsnappen. Onder hen waren Josef Mengele, 'Todesengel' genoemd vanwege zijn afschuwelijke experimenten op kinderen in Auschwitz, overleden in 1979 in Brazilië als abortusspecialist Wolfgang Gerhard, en Klaus Barbie, overleden in 1991, bijgenaamd 'de slachter van Lyon', die als Klaus Altmann in La Paz nog tot 1982 ongestoord kon doorgaan met martelen als ondervragingsexpert in dienst van de Boliviaanse dictators. Uitgerekend deze zogenaamde 'oorlogspaus' schreef in 1943 een encycliek getiteld Mystici Corporis Christi (voortaan afgekort als MCC) en met als ondertitel: Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus.

                In het evangelie van Johannes 3,16 staat te lezen: God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, en ziedaar de verantwoording voor het zich inmengen van de Kerk in de wereldpolitiek. Kol.1,18 noemt Christus het hoofd van de Kerk, de gelovigen zijn de ledematen (Rom. 12,4) en Rom.12,5 zegt: wij vormen in Christus met velen één lichaam. De levengevende organen van dat lichaam zijn de sacramenten (MCC, 18). De gelovigen ontvangen met de Hostie, in Joh. 6,35: 'het brood des levens' genoemd, het ware Lichaam van Christus, dat hen verenigt met het mystieke Lichaam van Christus – de Kerk. Die Kerk is eerst strijdend (de gelovigen), dan louterend of lijdend (de martelaren) en tenslotte triomferend (de heiligen).

                De theorie klinkt mooi, de praktijk is anders en ook de schrijver van deze encycliek kan zich niet onttrekken aan de kerkleer: in nummer 1397 van de Katechismus wordt gesteld dat men de Hostie niet in waarheid kan ontvangen als men niet eerst Christus herkent in de armen en de onderdrukten.

                Tenslotte is deze mooie theorie niet ongevaarlijk: de zichtbare Kerk en haar derhalve wereldse lichaam dat zich moet inlaten met de verdrukten, laat zich willens nillens in met politiek, met wereldse macht en zo betreedt zij het territorium van de duivel. Immers, toen deze laatste Jezus meenam naar een hoge berg en Hem in ruil voor een knieval de wereld aanbood, sloeg Jezus weliswaar het aanbod af maar Hij ontkende allerminst dat de wereld in het bezit is van de duivel.

                God en de wereld

                Doorheen de hele geschiedenis hebben theocratieën bestaan waarbij koningen zich beroepen op de goddelijke oorsprong van hun macht, zoals ook de paus zich beroept op de goddelijke aanstelling van Petrus. De Egyptische farao's, de koningen van Israël, de koningen in China vanaf de Yuan-dynastie in 1279 tot 1911, de koningen van Japan die pas in 1946 hun goddelijke status prijsgaven, de keizerrijken welke het kerkelijk en wereldlijk gezag verenigen zoals het Heilig Roomse Rijk (962-1806) en het Duitse Keizerrijk (1871-1918). In Saoedi-Arabië heerst God zelf die immers zijn wet oplegt met de sharia en met de goddelijke rechtspraak of de Fikh. Het kalifaat is een staat met aan het hoofd een kalief, die zijn macht rechtstreeks van Mohammed heeft geërfd – ofschoon dit in werkelijkheid allang niet meer het geval is. Er hebben verschillende kalifaten bestaan en ook tegenkalifaten, totdat in 1924 Mustafa Kemal Atatürk het kalifaat afschafte in de Turkse Nationale Vergadering waarbij de Turkse republiek werd gesticht met een scheiding tussen kerk en staat.

                Het kalifaat

                Edoch, na W.O.II poogden fundamentalisten het kalifaat her op te richten, wat het geval was met Al Qaida en I.S., aanvankelijk een heilige oorlog of jihad tegen de Amerikanen en hun bondgenoten in Irak. In 2014 werd het kalifaat uitgeroepen op drie plekken: in Syrië/Irak (I.S.), in Gwoza, Nigeria (Boko Haram) en in Derna, Libië (Ansar al-Sharia), met vandaag meer dan tien miljoen onderdanen en zowat één op de vijf vluchtelingen die nu naar Europa komen, zijn voor het kalifaat gevlucht.

                Het kalifaat mikt op het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Spanje, Turkije en de Balkan en kan nu ook al rekenen op sympathisanten in verwante groepen in de Sinaï in Egypte, de Gazastrook, Algerije, Marokko, Pakistan, Indonesië, Libanon, Jordanië en de Filipijnen. In het kalifaat moeten alle niet-moslims een belasting betalen om in leven te mogen blijven. Maar hoe is het ooit kunnen komen tot de onvoorstelbare terreur en wreedheid van de Islamitische Staat?

                Van Abu Ghraib naar I.S.

                Aanvankelijk zouden Saoedi-Arabië en de V.S. opstandelingen in Syrië hebben gesteund om samen met hen het communistische regime van Assad omver te werpen maar zij verloren hun greep op hen: de strijders scheurden zich los en gaven gehoor aan ene Abu Bakr al-Baghdadi die imam was tijdens de Amerikaanse inval in Irak. De wereld zal zich de zaak van de grove mensenrechtenschendingen door de Amerikanen op gevangenen van de Abu Ghraib gevangenis in Irak nog lang herinneren. Welnu, Abu Ghraib werd gesloten en de gevangenen werden overgebracht naar Camp Bucca waar twintigduizend Iraakse gevangenen verbleven, onder wie Abu Bakr al-Baghdadi, die er vier jaar vast zat. Hij stichtte I.S. en kennelijk steekt hij nu zijn Amerikaanse beulen van destijds naar de kroon. Hij riep zichzelf uit tot kalief Ibrahim, bijgenaamd "onzichtbare sjeik": er staat tien miljoen dollar op zijn hoofd. Ziedaar, hoe het onbegrijpelijke vanzelfsprekend wordt.

                In feite is de wrede kalief een heruitgave van Osama Bin Laden die, lange tijd gesteund door Amerika, samen met de Afghaanse moedjahedien, oorlog voerde tegen de Sovjet-Unie. Toen Amerika in 1989 die steun opschortte, voelde hij zich verraden. Toen Saddam Hussein van Irak in augustus 1990 Koeweit binnenviel, voelde Saoedi-Arabië zich bedreigd, Bin Laden bood hulp aan maar de Saoedi verkozen Amerikaanse steun en ze pakten Bin Laden op, die in 1992 echter naar Soedan vluchtte waar hij aan landbouw deed en strijders verzamelde waarmee hij in 1995 een mislukte aanslag pleegde op Moebarak van Egypte. In 1996 keerde Bin Laden terug naar Afghanistan, verklaarde er de oorlog aan de Amerikaanse bezetter, steunde ook in Algerije en Egypte jihadstrijders en pleegde in 1998 aanslagen op twee Amerikaanse ambassades, waarna er 27 miljoen dollar op zijn hoofd werd gezet. Hij werd als dader aangewezen voor de aanslagen van 11 september 2001. Tien jaar later werd hij in Pakistan door Amerikanen gevonden en omgebracht. 

                Andermaal een jammerlijke middel-doelomkering

                Het mystieke Lichaam van Christus, de keizerrijken, het kalifaat en de hier nog niet vermelde communistische blokken die onder Stalin en Mao voor het heil van de staat het leven van miljoenen eigen burgers opofferden: het zijn voorbeelden van ideologieën over helden die in wezen slaven zijn, enkelingen die zich lijken weg te cijferen uit liefde voor hun vaderland of voor hun god terwijl zij in feite geen alternatief hebben omdat zij onvrij zijn – fysiek gevangen ofwel geïndoctrineerd. En zo mooi als deze ideologieën klinken, zo gevaarlijk zijn ze ook en dat blijkt heden uit de wreedheden begaan door 'gelovigen' die quasi machinaal de opdrachten uitvoeren waarmee zij kennelijk worden belast door de potentaten die hen hersenspoelden met die mooie idee van het goddelijke superorganisme dat zij dienen in ruil voor hun eigen onsterfelijkheid.

                Een schromelijke vergissing, omdat het bewustzijn zich uitsluitend situeert bij het individu – in casu in de menselijke persoon. Een persoon behoeft weliswaar anderen en dus een gemeenschap om mee te communiceren en om zich bewust te worden en aldus persoon te kunnen zijn, maar die gemeenschap zelf mist elke vorm van bewustzijn, is louter instrumenteel en dankt haar bestaan uitsluitend aan haar menselijke leden, zoals ook alle andere menselijke gebruiksvoorwerpen hun wezen ontlenen aan hun nut voor ons. Er is een hemelsbreed verschil tussen, enerzijds, de maatschappij waarin wij elk een eigen maar verwisselbare functie uitoefenen en, anderzijds, de medemens of de naaste die uniek en onvervangbaar is. Niet de enkelingen horen machinaal te handelen: zij zijn goddelijk, zij zijn een doel op zich en de staat is de machine of het instrument. Blijkbaar manifesteert zich hier een zoveelste verschrikkelijke middel-doelomkering.

                (Jan Bauwens, 30 november 2015)

                Verwijzingen:

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Antisemitisme

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Guillotine

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Kruistocht

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Onthoofding

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_More

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_VIII_van_Engeland

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Buskruit

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuurwapen

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Marinus_van_der_Lubbe

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Timoer_Lenk

                http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=433&id=1875

                http://amymantravadi.com/2013/08/25/the-inevitability-of-religion/

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Religie

                http://www.bloggen.be/hetgoedezoeken/archief.php?ID=30

                http://www.bloggen.be/ludonoens/archief.php?ID=2814903

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Pius_XII            

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Montmartre

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Saint-Denis_(Seine-Saint-Denis)

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Martelaren_van_C%C3%B3rdoba

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Verlichting_(stroming)

                http://libro.uca.edu/martyrs/martyrs.htm

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Onthoofding_van_21_koptische_christenen_in_Libi%C3%AB

                http://www.hln.be/hln/nl/1275/Islam/article/detail/1630206/2013/05/10/Paus-verklaart-800-martelaars-heilig-die-zich-weigerden-tot-islam-te-bekeren.dhtml

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Josef_Mengele

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Klaus_Barbie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Pius_XII

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaam_van_Christus

                http://www.ecclesiadei.nl/docs/notre-dame-de-chretiente-5.html

                http://www.eucharistie.nl/vraag14.htm

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Theocratie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Farao

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Yuan-dynastie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_Keizerrijk

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Heilige_Roomse_Rijk

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Theocratie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Jurisprudentie

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Sharia

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalifaat

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Islamitische_Staat_(in_Irak_en_de_Levant)

                https://nl.wikipedia.org/wiki/Abu_Bakr_al-Baghdadi

                http://nos.nl/artikel/664754-de-mysterieuze-leider-van-isis.html

    https://en.wikipedia.org/wiki/Camp_Bucca

    https://en.wikipedia.org/wiki/Abu_Ghraib_torture_and_prisoner_abuse

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Osama_bin_Laden
































    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop

    Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    Syrie israel.pdf (6.9 MB)   


    18-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De molen

    De molen

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    de molen.pdf (2.6 MB)   


    17-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een interview met Omsk Van Togenbirger over aanstaande historische gebeurtenissen

    Een interview met Omsk Van Togenbirger over aanstaande historische gebeurtenissen

    - OVT (fluisterend): Maar... hoe ben je hier naar binnen geraakt!? Je ging je toch niet laten vaccineren!? Je hebt toch geen vervalst pasje... dat kost een fortuin!?

    - Ordinaire omkoping, mijn beste!

    - OVT: Hemeltje...

    - Het gesticht is zo corrupt als de pandemie!

    - Daar zeg je me wat... Maar goed, je bent hier geraakt, en dat is het belangrijkste, want ik heb een en ander te zeggen en doe ik het nu niet, dan komt het er wellicht nooit meer van. Wat ik ga vertellen is de waarheid maar ik vermoed dat ik dit geheel veilig kan doen, ik ben immers ongeloofwaardig verklaard...

    - Ik zou zeggen: ga uw gang, Omsk Van Togenbirger, want de tijd raast snel voorbij!

    - OVT: Wel, vooraf moet ik zeggen dat ik twijfel aan de zin van deze hele opzet... en niet alleen omwille van het feit dat dit bij voorbaat als gekkenpraat zal worden verstaan.

    - Waarom doe je het dan?

    - OVT: Ergens dwingt de waarheid ons om hem uit te spreken, het moet een natuurwet zijn, ik denk dat er geen ontkomen aan is...

    - Zullen we dan van start gaan?

    - OVT: Goed... maar verschiet niet als ik wat ongeordend overkom, ik kan het onmogelijk allemaal netjes op een rijtje krijgen, het is teveel en ik ben moe, mijn gezondheid gaat fel achteruit... Maar het heeft allemaal geen belang meer...

    - We houden er rekening mee, doe maar rustig aan...

    - OVT: Ja, rust... is rust nog mogelijk, denk je? Ha, rust... behoort zeer zeker voorgoed tot het verleden nu... Waar is de tijd! Het komt nooit meer terug, nooit meer... Heb je gelezen dat de Taliban in China ontvangen werden met de rode loper, een week of twee geleden?

    - Heb ik van gehoord, ja...

    - OVT: Met de rode loper dus... ha! Je weet ook dat professor Montagnier van bij de aanvang van de pandemie het virus heeft ontleed en onmiddellijk heeft vastgesteld en ook verkondigd in de media dat het om een door mensen gemaakt virus gaat?

    - Ja, dat weet ik en dat geloof ik ook: Montagnier won een Nobelprijs, hij identificeerde het virus dat HIV veroorzaakt, hij zegde ook dat twee fragmenten van HIV op Covid-19 geplakt zitten...

    - OVT: Je weet ook dat de week na de instorting van de Twin Towers antrax-brieven in de bus vielen bij vooraanstaande Amerikanen?

    - Inderdaad.

    - OVT: En las je ook die tekst van de FBI waarin gewaarschuwd wordt dat IS op zoek is naar iets zoals antrax maar dan iets dat veel meer mensen ineens kan besmetten?

    - Ja, die tekst werd op het internet gepubliceerd, er stond ook een voorbeeld bij dat het coronavirus exact lijkt aan te kondigen...

    - OVT: Merkte je ook dat IS geen aanslagen meer pleegde vanaf het ogenblik dat de pandemie begon?

    - Dat was me niet zo direct opgevallen maar nu je het zegt... Bedoel je dat corona een aanslag van IS is?

    - OVT: Hoeveel mensen hebben niet gewaarschuwd dat zij naar de biowapens zouden grijpen! Vond je het ook niet een beetje vreemd dat de Chinezen gegevens omtrent de oorsprong van het virus in Wuhan heel lang verzwegen hebben?

    - Ja, en intussen is men erachter gekomen dat het virus gemaakt werd in een lab...

    - OVT: Zie je ook wat er nu gaande is in Afghanistan?

    - Wat bedoel je?

    - OVT: Twee zaken die niet te rijmen vallen zonder een ultieme en verschrikkelijke verklaring.

    - Zeg eens...

    - OVT: De Amerikaanse troepen trekken zich terug, alle ambassades gaan dicht, de buitenlanders vluchten er weg en wat betreft het Afgaanse volk: wie de middelen heeft, tracht zich nog heel snel uit de voeten te maken nu.

    - En de tweede zaak?

    - OVT: De volstrekt absurdistische beloften van de Taliban: zij zouden de vrouwen plotseling toestaan om onderwijs te volgen en hun verder alle rechten toekennen, er zal geen wraak genomen worden en... de vrouwen mogen zelfs mee regeren met de Taliban!

    - Dat is inderdaad heel vreemd...

    - OVT: Dat betekent, mijn beste, dat zelfs de Taliban, die zeggen te geloven dat hun jihad, als zij er het leven bij inschieten, zal beloond worden met honderdtwintig maagden in het hiernamaals... bang worden. Mijn beste: ze werden gewaarschuwd dat het ernst is nu!

    - Bedoel je dan dat men van plan is...

    - OVT: Punt één op de agenda van alle wereldleiders, herinner u, was het verslaan van het terreurnetwerk dat in het hart van alle metropolen ter wereld diepe wonden heeft geslagen en dat nu met biowapens de hele wereld in haar greep kreeg.

    - Dat werd ons niet verteld...

    - OVT: Ware dat verstandig geweest, denk je?

    - Wellicht niet... Maar bedoel je dan dat je denkt dat men Afghanistan zal aanvallen?

    - OVT: Ha, mijn beste! Vertel mij eens welk land nog nooit werd aangevallen? Is het zo erg dat een land wordt aangevallen? Heel wat landen die helemaal niets mispeuterd hebben, werden aangevallen, soms werd de voltallige bevolking van die brave landen volledig uitgeroeid, ik kan er onmiddellijk enkele opsommen. En dan zou men Afghanistan, uitgerekend Afghanistan, de thuishaven van wie het plannen de hele wereld naar de verdoemenis te helpen... wat zeg ik? Plannen? Ze hebben dat plan al bijna helemaal uitgevoerd! Mijn beste: waarom zou men Afghanistan, uitgerekend Afghanistan, sparen?

    - Omsk Van Togenbirger, je maakt mij bang.

    - OVT: Met recht en reden ben je bang, mijn beste, en ik denk dat ik ook weet waarom je bang bent. Het is inderdaad niet geheel risicoloos om een land met nucleaire wapens voorgoed van de kaart te vegen.

    - Je denkt dat ze atoomwapens gaan inzetten?

    - OVT: De Taliban zijn ongetwijfeld goed geïnformeerd, mijn beste: wie zomaar mensen het hoofd afhakken, torens laten instorten in New York, de metro en de luchthaven in de Europese hoofdstad bombarderen en noem maar op, om dan tenslotte de hele wereldbevolking met AIDS te besmetten... wie dat doen, die kunnen krijgen wat ze maar wensen... totdat wij degenen zijn die niets meer te verliezen hebben, begrijp je?

    - Ja, ik ben bang.

    - OVT: Dan heb je het begrepen. Ik ga er niets meer over zeggen nu. Dit zijn de puzzelstukjes en het is niet eens moeilijk om de puzzel te leggen, hij past zó in elkaar, het is zelfs moeilijk, ik zou haast zeggen onmogelijk, om hem verkeerd te leggen. En ga nu gauw terug naar huis, mijn beste, en geniet nog een beetje van je leven in deze mooie wereld want het is weliswaar een gek die dit vertelt maar het is allemaal bijna voorgoed gedaan. Ga nu en tracht te vergeten wat ik gezegd heb! Ga, zeg ik: haast je! Maak dat je weg komt!!

    (J.B., 17 augustus 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden) - Aflevering 2: Trots en schaamte: wij en zij

    Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

    Aflevering 2: Trots en schaamte: wij en zij

    De verminking ingevolge lepra zorgt voor een natuurlijke schandvlek terwijl aangebrachte stigmata verborgen ziekten kunnen verraden maar mensen ook geheel onterecht kunnen brandmerken of verstoten, een bedrijvigheid waarin religies uitblinken omdat zij zo sterk verwant is met de toverij: de kunst van het manipuleren van de werkelijkheid middels bijvoorbeeld stigmatisering, vooral gangbaar in de vorm van achterklap, waarvan wij de nefaste werking kennen vanuit het historisch voorbeeld van de heksen van Salem dat ook heden talloze toepassingen kent.

    Men schaamt zich voor de gestigmatiseerde, wat betekent dat men zich niet met hem of haar in het openbaar wil vertonen uit vrees voor schande (door associatie), uiteraard gevolgd door de eigen brandmerking en verbanning. Niet voor niets definieert de hedendaagse theologie de hel als de toestand van absolute verlatenheid en het is ook die verlatenheid welke volgens Hannah Arendt (in: The Origins of Totalitarianism, 1951) maakt dat verstotenen zichzelf van hun verstoters verwijderen - in het extreme geval middels zelfmoord zoals wellicht bij Primo Lévi (1919-1987), bekend van zijn werk over Auschwitz: Se questo è un uomo - Als dit een mens is. (1947) Hedendaags onderzoek laat er verder geen twijfel over bestaan dat verstoting hersenprocessen verstoort waardoor kanker ontstaat. (°)

    Als reeds over vaccinatie als zodanig de meningen onder de medici zelf verdeeld zijn, onder meer naar aanleiding van het resulteren van massavaccinaties in resistente varianten, dan is verdeeldheid uiteraard terecht inzake de ontegenzeggelijk overhaaste vaccinatie naar aanleiding van de actuele pandemie waarbij in strijd met alle regels het mensdom zelf gedwongen proefkonijn werd. De aperte manipulaties door overheden die inzake corruptie lang niet meer aan hun proefstuk toe zijn, is daarbij olie op het vuur. Als dan bovendien figuren met een Napoleoncomplex de media misbruiken om als oplossing te gaan propageren dat men het de vaccinatieweigeraars nu zo moeilijk mogelijk moet maken, is het hek helemaal van de dam.

    De vaccinweigeraars dwarsbomen weliswaar de plannen van de farmareuzen maar hun keuze tegen vaccinatie kan niet worden beschouwd als irrationeel, psychotisch of immoreel: waar hen het leven wordt bemoeilijkt, is heel terecht sprake van discriminatie en zij worden gediscrimineerd omdat men hen nu eenmaal niet rechtstreeks of op legale wijze van hun keuzevrijheid kan beroven. De machthebbers etaleren hun doortraptheid in het feit dat zij, enerzijds, de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de vaccinatie aan de burgers overlaten die, meestal hun medische lekenstatus ten spijt, de vrije keuze krijgen over het al dan niet gebruik maken van de ingreep terwijl tegelijk, anderzijds, de potentaten aan de burgers deze vrijheid misgunnen door wie er gebruik van maken zoveel mogelijk uit te sluiten van participatie aan het maatschappelijke leven.

    De maatschappij polariseert en correcter gesteld: zij her-polariseert. Voortaan is er een sociale opdeling in gevaccineerden en vaccinweigeraars en deze nieuwe polen plaatsen alle oude tegenstellingen in hun schaduw: links en rechts, progressief en conservatief, gelovig en ongelovig - het heeft allemaal niets meer te betekenen in het licht van de nieuwe rituelen, waarbij het hedendaagse doopsel vaccinatie heet, waarbij zonde vervangen werd door ziekte en waarbij de nieuwe clerus, de orde is van de geneesheren.

    Vaccinweigeraars zijn de nieuwe dienstweigeraars die vooralsnog geen beroep kunnen doen op het statuut van gewetensbezwaarde terwijl beide groepen zich kenmerken door resistentie voor autoriteit, wat samenvalt met zelfbeschikking in de betekenis van het verlenen van voorrang aan het persoonlijke geweten of het eigen oordeelsvermogen. Zij worden weggezet als asociaal terwijl zij ervan overtuigd zijn te gehoorzamen aan hogere wetten (of althans wetten welke niet besmet zijn door de ontmenselijkende wetten van de kapitalistische economie) waarvoor de potentaten en de door hen bespeelde massa ongevoelig blijken. Het schandaal bestaat er volgens de verzetslui in dat zij geschandaliseerd worden die de oorlog verwerpen en de vernietiging van de mens terwijl die hogere ethiek haar aanhangers gestraft ziet met sociale uitsluiting of verbanning.

    Onder de nazi's in Duitsland werden de joden onterecht van allerlei onheil beschuldigd: zij werden onbestraft en op den duur zelfs openlijk door het regime zelf 'ratten' genoemd en 'ongedierte'. Het verwijt 'ongedierte' aan het adres van de joden maakte een associatie tussen die twee en resulteerde in de demonisering van een heel volk, wat ertoe leidde dat de bevestiging "ik ben jood" op den duur ging klinken als een bekentenis: "ik ben ongedierte", "ik ben schuldig", "ik schaam mij" - en van fierheid is dan uiteraard geen spoor meer te bekennen.

    Gelijkaardig verloopt de betovering van de massa door de terreur van religies. Nog niet zo lang geleden werden ook in onze streken vrouwen herleid tot broedmachines wiens heilige plicht het was om bij de haard te blijven en daar zoveel mogelijk kinderen te kweken en de dorpspastoor zag er op toe dat dit ook gebeurde. De bevestiging dat men een kinderloos huwelijk had, klonk ingevolge de religieuze terreur en indoctrinatie als een bekentenis van plichtsverzuim. Vrouwen die antwoordden dat zij geen moeder waren, leken daarmee te bekennen dat zij leden aan een zekere vorm van onmenselijkheid. In het licht van een door het katholicisme opgelegde wereldorde, leken mensen die verklaarden niet in het bestaan van een god te geloven, te bekennen dat zij het verdienden om eeuwig te zullen branden in de hel: het was de godsdienstterreur die de realiteit verwisselde voor deze leugenachtige perceptie - toverij!

    Erger nog klinkt ook vandaag nog in veruit de meeste landen ter wereld de bevestiging van de eigen identiteit als homo als een schuldbekentenis, zo niet als een zelfveroordeling. Vooral onder religieuze druk maar ook ingevolge zekere ideologieën en hoe dan ook door de toverij van de inductie onder psychosociale druk van stelselmatige associatieve processen, wordt de homoseksuele geaardheid gelijkgesteld aan misdaad, als zij al niet wettelijk als een misdaad wordt bestempeld zoals dat vandaag het geval is in Ghana. (*) Over de dictator van Tsetsenië wordt beweerd dat hij letterlijk zou jagen op homo's om ze dan in kampen dood te martelen en in landen waar de sharia heerst, wil de wet dat homoseksualiteit met de dood wordt bestraft. Maar ook waar de wetten de vrijheid van homo's moeten waarborgen, blijft meestal feitelijke discriminatie bestaan in de vorm van het door het regime systematisch onbestraft laten van clandestiene vervolging door al dan niet religieus geïnspireerde homohaters. Kortom, ook vandaag nog klinkt de bevestiging "ik ben homo" op veruit de meeste plaatsen ter wereld als een schuldbekentenis welke dan uiteraard met schaamte wordt afgelegd. En vanzelfsprekend zal dan in een wereldomspannend sportgebeuren, zoals bij uitstek de Olympische Spelen, de 'schaamteloze' bevestiging door een kampioen van zijn homo-zijn de betekenis hebben van een moedig verzet tegen de wijdverbreide voortdurende achterstelling, marteling en moord op homo's. Wie van mening zijn dat Tom Daley een irrelevante uitspraak doet waar hij verklaart niet te bezwijken voor terroristen die eisen dat hij zich hoort te schamen voor zijn homo-zijn, miskennen het helaas nog steeds wereldwijd triomferende onrecht ter zake en scharen zich al dan niet bewust aan de verkeerde kant van de geschiedenis zoals men dat vandaag zo elegant verwoordt.

    En een gelijkaardige demonisering bedreigt heden de vaccinweigeraars. Van onwettige vrijheidsberoving is sprake waar de wet de consument (niet de patiënt!) moet vrij laten om al dan niet een vaccin te kopen (en er klinkt een valse noot in de verordening die maakt dat vaccins via belastinggelden worden betaald) terwijl die vrijheid gekoppeld wordt aan andere vrijheden waarvan hij dan wél wordt beroofd, zoals de vrijheid om te gaan en staan waar men wil. De vrijheid om zich al dan niet te laten vaccineren is dan een schijnvrijheid, een vrijheid die feitelijk ondermijnd wordt. Dat zekere figuren van wie nochtans verwacht kan worden dat zij in staat zijn om maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen, propageren dat men het de vaccinweigeraars zo moeilijk mogelijk moet maken, etaleert hoe illusoir de onafhankelijkheid wel is die (vermeende) wetenschapslui moet toelaten om verantwoordbare beslissingen te nemen. Echt onhoudbaar wordt de hypocrisie waar ingevolge de georganiseerde pesterijen mensen effectief het verlies van hun job risceren - toestanden welke sinds jaar en dag schering en inslag zijn waar het gaat over bijvoorbeeld migranten, homo's en vrouwen.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 17 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (°) Zie: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2421945

    (*) https://www.cgra.be/sites/default/files/rapporten/coi_focus_ghana_homoseksualiteit_20190701.pdf




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indoctrinatie, misleiding en psychopolitiek & Het plaatsgebrek en de duivel

    Indoctrinatie, misleiding en psychopolitiek & Het plaatsgebrek en de duivel

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    NB: Het handboek waar naar verwezen wordt, staat hier:

    https://famguardian.org/Subjects/Communism/Communism/Brainwashing.pdf

    Bijlagen:
    Psychopolitiek en Het plaatsgebrek en de duivel twee artikels.pdf (2 MB)   


    16-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!

    Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!

    (Om te lezen, klik op de flap!)



    Bijlagen:
    Adieu groots firmament vol fonkelende sterren.pdf (64.2 KB)   


    15-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. Capel: zo beïnvloeden emoties je gezondheid

    Prof. Capel: zo beïnvloeden emoties je gezondheid:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de geldcrisis

    Over de geldcrisis

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    over de geldcrisis een interview met omsk van togenbirger.pdf (240 KB)   


    Tags:geld, economie, christendom, crisis, tisallemaiet
    14-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. Capel, kwantummechanica en corona

    Prof. Capel, kwantummechanica en corona:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de oorsprong van het pianoconcerto voor de linkerhand

    Over de oorsprong van het pianoconcerto voor de linkerhand


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het christendom

    Over het christendom

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    Over het christendom2.pdf (88.2 KB)   


    13-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maurice Ravel: Pianoconcerto voor de linkerhand

    Maurice Ravel: Pianoconcerto voor de linkerhand


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BWV1080: die Kunst der Fuge

    BWV1080: die Kunst der Fuge


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. Capel, coronavaccinatie en die Kunst der Fuge

    Prof. Capel, coronavaccinatie en die Kunst der Fuge (BWV 1080)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. dr. Pierre Capel - Emeritus Hoogleraar in de Experimentele Immunologie - over het mRNA-vaccin

    Prof. dr. Pierre Capel -

    Emeritus Hoogleraar in de Experimentele Immunologie -

    over het mRNA-vaccin

    Over prof. Capel:

    https://profs.library.uu.nl/index.php/profrec/getprofdata/202/7/78/0


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de opkomst van de islam in het Westen

    Over de opkomst van de islam in het Westen

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    OVER DE OPKOMST VAN DE ISLAM IN HET WESTEN enkele speculaties.pdf (152.8 KB)   


    Tags:islam, filosofie, theologie
    12-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het experiment van Milgram en nog andere zaken

    Het experiment van Milgram en nog andere zaken

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    het exp van milgram smal.pdf (128.2 KB)   


    11-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Presentatie Dr Kris Gaublomme. Het gevaar met het corona vaccin.

    Presentatie Dr Kris Gaublomme.

    Het gevaar met het corona vaccin.

    KLIK:

    https://www.bitchute.com/video/RkMZxeXri6U6/




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model

    Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model

    Godsdienstvrijheid is een heel mooi woord, het brengt ons in de waan dat wij te kiezen hebben over wat wij al dan niet geloven en belijden. Helaas doen wanen ons geen goed: eenmaal zij bezit namen van ons verstand, draaien zij ons een rad voor de ogen en zien wij dingen die er niet zijn terwijl de realiteit zich aan ons zicht onttrekt. Amper enkele decennia geleden was men hier vrij om katholiek te zijn: men mocht het zijn, zo luidde het: men was zo vrij dat men het kon belijden. De mensen echter wisten wel beter want onder de voorgewende vrijheid verschool zich een meedogenloze dwingelandij: het mogen was in werkelijkheid een moeten want wie, het geloof ten spijt, de belijdenis verwaarloosde, verloor zijn baan, werd genekt, monddood gemaakt, gedemoniseerd en, in nog vroegere tijden, ook letterlijk verbrand.

    Godsdienstvrijheid was een waan welke althans hier te lande behoort tot het verleden en wel omdat zij nu door een andere waan vervangen werd: de zogenaamde vaccinatievrijheid. Want zoals men zich destijds helemaal niet hoefde te laten dopen, zo dwingt niemand ons heden met geweld om ons een prik te laten zetten. Maar niemand kan ook ontkennen dat het lot van de niet-gevaccineerden vandaag er even benijdenswaardig uitziet als dat van de ongedoopten van gisteren, en wel omwille van die gelijkenis tussen godsdienst- en vaccinatievrijheid: beide zijn zij een kostelijke waan; beide zogenaamde vrijheden verkappen in feite dwang en geweld.

    Precies zoals de ongedoopten toentertijd geen toegang kregen tot de jobs bij instellingen welke toebehoorden aan de kerk (zoals het onderwijs, de hele zorgsector en wegens de verzuilde politiek uiteindelijk alle maatschappelijke activiteiten), zo ook dreigen niet-gevaccineerden vandaag wereldwijd aan de kant te worden gezet. Maar de potentaten trekken zich uit de slag: ze moeten niet klagen, zo luidt het officiële argument, want ze zijn vrij om zich wél te laten vaccineren en bovendien is dat gratis. Ja, waar hebben we die retorieken nog gehoord?

    Uw gevangenschap en uw terdoodveroordeling zijn uw eigen keuzes want u bent vrij om zich te onderwerpen! - Het staat letterlijk in het Requierimento uit 1514 van paus Alexander VI waarmee na de inval van Columbus in Amerika in 1492 en de daar op volgende pauselijke 'schenking' van Amerika aan Spanje met de opdracht om de Indianen te kerstenen, deze volkeren werden aangemaand om zich te onderwerpen aan de Spaanse kroon en zich te laten dopen op straffe van gevangenschap en slavernij.

    Uiteraard betekenen dergelijke verordeningen voor het volk de vrije keuze tussen slavernij en slavernij: de eerste vorm heet slavernij uit vrije keuze, de tweede is de waan van vrijheid.

    Wanneer vandaag de ganse wereldbevolking door de huidige leugenachtige machthebbers voor exact dezelfde keuze wordt gesteld, ontvangt het mensdom in feite zijn welverdiende loon.

    Worden immers vluchtelingen die illegaal ver van hun door oorlog verwoeste thuisland als slaven aan de kost moeten komen niet met exact hetzelfde dilemma geconfronteerd? En worden de uitvoerders van deze executie door de sluwe potentaten dan niet gerecruteerd uit hun eigenste middens, zoals destijds door de nazi's ook joden werden uitgelezen om hun volksgenoten om te brengen in aan het oog onttrokken kampen? Is bijvoorbeeld hier te lande de huidige verantwoordelijke voor het asielbelijd niet afkomstig uit dezelfde streek waarheen de nu uitgehongerde slaven teruggedreven worden in de handen van een niets en niemand ontziende taliban?

    Maar zeg dan eens: wat is er legaal aan het dulden van illegalen uitsluitend met het oog op het drukken van de prijs van de consumptiegoederen en aldus het vrijwaren van de levensstandaard van de slavendrijvers die deze 'illegalen' aldus eeuwig in de tang wensen te houden?

    Het antwoord luidt onmiskenbaar dat die eeuwigheid slechts duurt totdat de vernederden zelf kiezen voor de dood en wee de dag die aanbreekt want alleen volslagen blinden kunnen niet zien dat dit het eerstvolgende punt is op de agenda van onze intrieste wereldhistoriek.

    (J.B., 11 augustus 2021)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Niet nuttige mensen' en andere waanzin & Werkloosheid, een leugen zonder gelijke

    'Niet nuttige mensen' en andere waanzin & Werkloosheid, een leugen zonder gelijke

    (Om te lezen, klik op de flap!)


    Bijlagen:
    Niet nuttige mensen & werkloosheid - een leugen zonder gelijke 1 tot 5 in kleur nieuw met illustraties smal.pdf (5.7 MB)   


    10-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een beknopte beschouwing over 'hedendaagse kunst'

    Een beknopte beschouwing over 'hedendaagse kunst'

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    hedendaagse kunst smal.pdf (2.3 MB)   


    09-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ereschavot als tribunaal

    Het ereschavot als tribunaal

    Sommigen geloven het misplaatst én discriminerend te mogen noemen wanneer een winnend Olympisch atleet verklaart er fier op te zijn dat hij homo is. Hierbij weten zij andermans woorden zo weer te geven dat het lijkt alsof beweerd werd dat het homo-zijn als zodanig de reden voor de fierheid is. Seksuele geaardheid is irrelevant met betrekking tot sportieve prestatie, zo klinkt het. Trouwens evenals geslacht en huidskleur en een niet op te sommen aantal andere zaken.

    Die mening lijkt onschuldig, ware het niet dat dergelijke subtiele verdraaiingen en simplificaties ingegeven worden door een racisme dat zij zodoende nog aanwakkeren. Vooreerst omdat zij een bijzonder selectieve verontwaardiging (en derhalve een discriminatie) verraden maar ook en niet in het minst omdat zij een barbaars negationisme verkappen.

    Wat betreft de selectieve verontwaardiging, kan meteen de tegenvraag worden opgeworpen waarom na elke kamp een nationale hymne de wereld rondgebazuind hoeft te worden. Is er een andere reden denkbaar dan de fierheid als Belg of als Brit een kamp te hebben gewonnen?

    Niemand immers kan het helpen Belg of Brit te zijn maar meer nog dan dat trainen sommigen zich rot in de hoop dat zij via hun sportieve prestaties bijvoorbeeld de Belgische of de Britse nationaliteit in de wacht kunnen slepen om op die manier een menswaardige toekomst voor hun familie te kunnen verdienen.

    De koppeling van de prestatie aan een zekere nationaliteit mag dan al irrelevant zijn op zich: haar onterechte erkenning wordt met recht en rede te baat genomen waar zij het verschil kan maken tussen leven en dood.

    Een gelijkaardige strijd om menselijke waardigheid en erkenning wordt uiteraard gevoerd door mensen die het slachtoffer zijn van alle vormen van achterstelling, waaronder achterstelling op grond van ras, geslacht en geaardheid. En zo zijn we meteen beland bij het verkapte negationisme dat discriminatie als zodanig negeert: het is helemaal niet irrelevant om de irrelevantie van de feitelijke discriminatie op grond van ras, geslacht of geaardheid aan de kaak te stellen.

    De kaak is de schandpaal of het schavot en, in een meer beschaafde vorm welke de criticus toelaat te ontkomen aan de nabootsing van zijn geweldenaar: het ereschavot. In fierheid schuilen recht en terechtwijzing, vraag het maar aan Jesse Owens. Die het schoentje past, trekke het aan.

    (J.B., 9 augustus 2021)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tumor

    De tumor

    Bijlagen:
    de tumor smal.pdf (172.3 KB)   


    08-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Musica

    Musica:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kanttekeningen in het Darwinjaar

    Kanttekeningen in het Darwinjaar

    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    kanttekeningen in het darwinjaar smal.pdf (134.1 KB)   


    07-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De golem

    De golem

    (Om te lezen, klik op de flap!)


    Bijlagen:
    Wegsijpelende zin of De golem.pdf (173.9 KB)   


    06-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duizend uit de duizend. Portretten in potlood

    Duizend uit de duizend. Portretten in potlood

    (Om te bekijken, klik op de prent!)




    05-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de verschillende graden van dood zijn

    Over de verschillende graden van dood zijn
    (Om te lezen, klik op de flap!)

    Bijlagen:
    over de verschillende graden van dood zijn.pdf (84.9 KB)   


    04-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

    Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

    Lang geleden woedde er een epidemie veroorzaakt door insectenbeten en zij kreeg de naam Picpus, van pique puce, wat wil zeggen: vlobeet. De epidemie Picpus werd op wonderbaarlijke wijze genezen door een geestelijke die zich vestigde in een Parijs kwartier dat dan genoemd werd: rue de Picpus. (1) In die straat vestigde zich ook het moederhuis van de in 1800 gestichte Congregatio Sacrorum Cordium, de missionarissenorde van de zogenaamde picpuspaters. (2)

    Nu werden zoals telkenjare ook in 1840 een reeks beroemdheden geboren, onder wie Willem van Oranje Nassau, Emile Zola, Peter Tsjaikovski, Alphonse Daudet, Claude Monet en Jozef De Veuster. (3) Deze laatste, beter bekend als de in 2009 heilig verklaarde picpuspater Damiaan, trok naar de leprakolonie op het eiland Molokaï. Deze geschiedenis wordt op uitnemende wijze verhaald in Molokaï: het eiland der verworpenen van Ludo Noens. (4)

    Omdat zij besmettelijk zijn, worden lepralijders sinds oudsher verbannen en dit gebeurt genadeloos daar men vaak vanuit religieuze inspiratie de schuld voor ziekten aan de zondigheid der zieken zelf toeschrijft. Jozef De Veuster gaf aan de lepralijders de menselijke waardigheid terug die hen ontzegd werd krachtens hun verbanning: hij werd zelf leproos en stierf in 1889, het jaar waarin in Parijs de Eiffeltoren werd ingehuldigd die de andere wereldwonderen naar de kroon stak. Het overlijdensjaar van Damiaan van Molokaï was ook het jaar waarin de Moulin Rouge de deuren opende om ze 131 jaar later weer te moeten sluiten voor de 'picpus' die vooralsnog op een volgeling van de heilige Macharius wacht. Die man van duizend jaar geleden was een Armeense bisschop op de vlucht en wegens de verstoting van de vluchtelingen zou dat wachten wel nog heel lang kunnen duren. (5)

    Een stigma of schandvlek wordt in het vlees van een veroordeelde gebrand (6) en in geval van lepra is die schandvlek van nature zichtbaar door de verminkingen die zij aanricht. (7) Waar een ziekte zich verbergt, kan een door anderen aangebracht stigma ze alsnog zichtbaar maken en verraadt zij als het ware het gevaar voor contaminatie. Het al dan niet vermeende gevaar, want waar van ziekte al helemaal geen sprake is, kan stigmatisering ervoor zorgen dat mensen verstoten worden alsof zij ziek en besmettelijk waren terwijl zij dat helemaal niet zijn. (7)

    Zondaren zijn mensen die een taboe doorbroken hebben; zij pleegden heiligschennis. (8) In de oudheid werden zondaren ingegraven in een put, met het hoofd nog bovengronds om zo door willekeurige toeschouwers veroordeeld en gestenigd te worden. (9) In de middeleeuwen werden beschuldigden aan de schandpaal (de kaak) gebonden, voor iedereen te kijk gezet en met de vinger gewezen, ten prooi aan onbestraft geweld. (10) De gruwelijke praktijk werd herhaald in het nazitijdperk waar van de door het regime verstotenen werd geëist dat ze een specifiek kenteken droegen. De ster van David, de koning der joden, werd de openbaar te bespotten, verplicht op te spelden jodenster die herinnert aan het feest van Christus Koning; zij werd vanaf 23 november 1939 verplicht in Polen en in het ganse Duitse rijk vanaf de leeftijd van zes jaar op 19 september 1941.

    Deze stigmatisering werd lange tijd voordien voorafgegaan door de beslissing van paus Innocentius III op het Vierde Lateraans Concilie in 1215, dat joden en Saracenen onderscheiden kledij moesten dragen, wat nadien talloze keren door pausen en koningen herbevestigd werd. Het Heilig Roomse Rijk verplichtte de jodenhoed en ook de Islamieten maakten gebruik van stigmatisering. De afschaffing van die discriminatie volgde pas in de Verlichting welke werd in gang gezet door de Franse Revolutie... om dan onder Hitler opnieuw op te duiken. (11)

    Niet alleen joden werden gestigmatiseerd: homo's mochten niet in het openbaar verschijnen zonder roze driehoek; de rode driehoek was voor politieke gevangenen; de zwarte driehoek duidde asocialen aan van allerlei slag; de groene was voor criminelen, de blauwe voor immigranten, de bruine voor zigeuners, de paarse voor Jehova's getuigen, en zo waren er nog vele andere kentekens in voege, naast de nummers getatoeëerd in het vlees van de gevangenen in de concentratiekampen. (12)

    Mensen lijden niet onder het alleen-zijn, soms zoeken zij het alleen-zijn op om zich niet alleen te voelen, zo legt Hannah Arendt uit in haar magistrate werk over het totalitarisme: de verlatenheid wordt pas gevoeld in het gezelschap van hen door wie men wordt verstoten. (13) Gettovorming kan door verdrukkers worden opgelegd zoals dat vandaag het geval is waar de verdrukker E.U. miljoenen vluchtelingen, kinderen incluis, in ingehuurde 'privaatgevangenissen' vast zet voor de duur van vele jaren. (14) Maar soms is gettovorming ook een natuurlijk sociaal afweermiddel dat beoogt de pijn van de verstoting enigszins te milderen.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 4 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Picpus_(metrostation)

    (2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Congregatie_van_de_Heilige_Harten_van_Jezus_en_Maria

    (3) https://nl.wikipedia.org/wiki/1840

    (4) Zie: Noens, Ludo. Molokaï: het eiland der verworpenen, in: Portulaan, nr. 14, eerste kwartaal 1988.

    Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pater_Damiaan

    (5) https://nl.wikipedia.org/wiki/1889 ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Eiffeltoren ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Moulin_Rouge_(cabaret) ;

    https://fr.wikipedia.org/wiki/Moulin-Rouge ;

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/05/12/moulin-rouge/ ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Macharius

    (6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Stigma_(schandvlek)

    (7) https://nl.wikipedia.org/wiki/Lepra

    (8) https://nl.wikipedia.org/wiki/Taboe

    (9) https://nl.wikipedia.org/wiki/Steniging

    (10) https://nl.wikipedia.org/wiki/Schandpaal

    (11) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jodenster ;

    (12) https://nl.wikipedia.org/wiki/Merktekens_in_Duitse_concentratiekampen

    (13) Zie: Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door
    Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk:
    Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk
    samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld:
    The Decline of
    the Nation-State and the End of the Rights of Man.

    (14) Zie: J. Bauwens, Concentratiekamp Europa:

    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208113937.pdf






    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Concentratiekamp Europa
    Concentratiekamp Europa

    Om te lezen, klik op de flap:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goede deur

    De goede deur
    (Om te lezen: klik op de flap!)



    Bijlagen:
    de goede deur alleen smal ill blog.pdf (3.1 MB)   


    03-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels (aflevering 3)

    Schimmels (aflevering 3)

    Bepaalde microben in het lichaam zijn niet alleen normaal, ze zijn ook goed voor de gezondheid en niet alleen omdat ze het immuunsysteem trainen maar ook in die zin dat ze ons beschermen tegen meer schadelijke microben van wie deze mee-eters immers de stoel bezet houden. Het ministerie van volksgezondheid waarschuwt er in dit kader zelfs voor om het gebruik van antibiotica te beperken of zo mogelijk te vermijden. (1)

    Antibiotica doden weliswaar bacteriën maar de keerzijde van dit verhaal bestaat erin dat aldus zitplaatsen vrijkomen voor superbacteriën, met andere woorden: mutanten van microben waartegen geen antibiotica meer helpen omdat zij resistent geworden zijn. Soms is het dus beter om de relatief onschadelijke bacteriën te laten zitten, hen niet met antibiotica te verjagen en zodoende te vermijden dat hun plek wordt ingenomen door micro-organismen tegen welke geen kruid meer gewassen is. Vooral bij longontstekingen zou men zien dat de overlijdens veelal volgen kort nadat antibiotica werden toegediend, al is het bijzonder moeilijk om te bepalen welke factor daar de doorslag geeft.

    Superbacteriën worden ook ziekenhuisbacteriën genoemd omdat ze vooral floreren waar veel antibiotica worden gebruikt: het zijn eigenlijk mutanten die immuun geworden zijn voor elke bestaande bestrijdingsvorm. De kans dat die mutanten opduiken wordt ook groter naarmate de microben in kwestie feller worden bestreden, met name middels vaccinatie. (2)

    Men kan ze misschien wel vergelijken met inbrekers die eenmaal men hen gewapenderhand gaat bestrijden, zich voortaan zelf niet langer ongewapend naar de plek van de misdaad begeven. De maatschappij bestrijdt inbraak en diefstal middels sociale wetten die honger helpen te voorkomen en op een gelijkaardige manier worden microben ook vriendelijker als men hen niet al te zeer schuwt: vandaag raden medici ouders aan hun kinderen vaker buiten in het zand te laten spelen teneinde te bekomen dat hun afweersysteem verbetert, wat betekent dat voor hen alvast bepaalde microben niet langer ziekteverwekkers zullen zijn.

    En dan is er nog de kritiek van dr. Suzanne Humphries die de vaccinatie als zodanig in vraag stelt. Zij onderzocht de vaccinatie van pokken en zag dat in het Engelse Lester het aantal sterfgevallen ingevolge pokken hoog bleef ondanks het feit dat daar duchtig gevaccineerd werd. Ondanks alle waarschuwingen voor rampscenario's, besloot deze stad ooit om te stoppen met vaccineren en tegen alle verwachtingen in, waren er plots minder zieken en ook minder sterfgevallen. Bovendien, wetende dat amper 5 tot 10 percent van de wereldbevolking ooit werd ingeënt tegen de pokken en dat de pokken niet zijn uitgeroeid, tonen grafieken inderdaad een afname van de sterfgevallen mettertijd, edoch: vanaf het ogenblik dat men is gaan vaccineren, is die afname vertraagd! (3) (4)

    (J.B., 3 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (1) Zie ook: Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk 2021: https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/belgische_gids_bapcoc_nl_2021_a4_2.pdf

    (2) Zo heeft de bestrijding van polio middels vaccinatie geresulteerd in het opduiken van een nieuwe variant. Zie: https://decorrespondent.nl/7720/als-je-een-ziekte-bijna-uitroeit-en-daarmee-een-nieuwe-variant-de-wereld-in-helpt/3089877550320-af4e8e3d

    (3) De kritiek van dr. Suzanne Humphries wordt samengevat in een interview daterend van september 2014 voor een Zweedse televisiezender. Zie: https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=BpC0Tbb3diI

    (4) Zie ook: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3261946




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuster Olympia (verhaal)

    Zuster Olympia (verhaal)

    (Om te lezen, klik op de flap!)




    02-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldbach (nl)

    Goldbach (nl)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldbach

    Goldbach


    01-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels (aflevering 2)

    Schimmels (aflevering 2)

    Schimmels, bacteriën, virussen en nog andere micro-organismen vindt men terug in allerlei grotere levende organismen - in planten, dieren en mensen - maar als die wezens gezond zijn, houden zij de microben binnen de perken zodat die helemaal geen kwaad kunnen verrichten. Men moet er eens op letten: als de verkoudheden de kop opsteken, hoort men zelfs de dokters zeggen dat men helemaal niet hoeft te vrezen voor de kou omdat het de microben zijn en niet de kou die ziek maakt. Maar etaleren zij aldus niet hoe weinig voeling zij maar hebben met gezondheid en met ziekte? Gaat immers het ziek zijn niet vooraf aan de invasie van de microben in ons lijf? Het ziek zijn of de honger of het onderkoeld zijn maken ons vatbaar voor microben die zonder die omstandigheden zo onschuldig zouden zijn als onze naaste buren.

    Waarmee nota bene gezegd is dat slechts de omstandigheden hoeven te veranderen om van buren aartsvijanden te maken welke wij te vrezen hebben zoals de burgers onder het regime van Nicolae Ceaușescu van Roemenië hun medeburgers vreesden die hen immers naar het leven stonden waar de regel gold dat verraad een burgerplicht is.

    Een boom wordt pas vatbaar voor schimmels als hij dood is want schimmels voeden zich met dode organismen. De bacteriën die immer met ons meereizen in onze keel, veroorzaken pas keelpijn als wij oververmoeid geraken. Het griepvirus kan ons pas het bed in jagen als onze gezondheidstoestand suboptimaal is en zo ook corona.

    Als mensen doodgaan, wordt dat al te makkelijk toegeschreven aan een 'ziekte', zoals men een microbe geheel onterecht gaan noemen is: een microbe op zich is helemaal geen ziekte, een microbe is een levend wezen. De ziekte daarentegen is een eigenschap van de mens zelf, een toestand die optreedt waar wij er niet in slagen om de ontmoeting met de microbe te laten verlopen zoals wij dat wensen.

    Als mensen sterven en hun dood wordt toegeschreven aan corona, kan dit slechts betekenen dat corona op het ogenblik van hun verzwakking de sterkste vijand was, want wij herbergen duizenden, zo niet miljoenen microben in ons lijf en het zal uiteraard de allersterkste zijn die ons het eerste velt als wij verzwakken, precies zoals het ook bij de allerzwakste schakel is dat een ketting onder spanning breekt. Waarmee meteen gezegd is dat het uitschakelen van corona de dood niet weghoudt omdat dan nummer twee de klus zal klaren, precies zoals de tweede zwakste schakel van een ketting onder spanning niet zal weigeren te breken eenmaal de zwakste door een sterke werd vervangen.

    Wanneer een micro-organisme de ronde doet, zal nooit iedereen er ziek van worden; zelfs de pest, typhus en ebola sparen meer mensen dan zij er vellen. Zo blijkt er niet alleen een verband tussen enerzijds gezondheid en ziekte en anderzijds lichamelijke omstandigheden: gezondheid en ziekte staan ook in relatie tot de soort. Wanneer het lijkt dat een ziekte uitgewoed raakt van zodra zij een zeker gedeelte van het volk gedood heeft, dan toont zich die groepsfactor als mede bepalend voor het ziekteverloop.

    Andermaal: de ziekte is niet de microbe maar wel onze vatbaarheid ervoor. Die vatbaarheid is uiteraard een zaak van lichamelijke gezondheid maar zij houdt ook verband met de groep waarvan men deel uitmaakt. Ziekten immers vellen naar gelang hun aard een vast percentage van de bevolking: waar zij weerstand ondervinden, worden zij agressiever maar waar zij het al te makkelijk hebben, doen zij alras een stap terug.

    Microben hebben er immers geen baat bij dat diegenen aan wie zij hun voortbestaan danken, zouden verdwijnen en in die zin zijn zij dan ook best vergelijkbaar met vampieren die periodiek opstaan uit hun graf om zich aan mensenbloed te laven: ook zij hebben er alle baat bij dat zij hun gulzigheid in toom houden zodat hun levensbronnen niet worden drooggelegd.

    Uiteraard hebben mythen, sagen en legenden met geneeskunde niets te maken maar misschien wel met geneeskunst: brengen zij niet vaker aan het licht wat door de mazen van al te rationele zeven valt?

    En dan is er nog het getal, de magie der cijfers en de verhoudingen welke de facto de wereld regeren, daar men immers heeft ontdekt dat de kwantummechanica of dus de waarschijnlijkheidsrekening ultiem bepalend blijkt voor wat al dan niet te gebeuren staat. Want niemand is bij machte om de toekomst te voorspellen terwijl anderzijds die fameuze wet der grote getallen nimmer faalt.

    (J.B., 1 augustus 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels

    Schimmels

    Leven is activiteit of verbranding en dat geeft hitte die zich verspreidt in de lucht die daardoor steeds meer waterdamp naar zich toe trekt en in warme, vochtige lucht gaan schimmels woekeren: deze micro- organismen vreten het leven aan en ontbinden tenslotte alle andere organismen tot niets dan mest.

    Het woord 'schimmel' komt van 'scimmel', dat 'roest' betekent en is ook verwant met 'schemer'; het Latijnse 'fungus' zou een samentrekking zijn van 'funus ago', wat wil zeggen: "Ik maak een lijk".

    Schimmels vreten de bomen aan, de olm verdween vrijwel totaal, van de berken schieten er nog weinig over en ook alle andere soorten krijgen het zwaar te verduren, de groene bossen worden sinds kort ontsierd door grote groepen dorre stammen, de mot zit in de hagen, het gras kleurt donkergeel en rot.

    Fungi: ze hebben gemeenschappelijke voorouders met de dieren, het zijn vezeldraden die zich met miljarden tegelijk verspreiden door de lucht, ze nestelen zich in planten, pelsen, darmen en longen waar zij wassen ten koste van het leven van hun zieke gastheer die geen lucht meer krijgt en stikt.

    De paddenstoel die wij zien is slechts een klein deel - het vruchtlichaam - van de meercellige schimmel, het is schijnweefsel, bestaande uit schimmeldraden die voor het overgrote deel onzichtbaar zijn ofwel zien zij er bijvoorbeeld uit als een aanslag. Toch is de honingzwam het grootste levende wezen op aarde en ook het oudste. In Oregon leeft zo'n zwam die 2400 jaar oud is en zij beslaat 890 hectare.

    De meeste planten leven in symbiose met schimmels die ook een voedselbron zijn voor sommige insecten en bepaalde soorten zijn eetbaar of leveren antibiotica voor de mens terwijl andere ons kunnen infecteren met bijvoorbeeld kalknagel of zwemmerseczeem.

    In de longen van twintig percent van de coronapatiënten op de Intensive Care vindt men de Aspergillus schimmel die heel vaak tot de dood leidt. Aspergillus gedijt wonderwel op lichaamstemperatuur maar een gezond immuunsysteem houdt die binnen de perken. Waarschijnlijk is de schimmel er al maar gaat die pas gevaarlijk woekeren wanneer bijvoorbeeld corona de patiënt verzwakt en het antimalariamiddel hydroxychloroquine zou de groei van deze schimmel tegenwerken.

    (J.B., 1 augustus 2021)

    Verwijzingen:

    (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmels

    (2) https://www.radboudumc.nl/nieuws/2020/invasieve-schimmelinfecties-bij-influenza-en-covid19


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zeven rampzalige uitvindingen

    Zeven rampzalige uitvindingen


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erlkönig (2)

    Erlkönig (2)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erlkönig

    Erlkönig


    31-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij waren

    Wij waren


    30-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hippocrates Belgium vzw

    Hippocrates Belgium vzw

    Om te lezen, klik op de prent:







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vier ruiters van de Apocalyps

    De vier ruiters van de Apocalyps
    (vrij naar een Gerard Van Groeningen [1563-1574])



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Menseneter

    Menseneter



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Le génie du mal", vrij naar Guillaume Geefs

    "Le génie du mal", vrij naar Guillaume Geefs





    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergilius en Dante in de helletrechter

    Vergilius en Dante in de helletrechter


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde der tijden

    Het einde der tijden


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oh dichosa ventura!

    Oh dichosa ventura!


    29-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zwarte paus - zo werkt extreemrechts

    De zwarte paus - zo werkt extreemrechts

    De wereld rond vraagt men zich beteuterd af hoe het in Gods naam mogelijk is geweest dat iemand zoals Donald Trump het ooit heeft kunnen schoppen tot president van de Verenigde Staten van Amerika, de machtigste natie ter wereld aan wiens toegangspoort dat reusachtige Vrijheidsbeeld prijkt dat alle nationaliteiten en rassen verwelkomt. Het antwoord is eender waar de vraag gesteld wordt hoe het dan mogelijk is dat het zwarte suikerwater dat de tanden doet wegrotten en de hele wereld obees maakt tot de best verkochte drank ooit is kunnen worden. Reclame is een duivelse toverkunst die de grofste leugens voor waarheid kan verkopen en wie zelfs Trump aan de macht kon brengen, heeft zijn strepen verdiend als meester-oplichter.

    Steve Bannon verzamelde vanuit zijn Cambridge Analytica informatie en gebruikte die voor propaganda op maat van specifieke doelgroepen om Trump aan de macht te brengen en hij was ook zijn strateeg tot augustus 2017. Voordien was Bannon onder meer voorzitter van het extreemrechtse Breitbart News (1) dat menigeen in Nederland en in België zal herkennen als veelvuldige bron voor het lasterlijke, met complottheorieën en haat gevulde en naar godsdienstwaanzin ruikende Xandernieuws maar het heeft tentakels in het nepnieuws doorheen gans Europa. Breitbart wordt gefinancierd door de conservatieve miljardair en specialist in Artificiële Intelligentie, Robert Mercer die naast Trump ook de Brexit steunde en het genoemde Cambridge Analytica. Mercer zet A.I. in voor het sturen van de politiek, hij is lid van de vuurwapenlobby en verzamelaar van machinegeweren. (2) Bannon werd racisme ten laste gelegd en net als Mercer is hij een klimaatontkenner. In 2019 is Bannon naar Brussel verhuisd met de bedoeling om extreemrechtse politici in Europa te verenigen voor de verkiezingen van 2019. Momenteel heeft hij zich gevestigd in het kartuizerklooster Trisulti nabij Rome. (3)

    Op 27 mei ll. schrijft de redactie van Kerknet (het zgn. 'Parochieblad') dat Steve Bannon groen licht gekregen heeft met zijn DHI ('Dignitatis Humanae Institute' of 'Instituut voor de Menselijke Waardigheid') voor de oprichting van zijn zogenaamde 'gladiatorenschool', die volgens Kerknet beantwoordt aan de volgende beschrijving: "een Europese academie voor de opleiding van rechts-populisten en verdedigers van de joods-christelijke waarden in een geklasseerde middeleeuwse abdij." (4)

    De afkeurende toon van het bericht in het parochieblad is echter bijzonder misleidend maar het feit in acht genomen dat de kerk in de loop van de geschiedenis bij voorkeur samenwerkt met extreemrechts (5) mag het niet verwonderen dat het project gesteund wordt door katholieke hoogwaardigheidsbekleders onder wie kardinaal Peter Turkson. (4)

    Deze laatste is een Ghanees die behoorde tot de favorieten voor de pauselijke troonsopvolging bij het aftreden van Benedictus XVI in 2013 en momenteel profileert hij zich opnieuw, namelijk als verzoener in de aan de gang zijnde rellen in de VS n.a.v. de moord op George Floyd in Mineapolis op 25 mei ll. (6) Gezien het absoluut gerechtvaardigde karakter van de protesten lacht de toekomst de zwarte paus toe maar er is dus een bijzonder wrange keerzijde aan de schitterende medaille.

    Evenals kardinaal Bertone is kardinaal Turkson homofoob en bekend om zijn volstrekt onwetenschappelijke uitspraken over homofilie en zo werd over hem reeds ter gelegenheid van de pausverkiezing in 2013 bekend dat hij de schuld voor de pedofilieschandalen in de kerk in de schoenen van zijn homofiele ambtsgenoten schuift terwijl ook kardinaal Bertone de uit de lucht gegrepen link maakte tussen homo- en pedofilie met uitspraken waarvan het Vaticaan zich onmiddellijk distantieerde. (7) Turkson beweerde tevens dat in Afrika een traditionele intolerantie bestaat tegenover 'de neiging' zodat die daar buiten de kerk gehouden werd - beweringen die overigens gelogenstraft worden in het rijk gedocumenteerde Sodoma, de jongste publicatie van Frédérick Martel, waarin de auteur benadrukt dat het taboe rond homofilie in Afrika werd ingevoerd door de katholieke kolonisatoren. (8)

    Turkson blijkt overigens ook geen conclusies te moeten trekken uit de geschiedenis rond het zogenaamde Requerimento van paus Adrianus VI die onmiddellijk na de inval van Columbus in Amerika in 1513 alle Indianen aan de slavernij hielp onderwerpen. Toen de Indianenbevolking ingevolge ingevoerde Europese epidemies quasi uitstierf, werkte de kerk samen met de conquistadores om miljoenen Afrikaanse negerslaven naar dat continent te importeren waar zij zich in amper enkele jaren tijd dood werkten op de plantages van suikerriet en thee. (9)

    Naar aanleiding van de voorspelling van Malachias van bijna 1000 jaar geleden over het einde der tijden en de laatste paus (10), zou Peter Turkson wel eens mooi in het plaatje van de believers en van de visionairen kunnen passen: de laatste paus zou namelijk zwart zijn. (11) Als volgende paus zou hij overigens onvermijdelijk doen denken aan Mahatma Gandhi over wie dikwijls gezegd wordt dat hij door de Britse kolonisatoren van Indië zou gepromoot zijn om met zijn geweldloosheidspolitiek de nakende opstand aldaar in de kiem te smoren. Hoe dan ook is extreemrechts in de opmars, neonazi's verschijnen in een voorspeld decor en hun middelen blijken ongelimiteerd.

    (J.B., 8 juni 2020)

    Verwijzingen:

    (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Breitbart_News

    (2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Mercer

    (3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Steve_Bannon

    (4) Zie: https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/nieuws/bannon-krijgt-groen-licht-voor-oprichting-van-gladiatorenschool . Het gaat om een oud kartuizerklooster in Collepardo, in de buurt van Rome.  

    (5) Zie: De kerk en extreemrechts: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3185753

    (6) https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/nieuws/kardinaal-turkson-roept-op-tot-broederlijkheid-na-rellen-de-vs

    (7) https://www.ad.nl/buitenland/homopriesters-oorzaak-van-crisis-in-katholieke-kerk~a27e21d3/

    (8) Frédéric Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2019. (Oorspr.: Éditions Robert Laffont, Parijs 2019).

    (9) Zie: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

    (10) De profetie van Malachias over de laatste paus: http://bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?startdatum=940888801&stopdatum=1361351217

    (11) De believers meenden eerder dat Franciscus wel de laatste paus moest zijn omdat hij de eerste Jezuïet was die dat ambt bekleedde terwijl de Jezuïetenoverste tot voor kort nog de 'zwarte paus' werd genoemd.

                           


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk en extreem-rechts

    De kerk en extreem-rechts

    Op 27 april 2019 werd in Rome een Argentijnse bisschop van La Rioja, Enrique Angelelli, door paus Franciscus zalig verklaard. (1) Angelelli werd op 4 augustus 1976 van de weg gereden en vervolgens doodgeslagen nadat hij had geprotesteerd tegen een dictatoriaal regime tijdens de zogenaamde 'vuile oorlog' die aldaar woedde met de steun van (Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 1973!) Henri Kissinger onder de dictatuur van Jorge Rafael Videla van 1976 tot 1981. Toen werden zo'n 30.000 mensen ontvoerd en vermoord, waaronder 150 priesters die verzet boden. (2) Die misdaden werden dertig jaar lang wekelijks herdacht door de zogenaamde 'dwaze moeders' - de moeders van verdwenen kinderen - die zwijgend in Buenos Aires over het Plaza de Mayo of het Meiplein kwamen lopen waar de regering zetelt. (3)

    Dat Angelelli een martelaar was, werd duidelijk na later onderzoek want de officiële versie van de doodsoorzaak luidde dat de bisschop was omgekomen bij een verkeersongeval en de katholieke kerk is die officiële versie blijven onderschrijven totdat de kust veilig was, meer bepaald tot dertig jaar na zijn dood. (4)

    Die politieke strategie herinnert aan de historie van pater Damiaan en aan die van Oscar Romero, nog twee martelaren die werden genegeerd zolang er geen profijt mee te behalen was. Pater Damiaan werd door de katholieken wandelen gestuurd toen hij het verbod overtrad nog terug te keren naar het vasteland waar hij om hout kwam bedelen om de leprozen mee te begraven; hij werd echter als groot weldoener erkend door het stamhoofd van een plaatselijke gemeenschap en pas nadat zijn heiligheid boven alle twijfel verheven was, werd zijn lijk in stukken gereten door de 'relikwieënjagers' van de kerk. (5)

    Ook de El Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero verzette zich tegen de door de latere president Duarte gesteunde en door de USA bewapende militaire junta die zowat 75.000 burgers ombrachten en hijzelf werd op 24 maart 1980 vermoord, korte tijd nadat hij in Leuven een eredoctoraat ontving; de kerk weigerde hem lange tijd te erkennen terwijl zij zich verschuilde achter de valse beschuldiging van communisme terwijl Romero alleen maar zijn bevrijdingstheologie (het geloof in solidariteit met de armen) praktiseerde. (6)

    Dat de Argentijn Jorge Bergoglio paus is kunnen worden, is mede te danken aan het feit dat deze steunpilaar van de conservatieve autoritaire katholieke elite die de bevrijdingstheologie bestreed, tijdens die vuile oorlog niet behoorde tot de verzetslieden-martelaren ofschoon hij toentertijd (van 1973 tot 1979) provinciaal was van de Jezuïetenorde. (7)

    Nog in Zuid-Amerika was er in Chili van 1974 tot 1990 de eveneens door de VS gesteunde dictatuur van de rooms-katholieke mensenrechtenschender Augusto Pinochet met 130.000 arrestaties, tienduizenden martelingen en drieduizend executies. (8) Deze dictatoriale regimes werden ingezet met de middels het pauselijke requerimiento gesteunde Spaanse veroveraars die zowat vijfhonderd jaar geleden in het spoor van Columbus de Inca's en de Azteken kwamen onderwerpen op straffe van totale vernietiging en dood. (9)

    In Afrika kennen we de katholieke dictatuur van de onlangs overleden Robert Mugabe van Zimbabwe maar ook in Europa kunnen we er niet naast kijken: het verkapte bondgenootschap van de kerk met extreemrechts toonde zich van 1939 tot 1975 in het Spanje van massamoordenaar Franco "die zich in 1953 na het concordaat met de Heilige Stoel "Caudillo de España por la Gracia de Dios" ("leider van Spanje bij de Gratie Gods") liet noemen." (10), in de praktijken van de kerk(en) tijdens de tweede Wereldoorlog "waarbij de angst voor het communisme ze soms in de handen van rechts-autoritaire regimes dreef." (11) en vandaag in het Hongarije van Victor Orbán die zichzelf ziet als redder van het christendom en het dagblad Trouw wijst er op dat aldus de scheiding tussen kerk en staat in gevaar komt - Orbán's late 'bekering' in 1993 bleek overigens een politieke zet. (12)

    En dan is er in het Europa van vandaag nog een nauwe samenwerking op til tussen extreemrechts en de katholieke kerk die de haren ten berde doet rijzen. Iedereen weet dat bij het in voege treden van de euro, de Amerikaanse dollar flink is gezakt en dat de euro dreigde de plek van de dollar in te nemen op de internationale markt. (13) Amerika bleef niet bij de pakken zitten en sommige critici beweren dat het nu een prioriteit geworden is voor de USA om de EU de wind uit de zeilen te halen en wel met de beproefde divide et impera-tactiek. Alvast heeft Trumps beste strateeg, Steve Bannon, zich heden gevestigd in een klooster op een boogscheut van het Vaticaan - een klooster dat onder de dekmantel van centrum voor het herstel van de christelijke waarden in Europa, een opleidingscentrum blijkt voor extreem-rechtse nationalisten die de autonomie van de eigen natie willen terugwinnen en dus ook de ondergang van de EU. De huidige Hongaarse president Victor Orban die het eigen land tot een ware slavenstaat heeft herschapen, is alvast één van de beste leerlingen van de klas en een straks niet meer te tellen aantal extremisten zitten klaar om in zijn spoor te treden eenmaal zij, gefinancierd door 'geheim privékapitaal', verkozen zullen zijn. (14) Precies zoals in de achtertuin van de USA in het verdokene financiële, militaire maar ook katholieke steun werd verleend aan de Argentijnse, Salvadoraanse en Chileense dictaturen, kunnen vandaag de Europese dictators in opgang rekenen op de kerk die in de samenzwering met superpopulisten zonder twijfel een kans ziet om uit het diepe dal te klimmen waarin zij ingevolge de huidige wereldwijde schandalen is beland. (15)

    (J.B., 30 oktober 2019)

    Verwijzingen:

    (1) https://www.vaticannews.va/en/church/news/2019-04/beatification-modern-martyrs-argentina.html

    (2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jorge_Videla  ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Katholieke_Kerk_in_Argentini%C3%AB ;

    https://en.wikipedia.org/wiki/Catholic_Church_in_Argentina ;

    https://www.trouw.nl/nieuws/wat-deed-de-kerk-in-de-tijd-van-videla~b2899ed3/

    (3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Dwaze_Moeders  ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Grootmoeders_van_de_Plaza_de_Mayo

    (4)  https://en.wikipedia.org/wiki/Enrique_Angelelli

    (5) Zie: Ludo Noens, Molokaï: het eiland der verworpenen.

    (6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jos%C3%A9_Napole%C3%B3n_Duarte  ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/%C3%93scar_Romero

    (7) https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Franciscus  ;

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Isabel_Mart%C3%ADnez_de_Per%C3%B3n#President_van_Argentinië

    (8) https://nl.wikipedia.org/wiki/Augusto_Pinochet  

    (9) Zal de kerk de Amazonevolkeren redden? - Zie: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3184707  ;

    https://en.wikipedia.org/wiki/Spanish_Requirement_of_1513

    https://answersafrica.com/worst-dictators-africa.html

    (10) https://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Franco  ;

    (11) Jan Bank, God in de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945, Balans 2017. Recensent E. Sengers schrijft over het boek: "[Bank] (...) laat zien dat de kerken in het interbellum een weg moeten zoeken tussen de autoritaire regimes die soms sterk voor, soms sterk tegen ze zijn – waarbij de angst voor het communisme ze soms in de handen van rechts-autoritaire regimes dreef." Zie: https://www.bol.com/nl/f/god-in-de-oorlog/9200000036327109/?country=BE ;

    zie: https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/43466/boeken-jan-bank-god-in-de-oorlog.html ;

    https://www.knack.be/nieuws/wereld/kerk-stemde-in-woii-boodschap-af-op-hitler/article-normal-570845.html

    (12) https://www.trouw.nl/nieuws/hongarije-is-nu-het-land-van-god~b53cc869/ ;

    https://www.hln.be/nieuws/buitenland/orban-voert-campagne-vanop-preekstoel-de-christelijke-cultuur-is-de-bron-van-alle-kracht~a3d64cb1/

    (13) https://www.wisselkoers.be/dollar  

    (14) De VRT wijdde er een reportage aan, getiteld: "Op bezoek in het Italiaanse klooster waar Steve Bannon 'gladiatoren' wil opleiden om joods-christelijke waarden te verdedigen":

    https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/01/28/italiaanse-klooster-steve-bannon/

    (15) Zie onder meer: Frédéric Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Uitgeverij Balans Amsterdam 2019 (oorspr.: Éditions Robert Laffont, Parijs 2019).



     

               










    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helletrechter

    Helletrechter







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meilied

    Meilied


    28-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gommaer Timmermans

    Gommaer Timmermans




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans (4)

    Felix Timmermans (4)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans (3)

    Felix Timmermans (3)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans (2)

    Felix Timmermans (2)




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans

    Felix Timmermans




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adagio

    Adagio


    27-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graden van Zijn - Over hedendaags vampirisme

    Graden van Zijn - Over hedendaags vampirisme

    (Om te lezen, klik op de titel!)

    Bijlagen:
    Graden van zijn – over hedendaags vampirisme.pdf (62 KB)   


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nosferatu video

    Nosferatu video


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nosferatu

    Nosferatu

    Om te lezen, klik op de flap:







    26-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Bauwens, Pianoconcerto n° 5, deel 4, fragment, Serskamp 2004

    Jan Bauwens, Pianoconcerto n° 5, deel 4, fragment, Serskamp 2004


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het tijdperk van de leugen

    Het tijdperk van de leugen:

    (zie ook: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf )


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Ministerie van Waarheid en de libricide - Aflevering 2: de illusie van de vrije meningsuiting!

    Het Ministerie van Waarheid en de libricide

    Aflevering 2: de illusie van de vrije meningsuiting!

    Een vergiftigd geschenk

    Vandaag zijn de blogs van bloggen.be (voorlopig) terug. Echter, een steekproef wijst uit dat de inhoud van de blogs sinds 14 of 15 juni 2021 niet meer wordt uitgezonden: zij werden derhalve herleid tot een klaagmuur. Men heeft er dus voor gezorgd dat bloggers van bloggen.be vanaf heden alleen nog in de illusie verkeren dat hun mening op het internet te vinden is. In werkelijkheid kunnen zij alleen nog worden bezocht door hen die weten waar ze zich bevinden...

    (J.B. 26 juli 2021)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo verglijdt onze democratie in een autocratie



    Zo verglijdt onze democratie in een autocratie

    Een van de grondpeilers van de democratie welke ervoor zorgt dat de macht in handen van het volk zelf blijft berusten, is de zogenaamde scheiding der machten: de wetgevende macht, de uitvoerende en de rechterlijke moeten onderling onafhankelijk zijn en blijven. Waar dit niet het geval is, zullen bijvoorbeeld de politici de rechters benoemen: de politici controleren dan zichzelf, wat wil zeggen dat ze vrij spel hebben terwijl het volk daarvan de dupe wordt. Dat is vandaag anno 2021 het geval in Polen (°) en in Hongarije (*) maar ook Frankrijk en Italië dreigen die kant uit te gaan en zo komt zelfs de ondergang van de hele EU in het verschiet: de wetten die de vrede moeten waarborgen, het algemeen welzijn en de mensenrechten worden herleid tot vodjes papier.

    De oorzaak wordt maar moeilijk onderkend. Zij is tweevoudig. Vooreerst brengen de huidige politici zichzelf in diskrediet. Dat gebeurt op een ongehoorde schaal waar potentaten nu de coronacrisis scheppen of opblazen en aanwenden met het oog op persoonlijk voordeel: het volk wordt herleid tot een bange massa die allerlei onzin door de strot wordt geramd en de vrijheid wordt aan banden gelegd. Onverstand belet politici om ook maar te vermoeden dat die oneerlijke handelwijze tenslotte averechts moet werken. En zoals gewoonlijk spint de oppositie - extreemrechts - garen bij de leugens van de schijndemocraten. Het volk verkijkt zich op die kritiek en trapt in de val, precies zoals dat nu bijna honderd jaar geleden in Duitsland gebeurde in de aanloop naar de machtsgreep van Adolf Hitler. In werkelijkheid verglijden àlle politici naar het gewetenloze opportunisme maar als extreemrechts aan de macht komt, is er geen weg terug zonder oorlog.

    Populisme is die leugenachtige vorm van politiek bedrijven die aan het volk vrijheid belooft maar slavernij oplegt. Eens de autocratie regeert, is de hel onvermijdelijk.

    De verglijding van de E.U. wordt in de hand gewerkt door haar zogenaamde bondgenoot, de V.S., die immers wegens de over de dollar triomferende euro, in feite haar rivaal werd en zo verlenen sinds geruime tijd de V.S. verkapte steun aan de Europese nationalisten die de E.U. maar al te graag zien afbrokkelen, wat reeds van start ging met de brexit. Net zoals de Amerikanen ten tijde van de crisis der kolonies België bijsprongen om Congo onder de knoet te houden middels de hand- en spandiensten van de CIA bij de moord op de volksbevrijder Patrice Lumumba, net zo doen zij vandaag hun voordeel met de steun aan een politiek die nu bij gebrek aan uitheemse kolonies, het eigen volk koloniseert.

    Bovendien wordt ook de scheiding tussen kerk en staat (een andere belangrijke peiler van de democratie) de facto niet langer overal in de E.U. gerespecteerd: Polen en ook Hongarije spelen een lelijk spel met het voorwenden van christelijkheid voor het mooipraten van slavernij in functie van alleenheerschappijen - de dictatuur is daar reeds een feit.

    Uitheemse kolonies mogen dan tot het verleden behoren: de kolonisatie van het eigen volk is wat vandaag wordt nagestreefd: het tot kolonie of tot massa herleiden van een inmiddels min of meer geëmancipeerde rechtsstaat bevolkt met zelfstandige mensen met een redelijk opleidingsniveau en een sociaaldemocratische visie op de samenleving. Paradoxaal genoeg tracht extreemrechts dit doel te verwezenlijken door anderen ervan te beschuldigen dat zij deze dystopie nastreven onder de dekmantel van de coronacrisis en helemaal ongelijk heeft de oppositie uiteraard niet: de eigen zwaktes zijn altijd al de troefkaarten van de vijand geweest.

    Edoch de geschiedenis leert ons dat het ook hier opnieuw de vos is die de passie preekt. Andermaal: eenmaal extreemrechts aan de macht komt, mogen wij wegens de aldaar gehuldigde extreem liberalistische beginselen, vanuit een meedogenloze concurrentievrijheid, de absolute en ongecontroleerde alleenheerschappij van het grootkapitaal verwachten, de totale vernietiging van het milieu en het principe van het recht van de sterkste doorgevoerd tot zijn uiterste grens: de oorlog - onvermijdelijk de wereldoorlog, met dit keer zeer zeker algehele en definitieve vernietiging.

    (J.B., 26 juli 2021)

    (°) Zie ook: https://www.mo.be/nieuws/polen-verwerpt-vonnis-europees-hof-voorbode-catastrofe?utm_campaign=emo&utm_medium=newsletter&utm_source=email

    (*) Zie ook: https://www.europa-nu.nl/id/vimofunw7xns/hongaarse_democratie_en_rechtsstaat

    Zie ook: De zwarte paus en extreemrechts.

    ( https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3223342 )


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van ruilmiddel tot god

    Van ruilmiddel tot god

    Om te lezen: klik op de prent



    Bijlagen:
    Van ruilmiddel tot god download 17022020.pdf (1.9 MB)   


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12.12.12 en andere verhalen

    12.12.12 en andere verhalen

    Om te lezen, klik op de flap:




    25-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Dein goldenes Haar, Margarete; dein aschenes Haar, Sulamith"

    "Dein goldenes Haar, Margarete; dein aschenes Haar, Sulamith"

    Todesfuge van Paul Célan

    Om te lezen, klik op de prent:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De massa en de mensheid & De ziel

    De massa en de mensheid & De ziel

    Om te lezen, klik op de flap:




    24-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duizend uit de duizend. Portretten in potlood

    Duizend uit de duizend. Portretten in potlood

    Deze portretten zijn verkrijgbaar in boekvorm:

    https://www.boekenbestellen.nl/boek/duizend-uit-de-duizend/11191


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van de overbevolking?

    Wat is er van de overbevolking? (2010)

    (om te lezen klik op de titel hier boven)

    Uit de tekst: "De manier waarop de alleenheerschappij van welbepaalde statistieken de mensen door de strot geramd wordt, is een staaltje van dwin­gelandij".


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het sprookje van de overbevolking

    Het sprookje van de overbevolking: (Deze video stond tot voor kort op youtube maar is daar momenteel niet meer terug te vinden, hij werd heropgeladen op vimeo)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking: mensheid, kwaliteit en kwantiteit

    Overbevolking: mensheid, kwaliteit en kwantiteit

    Stel eens dat gij samen met uw man of vrouw een huishouden hebt met acht jonge kinderen en hun vier grootouders, allen samen veertien in getal. Bovendien is moeder waarschijnlijk in verwachting van een nummer vijftien. Op een dag komt er een verzekeraar langs voor het updaten van de polis, en die begint te tellen, van één tot veertien, en dan andermaal, en ook nog een derde keer, en dan zegt hij: "Veertien, beste mensen, dat is in feite voor de polis al te veel, ziet u. Maar geen nood, er is een marge en ik zal het voor een keertje door de vingers zien. Maar nu zit ge wel aan het plafond natuurlijk: wilt ge er nog eentje bij, dan zult ge eerst wel moeten wachten totdat er eerst twee van jullie dood gaan". Wedden dat gij die verzekeraar onmiddellijk de bons zoudt geven?

    Toegegeven, het voorbeeld is wat ver gezocht, maar in het wereldbevolkingsprobleem is dit wel degelijk aan de orde: de botsing tussen, enerzijds, de warme mens en, anderzijds, de kille kwantiteit. Een vergissing is het immers om te denken dat die kwantiteit betrekking kon hebben op elk van de individuen afzonderlijk en dus op een of andere mens als zodanig: een kwantiteit betreft een groep, een aantal, en een aantal is geen mens. Als iemand zegt dat een aantal te groot is of te klein, dan zegt hij in feite helemaal niets over de dingen of de personen die geteld worden. Hun aantal is een kenmerk dat van elk van de getelde personen even ver af staat als bijvoorbeeld hun bloeddruk. Niemand hoeft zich beledigd te voelen als een dokter zegt: "Meneer, mevrouw, uw bloeddruk is te hoog", want ofschoon zijn bloeddruk een persoon in grote mate kan beïnvloeden, blijft de kloof tussen een mens en zijn fysieke eigenschappen feitelijk onoverbrugbaar, zeker als het gaat om kwaaltjes: niemand vindt dat zij passen bij zichzelf of bij zijn beminden, en ook zijn ergste vijanden wenst men ze vaak niet toe. Maar een dokter weet dat hij het nu eenmaal over iemands gezondheid moet hebben: een kwaliteit, die hij vervolgens nog eens moet kwantificeren om die vast te kunnen stellen: hij moet er een getal op plakken, wil hij die kennen en, eventueel, verbeteren.

    Men wordt weliswaar geen beter mens als men zijn bloeddruk verbetert door bijvoorbeeld minder zout te eten, maar gezonder wordt men wel; blijft men teveel zout eten tegen het advies in van de arts, dan gedraagt men zich nalatig. Een goed mens zal dus toestaan dat men hem op zijn gezondheid punten geeft. Hij zal met andere woorden erkennen dat de mogelijkheid om mens te zijn, afhangt van op 't eerste gezicht nogal banale zaken. Het zou niet mogen dat het leven ziek kan worden door toevallig voorbijtrekkende bacteriën of dat de dood zijn intrede kan doen ten gevolge van een blikseminslag bij heldere hemel, maar het is vooralsnog helemaal niet anders: wij zijn van vlees en bloed en de mens moet warempel wachten op de verrijzenis van het vlees om te ontkomen aan de greep van dat soort van kwaad, dat sinds vele duizenden jaren het erfkwaad wordt genoemd. Elkeen van ons dient trouwens zijn afhankelijkheid van externe zaken ook voortdurend te belijden door regelmatig te eten en te drinken, door te ademen, aandachtig te zijn, te leren en te werken. Op de keper beschouwd zijn wij niets anders dan één ononderbroken en meervoudige belijdenis van onze heteronomie. En wie het waagt om ook maar één van die belijdenissen te onderbreken, die onderbreekt zichzelf of, erger nog, die breekt zichzelf áf, en wel voorgoed.

    Sommigen drukken dit uit door te zeggen dat het leven niet gemaakt is voor de dood, dat het niet gemaakt kán zijn om na een korte wijl voorgoed te sterven, en daarom geloven zij ook in de verrijzenis, in de opstanding van het vlees en in het verheerlijkt lichaam dat zich voor altijd losgemaakt zal hebben van de stof, zodat dan het verhoopte zal in vervulling gaan. Dan zou het leven niet langer moeten onder doen voor die banaliteiten die het immers kunnen en zullen blijven wegmaaien zolang het van de stof afhankelijk is. De belediging die wij voelen als wij voor ziekte en dood de duimen moeten leggen, vooral als zij ons worden aangedaan door mensen, is in feite een verschijningsvorm van ons verrijzenisgeloof: onze ziel wil voor de stof niet plooien omdat zij weet dat zij die bij de gratie van de Christus eenmaal overwinnen zal.

    Alleen wanhoop rest als dit vooruitzicht ons ontnomen wordt, want dan dienen wij ons bij onze vergankelijkheid neer te leggen, en dus ook bij de overmacht van ziekte en van dood, wat uiterst pijnlijk wordt als die ons niet door ongelukken of toevalligheden doch gewild door mensen worden aangedaan, omdat wij daar de duimen moeten leggen voor het brute recht van de sterkste. Dan zou het leven dat verlangt naar het Ware, het Goede en het Schone, in de handen blijken van alleen maar leugenaars en moordenaars, en wie kon zich ooit met die rechteloosheid verzoenen zonder zijn menswaardigheid zelf op te geven? Zonder die hoop op de opstanding van het vlees, die reeds gewild wordt door ons protest vanbinnen tegen onrecht en banaliteit, kunnen wij geen mens zijn en vallen wij volstrekt samen met de slechte punten die wij halen als men bijvoorbeeld onze gezondheid meet. En vallen wij als onze tijd gekomen is ook samen met het ronde nulletje van de dood.

    De bevolkingsdruk is nu een eigenschap zoals de bloeddruk, en even ver staan ze beiden af van de mensen of de personen die eraan onderhevig zijn, terwijl zij het hen tegelijk dan toch mogelijk of onmogelijk kunnen maken om te functioneren naar behoren. Op zich is er niets mis met het meten van die druk in functie van dat functioneren, alleen is er geen vaste maatstaf die dicteert hoe groot die druk dan wel moet zijn. Onze bloeddruk mag best klimmen als wij hardlopen of zwemmen en in dat bijzondere geval van grote lichamelijke inspanning moét hij dat ook doen; hij mag best dalen als wij neerliggen of slapen en ook verschilt hij fel van mens tot mens, bijvoorbeeld afhankelijk van onze lichaamslengte of van ons gewicht. Waarmee gezegd is dat vaste normen niet bestaan, terwijl gemiddelden uiteindelijk van weinig waarde zijn.

    Wellicht is de bevolkingsdruk in precies hetzelfde bedje als de bloeddruk ziek, alleen heeft men in het geval van de bevolkingsdruk nog veel en veel minder benen om op te staan, aangezien men niet een zeer groot aantal werelden tot zijn beschikking heeft, elk met een andere bevolkingsdruk, waarbij men dan zou kunnen meten welke druk een demografisch infarct - of iets in die zin - waarschijnlijk maakte. Wat men echter wél weet - per definitie - is dat bevolkingsdruk een zaak is van de draagkracht van de aarde, wat betekent dat men zich daar afvraagt hoeveel mensen zij kan voeden en van energie voorzien. Maar het vraagstuk wordt plotseling heel wat ingewikkelder als men ook rekening moet houden met het feit dat alle mensen elk eigen manieren hebben om te eten en te verteren: de ene mens leeft in Bombay en verbruikt om zeggens niets tenzij een handvol rijst per dag; de andere is een rijke inwoner van het Vatikaan die welhaast dagelijks in een privé-jet rond de wereld reist, die er een ganse hofhouding op nahoudt en wiens veiligheid en gezondheid door gespecialiseerde ploegen van lijfwachten en lijfartsen in de gaten wordt gehouden. Uiteraard kon onze aarde veel meer schooiers huisvesten dan pausen: reeds van een paar miljoen van deze laatste soort zou zij als 't ware moeten kotsen, terwijl zij ettelijke miljarden paria's verteren kon alsof het waterdruppels waren.

    Een objectieve maatstaf om te oordelen of er al dan niet teveel mensen op de wereld zijn, moeten wij missen, en wel omdat dit oordeel zelf veel meer omvat dan enkel maar het aantal van de aardbewoners. Wie namelijk oordeelt dat er nu al teveel mensen zijn, die geeft ook impliciet te kennen dat de huidige bevolkingsdruk alleen wegwerkbaar is door op de een of andere manier het aantal mensen in te perken. En zeer zeker is een dergelijke benadering volstrekt oneigenlijk omdat het aantal mensen slechts één enkele factor is in die bevolkingsdruk, naast vele andere, zoals daar onder meer vooral zijn: de grote interindividuele en interculturele verschillen in nood, verbruik, verspilling en efficiëntie. Houden we het hier bij een enkel voorbeeld. In de wetenschap dat meer dan 90 percent van alle menselijke krachten vandaag worden besteed aan bewapening en aan destructie, kon men gerust zeggen dat een verandering op dit - ethische - vlak misschien wel de beste ingreep was om de bevolkingsdruk te doen dalen. Dit zou alvast een veel groter effect hebben dan pakweg het wegmaaien van de helft van ons. Ja, het is een paradox die ons begrip wel op de proef kon stellen.

    (J.B., 19 oktober 2010)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking of niet? Geboortebeperking of niet?

    Overbevolking of niet? Geboortebeperking of niet?
    Een interview met Omsk Van Togenbirger
    - Omsk Van Togenbirger, het lijkt erop dat men inzake het probleem van de overbevolking maar wat blijft aanmodderen, terwijl de omvang van deze dreiging voor de gehele mensheid onmiskenbaar danig groot is; hebt gij een uitleg voor dit talmen? Is hier sprake van defaitisme? Of is het lethargie? Of nog iets anders?
    OVT: - Laat ik eerst herhalen dat men pas kan spreken over een overbevolking van zodra de bevolking van een stuk grond te groot is om met de opbrengst van die grond gevoed te kunnen worden. In feite is dit uiteraard onmogelijk, maar goed, we willen de hongerdood – de zogenaamde 'Malthusiaanse catastrofe' – voor zijn. Wel, om te beginnen moet een onderscheid gemaakt worden tussen noden en preferenties, want wat wil het volk dan eten, nietwaar? En ik bedoel: is men tevreden met graan en groenten of wil men vlees in de kuip? Iedereen weet immers dat vleeseters vele keren meer grond nodig hebben dan vegetariërs. Heel concreet betekent dit dat als de aarde tien miljard vleeseters kan dragen, zij omzeggens voor hetzelfde geld misschien wel in de behoeften van honderd miljard vegetariërs kon voorzien. Iedereen weet ook dat de helft van het voedsel gewoon wordt weggegooid en vaak reeds vooraleer het verkocht wordt, bijvoorbeeld om de marktprijs te beïnvloeden met het oog op geldelijk gewin. Zonder het kapitalistische systeem dat deze verspilling veroorzaakt, kon de aarde derhalve twééhonderd miljard vegetariërs voeden. Iedereen weet dat vele mensen zich gewoon dood eten: zij eten soms zeven keer meer dan nodig, worden daardoor ook zeer zwaar en omdat zij dan zo zwaar zijn, moeten ze ook veel meer blijven eten om hun lichaamsfuncties in stand te houden. De helft van de mensen zijn te dik: zonder hen zouden er op aarde dus nog eens zevenhonderd miljard bij kunnen. En hebt u al eens iemand horen klagen over de honden en de vele andere huisdieren die men er op na houdt, of zeg maar dat men ze kweekt, louter voor de luxe? Edoch, gezelschapsdieren waren geheel overbodig indien wij het wat beter konden vinden met elkaar. En dan is er naast het verbruik uiteraard nog het afval. Vandaag wordt het afval nog steeds niet verrekend in de verbruikskosten. Jaarlijks wordt bijvoorbeeld zowat zeshonderdvijftig miljoen ton aan plastics geproduceerd waarvan geen gram recycleerbaar is. Het gaat dus om de onophoudelijke productie van een gigantische afvalberg die ruimte inneemt en die derhalve de beschikbare ruimte gestaag doet inkrimpen, wat eigenlijk wil zeggen dat het afval onze aarde almaar kleiner maakt. En we hebben het nog niet eens gehad over afval als vergif, want ook alles wat door het afval vergiftigd wordt, is niet langer eetbaar. En hiermee wil ik alleen maar dit zeggen: vooraleer men gaat denken aan het verbieden of het onmogelijk maken van geboortes door geboortenbeperking, sterilisatie en nog andere drastische maatregelen die raken aan de fundamentele vrijheden van de mens, zou men eerst eens moeten kijken waar het schoentje knelt. Ik weet het wel, de rijken willen vlees blijven eten, zij willen duizend keer meer kunnen blijven verbruiken dan de paria's, en om die voorrechten te beschermen, moet de wereldbevolking dan maar worden ingeperkt, maar wie durft dat nog ethisch verantwoord te noemen in een tijd waarin de waarde van de gelijkheid van de Franse Revolutie nu al ruim twee eeuwen tot ons collectief bewustzijn zou moeten doorgedrongen zijn?
    - Maar beweert u nu dat de overbevolking geen probleem is?
    OVT: - Ik beweer dat niet de overbevolking het probleem is. De zogenaamde overbevolking is een schijnprobleem dat wordt opgehangen door een bepaald segment van de bevolking met de bedoeling een ander probleem te verkappen, namelijk dat van de ongelijkheid, en het zijn uitgerekend de probleemvervalsers die de ongelijkheid in stand willen houden omdat zij behoren tot de bevoorrechte klasse. Op aarde is er plaats voor heel veel armen terwijl het aantal van de rijken beperkt moet blijven. In feite zijn er rijken teveel maar de rijken schuiven de schuld door naar de armen, die op deze wijze twee keer boeten: de gedupeerden krijgen de schuld voor wat hen wordt aangedaan. En zo kom ik tot een tweede punt: er zijn geen rijken denkbaar zonder armen omdat voor de rijkdom van elke rijke zowat vijftig slaven garant staan. Alle rijkdom immers is afkomstig uit arbeid, terwijl alle arbeid geleverd wordt door de armen. Zoals ook u wel weet, werken de mensen niet als zij daartoe niet worden gedwongen, en zodoende werken slechts diegenen die noodlijdend zijn, hongerig of armlastig. Eenmaal rijk, stopt een mens met al zijn werkzaamheden en amuseert hij zich met de meest vergezochte tijdverdrijfselen die geen enkel nut meer kunnen hebben. Rijkelui spelen alleen nog golf.
    - Maar ontkent gij dan dat het in leven houden van de armen en het verhinderen van eventuele sterilisatieprogramma's het probleem alleen maar kan doen toenemen?
    - OVT: Gelooft gij nu echt dat men de armoede kon uitroeien door het aantal armen terug te dringen middels bijvoorbeeld sterilisatie?
    - Ten tijde van de natuurramp in Haïti pleitte een vooraanstaand Vlaams ethicus ervoor om aan de arme vrouwen aldaar een geldsom aan te bieden in ruil voor hun sterilisatie en de beroemde sir David Attenborough pleit zelfs voor het stopzetten van voedselhulp aan arme Afrikanen omdat zij zich anders vermenigvuldigen, wat zijns inziens het probleem van de armoede alleen maar kan doen toenemen.
    - Allerlei beroemdheden vertellen allerlei onzin en die wordt uiteraard ook nog geslikt door een massa van meelopers; het populisme is een echte plaag geworden waar de armslag van het meerderheidsbeginsel tekort doet aan de rechten van de minderheden; maar laat ik eerst toch nog eens herhalen dat het een kostelijke illusie is, te wijten aan kortzichtigheid en onwetendheid, om te geloven dat er in deze wereld rijken konden bestaan zonder armen.
    Zoals iedereen intussen ook wel weet, is het zogenaamde geluk – want in feite gaat het om een bedrieglijk geluksgevoel – alvast in onze contreien ongelukkiglijk een kwestie geworden van sociale vergelijking: mensen identificeren geluk hier namelijk verkeerdelijk met winnaarschap omdat zij in deze prestatiemaatschappij niet langer elkaars medewerkers zijn maar elkanders concurrenten. Op wedijver valt niets aan te merken zolang het allemaal een beetje sportief blijft en dat wil zeggen speels; maar buiten het spel, in de ongespeelde, harde werkelijkheid, gaan de verliezers uiteindelijk dood als een bijzondere regelgeving ontbreekt die zulks verhindert. Hoe dan ook zorgt de concurrentieslag voor een polarisering van de bevolking in, enerzijds, extreem rijken en, anderzijds, extreem armen.
    Maar vaak wordt over het hoofd gezien dat die polarisering allerminst het gevolg is van een groot verschil in prestatiebekwaamheid bij de mensen onderling; veel vaker immers zorgen durf, valsspelen en een verregaande immoraliteit voor exuberante winsten en voor succes. Iedereen weet toch dat multinationals die miljardenwinsten boeken, hun succes heel vaak te danken hebben aan slavernij en kinderarbeid in gebieden waar de wetgeving en de controle op uitbuiting te wensen overlaat? Iedereen weet dat mensen die teveel hebben, hun geld via de banken tegen woekerintresten uitlenen aan mensen die tekorten lijden. Over het uitlenen van geld tegen woekerintresten kan men bezwaarlijk zeggen dat dit werken is, of vergis ik mij? En vertel mij dan ook eens hoe armen die leningen moeten aangaan hun schulden kunnen terugbetalen als ze het niet doen door hard te werken? Indien zij het konden doen zoals de rijken, dan waren zij immers helemaal niet arm! Dat er geen rijken denkbaar zijn zonder armen, wil daarom ook zeggen dat rijkdom meestal aan uitbuiting toe te schrijven is.
    - Haïti is daar een schoolvoorbeeld van?
    OVT: - Haïti is een land van slaven die sinds oudsher voor de rijkdommen van het Westen hebben gezorgd. Christoffel Columbus ontdekte het in 1492 en noemde het eiland waarvan Haïti de westelijke helft vormt, Hispaniola (La Isla de Españiola of Het Eiland van Spanje) – het oostelijke stuk is de huidige Dominicaanse Republiek; het was bevolkt met Taíno-indianen die alras uitstierven ingevolge dwangarbeid en westerse ziekten; zij werden vervangen door honderdduizenden uit Afrika geïmporteerde slaven die er werkten op de suiker- en koffieplantages uitgebaat door de Fransen. Die slavernij duurde tot de slavenopstand die volgde op de Franse Revolutie, maar het land werd onder de knoet gehouden. Van 1915 tot 1934 werd Haïti door de VS bezet; er volgden jaren van instabiliteit en van 1957 tot 1986 regeerden de corrupte en repressieve regimes van Papa Doc en Baby Doc die zowat 50.000 Haïtianen vermoordden naast nog meer verkrachtingen en martelingen. Na enkele staatsgrepen kwam in 1991 Aristide met tussenpozen aan de macht en sinds 2006 is Préval er president met de hulp van VN-troepen. De huidige Haïtianen zijn de nazaten van de Afrikaanse negerslaven; er werken nog een half miljoen kindslaven, 'retaveks' genoemd. Haïti is zowat het armste land op aarde.
    De ecologische voetafdruk van deze mensen – hun verbruik en afvalproductie – is quasi nihil: zij produceren welvaart voor anderen en zelf bevuilen zij helemaal niets, integendeel. U weet toch dat vrachtschepen onze afgedankte computers naar Haïti brengen alwaar ze belanden op een gigantisch vuilnisbelt waar kleine kinderen die niets te eten hebben er het koper en alles wat nog bruikbaar is weer uithalen en zij zodoende de kostbare en beperkte grondstoffen zo goed als mogelijk recycleren? Wie durft te beweren dat het uitgerekend deze arme kinderen zijn die de wereld overbevolken en die dus alles opvreten en ook nog bergen afval voortbrengen? Het zullen alvast geen geleerden zijn die dergelijke onzin vertellen en evenmin lui met enig ethisch besef, maar ik heb het nog gezegd: om te weten hoe laat het is, moet men allerminst bij de horlogemaker wezen.
    - Maar laten we eens een concreet voorbeeld nemen, het voorbeeld van het onvruchtbare land in barre weersomstandigheden die ervoor zorgen dat de oogsten keer op keer mislukken: kan men dulden dat een volk dat daar wil overleven, dat poogt te doen door zoveel mogelijk kinderen ter wereld te brengen in de hoop dat enkelen daarvan, de allersterksten, het wel zullen halen? Is het niet een beetje cynisch om daar het recht van de sterkste te laten spelen terwijl wij toch over de mogelijkheid beschikken om in te grijpen, bij voorbeeld met sterilisatie of met anticonceptiva?
    OVT: - De zaak is wel dat de mensen van ter plekke sterilisatie en anticonceptiva afwijzen omdat zij nu eenmaal kinderen willen. Om heel begrijpelijke redenen, want kinderen zijn in dergelijke streken de enige rijkdom in de betekenis van een verzekering voor de toekomst: er is ginder namelijk geen sociale zekerheid en dus ook geen pensioen! Wie in die gebieden kinderloos oud wordt, is ten dode opgeschreven want wie zal voor hem of voor haar zorgen? Dat probleem lost men niet op door geboortebeperking omdat dit vloekt met de wet van het soortbehoud; men lost het op met het pensioenrecht. En ga maar na: in landen waar mensen financieel onafhankelijk zijn van hun kinderen, worden de gezinnen kleiner; soms zelfs zo klein dat de betaalbaarheid van de pensioenen op de helling komt te staan. Sociale zekerheid is een element van onze beschaving en waar beschaving ontbreekt, neemt de natuur het over en geldt het recht van de sterkste: men houdt zoveel mogelijk kinderen om de kans op het voortbestaan van de soort zo groot mogelijk te maken, alle individuele leed ten spijt. Het getuigt van een jammerlijke zelfoverschatting om te geloven dat men aan de natuur een verbod kon opleggen; de enige remedie bestaat erin haar te verschalken... middels een betrouwbaar solidariteitsstelsel.
    (wordt vervolgd)
    (J.B., 2 en 3 juni 2014)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vluchtelingen en de overbevolking: twee problemen die er geen hoeven te zijn?

    De vluchtelingen en de overbevolking: twee problemen die er geen hoeven te zijn?
    Sp.a-senator Bert Anciaux is momenteel (31 januari 2016) een van die uitzonderlijke politici die durven te stellen dat van de vluchtelingen en van de allochtonen in het algemeen niet moet gevraagd worden dat ze zich 'aanpassen': zij moeten vooreerst in hun eigenheid erkend worden. De toenemende maatschappelijke diversiteit is immers geen tijdelijk verschijnsel maar een onomkeerbaar gebeuren dat bovendien allerminst betreurenswaardig is omdat het onze samenleving kan verrijken.
    Er is moed nodig om deze humane visie te handhaven en te verdedigen in tijden waarin Europese partijen steeds vaker de populistische toer opgaan en hun succes danken aan een volstrekte immoraliteit: zij pleiten er godbetert voor om wie voor koppensnellers op de vlucht massaal verdrinken in de Middellandse Zee, terug te drijven, met prikkeldraad weg te houden en ook neer te schieten wanneer zij het in de allerhoogste nood alsnog wagen om het territorium van de 'welvarenden' te betreden.
    Er is moed nodig om te herinneren aan de conventie van Genève: nadat zes miljoen mensen die er niet in slaagden om te ontkomen aan de nazi's, in concentratiekampen werden omgebracht, besloten na de Tweede Wereldoorlog zowat alle landen van de beschaafde wereld om in de toekomst een herhaling van die catastrofe te voorkomen door de invoering van het asielrecht. En nu de kersversie E.U., zopas nog wereldwijd bejubeld als de wieg van de mensenrechten, de historische kans krijgt om desbetreffend de daad bij het woord te voegen, wordt Genève door het merendeel van de Europese politici prompt doodgezwegen ofwel als voorbijgestreefd beschouwd – tenminste als zij daar al weet van hadden.
    Het racisme en de onderliggende haat blijken wereldwijd de groeiende onnadenkende massa van vreesachtigen binnen het mensdom aan te tasten. Ongetwijfeld ligt een gebrek aan ontwikkeling mede aan de oorzaak van deze angstaanjagende trend, maar het gaat dan duidelijk niet om een gebrek aan technologische of wetenschappelijke ontwikkeling maar wel om de teloorgang van het waardenbesef dat nochtans het welzijn mogelijk maakte. Er werd inderdaad kortstondig voor waarden en normen gepleit, maar alras maakte men er 'onze' waarden en normen van, wat uiteraard van de zelfzucht het eerste gebod maakte en van de respectloosheid die nu eenmaal gelijkstaat met de immoraliteit.
    Uit alle diepgaande onderzoekingen gevoerd door maatschappelijke ge-engageerden – van filosofen zoals Karl Marx en Ivan Illich tot undercover-vorsers naar het model van Günter Wallraff – blijkt de in ons kapitalistisch systeem ingebakken hebzucht als hoofdverantwoordelijke voor wantoestanden die de wereld in nieuwe en steeds gevaarlijker oorlogen storten. Goed is wat geld in het laatje brengt en derhalve is het telen van papaver beter dan het bakken van brood want het eerste brengt meer op. Misdaad is goed als zij loont en dus als zij de straf ontloopt, zodat het bedrog wordt verheven tot de hoogste kunst. Economie en managerschap zijn steeds vaker een wolf in schapenvacht.
    En dat het empathische vermogen van de doorsneeburger steeds vaker faalt – wat in feite betekent dat het aantal psychopaten toeneemt – wijst op een essentieel gebrek dat in feite niemand mag verwonderen, want hoe kan men verwachten dat wie zich bekwamen in het bedrog, nog enig inlevingsvermogen koesteren met anderen? Als onze dure opleiding bestaat in het aanleren van de winstmaximalisatie en dus in het leren binnenrijven van zoveel mogelijk geld in ruil voor zo weinig mogelijk inspanningen, dan sluit dit alvast in dat de mede-mens vooreerst een concurrent is of dus een tegen-mens.
    Aan de grond van deze reeds ingeburgerde psychopathie ligt nu een schromelijke vergissing die erin bestaat dat wij de maatschappij zijn gaan verwarren met de natuur: het snijdt immers hout om de natuur te verschalken en om derhalve bijvoorbeeld met zo weinig mogelijk inspanningen een hoge berg te beklimmen. Maar waar wij tegenover onze soortgenoten een gelijkaardige houding aannemen, doen wij aan genosuïcide: wij roeien onze eigen soort uit. De drang tot zelfbehoud heeft onder de druk van een ziekelijk gistend egoïsme dergelijke proporties aangenomen dat de drang tot het soortbehoud er door vernietigd wordt. En zou het niet zo kunnen zijn dat de zorg voor de eigen soort te lijden heeft onder nog een andere verlammende vrees: de (foute?) vrees dat de wereld kampt met een probleem van overbevolking?
    (Jan Bauwens, 31 januari 2016)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking

    Overbevolking

    Om te lezen, klik op de flap:




    23-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken Ludo Noens

    Boeken Ludo Noens: https://ludo-noens.jouwweb.be/


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dringend te beluisteren: hoe populisten hun voordeel doen met de leugens van de anderen

    Dringend te beluisteren: hoe populisten hun voordeel doen met de leugens van de anderen.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomen

    Bomen


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren e.a. verhalen

    Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!

    e.a. verhalen

    Om te lezen, klik op de flap:




    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo recupereer je jouw blogs na het 'verdwijnen' van bloggen.be

    Zo recupereer je jouw blogs na het 'verdwijnen' van bloggen.be:
    Ludo Noens van het cultureel tijdschrift Portulaan bezorgde ons de volgende informatie voor het (zo goed als mogelijk) recupereren van de inhoud van verloren gegane blogs.
    De website: https://archive.org/ is een soort zoekmachine die “verloren gegane” webpagina’s archiveert. Nota bene: het hangt wel bijna van het toeval af of ze in het verleden ooit jouw site hebben opgeslagen of niet, en dan gaat het ook altijd om momentopnames: de inhoud van de webpagina op de dag(en) dat ze die toevallig hebben gekopieerd. Het enige wat je moet doen, is de oorspronkelijke URL van je pagina invullen en klikken.
    Dit zijn de te nemen stappen:
    1) Open de link naar https://archive.org/
    2) Tik in: http://www.bloggen.be/[de naam van jouw blog]
    3) Zoeken via keuze websites (NIET metadata). Even geduld…
    4) Jouw blog wordt x keer herkend (dat wil zeggen, er is x keer een snapshot van gemaakt. Je krijgt de jaren en de datums via de kalenders. Je kan dan de dag aanklikken waarop de (laatste) snapshot is gemaakt (even geduld), en jouw blog van die dag verschijnt, met links…

    Succes!


    21-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hongerstakers en de nationale feestdag

    De hongerstakers en de nationale feestdag

    "Minachting. Dat is de basis voor elke vorm van slavernij. (...) „Het is het dédain van de winner voor de loser. Als je een ander mens zijn vrijheid wilt ontnemen, moet je hem verafschuwen, én die afschuw rechtvaardigen en institutionaliseren. Dat doe je door te zeggen dat die persoon zijn lot aan zichzelf te wijten heeft, bijvoorbeeld omdat hij een oorlog heeft verloren, of arm is. Alleen als je op zo’n manier een psychologische barrière opricht tussen jou en de ander, kan slavernij bestaan.” (°)


    Op een niet mis te verstane manier legt Dick Harrison uit hoe slaven door mensen gemaakt worden middels geweldpleging op mensen. Onze hongerstakers zijn nota bene slaven: zij werden jarenlang op Belgisch territorium en derhalve onder de verantwoordelijkheid van de Belgische regering uitgebuit. De uitbuiters misbruikten het gegeven dat deze mensen hier op een onwettige manier aanwezig waren.


    Edoch, mensen op de vlucht voor de oorlog en de honger, hebben helemaal geen andere keuze dan weg te vluchten voor de oorlog en de honger: het is allerminst hun bedoeling om ergens onwettig aanwezig te zijn, zij willen slechts ergens wég. En wie durft te beweren dat hij niet zal vluchten als de dood hem op de hielen zit?


    De hongerstakers zijn volstrekt onschuldig aan hun illegale aanwezigheid op het Belgisch grondgebied. Bovendien is de Belgische regering verantwoordelijk voor de toestand van slavernij waarin zij bestaan. De regering heeft derhalve de dringende plicht hen uit deze toestand te bevrijden. Krachtens de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft de regering ook niet het recht hen terug te sturen naar een plek waar zij onveilig zijn.


    Het feit dat deze slaven in hongerstaking gaan, bewijst dat het niet voor de honger is dat zij vluchten. Zij wensen slechts als mensen behandeld te worden en daarvoor hebben zij hun leven veil: zij verkiezen de dood boven een mensonwaardig bestaan.
    Laat de regering toe dat haar slaven verhongeren, dan keurt zij de slavernij de facto goed. Wat zij overigens allang openlijk doet waar haar ministers bevestigen dat de prijs van onze groenten in de supermarkt zou verdrievoudigen indien alle illegalen werden teruggestuurd.


    Kan onze nationale feestdag deze hypocrisie overleven, dan vieren wij vandaag een schurkenstaat!


    (J.B., 21 juni 2021)

    Verwijzingen:

    (°) Aldus vat Bart Funnekotte het samen in Slavernij was er altijd en overal - zijn bespreking van Dick Andersons boek, getiteld: De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel, Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015). Zie ook: Hoe Europa groot en rijk werd.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe Europa groot en rijk werd

    Hoe Europa groot en rijk werd

    Om te lezen, klik op de flap:


    20-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Panopticum Corona

    "PANOPTICUM CORONA"

    bestaat uit vijf delen:

    I. HET NARRENSCHIP

    Over de waarschuwing van Plato

    II. DE NIEUWE PEST

    Over de intrede van de chaos in de wereld

    III. HET PANOPTICUM

    Over het einde van de vrijheid

    IV. HET TIJDPERK VAN DE LEUGENS

    Over het lijden en de waarheid

    V. CORONA EN DE HEILIGE ZAAK

    Over wat er op het spel staat

    Om te lezen, klik op de flap:


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rusland-China

    Rusland-China

    Om te lezen, klik op de flap:






    19-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tsunami symfonie

    Tsunami symfonie (J. Bauwens, Serskamp 2005)

    Om te beluisteren, klik op de prent:

    Bijlagen:
    tsunamisymfonie versie1 xxx.mp3 (6.6 MB)   


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fundeert het katholicisme onze beschaving?

    http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/168662.pdf

    Fundeert het katholicisme onze beschaving?


    18-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.smeren ze ons kanker aan e a

    smeren ze ons kanker aan e a




    17-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het boek

    Het boek: om te lezen, klik op de flap:



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaccineren?– Enkele kritische noten bij onze vaccinatiecultuur

    Vaccineren? Enkele kritische noten bij onze vaccinatiecultuur

    (om te lezen, klik op de titel)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar zijn de blogs van bloggen.be?

    Waar zijn de blogs van bloggen.be?

    KLIK:

    https://www.seniorennet.be/forum/viewtopic.php?f=49&p=4924802

    "Wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen." (Heinrich Heine)

    Zie ook:

    http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2414776

    Ofwel:

    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208113704.pdf

    Over wat er aan de gang is, zie:

    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf (*)

    (*) Een fragment uit het boek:

    De volgelingen van Raskolnikow


    In zijn werk over Dostojewskij wijdt dr. M.A. Lathouwers een hoofdstuk aan het thema van de vrijheid in het oeuvre van de grote Russische schrijver. In zijn Herinneringen aan het ondergrondse heeft de geëngageerde vrijheidsstrijder die Dostojewskij is, zijn afkeer uitgedrukt voor de anonieme systemen en structuren die het bestuur over de mensen dreigen over te nemen terwijl zij toch nooit in staat zijn om verantwoordelijkheid te dragen. De schrijver gebruikt het beeld van het dode kristal dat de levende cel dreigt te vervangen en het navenante schrikbeeld van een toekomstige maatschappij die zal zijn zoals een kristallen paleis:

    “Visionair als hij is, ontwaarde [Dostojewskij], bijna een eeuw voor Orwell en Huxley, in het perspectief op de toekomst dat deze verafgoding [van de natuurwetten, de logica en de sociale verordeningen waarin alles wettelijk geregeld en contractueel vastgelegd is,] biedt, de mogelijkheid van een fatale kristallisatie; het spookbeeld van een kristallen paleis, waarin alles geheel pasklaar gemaakt en met wiskundige nauwkeurigheid becijferd is, maar waaruit de vrijheid voorgoed verdwenen is. Juist daarom verdedigt hij (…) de vrijheid als een wezenlijk onmisbare dimensie van het bestaan. Meer nog: als de hoogste waarde van de mens (…) waarvoor de mens desnoods bereid is “tegen alle wetten, tegen gezond verstand, eer, rust en welvaart in te gaan.”” En zoals duidelijk wordt in zijn parabel van de grootinquisiteur in De gebroeders Karamazov, wordt een bestaan zonder vrijheid nagestreefd door niemand minder dan de duivel - in deze roman in de gedaante van de katholieke kerk. (1)


    Voor het garanderen van de vrijheid is de scheiding der machten van fundamenteel belang: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moeten onderling onafhankelijk kunnen opereren om te kunnen verhinderen dat wetgevers en uitvoerders geheel ongecontroleerd te werk gaan zoals dat het geval is in een dictatuur. Naast deze drie machten worden ook nog de media genoemd als de 'vierde macht' omdat het uitoefenen van sociale druk en het brengen van geladen informatie via kanalen die in het bezit zijn van privépersonen, een niet te onderschatten invloed heeft op opinievorming en gedrag, zoals dat recent nog mocht blijken in de heisa rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar er is ook nog een vijfde macht: de kerk van weleer, welke althans in het westen reeds lange tijd gescheiden wordt van de staat omdat ook deze machtsstructuur politieke invloed heeft en soms zelfs op fatale wijze, zoals in een theocratie, vindt vandaag haar opvolger in het instituut van de zogenaamde wetenschap.

    In principe is het een goede zaak dat op die manier het irrationele wordt geweerd dat immers de willekeur faciliteert maar algauw is het wetenschappelijk instituut waarvan verwacht kan worden dat het een zekere objectiviteit handhaaft, verworden tot een tentakel van de heersende politieke partijen. Om te beginnen zijn helaas ook professoraten politieke benoemingen, waardoor in principe de waarheden die zij voordragen a priori ondergeschikt worden gemaakt aan macht. Daardoor wordt de geleerdheid of wat daarvoor moet doorgaan, steeds vaker ingezet in pogingen tot het onderbouwen van alles behalve objectieve politieke standpunten, om maar niet te zeggen dat zij functioneert als fabrikant van wat moet doorgaan voor de waarheid en in dat verband spreekt men dan ook spottend over de wetenschap als 'hedendaagse religie'. Dostojewskij heeft het in dat verband over de 'tirannie der quasi-geleerdheid'. Belangenvermenging is reeds lange tijd de regel daar waar universiteiten zich laten subsidiëren door de industrie en zo is het geen geheim meer dat bij uitstek de bijzonder welvarende farmaceutische industrie het wetenschappelijk onderzoek in onze verarmde universiteiten spekt met grote sommen geld in de vorm van allerlei hulpmiddelen. Het hoeft geen betoog dat zowel de verrijking van de farmaceutische industrie als de verarming van de universiteiten door politici wordt in de hand gewerkt en zoals de feiten het bevestigen, blijken politici veel vaker dan men kon verwachten gevoelig voor corruptie. Dat ook van deze gang van zaken de waarheid het allereerste slachtoffer is, kan niet verbazen en dit gebeurt terwijl die waarheid nog steeds het handelsmerk van 'wetenschappelijke waarheid' draagt, een handelsmerk dat alsnog goed verkoopt - maar wellicht niet meer voor lang.

    Onlangs verdedigde een filosofieprofessor in de media de mening dat aan zogenaamde 'antivaxers' geen forum mocht gegeven worden - ook niet als het gaat om geneesheren: mensen die de wetenschap van de geneeskunde gestudeerd hebben, deze dagelijks beoefenen en die, wanneer zij tegen de stroom ingaan, ook hun nek uitsteken, wat wil zeggen dat zij er aldus van getuigen met de gezondheid van hun patiënten zeer begaan te zijn. Om meer dan één reden is de mening van deze filosofieprofessor - want meer dan een mening is het uiteraard niet - volstrekt in strijd met wat inzake de elementaire deontologie van dat ambt verwacht kon worden en daarom ook is het ongepast wanneer aan verkondigers van dergelijke meningen een forum wordt verschaft waarin zij in afwezigheid van hun tegenhangers geheel ongehinderd dat eigen meninkje kunnen verkondigen. Of weten zij dan niet dat een stelling die zich niet blootstelt aan kritiek, ongeopenbaard blijft en derhalve helemaal geen stelling is? Het is niet meer dan praat voor de vaak, maar in de gegeven omstandigheden is het uiteraard bijzonder gevaarlijke praat.

    In dit geval wordt in de media de mening gepropageerd van een figuur die oordeelt dat het criterium om aan iemand spreekrecht toe te kennen over een zeker onderwerp niet zijn of haar geleerdheid en ervaring inzake dat onderwerp hoort te zijn, maar wel zijn of haar standpunt jegens een zeer specifieke behandeling - in dit geval een specifieke vaccinatie - waarvoor, zoals algemeen geweten, binnen de wetenschappelijke kringen zelf, zowel voor- als tegenstanders zijn, met telkenmale 'wetenschappelijke' argumenten. Wordt bovendien het feit in acht genomen dat precedenten inzake gelijkaardige aangelegenheden hebben aangetoond dat belangenvermenging, corruptie, commissielonen en allerlei beloftes inzake aantrekkelijke postjes in deze zaken veeleer de regel zijn dan de uitzondering, dan kan men zich onmogelijk ontdoen van de indruk dat ook de fora waarin betrokken sprekers opereren, gestuurd worden door figuren die belangen hebben geheel wars van volksgezondheid, wetenschap en waarheid. Uitgerekend de (naar hun eigen zeggen) verdedigers van de open debatcultuur in het zog van Voltaire en het hele santenkraam van de Verlichting, verraden hier hun vrees voor tegenstanders omdat die het wankele karakter van hun voorgewende zekerheden wel eens aan het licht konden brengen, om nog maar te zwijgen over de praktijken welke gedekt worden door het gezegde: “wiens brood men eet, diens woord men spreekt”.

    Kortom: geleerden die er niet in slagen om uit te leggen aan het volk waarom men dan een mondmasker moet dragen, vertonen inderdaad bijzonder veel gelijkenis met de clerici van destijds die hun geloofswaarheden evenmin uitgelegd kregen en die dan dachten dat zij zich uit de slag konden trekken met gezagsargumenten (zoals: de onfeilbaarheid van de paus), met verbodsbepalingen geruggensteund door hellestraffen (maar ook door sociale uitsluiting) en met de fabricatie van 'mysteries' en andere monddoodmakers zoals de zwijgplicht. Van universiteitsprofessoren die benoemd zijn door een zeker politiek apparaat dat specifieke 'waarheden' wil verkondigd zien met het cachet van 'wetenschappelijke waarheid' - in 'officiële' media of dus in media waarover het het monopolie heeft - kan geen weldenkend mens verwachten dat zij zelf ook menen wat zij zeggen. Indien men hen de biecht kon horen op hun sterfbed en gesteld dat zij gelovig waren, zij zouden zich gewis alsnog uit de slag proberen te trekken met het argument dat zij de job aanvaardden omdat in geval zij hadden geweigerd, een ander hetzelfde in hun plaats had gedaan, zodat de fout die zij begingen, althans in hun visie, eigenlijk helemaal geen gevolgen had. Dostojewskij zou hierop antwoorden dat het uitgerekend aan deze onverschilligheid is, die eigen is aan moordenaars zoals zijn Raskolnikow, dat de wereld nu ten onder gaat. (2)(3)

    Voetnoten:

    (1) Lathouwers, M.A., Dostojewskij, Desclée De Brouwer, Brugge/Utrecht 1968. ), pp. 72-85.  

    (2) Tekst d.d. 9 maart 2021.

    (3) Uit: Panopticum Corona, pp. 1034v.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inbrekers en inbrekers e.a.

    Inbrekers en inbrekers e.a.



    16-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle

    De verenigde staten van amerika en Het antwoord van Seattle



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Ministerie van Waarheid en de libricide

    Het Ministerie van Waarheid en de libricide

    Exact een week na de dag waarop de Twin Towers tegen de vlakte gingen, werd Amerika geteisterd door een vlaag van antraxaanvallen in de vorm van de wit poederbrieven. Antrax is zeer dodelijk maar bereikt bijna niemand en experten terzake waarschuwen dat Islamitische Staat koortsachtig op zoek is naar een uiterst dodelijk vergif dat in één klap een massa slachtoffers kan maken. Bommen doden weliswaar maar het slachtofferaantal beperkt zich tot enkele tientallen en in extreme gevallen worden dat er een paar duizend. De pest wordt snel herkend en ingeperkt maar wat te denken van een gloednieuw dodelijk virus dat genetisch zo gemanipuleerd wordt dat het ook uiterst besmettelijk zal zijn? Tegen de bijl van koelbloedige moordenaars is geen mens bestand die vrouw en kinderen heeft en zeker niet als die bioloog is van beroep en tewerkgesteld in een lab waar de wapens van de toekomst worden gefabriceerd.

    Twee jaar na die vreselijkste elfde september publiceert de CIA het document The Darker Bioweapons Future waarin de Nationale Academie van Wetenschappen waarschuwt voor oncontroleerbare en niet te detecteren bio-technologische wapens ("engineered biological agents") die veel meer kwaad kunnen aanrichten dan alle tot nog toe gekende ziekten. Het document spreekt over de inplanting in een virus van genen die de afweer vernietigen, wat zou kunnen zorgen voor bijvoorbeeld ernstige vormen van artritis bij zoveel mensen dat de economie van het aangevallen land het begeeft. Verontrustend is dat de wetenschap omtrent die zaken voor iedereen toegankelijk is.

    De ontdekker van het AIDS-virus, de nu achtentachtigjarige Nobelprijswinnaar voor de Geneeskunde Luc Montagnier vertelt ons vandaag dat covid-19 een door mensen gefabriceerd virus is, bestaande uit segmenten van het dodelijke HIV (waarvoor nog steeds geen vaccin bestaat) gecombineerd met een superbesmettelijk verkoudheidsvirus. In koor roepen bijna alle medici dat Montagnier zich vergist maar corona doet exact wat twintig jaar geleden werd beschreven als het voor de nabije toekomst te vrezen allergrootste kwaad.

    Op het smalle forum dat hij nog kan bemachtigen, klaagt Montagnier aan dat ter gelegenheid van de zogenaamde pandemie de wetenschappelijkheid verkracht wordt door het kapitaal. Wereldwijd zet de economie de gezondheidszorg nu naar haar hand maar dit opportunisme gaat alle perken te buiten waar het uitmondt in een wereldomvattend totalitarisme. Vandaag zien wij daarvan alle tekenen: de oppositie wordt integraal vernietigd, onder meer middels het aan banden leggen van de vrije meningsuiting door het sabotteren van de massamedia en in het bijzonder van de nieuwste communicatiemiddelen van het volk die sinds de opstanden in Noord-Afrika de potentaten te kijk hadden gezet - dat is inmiddels verleden tijd.

    Onder meer en vooral de blogs delen in de klappen en zo is in onze contreien sinds 9 juli bloggen.be ontoegankelijk ('Forbidden') geworden voor het publiek:

    Seniorennet blijkt te zijn gespaard maar dat is alleen maar oogverblinding: de blogs van seniorennet worden immers niet uitgezonden op het internet, zij zijn alleen bereikbaar voor wie ter plekke cirkuleert. Dat betekent dat wie naar ongeacht wat zoeken via zoekmachines zoals Google, nooit ofte nimmer op de seniorennetblogs terechtkomen. De meningen die daar worden neergezet zijn voor de toevallige passant. Dit onheil is overigens makkelijk aan te tonen: het plakken van lukrake zinsdelen uit ongeacht welke seniorennetblog in het zoekvakje van bijvoorbeeld Google, brengt je helemaal niet naar de bron maar geeft slechts als commentaar dat de data niet gevonden werden. Dat was met betrekking tot bloggen.be wél het geval, wat dit medium dan ook 'gevaarlijk' maakte voor de huidige potentaten en dus werd het volstrekt onaangekondigd en zonder commentaar opgeruimd. Geen iota erover in het nieuws: het doodzwijgen van feiten, hoe gruwelijk ze ook zijn, maakt dat het op den duur echt gaat lijken alsof zij alleen maar fictie waren: wat niet gezegd mag worden, lijkt ook helemaal niet te bestaan - het is een van oudsher beproefde tactiek.

    De potentaten werken immers met man en macht wereldwijd sinds een vol jaar aan het sabotteren van meningen die met de hunne strijdig zijn en dat kondigden zij ook volmonds aan. Zo richtte de EU een bijzondere commissie op welke perfect overeenkomt met het 'Ministerie van Waarheid' uit het griezelverhaal van George Orwell: de dystopische roman 1984. Ziehier het Orwelliaanse bericht betreffende de 'grote zuivering' d.d. 10 juni 2020, getiteld: “Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie":

    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020JC0008&from=EN

    Het volk is dus definitief het zwijgen opgelegd, de vrijheid van meningsuiting behoort tot het verleden, het biblioclasme is terug, de boekverbrandingen zijn weer van de partij.

    Ook betalende websteks die wél uitgezonden worden, worden eraf gegooid van zodra hun inhoud door het regime als 'fakenews' wordt bestempeld en dit is alvast in Europa sinds de 'pandemiewet' volstrekt legaal: wie een persoonlijke mening uit die afwijkt van de officiële is voortaan een crimineel. Dit is fascisme in vol ornaat. Op de agenda staan nu de gekende, voorspelbare reeks van gebeurtenissen: de devaluatie van de munt; de schaarste van eerst luxegoederen en vervolgens levensnoodzakelijke dingen zoals huisvesting, brandstof en voedsel; de verarming van het volk; de toename van extreme desinformatie en de genocide, want zoals de dichter Heinrich Heine zei: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen."

    (J.B., 16 juli 2021)







    15-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar

    Water - een verhaal & Over de klimaatsverandering - een commentaar:


    14-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme

    Hannah Arendt over Totalitarisme



    13-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Demystificatie ea

    Demystificatie ea


    12-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”






    08-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mattias Desmet over massavorming - Als de oppositie uitgeschakeld is, volgt massadestructie

    Mattias Desmet over massavorming
    Als de oppositie uitgeschakeld is, volgt massadestructie

    Professor in de klinische psychologie aan de Universiteit Gent, Mattias Desmet, vertelt aan Maurice de Hond hoe de malaise (met een explosie van burn-outs, depressies en onbestemde angsten) in de periode voorafgaand aan de coronacrisis, met het aanreiken van een object van de angst (het virus), leidt tot massavorming en hij legt dat uit aan de hand van een vergelijking met hypnose.
    De hypnotiseur verengt het blikveld van de gehypnotiseerde tot één bepaald onderwerp zodat deze niets meer merkt van al de rest: wat zich buiten het aandachtsveld bevindt, bestaat dan gewoon niet meer. Zo kan men op een persoon onder hypnose een zware operatie uitvoeren zonder dat die ook maar iets merkt.
    Hetzelfde gebeurt nu bij massavorming en zo verengt de coronacrisis het aandachtsveld tot een virus en gaat alles in het teken staan van dit te bedwingen gevaar. Zelfs wanneer het overwonnen wordt, blijft het in het brandpunt zitten, bijvoorbeeld als iets waartegen men preventief moet optreden.
    Die vernauwing van het gezichtsveld is bijzonder rampzalig omdat men dan helemaal geen oog meer heeft voor alle andere gevaren, in casu: de slachtoffers die gemaakt worden ingevolge de maatregelen tegen 'het' gevaar.
    Bijkomend probleem: terwijl bij hypnose de hypnotiseur wakker is, worden de technocraten (de virologen) die de massa in hun macht hebben en bespelen, nog het meest van allen opgeslorpt door hun verengde realiteit.
    Op de vraag hoe het tij te keren, benadrukt Desmet de uiterst belangrijke rol van de oppositie omdat de geschiedenis ons leert dat daar waar de oppositie helemaal uitgeschakeld wordt, het totalitaire systeem immens wordt, absurd en bezeten van een ongeremde destructiedrift. De grote zuiveringen die Stalin doorvoerde onder vriend en vijand nadat hij alle tegenstemmen tot zwijgen had gebracht, zijn daarvan een historisch voorbeeld.
    Ziehier de link naar het interview met Mattias Desmet:

    https://www.youtube.com/watch?v=RWCRKl3ZAKg
    Maar net nu de rol van de oppositie van levensbelang wordt, krijgen wij te horen dat een commissie sinds een jaar vastberaden werk maakt van de strijd tegen wat zij 'desinformatie' noemt. Ziehier het Orwelliaanse bericht betreffende de 'grote zuivering' d.d. 10 juni 2020, getiteld: “Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie":
    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020JC0008&from=EN

    https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/communication-tackling-covid-19-disinformation-getting-facts-right_en.pdf

    (J.B., 6 juli 2021)


    07-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Johannes Brahms

    Johannes Brahms


    06-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

    1. Over de hybris
    Het totalitarisme, eerst in de literatuur in beeld gebracht door George Orwell met zijn 1984 dat dateert van 1948 en vervolgens in de filosofie beschreven en voor het eerst als zodanig benoemd door Hannah Arendt met The Origins of Totalitarianism (1) dat verscheen in 1951, is in wezen de heerschappij (middels haar logica) van een aanbeden idee (een ideologie) over een tot een massa herleide mensenmenigte die oorspronkelijk bestond uit stammen, volkeren, klassen, families maar ook en vooral uit mensen, waarbij de omvorming van de menigte (dit zijn: mensen met elk hun eigenheid en kwaliteit) tot een massa (dit is: een loutere kwantiteit ontdaan van elke andere individuele kwaliteit dan deze die de massa met telkenmale één eenheid groter maakt) het gevolg is van de ontmenselijking van de individuen en waarbij die ontmenselijking zich vooral voltrekt ingevolge de isolering van alle mensen die aldus van hun menselijke relaties en daarmee ook van hun mens-zijn zelf (waarvoor de intermenselijke relaties - en/of gebeurlijk de relatie met god - een voorwaarde vormen) beroofd worden.
    Hannah Arendt wijst erop dat het inzake totalitarisme niet gaat om tirannie of dus om de heerschappij van een mens over anderen maar wel over de heerschappij van een ideologie en dat is een niet-mens over mensen: een totalitarisme onderwerpt mensen aan een niet-mens.
    Neemt men nu aan dat er een god bestaat, dan betekent het totalitarisme de (alleen)heerschappij van een afgod of een onmens die zelfs niet door een welbepaald menselijk individu vertegenwoordigd wordt. Zo bijvoorbeeld is het kapitalisme een totalitarisme in die zin dat daar de afgod van het gouden kalf of het geld, dat niet meer verdient dan een louter ruilmiddel te zijn of een kwantiteit en meer bepaald die kwantiteit welke per definitie van elke specifieke kwaliteit ontdaan is (waardoor het voor een aantal zaken geruild kan worden), zich boven zichzelf verheven lijkt te hebben - maar in feite is het de mens die het geld verheven heeft tot god en die het aldus tot zijn afgod heeft gemaakt, namelijk door het te gaan aanbidden, wat uiteraard pas mogelijk is (en misschien zelfs noodzakelijk) nadat eerst god als zodanig werd verworpen omdat per slot van rekening niemand twee heren dienen kan.
    Maar ook indien men het bestaan van god verwerpt, blijft het totalitarisme in kwestie een toestand waarbij mensen worden onderworpen (of zichzelf onderwerpen) aan een ding - in dit geval een ideologie maar in vroegere tijden betrof het bijvoorbeeld ook heel letterlijk een beeld, een afgodsbeeld zoals de moloch, aan wie - andermaal heel letterlijk - mensenoffers werden gebracht.
    Dat wij leven in een tijdperk van afgoderij of idolatrie is overduidelijk en de kloof tussen het idool (in het geval van Stalin en Hitler: de tiran die het centrum was van een personencultus) en de ideologie is niet zo groot als men wel eens kon wensen omdat ook idolen wezenlijk 'ontmenst' zijn door de eigen identificatie met iets wat zij niet kunnen zijn en waarvan de schijn (of de 'fictie' zoals Arendt die noemt) moet opgehouden worden door de constant afgedwongen aanbidding van hun 'persona' in de authentieke betekenis van 'masker'. Arendt is overigens ook onduidelijk over de zaak wanneer zij nu eens spreekt over de personencultus omtrent de Führer terwijl zij ons dan weer bezweert dat het gaat om de ideologie - de verafgoding van de natuur bij de nazi's en van de geschiedenis in het Stalinisme, of alvast het concept dat men dan heeft over de natuur en over de geschiedenis, want als men bijvoorbeeld gelooft de natuur een handje te moeten helpen, dan verklaart men uiteraard eerst wat men zijns inziens onder die natuur dient te verstaan en analoog pretendeert men eveneens te weten waar de geschiedenis naartoe wil als men meent dat men haar gang dient te bespoedigen.
    Dat wij leven in een tijdperk van afgoderij of idolatrie is overduidelijk en de kloof tussen het idool (in het geval van Stalin en Hitler: de tiran die het centrum was van een personencultus) en de ideologie is niet zo groot als men wel eens kon wensen omdat ook idolen wezenlijk 'ontmenst' zijn door de eigen identificatie met iets wat zij niet kunnen zijn en waarvan de schijn (of de 'fictie' zoals Arendt die noemt) moet opgehouden worden door de constant afgedwongen aanbidding van hun 'persona' in de authentieke betekenis van 'masker'. Arendt is overigens ook onduidelijk over de zaak wanneer zij nu eens spreekt over de personencultus omtrent de Führer terwijl zij ons dan weer bezweert dat het gaat om de ideologie - de verafgoding van de natuur bij de nazi's en van de geschiedenis in het Stalinisme, of alvast het concept dat men dan heeft over de natuur en over de geschiedenis, want als men bijvoorbeeld gelooft de natuur een handje te moeten helpen, dan verklaart men uiteraard eerst wat men zijns inziens onder die natuur dient te verstaan en analoog pretendeert men eveneens te weten waar de geschiedenis naartoe wil als men meent dat men haar gang dient te bespoedigen.
    Wat er in feite aan de gang is waar mensen zich onderwerpen of onderworpen worden aan niet-mensen, is niets anders dan de verwisseling van de werkelijkheid met een spel: elke niet-menselijke heerschappij manifesteert zich immers middels regels - spelregels - die gevolgd moeten worden en die ernaar streven om de natuurwetten (de regels die de werkelijkheid zelf ons oplegt en die wij respecteren op straffe van uiteindelijk de dood) in hun schaduw te stellen. Zo streeft het kapitaal ernaar om de natuurlijke vruchtbaarheid na te bootsen en die uiteindelijk te overtroeven waar het bijvoorbeeld maakt dat voedsel weggegooid wordt wanneer de verspilling winst oplevert. In de reductie van de werkelijkheid tot een spel (of althans in de poging daartoe) tracht de mens zich tot god te verheffen. En uitgerekend in de godsdienst waarin hij god zijn vader noemt, acht hij zichzelf geen schepsel doch een zoon van god, een erfgenaam van de goddelijkheid, en dus god zelf, wat de Oude Grieken toeschreven aan de hybris: de overmoed of de grootheidswaan welke een ongebreidelde heerszucht is die de goden nimmer onbestraft hebben gelaten, zoals men kan lezen in de Griekse mythologie. (2)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 24 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Voor een volledige, correcte en vlot leesbare Nederlandstalige weergave van de Griekse mythologie, zie: Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse mythologie in 136 verhalen.

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    2. Over de zonde tegen het lichaam
    Het atomiseren van mensen teneinde hen te kunnen reduceren tot de partikels van een massa die vervolgens kan worden uitgebaat gebeurt, zoals Hannah Arendt beschrijft, door hen van elkaar te isoleren en dus door hun onderlinge communicatie te bemoeilijken of zelfs onmogelijk te maken. Dat kan middels gevangenzetting en afzondering, zoals dat vandaag wereldwijd gebeurt in het kader van de zogenaamde pandemie, maar het is ook mogelijk om dit doel te bereiken met alleen maar een psychosociaal en politiek instrumentarium dat zich dan vertaalt in een aantal voorschriften welke verplicht moeten worden nageleefd en waarvan de zwijgplicht of het spreekverbod niet alleen als de omerta onder misdadigers wordt toegepast maar ook de regel is in kloostergemeenschappen en in nog tal van andere al dan niet geheime genootschappen, politieke verenigingen, holdings en industrieën en wel in die mate dat het zich bezondigen aan spreken er beschouwd zal worden als verraad, vals spel of spionage.
    Naast het spreekverbod, kunnen ook het lees- en schrijfverbod genoemd worden of eerder nog het bevorderen van zaken zoals het analfabetisme en de onderontwikkeling in het algemeen: alle hebben zij tot doel de waarheid te doden en hem te vervangen door elkaar overstelpende leugenachtigheden.
    Ook het onderling verdelen van de individuen om te vermijden dat zij vriendschappelijke banden zouden smeden en dat zij zich zouden verenigen, is een beproefde methode lang voorafgaand aan het in voege treden van het Latijnse gezegde: Divide et impera! Dat gezegde drukt in feite kort en bondig uit wat Hannah Arendt zo gedocumenteerd doceert in haar Totalitarianism: de isolering van mensen welke hun eendracht breekt en daardoor ook hun weerstand tegen vreemde overheersers.
    Mensen die behoren tot dezelfde groep staan van nature helemaal niet vijandig tegenover elkaar omdat hun bezit evenals hun werk een zaak is van de gemeenschap maar de installatie van het privaatbezit gecombineerd met het schaars houden van de goederen die men in bezit kan nemen, verdelen de oorspronkelijke gemeenschap in allemaal individuen die dan niet langer samen werken maar die plotseling een bijzonder onnatuurlijk gedrag gaan vertonen: zij proberen elk afzonderlijk zoveel mogelijk bezit naar zich toe trekken, vandaag meestal in de vorm van geld, waarmee ze bij de overheid of althans bij de door de overheid bestuurde en gecontroleerde organen zaken kunnen aanschaffen waarmee ze hun individuele noden kunnen lenigen. Het concurrentiële karakter van de economie is een alom ingeburgerde hefboom welke de gezagsdragers faciliteert in het geatomiseerd houden van de massa's die dan als menselijk vee tot hun beschikking staan.
    De methodes om de productie van massamensen op te drijven zijn legio. Het aan mensen ontnemen van hun moedertaal en de verplichting tot het gebruik van een vreemde taal die zij echter nooit voldoende zullen kunnen beheersen om zich in alle spontaniteit uit te drukken, maakt de communicatie danig gebrekkig dat men er vanzelf van afziet teneinde de frustraties die dergelijke folteringen meebrengen, te kunnen ontlopen.
    Het induceren van allerlei tegennatuurlijke plichtplegingen, beleefdheidsregels en protocollen of juist het afschaffen of het verbieden ervan kan de communicatie stremmen en zelfs stopzetten, zoals dat het geval is na de invoer van de nieuwste hoogtechnologische 'communicatiemiddelen' die beschouwd moeten worden als een vooruitgang terwijl zij precies het tegendeel bewerken aangezien zij directe gesprekken van mens tot mens in de vlotste taal en ondersteund door spontane mimiek en gebaren, vervangen door sterk vertraagde, vervormde en gecodeerde mededelingen via instrumenten welke bediend worden door een klavier dat pas middels bijzonder tegennatuurlijke en ziekmakende bewegingen te bespelen valt. In wezen gaat het hier allerminst om communicatiemiddelen maar wel om precies het tegendeel: isoleringsmiddelen.
    De persoonlijkheid wordt weggewist mét het lichaam, het natuurlijke communicatie-instrument bij uitstek waarin de mededeling en de mededeler in een perfecte harmonie coëxisteren. De stem, het gelaat, de mimiek, de gebaren, de bewegingen en de uitingen van het hele lichaam dat daar waar communicatie aan de orde is, vereist wordt, doch de grote afwezige is.
    De stemverheffingen zijn voortaan onhoorbaar en daarmee wordt ook niet langer de ernst van het gezegde aan de lijve ondervonden; het gefluister dat als een saus over de geheimen lag en dat ons de oren deed spitsen in het verlangen naar een weten dat voor ons de toegangspoorten tot de wereld opende, behoort al tot een ver verleden. De productie van onpersoonlijke standaardlettertekens via het getik op een standaardklavier is de doodsteek aan het handschrift dat naast betekenisdrager ook tekening was of persoonlijke illustratie, dat kanttekeningen toeliet, vergissingen en verschrijvingen.
    Naar het geslacht van de gespreksgenoot moet voortaan expliciet worden gevraagd, hij of zij kan de ander voor de gek houden, de leeftijd blijft verborgen, de bibber of de vaste hand, de stemming, het karakter, de voorzichtigheid of de hoogdringendheid, de schaamte, het gevaar: alle persoonlijke nuances worden opgeofferd aan een standaardtype waartoe elke mens herleid wordt.
    De belediging van het lichaam en die van het gevoel is moordend en van de mens schiet niets meer over dan een afgietsel van een standaardvorm dat dan ook vervangbaar is en derhalve overbodig. Het zal worden teruggebracht tot een beheersbaar getal dat zo nodig vermenigvuldigd kan worden ofwel gedecimeerd. De vraag rest echter: waartoe bestaat het dan nog allemaal? Zal wat overschiet van wat eens mensen waren, in die eindeloze ellende van zichzelf beroofd, dan niet streven naar een spoedig einde aan het on-leven waarin het hopeloos gevangen zit?
    Het volstaat om zich een ogenblik te bezinnen over het wonder van het menselijk lichaam om zonder de geringste twijfel te kunnen inzien dat de vervanging en derhalve de uitschakeling ervan door middel van instrumenten die men de mensen doet begeren en waarvoor zij moeten werken totdat zij er hun gezondheid bij inschieten en hun geluk, zonde is. Steeds groter wordt de massa van degenen die het helemaal niet erg meer vinden om in het eigen lichaamsvet gevangen te zitten als zij maar de beschikking hebben over een Porsche om zich mee te verplaatsen en te vertonen.
    De auto, de machine, het instrument dat gemak belooft maar wel in ruil voor dikwijls onomkeerbare verminking, verblindt en vermoordt de mens als zodanig en wat rest van de mens van voorheen is, paradoxaal genoeg, een louter instrument, een ding, een onderdeeltje van de massa die gehoor geeft aan een vreemd bevel, die zich in huiver schikt naar de hem voorgeschreven regels, die zelfs niet meer van vrijheid dromen kan omdat hij zich niet langer onderscheidt van de werktuigen die hij hanteert met precisie volgens de voorschriften van vreemde heersers. Hij is verdwenen 'zoals een gelaat in het zand aan de grens van de zee'.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 24 juni 2021)

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    3. Over de opruiming van mensen
    Massavorming geschiedt middels de isolering van de individuen maar uiteraard gebeurt zulks bijzonder selectief, in die zin dat niet iedereen tot massamens veroordeeld wordt: ontmenselijkt worden alleen diegenen die men weg wil uit de maatschappij en zo vangt men twee vliegen in één klap: men hoeft de ongelukkigen niet te doden en derhalve kan geen sprake zijn van misdaad, laat staan van moord of genocide maar tevens verkrijgt men uit elk ontmenselijkt individu een bijzonder bruikbare restant die makkelijk geconditioneerd kan worden omdat elke weerstand daartegen via de voorafgaande atomisering werd teniet gedaan.
    De mensen die geselecteerd worden om ontmenselijkt te worden, kennen wij van oudsher als de slachtoffers van discriminatie en de bewegingen tegen allerlei vormen van discriminatie bewerken vaak het tegendeel van wat zij voorhouden na te streven omdat de leugen nu eenmaal voor de waarheid vlucht in zevenmijlslaarsen. In een wereld die geregeerd wordt door het gouden kalf en waarin geld belangrijker is dan de mensen omdat de slachtoffers van het geld daarvan overtuigd kunnen worden dat geld een levensnoodzakelijk goed is waarvan niemand een euro teveel kan hebben terwijl zijzelf overbodig zijn omdat zij ook geloven dat er nu eenmaal teveel mensen zijn, worden allen geacht dienaren van het gouden kalf te zijn: zij moeten renderen, geld in het laatje brengen, en vanaf het ogenblik dat zij dat niet langer doen en dat zij daarentegen geld gaan kosten, kunnen zij in deze ideologie worden beschouwd als nutteloos of als schadelijk, zodat de oplossing voor dit probleem slechts kan bestaan in hun liquidatie.
    Abortus of de moord op mensen nog vooraleer zij geboren zijn, kan massaal ongestraft gebeuren omdat, zoals rechters dat in hun wijsheid reeds lang hebben beslist, burgerrechten pas na de geboorte aan mensen kunnen worden toegekend. Euthanasie, sinds vele jaren toegepast op ouderlingen en op zieken, heeft zich vandaag een weg naar de legaliteit gebaand en wordt, als toppunt van cynisme, door haar slachtoffers zelf geconsumeerd en dan nog wel alsof het een medische behandeling betrof, want de geneeskunde is allang vervreemd van wat Hippocrates daar onder verstond omdat de mens niet langer een eindwaarde is en de gezondheid niet langer heilig, evenmin als de veiligheid en al die andere waarden, stammend uit een tijdperk dat voorgoed voorbij lijkt.
    Er bestaat vandaag een heuse handel in lijken die immers beschouwd worden als bruikbaar afval met recupereerbare onderdelen, zoals dat het geval is met auto's en met andere instrumenten en zoals instrumenten die niet meer werken voor de volle honderd percent alras naar het containerpark verhuizen omdat men er sowieso genoeg van heeft, zo gebeurt dat ook met mensen die te kampen krijgen met gezondheidsproblemen: zij worden probleemloos opgeruimd en men komt even probleemloos weg met de verklaring dat zij onnuttig zijn geworden en alleen nog geld gaan kosten aan de maatschappij. Gewis, de slachtoffers van de algemene opruiming gaan zelf geloven dat zij asociaal zijn wanneer zij niet instemmen met hun eigen nietigverklaring. En ziedaar het bewijs van de aan de gang zijnde activiteit van het totalitarisme waarover Hannah Arendt schrijft dat aan de mens zijn eigen dood ontnomen wordt. Bovendien: “Door omstandigheden in het leven te roepen waarin (…) het volstrekt onmogelijk is om goed te doen”, worden in het totalitaire regime de slachtoffers mededaders.” (1) Zo ook blijkt een totalitair regime erin te slagen “haar slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden die ze nooit gepleegd hebben. (…) In een situatie waarin de scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid uitgewist wordt door de monsterachtigheid en de innerlijke consistentie van de beschuldiging, is niet alleen een sterk karakter vereist om te weerstaan aan de voortdurende bedreigingen, maar ook een groot vertrouwen in medemensen - kennissen, vrienden, buren, die 'het verhaal' nooit zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de puur abstracte mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een kunstmatig gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld bereikt worden.” (2) Het volk belandt aldus in “de griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld.” (2)
    Maar niet alleen de 'nuttelozen' worden opgeruimd: de totalitaire maatschappij ruimt ook haar potentiële redders op, met name waar zij al diegenen die de waarheid aan het licht pogen te brengen, genadeloos ombrengt.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 25 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Totalitarisme, pp. 281-282.
    (2) Totalitarisme, pp. 141-142.


    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    4. Over de atomisering van minderheidsgroepen
    Dat mensen pas overheerst kunnen worden wanneer zij eerst geatomiseerd werden, houdt in dat (vrije) communicatie met anderen een voorwaarde is voor het vrijwaren van de individuele zelfstandigheid. Met andere woorden zullen mensen aan wie verhinderd wordt zich bij anderen te informeren omtrent toestanden en indrukken waarmee zij te maken krijgen, blootgesteld worden aan de beroving van hun zelfstandigheid en van hun vrijheid en zullen zij makkelijke prooien worden voor allerlei vormen van overheersing welke zich dan bovendien vaak voordoen als paternalisme, bescherming en zorg. Op die manier worden steeds vaker allerlei minderheidsgroepen quasi onopgemerkt uit de samenleving gebannen en een actuele poging daartoe is de nieuwe Hongaarse wet die homofilie op slinkse wijze linkt aan pedofilie waar zij insinueert dat het achterhouden van informatie over homofilie aan kinderen, hen zou beschermen tegen pedofilie, terwijl uiteraard het tegenovergestelde het geval is omdat de vervolging van homofilie, cryptohomofilie stimuleert, een wantoestand waarvan pedofielen gebruik maken om zich te verschansen omdat de praktijk van de pedofilie vrij spel kan krijgen ingevolge homofobie, zoals Frédérick Martel dat heeft uitgelegd aangaande de desbetreffende situatie in het Vaticaan in zijn Sodoma uit 2020. (1)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 25 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Zie: J.B., De kerk en het kindermisbruik: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3255882
    Zie ook: Jan Bauwens, Panopticum Corona (2021), pp. 155v.: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    5. Over 'overbodige mensen'
    De term 'overbodigheid' ontleent zijn betekenis aan de term 'nut': iets is overbodig als het gemist kan worden, als het niet of niet meer nuttig is en dat nut staat uiteraard in functie van een welbepaald doel. Als wij met zijn allen een toren bouwen en wij doen dat met zoveel manschappen dat we elkaar onder de voet lopen, dan is ons aantal te groot in functie van de efficiëntie: wij zouden ons doel veel sneller bereiken indien wij ons aantal bijvoorbeeld zouden halveren en dus is de helft van onze manschappen overbodig en niet alleen overbodig maar ook nog eens hinderlijk bij de bouw van de toren.
    Waar men het nu heeft over overbodige mensen, wordt meestal bedoeld dat zij overbodig zijn in functie van de economie omdat de economie in de huidige wereld een positie verworven heeft die haar helemaal niet toekomt: zij wordt namelijk belangrijker geacht dan de mens van wie ze oorspronkelijk een instrument of een werktuig is. Maar neen: ook hier werden middel en doel onderling verwisseld en beschouwt men met steeds meer gemak de mens als een werktuig dat dient om de economie draaiende te houden. De mens is gedegradeerd tot de bedienaar van een machine, de machine produceert goederen voor de markt en die worden verkocht en gekocht en dat is de economie waarvan de mens in dienst staat en is hij niet meer rendabel dan kan hij ook nog eens perfect vervangen worden. En waar de mens als zodanig verengd wordt tot zijn economische functie, is hij inderdaad niet meer dan een vervangbaar machine-onderdeel, alleen rest de vraag of men hier de trappers niet is kwijtgespeeld.
    Uiteraard is die vreemde perversiteit een implicatie van de hebzucht en meer bepaald van de geldzucht: de hebzucht domineert mensen dermate dat zij te allen prijze rijkdom willen vergaren, ook al gaat dat uiteindelijk ten koste van mensenlevens met inbegrip van het eigen leven, bijvoorbeeld daar waar men zich dood werkt. Edoch, wie rijk sterven, moeten alles wat zij hier vergaard hebben achterlaten, het Indische spreekwoord indachtig dat al wat niet gegeven werd, verloren is.
    Mensen kunnen pas als overbodig worden beschouwd als men hen ziet als ondergeschikt aan de economie waarin zij functioneren en als men hen tevens tot die functie verengt. Vandaar zou men in feite moeten spreken over overbodige arbeidskracht: niet de mensen zij overbodig maar deze of gene foute aanwending van hun arbeidskracht. In dat geval treft de overbodigheid niet de mensen zelf die tot deze arbeid in staat zijn maar brengt zij hetzij de ondeskundigheid hetzij het bedrog aan het licht van diegenen die instaan voor de verdeling van de arbeidskrachten, met name de politici. Met stellige zekerheid kan immers worden gezegd dat het perfect mogelijk is om aan iedereen werk te verschaffen en wel door simpelweg de hoeveelheid arbeid te verdelen over alle kandidaat-arbeiders zonder ook maar iemand tot uitsluiting van de arbeidsmarkt te veroordelen. Maar dat is nu precies wat gebeurt en tevens gebeurt dit niet onopzettelijk: politici veroorloven zich om een zeker volume aan werklozen te behouden teneinde de werkende middels die dreiging van de werkloosheid danig onder druk te kunnen zetten dat zij zich letterlijk uit de naad werken zodat de rentabiliteit van het geheel dan stukken groter wordt dan in het geval waarbij allen aan de slag waren.
    Uiteraard is het kunstmatig opdrijven van de rentabiliteit middels de dreiging met werkloosheid te wijten aan het afschrikwekkende ongeluk dat gepaard gaat met de situatie van de werkloosheid. Niets immers kan een mens zozeer slaan met depressie en met gevoelens van zinloosheid en overbodigheid dan het aan hem op slinkse wijze onthouden van het recht om een persoonlijke maatschappelijke bijdrage te leveren. Arbeid immers is niet in de eerste plaats een plicht doch een recht. Hannah Arendt spreekt hier over het veroordelen van mensen tot een toestand van verlatenheid: “Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden] wordt (…) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt.” (1) “Op dat moment wordt afzondering verlatenheid”. (2) Ook de privésfeer is dan vernietigd. Afzondering is verwant met ontworteling (“geen plaats in de wereld hebben die door anderen erkend en gewaarborgd wordt” (3)) en met overbodigheid (“helemaal niet tot de wereld behoren” (4)).
    Arendt spreekt hier over de concentratiekampen waarin overbodig geachte mensen worden opgesloten met de bedoeling vernietigd te worden maar zij waarschuwt dat die kampen evengoed bestaan in het dagdagelijkse maatschappelijke leven en vandaag misschien bij uitstek in de realiteit van de werkloosheid die vandaag nog aangezwengeld wordt en die tot gevolg heeft dat mensen worden veroordeeld tot de verlatenheid die veel erger nog is dan de eenzaamheid. Immers: “Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst voelen in gezelschap met anderen.” (5) Arendt verwijst naar Epictetus in wiens visie “de verlaten mens zich omringd weet door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'.”
    In de verlatenheid, aldus Hannah Arendt, verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren: “Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is.” (6) De verlaten mens voelt zich overbodig en aan het slachtoffer zelf wordt de schuld gegeven voor zijn toestand. Het totalitaire regime slaagt er echter in om slachtoffers te laten geloven dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het kwaad dat hen wordt aangedaan. En zo komt het ook dat mensen tot levende doden worden die zich zonder verzet naar de slachtbank laten leiden.
    Het weze herhaald: de vernietiging van de individualiteit “[verklaart] waarom miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de gaskamers hebben laten leiden.” (7) Wat overbleef waren “marionetten met een menselijk gelaat, die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten (…). Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt.” (8) Aldus toont zich “de macht van de meesters.” (9) “De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond van Pavlov.” (10) “Het ligt in de ware natuur van totalitaire regimes om onbeperkte macht op te eisen. Een dergelijke macht kan alleen verzekerd worden wanneer letterlijk alle mensen, in elk aspect van hun leven afdoende gedomineerd worden.” (11) “Totalitarisme streeft geen despotische heerschappij over mensen na, maar een systeem waarin mensen overbodig zijn.” (12) “De poging om mensen overbodig te maken weerspiegelt de ervaring van de moderne massa's, die zich overbodig voelen op een overbevolkte aarde.” (13)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 27 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Totalitarisme, pp. 343-344.
    (2) Totalitarisme, p. 344.
    (3) Totalitarisme, pp. 344-345.
    (4) Ib.
    (5) Totalitarisme, p. 345.
    (6) Totalitarisme, pp. 348-349.
    (7) Totalitarisme, p. 285.
    (8) Ib.
    (9) Ib.
    (10) Totalitarisme, p. 286.
    (11) Totalitarisme, p. 287.
    (12) Totalitarisme, p. 287.
    (13) Totalitarisme, p. 288.

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    6. Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme
    De geest van het totalitaire regime is verwant aan dat van de paranoïcus die vanuit een vastgeroeste premisse alleen nog de stringente logische conclusies daaruit volgt zonder verder nog rekening te houden met de zich altijd vernieuwende realiteit van zijn ervaringen. Arendt schrijft: “Alles volgt op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier uit een eens aanvaarde premisse.” (1) Die premissen enten zich bovendien op de bijzonder gammele stellingen dat de menselijke cultuur zich een voorbeeld moet nemen aan de natuur (bij de nazi's) of aan de geschiedenis (inzake het Stalinisme) waarbij men zich tevens niet lijkt te realiseren dat het gaat om specifieke opvattingen over natuur en geschiedenis die men daarbij als vanzelfsprekend hanteert. Voeg daarbij nog de megalomanie van de mens die voor god speelt en die in zijn heerszucht de hele wereld onder zich wil en die allen wil herleiden tot gewillige tentakels van een Führer en het totalitarisme is compleet.
    Vervangt men nu in dit stramien de premisse van Hitler (de natuur als voorbeeld voor het menselijk handelen) of die van Stalin (de te versnellen gang van de geschiedenis) door bijvoorbeeld de dictaten uit de bijbel, dan verkrijgt men een theocratie of een staat waarin de geestelijke leider het voor het zeggen heeft. Dat de paus voor god speelt, verbergt hij zelf niet, hij is immers onfeilbaar, en het principieel onbeperkt karakter van zijn machtsstreven blijkt eveneens uit de geschiedenis. (2) De godsdienst is derhalve in potentie een totalitarisme dat zich overigens doorheen de hele geschiedenis voortdurend als zodanig manifesteert. Opvallend genoeg blijkt het tevens zo te zijn dat dictaturen zich makkelijk koppelen aan het katholicisme of aan eender welke religie met een imperialistisch karakter.
    De overeenkomst van de twee door Arendt genoemde totalitarismen met het katholieke gaat zelfs nog veel verder omdat bij uitstek in de kerk de interiorisering van de wet zich heeft doorgezet, zodat de slachtoffers van ook het religieuze systeem niet alleen aan externe wetten gehoorzaamheid bieden maar ook nog eens van binnenuit worden gestuurd, met name middels een in een specifieke richting gevormd geweten dat bovendien voortdurend wordt bijgestuurd, niet alleen door de propaganda (waaraan men via zekere opvoedingssystemen van kindsbeen af wordt blootgesteld) en de conditionering middels beloningen en straffen maar ook nog eens door de biechtpraktijk. (3)
    De folteringen van de kerk zijn bovendien nog veel meer gesofisticeerd dan die van de seculiere totalitarismen, daar zij psychosociaal van aard zijn. Niet alleen de dreiging met het hellevuur is daar een voorbeeld van maar ook de tactiek van de chantage waarbij men ouders verantwoordelijk stelt voor het eeuwige lot van hun kinderen die zij al dan niet laten dopen, gecombineerd met de psychische stress, uitgaande van de inductie van volstrekt irrationele causale verbanden tussen enerzijds het ongeluk van bijvoorbeeld handicaps, ziekten en tegenslagen en anderzijds de zondigheid waaronder dan verstaan moet worden de ongehoorzaamheid aan de in het systeem geldende wetten. Paradoxaal genoeg staan deze stellingen diametraal op de essentie van het christendom dat in deze wereld een lastige navolging van Christus voorspelt en een geluk dat zich in een heel andere wereld manifesteert.
    Naast de onzichtbare maar alziende goddelijke bestraffer die in deze kerkelijke stellingen werkzaam wordt geacht, is er tevens de sociale controle die aanvankelijk of natuurlijkerwijze in dienst staat van de bevordering van de goede communicatie maar die hier wordt aangewend voor een daaraan tegengesteld doeleinde, met name als beproefd middel voor de onderlinge isolering van de individuen, omdat zij de vrijheid en de spontaniteit van de betrokkenen in de weg staat. In een religie praten de gelovigen hun religieuze leiders immers naar de mond en zij kijken erop toe dat hun medegelovigen hetzelfde doen; het is daarbij vrijwel geheel onmogelijk om nog kritiek te uiten op de van hogerhand opgelegde en dikwijls oneerlijke en zelfs absurde opvattingen en gedragscodes zonder onmiddellijk te worden gedemoniseerd en uit de gemeenschap gebannen. Ofwel wordt men ervan beschuldigd bezeten te zijn, kwaadaardig en zondig, ofwel wordt men weggezet als ziek of als afwijkend in zijn gedrag of in zijn denkbeelden, met de ook in andere totalitarismen gangbare remedie als resultaat: sociale uitsluiting, al dan niet fysieke quarantaine en stigmatisering, gevangenzetting, internering en zelfs specifieke medicalisering waarbij pillen en spuiten geheel onzichtbaar hetzelfde werk doen als kettingen, knuppels en gevangenismuren. Wat allemaal neerkomt op dezelfde 'Endlösung' ('oplossing') die ook in nazi-Duitsland gold en onder Stalin, met name: liquidatie.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 28 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Totalitarisme, p. 289.
    (2) Zie het hoofdstuk, getiteld: Fundeert het katholicisme onze beschaving, in: Panopticum Corona pp. 290v.:
    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf
    (3) Zie: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf pp. 627v. en p. 732.


    http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208113704.pdf  


    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    7. Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten
    In de ongeziene, gigantische strijd tegen een virus dat officieel werd uitgeroepen tot objectieve vijand nummer één van het mensdom - terwijl iedereen die heeft leren rekenen, zou kunnen weten dat dit virus niet meer doden maakt dan de jaarlijkse griep en terwijl het derhalve van bij de uitbraak ervan slechts gaat om een vermoedelijke vijand, worden allen die weigeren om deze gigantische leugen als waarheid te erkennen, vandaag uitgeroepen tot objectieve vijand van hun medemensen. Alle handelingen die zij stellen en die getuigen van de weigering om de leugen in kwestie voor waarheid te aanzien, kunnen voortaan worden bestraft op wettelijke gronden.
    Dat wil zeggen dat heden een wet in voege gaat (maar uiteraard is het lang niet de eerste) die de burger verplicht om te liegen en dus om de waarheid te miskennen: in dezer zijn misdadigers voortaan wie weigeren de waarheid geweld aan te doen. De nieuwe wet keert derhalve alle waarden om: in dezer blijven leugenaars voortaan ongemoeid en waarheidssprekers zullen nu worden behandeld als criminelen. Wie binnen de wet willen blijven, wie straffen willen ontlopen, wie hun vrijheid wensen te behouden, zullen dat voortaan doen door de waarheid in te ruilen voor een obligate fictie. Een fictie welke de overheid op een fascistische wijze aan de burgers opdringt met als enig doel: de totale willekeur. Meer hierover verderop in deze tekst.
    Dat het virus van bij de aanvang van de zogenaamde 'pandemie' helemaal geen bedreiging voor het mensdom was maar slechts een vermoedelijke bedreiging, zoals overigens alle ziekten dat zijn zolang zij onbekend zijn, vormt niet langer een beletsel om wie dit aanhalen als misdadigers weg te kunnen zetten, sinds de wet nu ook alle vermoedelijke risico's te baat kan nemen om de vrijheid van de burgers in te perken. (Nota bene: een risico is een 'vermoedelijk kwaad'; een 'vermoedelijk risico' is derhalve een 'vermoedelijk vermoedelijk kwaad' en dus iets waarvan vermoed wordt dat men zou kunnen vermoeden dat het een kwaad is!). In de zogenaamde 'pandemiewet' staat immers te lezen:
    “In dit verband verwijst de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies naar de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, waarin wordt gesteld dat dit beginsel (...) impliceert [dat er]: “47. (...) bij onzekerheid over het bestaan en de omvang van risico’s voor de menselijke gezondheid beschermende maatregelen kunnen worden genomen zonder dat hoeft te worden gewacht totdat de realiteit en de ernst van deze risico’s volledig zijn aangetoond. Wanneer het bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan worden bepaald omdat de resultaten van de verrichte onderzoeken niet concludent zijn, maar reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt het voorzorgsbeginsel dat beperkende maatregelen worden getroffen.”” (1)
    Door het tot wet worden van de zogenaamde pandemie-maatregelen manifesteert zich nu uiteraard de overgang van 'totalitaire organisatie' naar 'totalitaire staat', met andere woorden: het effectief aan de macht komen van een totalitair regime. Die fase behandelt Hannah Arendt in het derde hoofdstuk van haar Totalitarianism en in de inleiding tot hun vertaling schrijven Remi Peeters en Dirk De Schutter daarover: “De taak van de geheime politie bestaat er niet in misdaden op te helderen of mensen met 'gevaarlijke gedachten' te ontmaskeren. Ze moet beschikbaar zijn wanneer de leider beslist heeft om een bepaalde categorie van mensen te liquideren. De noties van 'vermoedelijke vijand' en 'vermoedelijk misdrijf' worden vervangen door die van 'objectieve vijand' en 'mogelijke misdaad' - noties die, afhankelijk van de grillen van de leider, telkens anders kunnen worden ingevuld.” (2)
    Zoals hoger gezegd eist de wet dat de burger een zekere fictie voor waar aanneemt en voor de slechte verstaander volgt hier de uitleg waarom de achterliggende bedoeling niets kan te maken hebben met de volksgezondheid maar wel alles met de import van totale willekeur.
    Afgezien van het feit dat het coronavirus tot op heden helemaal niet significant gevaarlijker is gebleken dan ongeacht welk jaarlijks griepvirus én afgezien van het feit dat heel wat maatregelen de gezondheid effectief ondermijnen, wordt men hier tegen wil en dank geconfronteerd met een wel bijzonder selectief ogende bezorgdheid over de gezondheid en het leven van de burger. Immers, gelet op het uit de 'pandemiewet' geciteerde tekstfragment handelend over de rechtvaardiging van vrijheidsbeperkende maatregelen op grond van slechts vermoedens van gevaar (i.e.: “Wanneer het bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan worden bepaald (…) [, wanneer] reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt het voorzorgsbeginsel dat beperkende maatregelen worden getroffen.”), zou men ook mogen verwachten dat in geval van aangetoond risico en dan ook zeker en vast in geval van feitelijke schade, beperkende maatregelen worden getroffen, of vergissen wij ons hier?
    Tabak en alcohol worden nog steeds vrij verkocht en door de regering gepromoot aangezien zij taksen heft op de verkoop van deze verslavende en moordende harddrugs. Het is zelfs zo dat de Belgische pandemieregelgeving van 2020 een uitzondering maakte voor rokers en drinkers inzake de verplichting voor het dragen van het mondmasker. Voetgangers die aan zebrapaden aanstalten maken om een gevaarlijke weg over te steken moeten vaststellen dat eerst negen automobilisten doorrijden vooraleer een tiende hen voorrang verleent. Geregeld worden ouderen maar ook kinderen aan zebrapaden doodgereden maar een controle op het gedrag van automobilisten wordt onnodig geacht. Haast dagelijks worden fietsers door auto's aangereden ingevolge het ontbreken van fietspaden maar tijdens de pandemie leest men uitgerekend in de buurt van scholen waar druk autoverkeer is en geen fietspad te bespeuren is, de op de straat geverfde tekst: “Blijven fietsen allemaal”. Vormen dergelijke aperte inbreuken tegen de geest van het eigen beleid dan niet dat het huidige regime niet de veiligheid en de gezondheid van de burger tot eerste zorg hebben?
    Eens te meer is de volksgezondheid allerminst het doel doch het beproefde voorwendsel om de burgerlijke vrijheden aan banden te kunnen leggen en die middeldoelomkering is tekenend voor de hypocrisie welke de politiek kenmerkt, die behalve de economie en de industrie nu ook de zogenaamde wetenschappen corrumpeert dat het niet schoon meer is.
    (J.B., 1 juli 2021)
    Verwijzingen:
    (1) https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/1951/55K1951001.pdf (NB: de vetjes zijn toevoegingen van de hand van de auteur van dit artikel).
    (2) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pag. 20. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

    Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
    8. Over de productie van de dood
    Produceren om te produceren, zo luidt de titel van een boek van Willy Coolsaet uit 1984: wij produceren niet om in onze behoeften te voorzien, want de behoeftebevrediging is slechts het voorwendsel; het doel is de ongeremde productie, een obsessie waarbij uiteindelijk niemand gebaat is en die op de koop toe de uitputting van de grondstoffen en de eindeloze vervuiling in de hand werkt. (1) Het zogenaamde consumentisme (consumeren om te consumeren) betekent dat de productie niet in functie staat van de behoeftebevrediging maar van de verkoop of de consumptie zelf welke een doel op zich geworden is, zoals Daniel Boorstin betoogt in The Image - or What Happened to the American Dream uit 1962 (2) en zoals Herbert Marcuse beschrijft in One-dimensional Man uit 1964. (3)
    Deze uitwassen van de kapitalistische economie waarmee overigens ook de communistische landen besmet zijn, komen alleen de omvang van het kapitaal ten goede: zij creëren met andere woorden het zogenaamde gouden kalf dat wordt aanbeden als een overigens volstrekt zinloos doel op zich dat bovendien zijn aanbidders ten gronde richt en het doet dat via haar navenante moorddadige economie zodat die twee - het kapitaal en de economie - elkaar aanzwengelen in een wilde rit waarin de ganse wereld zich te pletter rijdt.
    Wanneer alles beweegt in functie van de (kapitalistische) economie, betekent dit dat alle dingen én mensen die de groei van de economie belemmeren, zullen moeten verdwijnen en men ziet hoe zich de ijskoude logica van een onmenselijk systeem doorzet in de productie van overtolligen, welke zich uiteindelijk vertaalt in de (massa)productie van lijken, zoals Hannah Arendt dat beschrijft inzake de concentratiekampen die allerminst een ontsporing zijn maar die zij ontmaskert als de essentie zelf van het totalitaire systeem van het nazisme. (4)
    De economie heeft opgehouden een instrument te zijn in handen van de mens; zij dient niet langer de bevrediging van behoeften, laat staan dat zij het menselijk geluk zou bewerkstelligen: zij is een doel op zich en stelt alles en allen tot haar eigen dienst. De mens verwordt tot een werktuig van zijn werktuigen en de eindwaarde, het doel gaat de mist in.
    Het satanische in de hele ontsporing bestaat erin dat de mens zelf uiteindelijk gedoemd is om overbodig te worden en om zichzelf te vernietigen en deze aberratie start met de opdeling van de mensen in (voor de economie) nuttige en schadelijke individuen. De schadelijken zijn de overtolligen en zij worden verzocht om tot het inzicht te komen dat zij dat zijn door eigen schuld: zij kunnen die schuld alleen nog inlossen door zichzelf op te ruimen. Zij kunnen dan ofwel ten onder gaan ofwel alsnog participeren aan het systeem maar dan nog slechts als louter werktuigen zonder een eigen wil en zonder vrijheid: zij redden hun vel maar zij schieten er sowieso hun mens-zijn bij in.
    De nuttigen echter zijn slechts voorlopig nuttigen want ook zij zijn gedoemd om overbodig te worden omdat het mechanisme doelloos is, laat staan dat dit het menselijk geluk zou beogen: het jaagt alleen zijn eigen eindeloze groei na; het gezwel voedt zich met mensen totdat zij allen verorberd zijn.
    Vooreerst is er dus de creatie van de overtolligen. Omdat het geluk van de mens voor een groot stuk bestaat in het feit dat hij met zijn werk een persoonlijke bijdrage kan leveren aan de gemeenschap, moet elke maatschappij die het welzijn van haar leden beoogt, zich borg stellen om deze mogelijkheid voor elke burger te verzekeren als een recht.
    Daarbij komt de productiviteit uiteraard op de tweede plaats, zoals ook de overwinning op de tweede plaats komt in ongeacht welk spel waaraan principieel iedereen moet kunnen participeren. Verwordt het spel tot een wedstrijd, dan wordt het elitair omdat de zwakkeren sowieso geen kans maken om het ereschavot te halen want de wedstrijd bestaat wezenlijk in de eliminatie van allen op uitzondering van slechts één: de overwinnaar.
    Wanneer de maatschappelijke activiteiten die het geluk beogen, tot wedstrijden verworden, zullen zij vanzelfsprekend resulteren in het ongeluk van allen behalve één en die situatie gelijkt sterk op wat wij bestempelen als de tirannie. Op het eind van de rit zijn allen overtollig omdat de overwinnaar, de tiran (die ten langen leste uiteraard ook zichzelf de das omdoet) niet een mens is maar een ding - de economie. Het concurrentieel karakter van de economie is verantwoordelijk voor dit nefaste resultaat; de vervanging van de concurrentiële economie door een economie gebaseerd op samenwerking is de enig mogelijke oplossing voor de hele malaise.
    Een totalitair regime beoogt de totale onderwerping van iedereen en zal dus het recht op werk als zodanig miskennen: per definitie ontneemt het aan alle mensen de kans op menselijk werk door hen voor de keuze te stellen ofwel zichzelf te elimineren ofwel de eigen arbeidskracht ter beschikking te stellen van een vreemde (de tiran) waarbij de eigen vrijheid wordt opgegeven en er van een persoonlijke wil geen sprake meer kan zijn. Elke totalitair regime streeft ernaar om al wat menselijk is te vernietigen middels het beknotten van de vrijheid en de wil. Het beoogt mensen te nivelleren, onpersoonlijk te maken en derhalve vervangbaar, mede door verarming en morele en intellectuele beknotting. Het streeft ernaar dat wij overbodig zijn, werkloos, schuldig en uiteindelijk suïcidaal. Kort geleden stond ergens langs de Gentse ring op een witte afrastering in zwarte verf de volgende tekst in mansgrote letters die na amper enkele dagen weer keurig waren overschilderd: “RVA=zelfmoordfabriek”.
    (J.B., 5 juli 2021)
    Verwijzingen:
    (1) W. Coolsaet, Produceren om te produceren. Het kapitalisme en de ontwikkeling van de produktieve krachten volgens Marx, afzonderlijke uitgave van het tijdschrift Kritiek, Gent, 1982, 235 pp. ; zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_str008198301_01/_str008198301_01_0032.php
    (2) https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3250830
    (3) https://archive.org/details/de-eendimensionale-mens-herbert-marcuse/De%20eendimensionale%20mens%20-%20Herbert%20Marcuse/page/n1/mode/2up
    (4) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.


    05-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt (1906-1975)

    Hannah Arendt (1906-1975)



    04-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme (vervolg) - Afleveringen 13 t/m 14

    Hannah Arendt over Totalitarisme

    Afleveringen 13 t/m 14

    Voor de afleveringen 1 t/m 12, klik hier

    Aflevering 13: De levende dode, de triomf van het totalitaire systeem
    “Wellicht onderscheidt niets de moderne massa's radicaler van de massa's uit vorige eeuwen dan het verlies van het geloof in het Laatste Oordeel: de slechtsten hebben hun vrees verloren, de besten hun hoop.” (1) Hun rest de belofte dat de hemel en de hel door de mens gemaakt kunnen worden. De concentratiekampen worden nog het beste benaderd door de middeleeuwse beelden van de hel, die geen mens ooit kan verdiend hebben. De groteske willekeur waarmee mensen worden geliquideerd maakt duidelijk dat allen 'overbodig' zijn. “Het doel van een arbitrair systeem is de burgerrechten van de hele bevolking te vernietigen (...).” (2) Eerst wordt de juridische persoon in de mens gedood: de wetteloosheid eist erkenning, mensen worden 'preventief' veroordeeld, het wordt hun duidelijk gemaakt dat zij nu “alle reden hebben om de gemeenste dief of moordenaar te benijden.” (3) De groepen onschuldigen die gearresteerd worden, “lenen zich het best voor diepgaande experimenten inzake beroving van rechten en vernietiging van de juridische persoon. (…) [Zij vormen] (…) de meest essentiële categorie van de kampbevolking.” (4)
    “De volgende beslissende stap in het klaarstomen van levende lijken is de moord op de morele persoon in de mens. (…) Dit gebeurt (…) door het martelaarschap onmogelijk te maken: (...) wanneer er geen getuigen overblijven, kan er geen getuigenis zijn.” (5) Het gaat om “georganiseerde vergetelheid.” (6) “Smart en herinnering zijn verboden.” (7) “Door de dood anoniem te maken (…) beroofden de concentratiekampen de dood van haar betekenis als einde van een vervuld leven. In zekere zin ontnamen ze het individu zijn eigen dood (…). Zijn dood bezegelt alleen het feit dat hij nooit werkelijk bestaan heeft. Het menselijk geweten zou nog altijd weerstand hebben kunnen bieden aan deze aanval op de morele persoon, omdat het hem vertelt dat het beter is te sterven als slachtoffer dan te leven als een bureaucraat en een moordenaar. De totalitaire terreur haalde haar meest verschrikkelijke triomf op het moment dat ze erin slaagde de persoon van deze individualistische ontsnapping af te snijden en de beslissingen van het geweten absoluut twijfelachtig en dubbelzinnig te maken.” (8) “Door omstandigheden in het leven te roepen waarin (…) het volstrekt onmogelijk is om goed te doen”, worden in het totalitaire regime de slachtoffers mededaders.” (9) De scheidslijn tussen moordenaar en slachtoffer wordt voortdurend verdoezeld.
    Ten derde wordt de unieke identiteit in de mens gedood, wat van mensen beesten maakt. Het begint bij het transport van de opeengepakte naakte mensenhoop naar de kampen, het scheren van het hoofd, het uniform, het nummer, de folteringen. En dan “maakte de oude spontane beestachtigheid plaats voor een absoluut koude en systematische vernietiging van menselijke lichamen, erop berekend om de menselijke waardigheid te vernietigen; de dood werd vermeden of voor onbepaalde tijd uitgesteld.” (10) De vernietiging van de individualiteit “[verklaart] waarom miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de gaskamers hebben laten leiden.” (11) Wat overbleef waren “marionetten met een menselijk gelaat, die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten (…). Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt.” (12) Aldus toont zich “de macht van de meesters.” (13) “De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond van Pavlov.” (14) “Het ligt in de ware natuur van totalitaire regimes om onbeperkte macht op te eisen. Een dergelijke macht kan alleen verzekerd worden wanneer letterlijk alle mensen, in elk aspect van hun leven afdoende gedomineerd worden.” (15) “Totalitarisme streeft geen despotische heerschappij over mensen na, maar een systeem waarin mensen overbodig zijn.” (16)
    “De poging om mensen overbodig te maken weerspiegelt de ervaring van de moderne massa's, die zich overbodig voelen op een overbevolkte aarde.” (17) Die waanzin is tegelijk de koele logica van de totalitaire ideologie welke gelijkenis vertoont met de systemen van paranoïci waarin “alles op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier volgt uit een eens aanvaarde premisse.” (18) Het totalitarisme heeft ideologische motieven: het wil de wereld consistent maken. Alles moet voorspelbaar en maakbaar zijn en alle mensen aldus vervangbaar en overbodig. (19)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 18 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 273. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 279.
    (3) Totalitarisme, p. 276.
    (4) Totalitarisme, p. 277.
    (5) Totalitarisme, pp. 280-281.
    (6) Totalitarisme, p. 281.
    (7) Ib.
    (8) Totalitarisme, pp. 281-282.
    (9) Totalitarisme, p. 282.
    (10) Totalitarisme, p. 284.
    (11) Totalitarisme, p. 285.
    (12) Ib.
    (13) Ib.
    (14) Totalitarisme, p. 286.
    (15) Totalitarisme, p. 287.
    (16) Totalitarisme, p. 287.
    (17) Totalitarisme, p. 288.
    (18) Totalitarisme, p. 289.
    (19) Totalitarisme, p. 290-292.


    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar niet langer bestaat
    Het totalitarisme is nieuw en onderscheidt zich van tirannie doordat het alle sociale, wettelijke en politieke tradities vernietigt, klassen tot massa's omvormt en mikt op wereldheerschappij. Met de dood van Hitler en Stalin zal het echter niet verdwijnen. Het totalitarisme staat buiten de tweedeling van legaliteit en wetteloosheid omdat het “pretendeert strikt en ondubbelzinnig te gehoorzamen aan die wetten van de natuur of de geschiedenis, waaraan alle positieve wetten zogezegd ontspringen.” (1) Het houdt zichzelf voor “een hogere vorm van legitimiteit, die de bekrompen wettelijkheid naast zich neer kan leggen, omdat ze zich laat inspireren door de bronnen zelf. De totalitaire wettelijkheid beweert dat ze een manier gevonden heeft om de rechtvaardigheid op aarde te laten zegevieren (...).” (2) “(…) omdat [ze] beweert de mensheid zelf tot belichaming van de wet te maken.” (3) “[Ze] voert de wet van de geschiedenis of de natuur uit, zonder die wet te vertalen in normen die bepalen wat juist en verkeerd is voor individueel gedrag.” (4) “Als de wet van de natuur of de wet van de geschiedenis correct uitgevoerd wordt, dan kan men verwachten dat ze de mensheid als haar eindproduct produceert, en deze verwachting ligt ten grondslag aan de aanspraak van alle totalitaire regeringen op planetaire heerschappij.” (5)
    “Het totalitarisme interpreteert alle wetten als bewegingswetten.” (6) Centraal staat het ontwikkelingsbegrip, zowel in de natuur (Darwinisme) als in de geschiedenis (historisch materialisme) en de dingen zijn slechts fasen in een evolutieproces. Uit de totalitaire ideologie volgt een totalitaire politiek. Zegt de natuurwet dat al het schadelijke geëlimineerd moet worden en zegt de historische wet dat de klassenstrijd zekere klassen elimineert, dan moet ook in de politiek het elimineren of doden een (blijvende) wet zijn, anders zouden de natuur en de geschiedenis zelf eindigen. Zoals wetten garanderen dat regeringen niet tiranniek zijn, zo garandeert terreur de totalitaire overheersing. Met terreur wil het totalitarisme de natuur en de geschiedenis een handje helpen: het natuurlijke of historische proces is goed; alles wat het in de weg staat, is kwaad; het enige recht is dat van de sterkste; het individu moet opgeofferd worden aan de soort.
    “[De totale terreur] vervangt de (…) communicatiekanalen tussen individuele mensen door een ijzeren band, die hen zo dicht op elkaar perst dat hun pluraliteit als het ware opgelost wordt in één mens van gigantische afmetingen. Het slopen van de omheiningen die de wetten tussen de mensen optrekken, berooft de mens - zoals in een tirannie - van zijn vrijheden en vernietigt zijn vrijheid als levende politieke realiteit.” (7)
    Het instrument waarvan een totalitair regime zich bedient, is de ideologie. “Ideologieën staan bekend om hun wetenschappelijk karakter: ze combineren de wetenschappelijke benadering met resultaten van filosofisch belang en pretenderen wetenschappelijke filosofie te zijn.” (8) Een ideologie pretendeert onterecht dat de werkelijkheid volgens de logica van haar idee verloopt, alsof de realiteit een afgeleide was van die idee, zoals bijvoorbeeld in het racisme en in het deïsme maar ook in de dialectische logica van het marxisme die aldus feitelijke contradicties wegredeneert. Zo wordt “de vrijheid, inherent aan het menselijk vermogen om te denken [ingeruild] voor de dwangbuis van de logica, waarmee de mens zichzelf haast even gewelddadig kan dwingen als wanneer hij gedwongen wordt door een of andere uitwendige macht.” (9)
    Pas in een totalitair regime komt de ware natuur van een ideologie aan het licht. Ten eerste maken ideologieën aanspraak op een totale verklaring en derhalve op een verklaring van de geschiedenis van de dingen. Ten tweede zetten ze daardoor de ervaring buiten spel: de ideologie komt los van de realiteit omdat ze het zintuiglijke verwerpt en alleen steunt op haar idee (een premisse) waaruit alles 'logisch' voortvloeit, wat “ideologische indoctrinatie” is. (10) “De propaganda van de totalitaire beweging (…) streeft er altijd naar om in elke publieke en tastbare gebeurtenis een geheime betekenis in te spuiten en achter elke publieke, politieke daad een geheime inhoud te vermoeden. Zodra de bewegingen aan de macht gekomen zijn, beginnen ze de werkelijkheid te wijzigen, tot ze overeenstemt met hun ideologische beweringen.” (11)
    “Het begrijpen wordt gerealiseerd, doordat de geest, hetzij op een logische hetzij op een dialectische manier, de wetten van de 'wetenschappelijk' vastgesteld bewegingen imiteert; de geest integreert deze processen door ze te imiteren.” (12) “De kunstgreep die beide totalitaire heersers [Stalin en Hitler] gebruikten om hun respectieve ideologieën om te smeden tot wapens, waarmee elk van hun onderdanen zichzelf kon dwingen om gelijke tred te houden met de terreurbeweging, was bedrieglijk eenvoudig en onopvallend: zij namen hun ideologieën doodernstig [en trokken ze door tot] de uitersten van logische consistentie (...)”, (13) zijnde de uitroeiing van bijvoorbeeld zogenaamd niet-levensvatbare klassen. “Het ligt in de aard zelf van een ideologische politiek (…) dat de werkelijke inhoud van de ideologie (…) waaruit de 'idee' (…) oorspronkelijk ontstaan is, verteerd wordt door de logica waarmee de 'idee' wordt uitgevoerd.” (14) Het argument van zowel Stalin als Hitler luidt: “Je kan niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet.” (15) Deze tirannie van de logiciteit creëert een innerlijke dwang in dienst van de totalitaire heersers en zij maakt ons onvrij.
    “De dwang van de totale terreur perst (…) massa's geïsoleerde mensen samen en ondersteunt ze in een wereld die voor hen een wildernis geworden is; de dwingende kracht van de logische deductie stoomt elk individu klaar om in verlatenheid en afzondering, weg van alle anderen, te leven; (...)” (16) “Juist zoals de terreur (…) alle verhoudingen tussen mensen kapot maakt, zo maakt de dwang van het ideologische denken elke verhouding tot de werkelijkheid kapot.” (17) Arendt besluit deze paragraaf met een bijzonder belangrijke conclusie nadat zij vastgesteld heeft dat mensen het vermogen om te ervaren en om te denken verliezen samen met het verlies van de contacten met de medemensen en met de werkelijkheid: “De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde nazi noch de overtuigde communist, maar de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie (dat wil zeggen de werkelijkheid en de ervaring) en het onderscheid tussen waar en onwaar (dat wil zeggen de normen van het denken) niet langer bestaan.” (18)
    De isolering van de individuen bewerkt hun onmacht en is daarom de ideale voedingsbodem voor het totalitarisme en zeker het gevolg ervan. Terwijl de tirannie de privésfeer nog intact laat, fnuikt het totalitarisme deze eveneens. (19) “Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden] wordt (…) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt.” (20) “Op dat moment wordt afzondering verlatenheid”. (21) Ook de privésfeer is dan vernietigd.
    Afzondering is verwant met ontworteling (“geen plaats in de wereld hebben die door anderen erkend en gewaarborgd wordt” (22)) en met overbodigheid (“helemaal niet tot de wereld behoren” (23)). “Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst voelen in gezelschap met anderen.” (24) Arendt verwijst naar Epictetus in wiens visie “de verlaten mens zich omringd weet door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'.” (25) Toch is het contact met anderen onmisbaar teneinde de eenzame “te redden uit de dialoog van het denken waarin iemand altijd gespleten blijft (...)” (26) en die verlatenheid is. Daarin verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren. Alleen de bekwaamheid tot logisch redeneren vanuit een vanzelfsprekende premisse blijft intact. “Maar deze waarheid is 'leeg', of beter gezegd, het is helemaal geen waarheid, omdat ze niets openbaart.” (27) Arendt voegt hier aan toe: “(De stelling dat consistentie waarheid is, die sommige moderne logici verdedigen, betekent dat men het bestaan van de waarheid ontkent.)” (28) “Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is. Het meedogenloze proces waarin het totalitarisme de massa's drijft en organiseert, lijkt op een suïcidale ontsnapping uit deze werkelijkheid. Het 'ijskoude redeneren' (…) verschijnt als de laatste steun in een wereld waar niemand betrouwbaar is (…).” (29) De georganiseerde verlatenheid van het totalitarisme kan onze wereld verwoesten en dit gevaar blijft aanwezig.

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 19 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 321. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 322.
    (3) Totalitarisme, p. 323.
    (4) Totalitarisme, p. 322.
    (5) Totalitarisme, pp. 322-323.
    (6) Totalitarisme, p. 324.
    (7) Totalitarisme, p. 328.
    (8) Totalitarisme, p. 333.
    (9) Totalitarisme, p. 335.
    (10) Totalitarisme, p. 337.
    (11) Ib.
    (12) Totalitarisme, pp. 337-338.
    (13) Totalitarisme, p. 338.
    (14) Totalitarisme, pp. 339-340.
    (15) Totalitarisme, p. 340.
    (16) Totalitarisme, p. 341.
    (17) Totalitarisme, p. 342.
    (18) Ib.
    (19) Totalitarisme, p. 343.
    (20) Totalitarisme, pp. 343-344.
    (21) Totalitarisme, p. 344.
    (22) Totalitarisme, pp. 344-345.
    (23) Ib.
    (24) Totalitarisme, p. 345.
    (25) Totalitarisme, p. 346.
    (26) Ib.
    (27) Totalitarisme, p. 348.
    (28) Ib.
    (29) Totalitarisme, pp. 348-349.


    03-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - afleveringen 1 t/m 12

    Hannah Arendt over Totalitarisme

    Afleveringen 1 t/m 12

    Aflevering 1
    In 1933 werd de joodse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) opgepakt door de Gestapo en belandde zij voor acht dagen in de cel waarna ze naar Parijs vluchtte; na het begin van de oorlog week ze uit naar Amerika. Zij werd Amerikaans staatsburger nadat in 1951 The Origins of Totalitarianism verscheen. (1)
    Het werk handelt over de oorsprong van de totalitaire staat: over de vrijheid, de kampen en het door elkaar gehaspeld worden van feit en fictie. De geplande genocide van Auschwitz, de banaliteit van het kwaad, de massamoord als product van een ijverig gehoorzame ambtenarij. (2) Het eerste deel gaat over antisemitisme en bespreekt het wetenschappelijk racisme en het kolonialisme; het tweede gaat over imperialisme en het derde waarvan wij de Nederlandse vertaling – Totalitarisme – van Remi Peeters en Dirk De Schutter hier bekijken, gaat over totalitaire regimes – nazisme en stalinisme. Dat bevat nog een appendix (Het verval van de nationale staten en het einde van de rechten van de mens) met ideeën uit het tweede deel. De vertalers schreven ook een inleiding (Makelaars in overbodigheid).
    In die inleiding (3) verwijzen de vertalers meteen naar Arendts tot nog toe bewaarheide "ontnuchterende conclusie dat het totalitaire regime een nieuwe regeringsvorm is, 'waarmee wij heel waarschijnlijk blijvend opgezadeld zitten'". (4) Totalitarisme vernietigt systematisch alle vrijheid en zin. "Wat is nog de betekenis van 'moord' als dagelijks tienduizenden lijken gefabriceerd worden?" (5) Er wordt op gehamerd dat het totalitarisme volstrekt nieuw is: terwijl de tiran terreur zaait vanuit willekeur, acht de totalitaire heerser zich een dienaar van de (wrede) natuur en van de geschiedenis: hij maakt de terreur tot wet die dan geïnterioriseerd wordt: de door het regime veroordeelden zijn er zelf van overtuigd dat zij hun veroordeling verdienen. "(...) op het hoogtepunt van de totalitaire terreur volstonden drie soldaten om honderd mensen weg te voeren, terwijl jaren tevoren drie soldaten niet meer dan vijf mensen in bedwang konden houden". (6)
    De megalomane bewering dat voortaan alles mogelijk is, blijkt slechts te betekenen dat alles kan vernietigd worden. De kampen vernietigen de menselijke natuur "onder het voorwendsel die te veranderen". (7) "[De [onverantwoordelijke] almachtswaan] pleegt verraad aan de menselijkheid omdat ze de wereld uitlevert aan anonieme processen en krachten." (8) Arendt beseft dat de tragedie niet de joden betreft, zoals vaak wordt misverstaan, maar de mens als zodanig. De terreur van de kampen diende ook helemaal geen bepaald (politiek) doel: "Wij staan hier oog in oog met een terreur die haar eigen doel geworden is." (9) Het totalitair regime wil "alle mensen, zonder enige uitzondering en waar ook ter wereld, in alle aspecten van hun leven domineren." (10)
    Ofschoon zij elkaar niet alleen bewonderd maar ook bestreden hebben, zijn het nazisme en het stalinisme verwant als twee varianten van het totalitarisme. Het nazisme beroept zich weliswaar op de laagste instincten (racisme en tribalisme) maar “[Arendt] begrijpt dat in totalitaire regimes de inhoud van ideologieën er nauwelijks toe doet en uitgevreten wordt door (…) de logiciteit als handelingsprincipe: elke ideologie (…) leent zich tot een totalitair gebruik. (…) als een passe-partout om alles (…) logisch uit te leggen. (…) De veelzijdige, altijd meerduidige ervaring van de complexe werkelijkheid wordt ingeruild voor de logische zekerheid van een idee. Ofwel worden feiten ontkend tot ze passen binnen het keurslijf van een tot in het absurde uitgewerkte, volkomen fictieve ideologische consistentie (…). Ofwel worden feiten gecreëerd zodat ze passen binnen het keurslijf van de ideologie: aanvaarden dat er 'inferieure rassen' of 'uitstervende klassen' bestaan en niets doen om ze daadwerkelijk uit te roeien, is inconsequent”. En de vertalers citeren Arendt: “'Je kunt niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet' (p. 340)” (11)
    De totalitaire staat minacht het eigen volk en staat derhalve wars van nationalisme. Het totalitarisme minacht ook de waarheid, zoals onder meer blijkt uit de (door de Russische Geheime Politie opgestelde) fabrikaat De Protocollen van de Wijzen van Zion, een frauduleus document waaruit moest blijken dat zionisten en vrijmetselaars samen de wereldheerschappij nastreven en dat het antisemitisme moest rechtvaardigen. (12) De bolsjevistenslogan 'Goed is wat goed is voor de beweging' is verwant aan de nazistische slogan 'Goed is wat goed is voor Duitsland' en aan die van extreemrechts: 'Eigen volk eerst', maar nationalisme is nog steeds geen totalitarisme: totalitarisme is volstrekt nieuw: het wil “bestaande klassen (…) omvormen tot massa's” en de macht in handen geven van een geheime politie. (13) De vertalers vatten Arendts analyse als volgt samen.
    Een totalitair regime vergt “de fabricatie van grote massa's geïsoleerde en verlaten individuen, die niet samengehouden worden door een gemeenschappelijk belang.” (14) Leugenachtige propaganda “presenteert ideologieën als onfeilbare wetenschappelijke voorspellingen.” (15) “De fictieve waarheid van de propaganda [wordt omgezet] in een functionerende werkelijkheid” waarbij de fanatieke kern en de leider verborgen worden gehouden. (16) Er is een 'wij-zij denken'. Het regime onderscheidt zich van de staat die de façade is waarachter het regime zich verbergt. Niet leger doch een geheime politie handhaaft de macht en het streven naar wereldheerschappij middels terreur en liquidaties. Niet 'vijanden' doch 'vermoedelijke vijanden' worden vervolgd. De grenzen van het mogelijke worden experimenteel opgezocht in de kampen. Hannah Arendt ontmaskert de grootheidswaan van het totalitarisme.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 27 mei 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Hannah_Arendt
    (3) Totalitarisme, pp. 7-32.
    (4) Totalitarisme, p. 7.
    (5) Totalitarisme, p. 10.
    (6) Totalitarisme, p. 12.
    (7) Totalitarisme, p. 12.
    (8) Totalitarisme, pp. 12-13.
    (9) Totalitarisme, p. 13.
    (10) Totalitarisme, p. 14.
    (11) Totalitarisme, p. 14-15.
    (12) Totalitarisme, pp. 16 en 422.
    (13) Totalitarisme, p. 17-18.
    (14) Totalitarisme, p. 18.
    (15) Totalitarisme, p. 18.
    (16) Totalitarisme, pp. 18-19.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 2
    Wanneer de zuiver economische expansiedrang van de negentiende-eeuwse kolonisering omsloeg in politieke expansiezucht, zijn Hitler en Stalin beginnen te dromen van wereldheerschappij. Voorwaarde voor de totalitaire catastrofe was een toestand van verval van de naties. De kolonisering van Afrika bracht het racisme dat de uitbuiting rechtvaardigde met een 'wetenschappelijke' onderbouw: een jood kan zich hier nooit integreren omdat het burgerschap een zaak wordt van ras. Het kapitalisme maakt van de wereld koopwaar: onder het voorwendsel dat iedereen rijk kan worden (de wortel voor de neus van de ezel; 'the American dream'), krijgt uitbuiting vrij spel. (1)
    Tenslotte illustreren de vertalers de actualiteit van dit werk van Hannah Arendt: “Het totalitarisme (…) levert de menselijke wereld uit aan processen van afbraak. De beschaving maakt plaats voor barbarij.” (2) Er is almachtswaan ingevolge wetenschap en techniek die zich bijvoorbeeld toont in de verregaande medicalisering die slechts afhankelijk maakt. De mens wordt maakbaar, ook het man- en vrouw-zijn, het leven wordt gerekt, de (zielloze) mens wordt herleid tot leverancier van organen en al dergelijke praktijken werden ontworpen in de vernietigingskampen. De productie omwille van de productie schept overbodigheid, roofbouw, menselijke vervangbaarheid, werkloosheid. De mens wordt herleid tot een producent-consument en een behoeftenbevrediger, zijn mening bestaat niet meer en de wereld wordt herleid tot een markt waarin hij economisch overbodig wordt en die (kapitalistische) economie domineert de politiek die er ook een wordt van vraag en aanbod: wat verlangen de kiezers? Het kortetermijndenken is desastreus voor de natuur en voor de toekomst. Als gevolg hiervan ontstaat onverschilligheid tegenover de politiek en gaan steeds meer burgers weigeren om zich maatschappelijk in te schakelen zodat de democratie zelf bedreigd wordt. De bureaucratie, zo zegt Arendt, is een niemandsbewind: niemand draagt verantwoordelijkheid en zo ontstaat het kwaad als banaliteit. (3)
    In haar woord vooraf bij de eerste uitgave schrijft Hannah Arendt dat de twee wereldoorlogen geen vrede brachten doch het voorgevoel dat een derde wereldoorlog dreigt. Sommigen voelen zich overgeleverd aan onbetrouwbare politieke krachten terwijl anderen massa's danig willen organiseren dat zij almacht voortbrengen. De beschaving lijkt teneinde en Arendt zegt dat zij schrijft zowel vanuit roekeloos optimisme als vanuit roekeloze wanhoop. “Het probleem is dat goed en kwaad in onze tijd zo akelig verweven zijn.” Een nieuw fundament is nodig, een nieuwe wet die voor de ganse mensheid geldt. (4)
    In haar woord vooraf bij het derde deel over totalitarisme waarvan wij de Nederlandse vertaling lezen, vraagt Hannah Arendt zich af met betrekking tot de tragedie van het nazisme en het stalinisme: “wat is er gebeurd? Waarom is het gebeurd? En hoe heeft het kunnen gebeuren?” (5) Maar de oorlog betekende zeker niet het einde van het totalitarisme.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 28 mei 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 21-23. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 23.
    (3) Totalitarisme, p. 23-29.
    (4) Totalitarisme, p. 39-42.
    (5) Totalitarisme, p. 44.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 3: “Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is”
    Na de oorlog is het totalitarisme geenszins weg, zo schrijft Arendt (in haar woord vooraf bij het derde deel van de heruitgave van haar werk in 1966): kijk maar naar het bolsjevisme in Rusland en naar de miljoenen doden (in 1949 was dat 3 percent van de bevolking) in het China van Mao: de hersenspoelingen “produceerden (echter) niets anders dan een gigantische hypocrisie.” (1) Het communisme is totalitaristisch vanwege zijn mondiale aspiraties maar ook het anticommunisme wil de hele wereld veroveren. “De totalitaire regering verschilt van de dictatuur en de tirannie (…); de totale heerschappij is de enige regeringsvorm waarmee niet te leven valt.” (2) Arendt vertelt dat zij in haar uitgebreide bibliografie opzettelijk de talrijke memoires heeft weggelaten: zij zijn meestal oneerlijk en “vertonen een werkelijk verbijsterend gebrek aan inzicht in wat zich feitelijk heeft voorgedaan.” (3)
    De totalitaire terreur (massazuiveringen, deportatie, genocide) wordt ontketend “op het moment dat elke georganiseerde oppositie uitgedoofd is en de totalitaire heerser weet dat hij niets meer te vrezen heeft.” (4) Volgens Arendt wordt de weg naar het totalitarisme geëffend door de omvorming van klassen tot massa's en de uitschakeling van elke groepssolidariteit. (5) In het totalitair systeem worden feiten geminacht en aan de fictie aangepast. Hannah Arendt schrijft inzake het Rusland van Stalin: “alle feiten die niet overeenstemden, of dreigden niet overeen te stemmen, met de officiële fictie – gegevens over de oogstopbrengst, criminaliteit, echt gepleegde 'contrarevolutionaire daden', in tegenstelling tot de latere verzonnen samenzweringen – werden behandeld als niet-feiten (…) zodat elke regio en elk district van de Sovjet-Unie zijn officiële, fictieve statistieken kreeg op dezelfde manier als ze de niet minder fictieve normen van de vijfjarenplannen ontvingen.” (6)
    Het stalinistische regime was een personencultus, niet de partij doch de politie was er de uitvoerende macht van. Miljoenen volkomen onschuldige en van hun onschuld bewuste mensen werden geliquideerd. De paranoïde Stalin wordt geciteerd: “De onvervreemdbare eigenschap van elke bolsjevist (…) moet het vermogen zijn om een vijand van de partij te herkennen, hoe goed die zich ook vermomd heeft.” (7) Stalin eiste valse getuigenissen van zijn elite, zoals Hitler van hen massamoord eiste. De terreur werd beschouwd als een prijs die men moest bereid zijn te betalen voor de economische vooruitgang maar ze leidde tot het tegendeel: hongersnood, chaos en ontvolking, crisis en vernietiging van alle know-how. Het 'bestuur' was in handen van analfabeten. (8) Na Stalin herhaalde zich het totalitarisme onder Chroesjtsjov, te beginnen met zijn machtsgreep in 1957.
    Opstanden tegen totalitaire regimes worden telkens bloedig neergeslagen. De vrijheid wordt beperkt inzake politieke vereniging maar ook inzake mening en publieke meningsuiting. “Toen Stalin stierf waren de laden van de schrijvers en de artiesten leeg.” (9) In een totalitair regime krijgen beschuldigden geen proces, zij worden tot bekentenissen gedwongen, kunnen niet rekenen op steun van buiten en kunnen niet onschuldig pleiten: zij verdwijnen gewoon in de vergeetput. Met zijn wet van 1957 'tegen sociale parasieten', probeerde Chroesjtsjov de massadeportaties en de slavernij her in te voeren – vergeefs maar het toont aan dat een terugval in totalitarisme altijd op de loer ligt. De satellietstaten kregen na de oorlog alras een eenpartijdictatuur na de opruiming van de door Moskou gewantrouwde politici; in de Baltische staten volgden deportaties; in Oost-Duitsland werd de Berlijnse Muur gebouwd; Stalin herbegon met zijn grote zuiveringsacties. Aan de joden werd een mondiale samenzwering ten laste gelegd zoals met het frauduleuze document over de zogenaamde 'Wijzen van Zion' en het stalinisme kreeg nazistische trekken. Het begin van het eigenlijke boek werd opgeluisterd met een uitspraak van de Franse schrijver David Rousset die Buchenwald overleefde: “Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is.” (10)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 30 mei 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 48. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 49.
    (3) Totalitarisme, p. 50.
    (4) Totalitarisme, p. 52.
    (5) Totalitarisme, p. 53.
    (6) Totalitarisme, p. 54.
    (7) Totalitarisme, pp. 54-55.
    (8) Totalitarisme, p. 55.
    (9) Totalitarisme, p. 58.
    (10) Totalitarisme, p. 68.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 4: De morbide aantrekkingskracht van het kwaad
    Een totalitaire leider heeft zijn macht te danken aan de massa bij wie hij populair is en die zijn bevelen uitvoert en zo werd Hitler legaal verkozen door meerderheid van stemmen. Die populariteit is te danken aan “een mengeling van oprechtheid en leugenachtigheid” en onthutsend is het volgende feit: “totalitaire leiders in spe starten hun carrière gewoonlijk door te bluffen over hun voorbije misdaden en door hun toekomstige misdaden met precisie aan te kondigen. De nazi's 'waren ervan overtuigd dat het kwaad in onze tijd een morbide aantrekkingskracht bezit'; de stellige verzekering van de bolsjevisten in en buiten Rusland dat ze de gewone morele normen niet erkennen, is een van de steunpilaren van de communistische propaganda geworden; wandaden en algemene minachting voor morele normen bewijzen hun waarde in de propaganda (…) - vermoedelijk de machtigste psychologische factor in de politiek.” (1) Het gepeupel begroet gewelddaden omdat ze die 'erg slim' vinden. En aanhangers van totalitaire regimes zijn verontrustend onzelfzuchtig: zij zijn bereid om mee te werken aan de eigen vervolging op voorwaarde dat niet geraakt wordt aan hun status als lid van de beweging en dit is geen idealisme maar fanatisme. (2)
    De Europese dictaturen van na WOII zijn in feite mislukte totalitaire regimes. Het totalitarisme moet het hebben van massa's, niet van klassen. Totalitaire regimes hebben grote mensenmassa's nodig voor de uitroeiingskampen, “materiaal om de machtsaccumulerende en mensenvernietigende machinerie van de totale overheersing te voeden.” (3) De waarde van een menselijk leven wordt er geminacht. “De term massa is alleen van toepassing waar we te maken hebben met mensen die, hetzij omwille van hun pure aantal, hetzij omwille van hun onverschilligheid (…) niet geïntegreerd kunnen worden in om het even welke organisatie met een gemeenschappelijk belang (...)” (4)
    Desinteresse in de politiek ontstond toen het klassensysteem instortte: dan stortte het partijsysteem eveneens in vanwege het feit dat specifieke belangen niet langer verdedigd werden. “De afbraak van de beschermende muren tussen de klassen transformeerde de achter alle partijen sluimerende meerderheden tot één grote, niet-georganiseerde, structuurloze massa van woedende individuen, die niets met elkaar gemeen hadden, behalve dan hun vage aanvoelen dat de hoop van partijleden vergeefs was, dat bijgevolg de meest gerespecteerde leden van de gemeenschap gekken waren, en dat alle gevestigde machten niet zozeer slecht, maar wel zonder uitzondering dom en frauduleus waren.” (5) De klassenmens werd vervangen door de massamens: een egocentrisch verbitterd individu zonder gemeenschappelijk belang, abstract en uniform, egocentrisch maar tevens zonder drang tot zelfbehoud, zonder interesse in het eigen welzijn. “De gigantische opeenhoping van individuen produceerde een mentaliteit zoals die van Cécil Rhodes een goede veertig jaar eerder, waarbij men denkt in continenten en voelt in eeuwen.” (6)
    Sinds de negentiende eeuw hadden intellectuelen de opkomst van de massamens voorspeld samen met de verwantschap tussen democratie en dictatuur, gepeupel en tirannen. Maar toen deze voorspellingen uitkwamen, “verloren ze veel van hun betekenis, zodra zulke onverwachte en niet-voorspelde fenomenen opdoken als het radicale verlies van het eigenbelang, de cynische of verveelde onverschilligheid tegenover de dood of andere persoonlijke catastrofes, de hartstochtelijke neiging om de meest abstracte noties tot leefregel te maken en de algemeen verbreide minachting voor de meest vanzelfsprekende regels van het gezond verstand.” (7) Massageest zou hand in hand gaan met individualisering: “Sociale atomisering en extreme individualisering gingen aan de massabewegingen vooraf.” (8) “(...) massa's ontstonden uit de brokstukken van een uiterst geatomiseerde samenleving met een competitieve structuur en bijhorende individuele verlatenheid, die alleen een tegengewicht vond in het lidmaatschap van een klasse. Het hoofdkenmerk van de massamens is (…) zijn isolement en het gebrek aan normale sociale relaties.” (9) “Het is dus niet verwonderlijk dat [de massa's] hun toevlucht zochten in een bijzonder gewelddadig nationalisme; om puur demagogische redenen hebben de leiders van de massa hieraan toegegeven, tegen hun eigen instinct en bedoelingen in.” (10)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 3 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pp. 70-71 Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, pp. 71-72.
    (3) Totalitarisme, pp. 73-74.
    (4) Totalitarisme, pp. 74-75.
    (5) Totalitarisme, pp. 79-80.
    (6) Totalitarisme, p. 81.
    (7) Totalitarisme, p. 82.
    (8) Totalitarisme, p. 83.
    (9) Ib.
    (10) Ib.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 5: Blinde trouw vereist een geloof zonder inhoud
    Om een amorfe massa te bekomen moeten de mensen eerst geatomiseerd en geïndividualiseerd worden en daartoe moeten eerst de klassen opgeruimd worden: de boeren, de arbeiders, de administratie en de hoogste politieambtenaren: allemaal samen vormden zij onder Stalin “de reusachtige menigte van Russische dwangarbeiders.” (1) Terwijl dictators alleen hun vijanden liquideren, ruimen totalitaire regimes ook de niet-vijandig gezinden op. Onder Stalin bracht dit hongersnood in 1933 en de instorting van de economie en de knowhow. Atomisering werd bereikt door het creëren van achterdocht onder de bevolking waarbij verraad werd verheven tot de hoogste verdienste. (2) Vandaar: “Totalitaire bewegingen zijn massaorganisaties van geatomiseerde, geïsoleerde individuen.” (3) Vanuit hun ideologie die de ganse wereld wil veroveren, eisen ze van hun leden een onbeperkte loyauteit en daarom ook zorgen zij ervoor dat hun leden geïsoleerd zijn zodat zij hun betekenis uitsluitend ontlenen aan hun lidmaatschap van de (totalitaire) beweging of partij. (4) Bovendien: “Totale loyauteit is alleen mogelijk wanneer trouw geheel ontdaan wordt van elke concrete inhoud” (5) en zo weigerde Hitler over het partijprogramma te praten en voelde Stalin het socialistische programma aan als een blok aan het been; Mussolini beschouwde ze als vodjes papier. Het ging nog slechts om pure machtswellust. “De meest perfecte kennis van het marxisme en het leninisme bood geen enkele houvast voor de politieke gedragslijn; integendeel, men kon de partijlijn alleen volgen door elke ochtend te herhalen wat Stalin de vorige avond bekend had gemaakt. Dit resulteerde als vanzelf in de onwankelbare gehoorzaamheid van mensen die nooit twijfelen en die zich nooit afvragen wat ze aan het doen zijn (…).” (6) “Totalitarisme stelt zich nooit tevreden met een heerschappij door externe middelen”, middels een dwangapparaat wil het mensen “van binnen uit overheersen en terroriseren.” (7) Maar de machthebber is een vervangbare functionaris, afhankelijk van de massa die hij belichaamt en leidt. Arendt citeert Hitler: “'Al wat jullie zijn, zijn jullie door mij; al wat ik ben, ben ik alleen door jullie.'” (8)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 5 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 88. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, pp. 90-91.
    (3) Totalitarisme, p. 91.
    (4) Totalitarisme, pp. 91-92.
    (5) Totalitarisme, p. 92.
    (6) Totalitarisme, p. 93.
    (7) Ib.
    (8) Ib.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 6: De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn
    Verontrustend is, aldus Hannah Arendt, dat totalitaire regimes niet alleen het gepeupel aantrekken maar ook de elite want ook de elite is tuk op de massa's die de totalitaire regimes voortbrengen. De oorlog werd overigens verwelkomd als een grote zuivering, men walgde van de algemene hypocrisie, men was bereid offers te brengen, men verlangde naar een edele zaak om voor te sterven. “Niets ontziende destructie, chaos en ondergang verkregen de waardigheid van verheven waarden.” (1) “De overlevenden van de loopgraven waren geen pacifisten.” (2) “Deze generatie herinnerde zich de oorlog als het grote voorspel op de instorting van de klassen en hun omvorming tot massa's. (…) het symbool voor de dood, de 'grote gelijkmaker' en daarom de ware vader van een nieuwe wereldorde.” (3) Men verlangde ernaar een nummer te zijn, een anoniem radertje, liever dan een hypocriet type. “De oorlog was ervaren als de 'machtigste massa-actie ooit', die alle individuele verschillen uitwiste.” (4) Het lotgenootschap was belangrijker dan de natie en wreedheid werd de hoofddeugd “omdat wreedheid in tegenspraak is met de humanitaire en liberale hypocrisie van de samenleving.” (5) “Deze generatie [was] diep gekwetst door de hypocrisie (…). Er was geen uitweg (…) uit de makheid, de frustratie en de wrok, opgesmukt door een valse cultuur en geleerde praat: deze combinatie deed hen steeds meer walgen (…).” (6) Vandaar de hang naar geweld in de pre-totalitaire atmosfeer. “Deze mensen voelden zich aangetrokken tot het uitgesproken activisme van de totalitaire bewegingen (…)”. (7) Het kwam er op aan actie te ondernemen en men was bereid daarvoor te betalen met zijn leven. De elite geloofde dat de geschiedenis hoe dan ook een vervalsing was. “(...) de verschrikkelijke demonische fascinatie (…) die uitging van de mogelijkheid dat gigantische leugens en monsterlijke onwaarheden uiteindelijk tot onbetwistbare feiten kunnen worden omgetoverd, (…) dat het verschil tussen waarheid en onwaarheid wel eens zijn objectiviteit zou kunnen verliezen, om te ontaarden tot een pure kwestie van macht en slimheid, pressie en eindeloze herhaling.” (8) Hitler en Stalin konden “de massa's organiseren tot een collectieve eenheid die hun leugens met luister omgaf.” (9)
    Met de slotzin van Arendts eerste hoofdstuk verklaart zij waarom het totalitarisme alle intellect verbant: “Het feit dat de nieuwe massaleiders consistent elke vorm van hogere intellectuele activiteit vervolgden, ontspringt niet alleen aan hun natuurlijke wrok jegens alles wat ze niet kunnen begrijpen. Totale overheersing kan het vrije initiatief - in welk domein van het leven ook - volstrekt niet dulden, geen enkele activiteit die niet helemaal voorspelbaar is. Het totalitarisme aan de macht vervangt onveranderlijk alle talenten van eerste rang, ongeacht hun sympathieën, door charlatans en gekken, wier gebrek aan intelligentie en creativiteit nog altijd de beste waarborg is voor hun loyauteit.” (10)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 7 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 98. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Ib.
    (3) Totalitarisme, p. 99.
    (4) Ib.
    (5) Totalitarisme, p. 101.
    (6) Ib.
    (7) Ib.
    (8) Totalitarisme, p. 105.
    (9) Ib.
    (10) Totalitarisme, p. 113.


    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 7: De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld
    De massa wordt gewonnen door propaganda én terreur en zo stelde Stalin zich niet tevreden met het herschrijven van de geschiedenis en met het vernietigen van de oude boeken: hij roeide ook hun auteurs en hun lezers uit. (1) Propaganda is deel van psychologische oorlogsvoering maar zij wordt overbodig waar een totaal onderworpen bevolking geterroriseerd wordt zoals in de concentratiekampen. Het maakte indruk op het volk dat de nazi's politieke moorden openlijk toegaven “omdat ze [zoals de Amerikaanse gangsterorganisaties] geen ijdele praat verkochten, zoals de andere partijen.” (2) Daarnaast zijn er ook de versluierde bedreigingen tegen wie de totalitaire leer niet ernstig nemen.
    In haar reclame zwaait het totalitarisme met 'wetenschappelijkheid' en Stalin bezweert: “Hoe meer inzicht we hebben in het dialectisch materialisme, hoe groter ons succes zal zijn.” (3) Anders dan alle andere regimes wil het totalitarisme de natuur zelf van de mens omvormen. (4) Welvaart, belang en zelfbehoud laten het totalitaire systeem volslagen onverschillig en zo bijvoorbeeld was het helemaal niet om economische redenen dat Hitler de geesteszieken uitmoordde. “Het fanatisme bij leden van totalitaire bewegingen is van een totaal andere orde (…); het wordt voortgebracht door het gebrek aan eigenbelang bij de massa's, die daarom bereid zijn zichzelf op te offeren. De nazi's hebben bewezen dat men een heel volk in een oorlog kan storten met de slogan 'want anders gaan we ten onder.' (...)” (5) en op het einde van de oorlog troostten de nazi's de bevolking dat de Führer “'in zijn wijsheid voor het Duitse volk in geval van een nederlaag een gemakkelijke dood voorzien had, met name vergassing.'” (6) Een leider van de massa's dient onfeilbaar te zijn en de toekomst te kunnen voorspellen: als Hitler de joden uitroeit, is dat dan slechts de uitkomst van een voorspelling (in casu gedaan in zijn toespraak d.d. Januari 1939) (7) en als Stalin de afvalligen uitmoordt, heeft hij voorspeld dat het ging om vertegenwoordigers van 'uitstervende klassen'. (8) “Pas nadat ze de macht gegrepen hebben, zijn massaleiders in staat om de werkelijkheid aan hun leugens aan te passen; voordien leggen ze in hun propaganda al een extreme minachting voor de feiten als zodanig aan de dag, want in hun opvatting hangen feiten volledig af van de macht van diegene die de feiten kan fabriceren. (…) Met andere woorden (…) verraadt deze methode van onfeilbare voorspelling het ultieme doel - wereldverovering -, aangezien de totalitaire heersen zijn leugens slechts kan verwezenlijken en zijn voorspellingen slechts kan doen uitkomen wanneer hij de hele wereld onder controle heeft.” (9) Geheimzinnigheid, complotten, bijgeloof, legenden (over vrijmetselaars, jezuïeten, joden), wereldsamenzweringen (van bijvoorbeeld de zgn. 'driehonderd falilies'), Geheime Diensten: de massa's nemen deze ficties voor werkelijkheid terwijl ze hun eigen oren en ogen wantrouwen. “Massa's worden niet overtuigd door feiten, zelfs niet door verzonnen feiten, maar uitsluitend door de consistentie van het systeem waarvan ze deel menen uit te maken.” (10) “Wat de massa's weigeren te erkennen, is de toevalligheid die de werkelijkheid doordringt. Ze zijn vatbaar voor ideologieën, omdat ideologieën feiten uitleggen als loutere illustraties van wetten en omdat ze elke samenloop van omstandigheden elimineren, dankzij het verzinsel van een alomvattende almacht, die geacht wordt de oorsprong te zijn van elke gebeurtenis. Om te kunnen gedijen, moet de totalitaire propaganda ontsnappen uit de werkelijkheid en haar toevlucht nemen tot fictie, het toeval vervangen door consistentie.” (11) Het geloof vervangt het gezond verstand. De onthutsend grote impact van de propaganda op de geïsoleerde massamens bewezen de bolsjewisten: “De geheime politie in de Sovjet Unie, die erop uit is haar slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden die ze nooit gepleegd hebben, en die ze in veel gevallen onmogelijk kunnen hebben gepleegd, isoleert en vernietigt volledig alle werkelijke factoren, zodat de eigenlijke logica, de eigenlijke consistentie van het 'verhaal', dat in de klaargestoomde bekentenis vervat ligt, verpletterd wordt. In een situatie waarin de scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid uitgewist wordt door de monsterachtigheid en de innerlijke consistentie van de beschuldiging, is niet alleen een sterk karakter vereist om te weerstaan aan de voortdurende bedreigingen, maar ook een groot vertrouwen in medemensen - kennissen, vrienden, buren, die 'het verhaal' nooit zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de puur abstracte mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een kunstmatig gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld bereikt worden.” (12) Het volk belandt aldus in “de griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld.” (13)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 9 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 128. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 131.
    (3) Totalitarisme, p. 133.
    (4) Totalitarisme, p. 134.
    (5) Totalitarisme, p. 135.
    (6) Totalitarisme, p. 136.
    (7) Ib.
    (8) Totalitarisme, p. 137.
    (9) Totalitarisme, pp. 137-138.
    (10) Totalitarisme, pp. 139-140.
    (11) Totalitarisme, p. 140.
    (12) Totalitarisme, pp. 141-142.
    (13) Totalitarisme, p. 142.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 8: Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens
    “Alleen terreur kan zich volledig op pure fictie verlaten” (1) en die m.b.t. de joodse samenzwering was de meest efficiënte van de nazipropaganda maar paradoxaal en vreemd genoeg nam Hitler voor zijn bestemming van het Duitse volk als wereldheerser een voorbeeld aan het verzinsel van de Protocollen van de wijzen van Zion (“die hij vanbuiten had geleerd” (2)): het uitverkoren volk der joden stond model voor het uitverkoren Germaanse ras. De NSDAP van Hitler verhief zich boven alle andere partijen (- zij pretendeerde, andermaal paradoxaal genoeg, zowel socialistisch als nationalistisch te zijn -) want totalitaire bewegingen (destijds zowel het nazisme als het bolsjewisme) gebruiken de staat slechts als instrument om hun doel te bereiken. Totalitaire leiders creëren trefzeker mét een fictieve vijand (de Protocollen, de trotskistische samenzwering...) een eigen aanhang; hun fictieve wereld wedijvert met de realiteit die lijdt aan een gebrek aan logica, samenhang en organisatie. (3) “(...) het punt was dat de nazi's handelden alsof de wereld door de joden gedomineerd werd en alsof ze zich moesten verdedigen door er hun eigen samenzwering tegenover te stellen.” (4) Onder de nazi's “zou de betwisting van de geldigheid van racisme en antisemitisme geleken hebben op een ontkenning van de wereld.” (5) Maar overtuigde nazi's bleken na de oorlog onvindbaar: de fictieve wereld is slechts houdbaar totdat de leugen aan het licht komt met het in elkaar storten van de totalitaire beweging en dan “keren de massa's terug naar hun oude status van geïsoleerde individuen (…), hun oude, wanhopige overbodigheid”. (6)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 10 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 143. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 150.
    (3) Totalitarisme, pp. 151-152.
    (4) Totalitarisme, p. 152.
    (5) Totalitarisme, p. 153.
    (6) Totalitarisme, pp. 153-154.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan.
    De totalitaire organisatie moet propagandaleugens omzetten in functionerende werkelijkheid; ze moet “een samenleving opbouwen waarin de leden ageren en reageren in overeenstemming met de regels van een fictieve wereld.” (1) In het totalitaire regime is de wil van de leider wet in die zin dat allen functionarissen zijn die zijn wil blindelings uitvoeren terwijl hij het monopolie heeft op alle verantwoordelijkheid. [Men zou hier kunnen denken aan de organisatie van de katholieke kerk waarin eveneens alle priesters functionarissen zijn van hun geestelijke leider, Christus, of liever: van zijn plaatsvervanger op aarde, de paus, die nota bene over wereldlijke macht beschikt.]
    De leider van de totalitaire organisatie verbergt zich in de kern, omgeven door een kring van ingewijden met daarrond weer een kring van semi-ingewijden, die hem afschermen van de buitenwereld en die er ook een brug naartoe zijn. De leider schept voortdurend intriges, de kern hernieuwt zich onophoudelijk door de vorming van steeds radicalere eliteformaties. De totalitaire organisatie maakt ook duplicaten van politieke beroepsverenigingen: een vals leger, een duplicaat van het lerarenkorps, van de advocaten, de technici, de arbeiders, kortom: van alle niet-totalitaire beroepsverenigingen. Die duplicaten werken paraprofessioneel en ondermijnen van binnenuit de officiële organen die ze vernietigen om zo een perfecte schijnwereld te scheppen. [Men kan hier bijvoorbeeld denken aan de zogenaamde 'burgerwachten' waarvoor men nooit alert genoeg kan zijn]. Bij de nazi's “werden ze georganiseerd naar het model van gangsterbenden en ingezet voor georganiseerde moord.” (2)
    Zoals ook de leden van gangsterbenden, gehoorzamen de leden van totalitaire organisaties hun leider en niet de wet, omdat de (totalitaire) bende strenger optreedt dan de (staats)wet. “Het werkelijke mysterie van de totalitaire leider ligt in een organisatie, die het hem mogelijk maakt de totale verantwoordelijkheid voor alle misdaden, begaan door de eliteformaties van de beweging, op zich te nemen en tegelijk aanspraak te maken op de eerlijke, onschuldige eerbaarheid van de meest naïeve meeloper.” (3)
    Totalitaire systemen hebben dat gemeen met geheime genootschappen (waarvan zowel Hitler als Stalin ooit lid waren voordat ze in de politiek gingen) dat ze ingewijden strikt onderscheiden van outsiders tegen wie zij uiterst vijandig staan en dit volgens het ook in het christendom geldende, esoterische principe: 'Wie niet voor mij is, is tegen mij' en wie niet uitgesloten worden, zien aldus hun insluiting door de uitsluiting van anderen andermaal bevestigd. (4) Partijzuivering, rituelen, ceremonieën, idolatrie, symbolen en geheimen kenmerken zowel totalitaire systemen als geheime genootschappen. Arendt verklaart: “De gelijkenissen zijn tot op zekere hoogte het natuurlijke gevolg van de samenzweringsfictie van het totalitarisme: de totalitaire organisaties zijn vermoedelijk gesticht om geheime genootschappen te neutraliseren” (5), alleen opereren totalitarismen op klaarlichte dag.
    Een totalitaire organisatie wordt pas echt gevaarlijk als zij naar politiek leiderschap grijpt, zoals ook het leger gevaarlijk wordt als het aan het muiten slaat. Het slachtofferen van onschuldigen is een onderdeel van een voor de buitenwereld onbegrijpelijk ritueel, opgezet middels “processen, gebaseerd op absurde bekentenissen” (6) Maar totalitarismen bezitten bovenal “het onovertroffen vermogen om door consistente leugens een fictieve wereld op te richten en in stand te houden (…) [in een] eigenaardige mengeling van lichtgelovigheid en cynisme (…).” (7) “De massapropaganda ontdekte dat haar gehoor ten allen tijde bereid was het slechtste te geloven, ongeacht hoe absurd het was, en dat het er nauwelijks bezwaar tegen had om misleid te worden, aangezien het elke bewering toch als een leugen beschouwde.” (8) “In plaats van leiders afvallig te worden, zouden [de mensen] opwerpen dat ze de hele tijd al geweten hadden dat de bewering [waarvan de onwaarheid bewezen was] een leugen was, en zouden ze de leiders bewonderen voor hun superieure tactische schranderheid.” (9) “De leider stelt altijd de juiste daden, en aangezien deze daden gepland zijn met het oog op de komende eeuwen, is de ultieme test van wat hij doet onttrokken aan de ervaring van zijn tijdgenoten.” (10) Met andere woorden: beloften kunnen onmogelijk gelogenstraft worden op het ogenblik dat zij worden afgelegd. Hitlers eed van wettelijkheid was een cynisch bedrog waarom hij op de koop toe nog geëerd werd; zelfs de lichtgelovigheid van zijn sympathisanten was gespeeld. Worden totalitaristen betrapt op leugens waarvan ze eisen dat allen ze onvoorwaardelijk geloven, dan blijken ze daar volkomen immuun voor. (11) Arendt vertelt hoe totalitaristen “een algemene training [kregen] in opperste minachting voor elk feit en voor elke realiteit” (12) De meest gekoesterde deugd van de totalitaire elite is “trouw aan de leider, de talisman die de uiteindelijke overwinning van de leugen en de fictie op de waarheid en de werkelijkheid verzekert.” (13) Zo bijvoorbeeld werd het racisme door de nazi's in een wetenschappelijk kleedje gestoken maar “het was verzekerd, onafhankelijk van de wetenschappelijkheid van de propaganda (...).” (14)
    Het geloof van totalitaristen dat alles geoorloofd is, berust op de vaste overtuiging dat alles mogelijk is. De werkelijkheid is voor hen slechts een obstakel dat zij in staat zijn op te ruimen. Bovendien geloven ze dat uiteindelijk niet echt “maar zij gebruiken die fictie slechts als een organisatorische kunstgreep”. Ze zijn helemaal niet geïnteresseerd in de waarheid, alleen in hun eigen fictie, ook al weten ze dat die bedrog is. (16) De opruiming van het obstakel van de werkelijkheid voltrekt zich uiteraard middels moord en massamoord. Totalitaristen geloven de werkelijkheid te kunnen opruimen maar in feite ruimen zij de getuigen van de waarheid op.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 12 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 155. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 164.
    (3) Totalitarisme, p. 168.
    (4) Totalitarisme, pp. 168-170 en p. 174.
    (5) Totalitarisme, p. 170.
    (6) Totalitarisme, pp. 174-175.
    (7) Totalitarisme, p. 175.
    (8) Totalitarisme, p. 176.
    (9) Ib.
    (10) Totalitarisme, p. 177.
    (11) Totalitarisme, p. 178-179. Men zou hier kunnen denken aan wat Michel Foucault schrijft over de manier waarop macht zich doet gelden. In twee woorden: macht manifesteert zich waar men een ander kan doen belijden dat hij de aperte leugens die men hem vertelt, gelooft.
    (12) Totalitarisme, p. 180.
    (13) Ib.
    (14) Totalitarisme, p. 181.
    (15) In feite ruimen zij de getuigen van de waarheid op.
    (16) Totalitarisme, pp. 182-184. Men zou hier ook kunnen denken aan wat Dostojevski schrijft over de bekentenis van de kerkleiders in zijn raamvertelling over de grootinquisiteur van Sevilla in De gebroeders Karamazov.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 10: De totalitaire staat
    Wanneer een totalitaire beweging aan de macht komt, wordt zij uiteraard geconfronteerd met de werkelijkheid die helemaal niet overeenstemt met de fictie welke zij aan de massa wil opdringen en het kost haar dan heel wat inspanningen om de belijdenis van haar leugens te blijven afdwingen. Zoals gezegd bestaat het prijskaartje voor het ophouden van de schijnwereld in de liquidatie van wie die leugens verwerpen en deze getuigen van de waarheid zijn dan de tegenstanders van het regime, de zogenaamde dissidenten. (1) Grote zuiveringen en liquidaties worden dan uiteraard onvermijdelijk.
    Opzettelijk worden vormloosheid en verwarring geschapen met een vermenigvuldiging van diensten en divisies en met een onoverzichtelijk ingewikkelde bureaucratie teneinde in de totalitaire dictatuur te allen tijde willekeur mogelijk te maken. Het centrum van de macht verplaatst zich voortdurend, het wordt ongrijpbaar en het verbergt zich, gehoorzamend aan de regel: “(...) hoe zichtbaarder de regeringsinstanties, hoe minder macht ze dragen, en hoe minder van het bestaan van een institutie bekend is, hoe machtiger ze uiteindelijk zal blijken te zijn. (…) De werkelijke macht begint waar de geheimhouding begint.” (2)
    Een totalitaire regering is geen heerschappij van een kliek: de atomisering van de individuen treft evenzeer de elite als de massa en zo werd “monsterachtige trouweloosheid door getuigen in haast identieke termen de meest opvallende karaktertrek van Hitler en Stalin genoemd.” (3)
    Bij het uitbreken van de oorlog begon de radicalisering en werden soldaten verplicht tot deelname aan massamoorden en deportaties zoals “de uitroeiing van het Poolse en Oekraïense volk, de uitroeiing van honderdzeventig miljoen Russen (zoals in één plan vermeld), van de intelligentsia van West-Europa, zoals het Nederlandse volk en de volken van de Elzas en Lotharingen, evenals van al die Duitsers die gediskwalificeerd zouden worden door de prospectieve rijksgezondheidsverklaring of door de geplande 'wet op de gemeenschapsvreemden' (...)” bij de nazi's en bij de bolsjevisten het vijfjarenplan van 1929 “waarin alle logische regels en economische principes op hun kop werden gezet.” (4)
    Totalitaire heersers zagen zichzelf niet als leiders van een volk (zoals ze dat aan het volk voorlogen) maar zij ambieerden een “internationale beweging, op weg naar de verovering van de wereld.” (5) en wel onder de heerschappij van een toekomstige elite, een meesterras dat, naar de woorden van Himmler en Hitler, “in elk geval nog eeuwen verwijderd was” (6).
    “Het systematisch beliegen van de hele wereld is alleen ongestraft vol te houden onder de voorwaarde van een totalitaire heerschappij, waarin het fictieve karakter van de alledaagse werkelijkheid de propaganda grotendeels overbodig maakt. (…) Zolang echter de mogelijkheid aanwezig is om Joden uit te roeien als wandluizen, met name door gifgas, is het niet langer noodzakelijk te propageren dat Joden wandluizen zijn.” (7) De paradox ontstaat “dat de 'geheime samenleving bij klaarlichte dag' qua karakter en methodes pas echt op een samenzwering gaat lijken vanaf het moment waarop ze beschouwd wordt als een volwaardig lid van de beschaafde vereniging der naties.” (8) “Hoe openlijker de macht van het totalitarisme, des te geheimer zijn ware doeleinden.” (9)
    Omdat totalitaire regimes tot doel hebben de ganse aardbol te veroveren, zien zij geen enkel land als buitenland: “elk land zien ze als hun potentieel territorium.” (10) “Elke uiting of daad tegen het Derde Rijk werd bestraft als hoogverraad.” (11) “Als de totalitaire veroveraar zich overal gedraagt alsof hij thuis was, dan moet hij tegenover zijn eigen volk evenzeer optreden als een vreemde veroveraar.” (12) En zo werd “de uitroeiingspolitiek [van de nazi's] uitgebreid tot de rangen van 'radicaal niet levensvatbare' Duitsers.” (13) Ook de Sovjet-Unie gedroeg zich agressief tegen het eigen volk.
    Eerder dan machtswellust en nationalisme, vertonen totalitaire regimes een verontrustend idealisme en het onwankelbaar geloof in een fictieve wereld. Stalin geloofde dat de politie het kostbaarste was van zijn rijk en Hitler zag het grootse van zijn beweging in de uniformiteit van de massa, in het feit “dat zelfs hun gelaatsuitdrukking haast identiek is.” (14) “Welke band macht in de geest van de westerse mens ook mag gehad hebben met aardse bezittingen, welvaart, schatten en rijkdommen, deze band is opgelost tot een soort van gedematerialiseerd mechanisme, waarvan elke beweging macht genereert, juist zoals wrijving of galvanische stromen elektriciteit genereren.” (15) “Een totalitaire staat wordt gekenmerkt door structuurloosheid, door verwaarlozing van materiële belangen, door emancipatie ten overstaan van het winstmotief en door niet-utilitaire houdingen in het algemeen” (16), waardoor ze onvoorspelbaar wordt.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 14 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Vandaag weten we dat dissidenten of mensen die niet langer bereid zijn om de leugens en de misdaden van het (totalitaire) regime te beamen en die zich (geweldloos) verzetten, hetzij als criminelen, hetzij als krankzinnigen werden weggezet, als ze niet al massaal werden vermoord, zowel in de voormalige Sovjet-Unie (denk aan het Serbski-instituut in Moskou waar dissidenten gediagnostiseerd als schizofrenen werden ondergebracht) als in Nazi-Duitsland. En dat is vandaag niet anders, ook in tal van regimes die terwijl zij aan de macht zijn uiteraard doorgaan voor normale democratieën.
    (2) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 218. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (3) Totalitarisme, p. 223.
    (4) Totalitarisme, p. 227.
    (5) Ib.
    (6) Totalitarisme, pp. 227-228.
    (7) Totalitarisme, pp. 229-230.
    (8) Totalitarisme, p. 230.
    (9) Ib.
    (10) Totalitarisme, p. 231.
    (11) Totalitarisme, p. 232.
    (12) Totalitarisme, p. 233.
    (13) Ib.
    (14) Totalitarisme, p. 235.
    (15) Ib.
    (16) Totalitarisme, p. 236.

    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 11: De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties
    Komt de totalitaire beweging aan de macht, dan bemannen haar handlangers de regering zodat de totalitaristen in feite de staat gebruiken als niet-totalitaire façade waarachter zijzelf geheel verborgen totalitair regeren. Daarbij moeten zij hun fictie kunnen blijven beschermen tegen de feiten en voor de buitenwereld een schijn van normaliteit kunnen ophouden: “Boven de staat en achter de façades van de ogenschijnlijke macht, in een doolhof van menigvuldige diensten, aan de basis van alle gezagsverschuivingen en temidden van een chaos van inefficiëntie, ligt de machtskern van het land: de superefficiënte en supercompetente diensten van de geheime politie [GP].” (1)
    Op de keper beschouwd wordt het leger in een totalitaire staat contradictorisch omdat het zich richt tegen buitenlandse vijanden die er in feite niet zijn omdat het totalitarisme internationalistisch is en daarom wordt het beter vervangen door internationale filialen van de GP die het buitenland eigenlijk inpalmen. In de beginfase worden wie weerstand bieden geliquideerd en pas nadat de uitroeiing van vijanden een feit is, komen de terreur en de totale overheersing. “Praktisch gesproken gaat de totalitaire heerser te werk als een man die hardnekkig iemand anders beledigt, tot iedereen weet dat de laatste zijn vijand is, zodat hij met een zekere geloofwaardigheid zijn gang kan gaan en hem kan doden uit zelfverdediging. Dit is bepaald grof, maar het werkt - zoals iedereen weet die ooit heeft gadegeslagen hoe succesvolle carrièrejagers mededingers elimineren.” (2)
    Totalitaristen spreken ook over 'objectieve vijanden' die ideologisch gedefinieerd worden. De GP, gedefinieerd als 'een staat in de staat', ontleent haar macht aan de geheime informatie waarover zij beschikt en zij is onderworpen aan de wil van de leider, die de te liquideren vijanden aanduidt en die de GP [“bemand door agenten die elkaar niet kennen” (3)] daarom als enige vertrouwt. De GP wordt verdubbeld omwille van de flexibiliteit: “dit maakt wijzigingen op het laatste nippertje mogelijk, zodat één afdeling de voorbereidingen treft om de fabrieksdirecteur de Orde van Lenin uit te reiken, terwijl een andere schikkingen treft voor zijn arrestatie.” (4) De GP voert geheel blindelings haar opdrachten uit; blindelings, want “de voor het totalitarisme centrale veronderstelling dat alles mogelijk is, leidt (…) tot de absurde en vreselijke consequentie dat elke misdaad die de heersers kunnen bedenken, bestraft moet worden, ongeacht of die misdaad al dan niet gepleegd werd.” (5)
    “Onder totalitaire regimes wordt provocatie - vroeger alleen de specialiteit van de geheime politie - een methode om met zijn buurman om te gaan, en iedereen wordt er, gewild of ongewild, toe gedwongen deze methode te gebruiken. Iedereen is in zekere zin de agent provocateur van ieder ander (…).” (6) “In een systeem van alomtegenwoordige spionage, waar iedereen politieagent kan zijn en elk individu zich constant geobserveerd voelt - in omstandigheden bovendien waar carrières uiterst onzeker zijn en waar het dagelijkse kost is dat iemands ster op de meest spectaculaire wijze rijst, om morgen alweer te vallen -, wordt elk woord dubbelzinnig en vatbaar voor retrospectieve 'interpretatie'.” (7)
    Carrières en massale tewerkstelling zijn te danken aan navenante zuiveringen: Stalin gaf trots werk aan een half miljoen bolsjevisten na de reusachtige zuivering van 1939 en ook in Duitsland zorgde de massale opruiming van de joden voor nieuwe banen. En dat de tewerkgestelden aldus aan deze misdaden medeplichtig werden, garandeerde hun loyauteit jegens het regime. (8)
    Het totalitarisme creëerde ook de psychologie van de dubbelagent, “bereid de prijs van een kort leven te betalen voor het opwindende bestaan van enkele jaren aan de top”, (9) wat ook de levensfilosofie werd voor het hele volk. 'Objectieve vijanden' zoals Joden en Polen werd lukrake slachtoffers, hetzij als beschuldigden, hetzij als niet-levensvatbaar verklaarden en 'ongewensten' (zoals geesteszieken): de quota moesten nu eenmaal worden volgemaakt. (10) De moeilijkste taak van de GP bestaat erin de sporen te laten verdwijnen van de door hen geliquideerden.
    De Ochrana vond een klasseersysteem uit met de namen van principieel alle burgers waarbij middels speciale tekens hun onderlinge relaties aanschouwelijk werden: vriendschapsrelaties, vijanden, kennissen, enzovoort. [En ziedaar de voorloper van 'facebook', dat op dat vlak vandaag aan zijn beheerders uiteraard quasi eindeloze mogelijkheden biedt. Arendt zegt erover dat als zo'n perfecte kaart ooit bestond, ze het “wellicht mogelijk zou maken om mensen zonder enig spoor uit te wissen, alsof ze helemaal niet hadden bestaan.” (11)
    Dat laatste is dan ook de grootste zorg van de GP nadat ze hun slachtoffers hebben laten verdwijnen. “Het enige strikt bewaarde geheim in een totalitair land (…) betreft de operaties van de politie en de omstandigheden in de concentratiekampen.” (12) De grootste misdaad bestaat erin over die geheimen te spreken. Edoch, “aangezien een mens voor zijn kennis afhankelijk is van de bevestiging en het begrip van zijn medemensen, verliest deze algemeen gedeelde, maar individueel bewaarde, deze nooit besproken informatie haar werkelijkheidskarakter, en wordt ze een pure nachtmerrie. Alleen zij die in het bezit zijn van [die] strikt geheime kennis (…) zijn in staat met elkaar te communiceren over wat in feite de werkelijkheid van allen uitmaakt. Dat is hun geheim, en om dit geheim te bewaren vormen ze een geheime organisatie (...)” (13) Het geheime genootschap wordt opgericht “met de bedoeling om het onfatsoenlijke experimentele onderzoek naar de grenzen van het mogelijke te kunnen uitvoeren.” (14) Arendt besluit dit hoofdstuk als volgt: “(...) het is haast onmogelijk om te weten hoeveel van deze mensen, wanneer ze verder blootgesteld worden aan (…) werkloosheid, blij zullen berusten in een 'bevolkingsbeleid' dat bestaat in een regelmatige eliminatie van het surplus aan mensen, en hoeveel onder hen, wanneer ze hun groeiend onvermogen ervaren om de lasten van het moderne leven te dragen, zich blij zullen conformeren aan een systeem dat, samen met hun spontaniteit, hun verantwoordelijkheid elimineert. Met andere woorden (…) weten we niet hoe goed (…) het geheim van deze GP tegemoet komt aan de geheime verlangens en de geheime medeplichtigheden van de massa's in onze tijd.” (15)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 16 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 238. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 243.
    (3) Totalitarisme, p. 245.
    (4) Ib.
    (5) Totalitarisme, p. 247.
    (6) Totalitarisme, pp. 250-251.
    (7) Totalitarisme, p. 251.
    (8) Totalitarisme, pp. 252-253.
    (9) Totalitarisme, p. 253.
    (10) Totalitarisme, pp. 253-254.
    (11) Totalitarisme, pp. 255-256.
    (12) Totalitarisme, p. 258.
    (13) Ib.
    (14) Totalitarisme, p. 259.
    (15) Totalitarisme, p. 261.


    Hannah Arendt over Totalitarisme
    Aflevering 12: Totale overheersing
    “De concentratie- en uitroeiingskampen van de totalitaire regimes doen dienst als de laboratoria, waarin het fundamentele geloof van het totalitarisme dat alles mogelijk is, geverifieerd wordt.” (1) Het gaat erom “iets te produceren dat niet bestaat”, (2) met name een mensensoort die gelijkt op andere diersoorten en die, als hij al niet uitgeroeid wordt, middels indoctrinatie en terreur ontdaan is van elke spontaniteit: de menselijke persoonlijkheid moet omgevormd worden tot een louter ding, volledig geconditioneerd zoals de hond van Pavlov, een geperverteerd dier. (3) “(...) hoe onwaarschijnlijk het immers ook moge klinken, deze kampen zijn de ware en centrale institutie van de totalitaire organisatorische macht.” (4) De verslagen erover gaan het menselijk verstand en de ervaring te boven. “(...) iedereen die [erover] spreekt of schrijft, wordt nog altijd als verdacht beschouwd (…) en vaak wordt hij zelf bestormd door twijfels over zijn eigen waarachtigheid, als had hij een nachtmerrie voor werkelijkheid gehouden.” (5) De nazi's wisten dat het raadzaam is om misdaden op een onwaarschijnlijk reusachtige schaal te plegen omdat hun ontkenningen dan makkelijker geloofd worden dan wat hun slachtoffers naar waarheid vertellen. “Hitler liet miljoenen kopieën van zijn boek circuleren, waarin hij stelde dat een leugen kolossaal dient te zijn, wil ze succesvol zijn.” (6)
    Vanaf een zeker punt wordt het middel doel en dient terreur niet langer als middel om mensen af te schrikken: de terreur tegen de ander houdt aan nadat die zich allang gewonnen gegeven heeft; overwonnenen worden afgeslacht; de kolonisering ging eeuwenlang gepaard met de uitroeiing van inheemsen. Het nihilistische principe van totalitaristen luidt dat alles geoorloofd is maar “het gezond verstand en 'normale mensen' weigeren te geloven dat alles mogelijk is.” (7) “Wat betekent het begrip moord nog, wanneer we geconfronteerd worden met de massaproductie van lijken? Wij proberen het gedrag van gevangenen in concentratiekampen en van ss'ers psychologisch te begrijpen, terwijl we ons eigenlijk zouden moeten realiseren dat de psyche kan worden vernietigd, ook als men de fysische mens intact laat (…). Het eindresultaat bestaat in elk geval uit onbezielde mensen, dat wil zeggen mensen die men niet langer psychologisch kan verstaan (…).” (8)
    Alle pogingen om over te brengen wat er in wezen in de kampen gebeurde, zijn mislukt. “Vandaag weten wij dat moord slechts een beperkt kwaad is. De moordenaar (…) beweegt zich nog altijd binnen het ons vertrouwde domein van leven en dood. (…) De moordenaar laat een lijk achter en wendt niet voor dat zijn slachtoffer nooit bestaan heeft.” (9)
    “De werkelijke verschrikking van de concentratie- en vernietigingskampen ligt in het feit dat de gevangenen, ook al blijven ze toevallig in leven, effectiever van de wereld van de levenden worden afgesneden dan wanneer ze waren gestorven, omdat terreur dwingt tot vergeten.” (10) “Er bestaan geen parallellen voor het leven in de concentratiekampen. De verschrikking ervan kan nooit volledig door de verbeelding gevat worden, om de eenvoudige reden dat die verschrikking zich buiten het leven en de dood ophoudt. (…) omdat de overlevende terugkeert naar de wereld van de levenden - die het hem onmogelijk maakt volledig geloof te hechten aan zijn voorbije ervaringen.” (11)
    De kampen hadden geen economische functie, de vernietigingsfabrieken waren peperduur, de kampen bestonden omwille van zichzelf. De kampgevangen “worden behandeld alsof ze niet meer bestonden, alsof wat er met hen gebeurde voor niemand nog belang had, alsof ze reeds dood waren en alsof een of andere krankzinnige geest zichzelf amuseerde door ze voor een poos tussen leven en dood op te houden, vooraleer ze toe te laten tot de eeuwige vrede.” (12)
    De kampen zijn een plek waar mensen gefolterd en afgemaakt worden terwijl niemand in staat is zich te realiseren dat dit gebeuren meer is dan een absurde droom. “Het gezond verstand reageerde op de verschrikkingen (…) [met]: 'Wat voor misdaad moeten deze mensen begaan hebben, dat hen zulke dingen worden aangedaan!” (13) Mensen blijken “hun helse fantasieën te kunnen realiseren zonder dat de hemel naar beneden valt of de aarde openscheurt.” (14)

    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 18 juni 2021)
    Verwijzingen:
    (1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 261. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.
    (2) Totalitarisme, p. 262.
    (3) Ib.
    (4) Totalitarisme, p. 263.
    (5) Ib.
    (6) Ib.
    (7) Totalitarisme, p. 265.
    (8) Totalitarisme, pp. 265-266.
    (9) Totalitarisme, p. 268.
    (10) Totalitarisme, p. 269.
    (11) Totalitarisme, p. 270.
    (12) Totalitarisme, p. 272.
    (13) Totalitarisme, p. 273.
    (14) Ib.




    02-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stad

    Stad


    01-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rudolf Steiner

    Rudolf Steiner


    30-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1): deel 5/5

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1): deel 5/5

    Deel 5/5: Bedenkingen (vervolg 2)

    Het voelen is persoonlijk, zegt Steiner, het denken niet, het denken is universeel. M.i. is dit onderscheid niet wezenlijk. Waar aan het denken enige universaliteit kan toegeschreven worden, is dat veeleer omdat de instrumenten van het denken een zekere universaliteit verworven hebben krachtens hun geldigheid op grond van conventies: de woorden waarmee wij denken, en welke mededeelzaam, uitspreekbaar, onthoudbaar, opschrijfbaar zijn, bezitten wij tezamen, en ook alle dingen die met deze woorden zijn gezegd, alle gebeurtenissen die middels deze woorden werden beschreven of afgebeeld in de taal. Ook alle gevoelens die de mensheid heeft doorleefd zijn in deze zin universeel waar ze tot afbeeldingen middels de instrumenten van het denken zijn geworden. Vele woorden beschrijven of creëren één gevoel dat wij herkennen en dat aldus zijn universaliteit laat zien. Maar ook is het zo, dat elk nieuw kunstwerk iets heel nieuws toevoegt aan de wereld, en dat wij het herkennen betekent geenszins dat het er al was, dit is alleen misleidend. Zoals wij het vanzelfsprekend vinden dat een technisch apparaat functioneert, en niet vanzelfsprekend wanneer het dat niet doet, zoals wij het bewijs van de stelling van Pythagoras vanzelfsprekend vinden als wij het lezen, terwijl we het zelf misschien nooit hadden kunnen vinden, zo vinden wij gemakkelijk elk kunstwerk vanzelfsprekend en des te vanzelfsprekender in de mate het dat eigenlijk niét is. Want wat als het meest vanzelfsprekende overkomt, is precies datgene waar het meest voor gewrocht en gevochten is; alleen het storende, het mislukte, het onvolmaakte, het niet geslaagde heeft geen vanzelfsprekendheid. Comfort is vanzelfsprekend, geluk deert niet, de lach is probleemloos, welvaart achten wij een gewone zaak, wij verwonderen ons het minst over precies die dingen waarin de meeste krachten schuilen. Elk sterfgeval onderbreekt ons gewone leven, maar over het leven zelf verwonderen wij ons niet, dat laten wij ons welgevallen, alsof we er altijd al recht op hadden - en men kan hier verwijzen naar de terechtwijzing van Job. Kortom: de universaliteit die aan het denken toegeschreven wordt, is m.i. ‘slechts’ een maaksel, geen objectiviteit, niet iets extern. Net zoals wij overal ten lande begrepen worden wanneer wij om water vragen als wij onze dorst willen laven, net zo worden wij overal begrepen wanneer we een optelsommetje maken, een redenering produceren of een verhaal vertellen, en de rationaliteit waaraan wij dit toeschrijven is evenmin als de taal zelf, iets dat buiten deze wereld zou staan. Het verschilt van de stof, inderdaad, maar deze wereld is niet van stof. Wij zitten, zoals Steiner zegt, middenin een reële wereld van de geest, maar de stof, of breder nog: de hele natuur, is letterlijk de incarnatie van Gods trouw waardoor wij de garantie hebben dat al onze bedoelingen terecht komen. Het bestaan van die 'drager van de wereld' is een wonder op zich, het getuigt van een persoonlijke aanwezigheid dewelke zich onmiddellijk bij onze wereld betrokken weet.
    “Niet het denken houdt de denker bezig doch wel het object van het denken”, zegt Steiner, en hij wil dit als een uitzonderingstoestand verhalen: het denken is het niet waargenomen element van ons geestesleven, het kan niet tegelijk geschieden en waargenomen worden. In de beschouwing van de wereld is mijn denken afwezig. En het denken scheppen we uit het niets, zonder het te doorgronden (in tegenstelling tot de wereld die we pas zouden kunnen scheppen indien we hem eerst zouden doorgronden - met een verwijzing van Steiner naar Schelling). Het spijsverteren kan geen object zijn van het spijsverteren, het denken daarentegen kan wel object van het denken zijn. Vandaar zijn de dingen mij vreemd omdat ik geen deel heb aan hun ontstaan, terwijl ik wel deel heb aan mijn denken, zodat ik ook deel krijg aan alles wat ik mij middels mijn denken heb eigen gemaakt, aldus Steiner. Maar is dit wel zo?
    Is het zo, dat men het denken kan denken? Wij geloven dit, maar waar we dit geloven te kunnen, krijgen we ook paradoxen, omdat we dan onvermijdelijk objectniveaus en metaniveaus door elkaar gaan haspelen. Het denken waarover wij nadenken, is niet hetzelfde denken als het denken dat wij effectief denken. Het nadenken over het denken is pas mogelijk waar wij het denken dat object is van ons nadenken, eerst tot stilstand hebben gebracht, en dan rijst de vraag of een tot stilstand gebracht denken nog langer het wezenlijke van het denken bevat. Want het denken is in wezen de verinnerlijking van de dialoog, en een dialoog is een levend gebeuren, dat nooit af is, dat wezenlijk in groei is, altijd in wording is, altijd aanvulbaar en verrijkbaar blijft. Het denken dat aan het nadenken onderworpen wordt heeft daarentegen een zekere doodsheid over zich: het is een afbeelding van dat denken, b.v. in de vorm van een tekst of in de vorm van een herinnering. Maar alle activiteit ontbreekt er aan. Doordat het nog langer als denken beschouwd wordt, wordt het ermee geïdentificeerd, en gaan we een verkeerd zicht op het denken krijgen, als ware het denken iets dat men zich kon verwerven, iets dat men kon bezitten of objectiveren. Het denken beschouwen als mogelijk object van een denkactiviteit, betekent aldus het reduceren van dat denken tot een afkooksel van zichzelf. Weliswaar kan men een gedachtegang volgen, b.v. in een wiskundig bewijs, maar dan doet men wezenlijk iets anders dan denken. In de neergeschreven gedachtegang zit immers reeds de doelgerichtheid welke bij de activiteit van het denken wezenlijk is, en die door het denken wordt ontdekt. Het metadenken verhoudt zich tot het denken, zoals het bewandelen van een weg zich verhoudt tot het zoeken van een weg. Het denken is wezenlijk deze zoekende activiteit; het volgen van een weg is louter het waarnemen van de herinnering van een ander. De afstand tussen het bewijzen van een stelling (waarvan de essentie gelegen is in het creëren van die stelling zelf) (2)) en het lezen van een bewijs, lijkt gering, doch is onoverbrugbaar. Het bezichtigen van het Gentse Altaarstuk van Van Eyck, kan gevolgd worden door de uitspraak: “Ik heb het gezien”, maar deze uitspraak is een flagrante leugen, omdat men niet kan zien wat men niet kent. Men neme de proef op de som, en men tracht zich te herinneren wat men dan gezien heeft, men tracht het na te tekenen of te schilderen uit z’n hoofd. Het resultaat is mager, vaak weet men na enkele minuten niet meer hoeveel panelen er waren, welke figuren er afgebeeld zijn, welke de kleur van de mantels was. Men heeft helemaal niets gezien tenzij een schim. De bezichtiger ziet niets, hij wordt gedurende een korte tijdspanne door het werk gehypnotiseerd; zijn ogen zijn de zijne niet meer terwijl hij toekijkt; ze behoren toe aan Van Eyck, en het is Van Eyck die met zijn ogen kijkt en niemand anders. De bezichtiger die de St.-Baafskerk verlaten heeft, kan zich alleen herinneren wat hij zelf met zijn eigen woorden heeft benoemd, luidop of innerlijk, of wat de gids hem heeft verteld, maar iets anders kan hij zich niet meer voor de geest roepen. Dat hij gedurende de bezichtiging het gehele werk in al zijn grootsheid toch gelooft gezien te hebben, komt allen hierdoor, dat Van Eyck het kon zien. De duizelingwekkende rijkdom van de wereld kunnen wij vatten, omdat we deze niet kennen. Ook niet deze van de natuur, deze van het leven. Ook het denken dat een levend proces is, kunnen wij niet aan het denken onderwerpen, en waar we dat toch geloven te doen, vergissen we ons per definitie. In het gesprek delen we aan elkaar dingen mee, vaak zijn dat slechts herinneringen van anderen, dode dingen - zodat er niet echt gesproken of gedacht wordt. Wij rijden zoals treintjes over bestaande sporen die al talloze keren bereden werden. Alleen de ethische dialoog is echt, de dialoog waarin de woorden van de partners door wederzijds vertrouwen worden onderbouwd, de dialoog waarin woorden geschonken worden, beloften gedaan worden, waar men zich borg stelt en daartoe woorden benut. Het denken is functioneel, en zo ook kan het metadenken een zekere functionaliteit hebben. Maar er is een bewustzijn dat van dat denken verschilt, dat daar achter ligt, als een bredere en vastere laag, en dat is het ethisch bewustzijn, dat creatief is, doelgericht, eenmalig en eeuwig.
    Staat het denken, zoals Steiner gelooft, boven object en subject? In het licht van het voorgaande geloof ik te kunnen stellen dat het nu duidelijk is dat het denken zich niet boven het subject en object verheft, terwijl het daarvan wel verschilt, maar in een andere zin: het subject transcendeert het denken, en niet andersom. Wel kunnen we het denken en het (ethisch) bewustzijn onderscheiden, en dan kunnen we zeggen dat, op zijn beurt, het subject door het bewustzijn overstegen wordt (er in baadt). Maar m.i. gaat het daar om het goddelijke bewustzijn of Zijn, dat zich overigens ook in de natuur aan ons manifesteert. De herenigende activiteit waarover Steiner spreekt en die hij aan het denken toeschrijft, zie ik niet in dat denken plaatsgrijpen, doch in het ethische handelen, in de liefde. Hereenmaking via het denken is gedoemd tot onvoltooibaarheid wegens het fundamentele wantrouwen waarmee het in gang werd gezet. Het kan niet worden opgegeven weliswaar, omdat gemaakte schuld nu eenmaal dient ingelost te worden; maar net als het inlossen van schuld niets kan bijbrengen aan de eigen rijkdom, net zo kan het denken ons niet rijker maken aan ware kennis. De beoefening van wetenschap is derhalve misschien nog het best te omschrijven als het ondergaan van een straf dewelke, nutteloos op zich, toch ondergaan moet worden, wil men het vertrouwen herstellen en het werk voortzetten.

    Ik weet niet of het na deze eerder ongeordende en veeleer intuïtieve bedenkingen n.a.v. de lectuur van Steiners Filosofie der Vrijheid, nog zin heeft om in te gaan op diens kritiek op Kant. M.b.t. Steiners kritiek op Kants ethiek heb ik reeds iets gezegd. Steiners behandeling van de metafysica van Kant of van het kritisch idealisme is een meer technische zaak. Ik had in mijn licentiaatsverhandeling (1994) reeds enkele kritieken bij Kant geformuleerd, o.m. deze dat Kants stelling dat we ons kunnen verheffen boven al de denkvormen die hij opsomt, berust op de stelling dat analytische oordelen geen ervaringskennis behoeven, een stelling die op haar beurt berust op de stelling dat de wet van de contradictie geen ervaringskennis behoeft - wat ik daar (en in mijn filosofietekst) geloof weerlegd te hebben. Ook m.b.t. de categorische imperatief valt een en ander aan te merken. En verder lijkt mij ook Kants onderscheid tussen analytische en synthetische oordelen niet zo fundamenteel als hij ons wil doen geloven (- ik heb dat punt in ‘t lang en in ‘t breed in een aparte tekst uitgewerkt). Ik acht verder de kritiek van Steiner bij Kant correct en relevant, maar ik vind dat Steiners alternatief niet in de goede richting blijft gaan (hij moest zich gewend hebben tot de ‘act’!). Het is bijgevolg een beetje ergerlijk dat in het universitair onderwijs zo weinig aandacht gegeven wordt aan kritieken op grote filosofen, want Steiner dateert van het begin van deze eeuw en hij wordt niet eens vernoemd als Kant aan de orde van de dag is. Ik kan daaruit niets anders besluiten dan dat men met de leerstof niet echt begaan is, al blijf ik wel ontvankelijk voor elke mogelijke andere verklaring.

    (J.B., 7 september 1997)

    Verwijzingen:

    (1) Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.

    (2) Hierop berust trouwens mijn vertrouwen in de waarheid van Fermats woorden toen hij zei een bewijs te bezitten voor zijn stelling.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”: delen 1/5 t/m 4/5

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1): delen 1/5 t/m 4/5

    Deel 1/5: Synthese

    In zijn voorrede bij de nieuwe druk van 1918 geeft Steiner het richtsnoer in dit werk weer, in de vorm van twee vragen: (1°) welke antropologie kan ook de wetenschap gronden? (2°) Is de mens vrij? Zijn basisintuïtie houdt in dat de mens leeft middenin een reële wereld van de geest.

    Bij de behandeling van de vrijheid als kennisprobleem komt eerst het bewuste handelen van de mens aan bod: vrijheid berust niet in het feit dat de mens zich bewust is van zijn handelingen, maar in het feit dat hij zich bewust is van de oorzaken van zijn handelingen. Onder die oorzaken moet men de driften strikt onderscheiden van de redenen. De mens is redelijk, hij denkt na, aldus Steiner: de oorsprong en de betekenis van dit denken moeten dan ook onderzocht worden. Toch is het denken, evenmin als het gemoed, de beweegreden voor het handelen. (Wat betreft de relatie tussen het gemoed en het denken: ons gemoed drijft op ons voorstellingsvermogen, want er is geen gevoel zonder voorstellingen).
    Wat is nu de diepere grond voor de wetenschapsdrang? Met Goethe hebben wij een aardse en een goddelijke ziel in ons: dat onze begeerte het haalt op onze rijkdom, maakt ons ontevreden, en onder die ontevredenheid moet ook onze dorst naar kennis gesitueerd worden: we zijn niet tevreden met alleen maar waarnemingen, we willen die ook verklaren. Ons bewustzijn is tegelijk een bewustzijn van de discrepantie tussen ons 'ik' en de wereld en een besef van ons in-de-wereld-zijn. We streven er naar die tegenstelling te overbruggen, en we doen dat door te pogen de inhoud van de wereld tot onze gedachteninhoud te maken. Eén soort van deze pogingen zijn dualistisch, maar hier wordt geen brug tussen subject en object gevonden en strandt men, hetzij in extreem materialisme, hetzij in extreem spiritualisme (idealisme). Een andere poging is monistisch, en loochent de polariteit. Steiner nu, gelooft dat wij zelf de polariteit in de werkelijkheid veroorzaken, dat we onszelf van de natuur vervreemd hebben. En we kunnen die verloren natuur terugvinden in ons innerlijke, omdat we er daar mee verwant zijn. Dat natuurlijke innerlijke echter, transcendeert het loutere 'ik'.
    Vervolgens behandelt Steiner het denken in dienst van de wereldbeschouwing: wanneer we botsende biljartballen waarnemen, doelt ons nadenken daarover op begripsvorming: de van mij onafhankelijke gebeurtenis wordt van mij afhankelijk als gedachte, binnen mijn denken. We zoeken naar de relatie tussen gebeurtenissen en begripsverbindingen, en dan rijst de vraag: wat winnen we er bij om tegenover de gebeurtenissen deze begrippen te plaatsen? Welnu, kennis is anticipatievermogen, het kunnen doen van voorspellingen, los van de ervaring. Nu wordt ook het denken pas via de waarneming (van dit denken) gekend. Maar het waarnemen van het denken is, vergeleken bij de waarneming van de andere dingen, een soort uitzonderingstoestand. Terwijl nu in het voelen het subject betrokken is, is het denken onpersoonlijk: niet het denken houdt de denker bezig, doch het object van z'n denken, zodat, normaal gezien, het denken het niet-waargenomen element van ons geestesleven is; het denken kan immers niet tegelijk geschieden én waargenomen worden. In het denken over de wereld, is mijn denken zelf afwezig, maar in de beschouwing van mijn denken is niets afwezig. Schelling zegt dat wij de natuur pas zouden kunnen scheppen indien we die eerst zouden doorgronden, maar m.b.t. het denken is dit niet nodig: het denken wordt immers gecreëerd vanuit het niets, en we doorgronden onze gedachten pas achteraf. De spijsvertering kan geen object van de spijsvertering zijn, alleen het denken kan een object zijn van zichzelf. Terwijl alle dingen mij vreemd zijn omdat ik geen deel heb aan hun ontstaan, geldt dit niet voor het denken, want ik ben wél deelachtig aan het ontstaan van mijn gedachten. Daarom is het denken het meest oorspronkelijke uitgangspunt ter beschouwing van de wereld (waarbij ook Descartes' "ik denk dus ik ben" voorbeeldig is). Archimedes' hefboom kon de hele wereld opkrikken, als hij maar een steunpunt vond dat louter door zichzelf gedragen werd. Welnu, het denken is zo'n principe dat op zichzelf berust. Dan rijst de vraag of het denken iets anders buiten zichzelf kan begrijpen. Steiner drukt er op dat wij het denken eerst los van het subject moeten beschouwen, zonder een andere grond dan het denken zelf.
    Vervolgens bespreekt Steiner de wereld als waarneming (dit is: als geheel van waargenomen dingen): het denken genereert begrippen, maar het concept 'begrip' is zelf niet uitdrukbaar. Wanneer wij geluid waarnemen, ontstaat een begripsvorming waarbij we tevens kunnen vragen naar de oorzaak van het (waargenomen) geluid. Het denken is derhalve onmogelijk waar het de waarneming niet eerst overstijgt, en dit in tegenstelling tot wat de zgn. 'strenge objectieve wetenschap' voorhoudt, namelijk dat wij ons tot louter waarnemingen dienen te beperken. Analoog, is bewustzijn noodzakelijk zelfbewustzijn. Toch transcendeert het denken de subject-objecttegenstelling. Het denken is geen eigenschap van het subject, doch pas binnen het denken komt het subject tot ontstaan: het subject bestaat bij de gratie van het denken.
    Hoe komt nu het externe in het bewustzijn binnen? De waarneming bevat steeds de waarneming van mezelf, als een constante tussen al het veranderende. We weten dat waarnemingen subjectief zijn. Voor Berkeley geldt dat in extreme mate: niets bestaat los van het bewustzijn, alleen God en de menselijke geesten bestaan, de waarneming wordt rechtstreeks door God veroorzaakt. Daartegenover staat Kant voor wie kennis niets meer is dan onze voorstelling van de wereld: alleen onze eigen veranderingen, niet de veranderende dingen ‘an-Sich’, kennen wij. De naïeve realist gelooft dat wat hij waarneemt ook echt bestaat; de wetenschap leert ons dat wij subjectief waarnemen (- wij reageren subjectief, want fysiek geconstitueerd, op prikkels). Pas de ziel groepeert de afzonderlijke waarnemingen tot een object. Zo bestaat 'rood' enkel in de ziel, niet extern. Waarneming en zintuig vooronderstellen elkaar. En het kritisch idealisme van Kant beweert nu dat de weg van de waarneming onderbroken wordt bij de overgang van het hersenproces naar de gewaarwording. Precies hier zit volgens Steiner de fout van Kant: Kant benoemt de ene waarneming als voorstelling, terwijl hij andere op een naïef-realistische manier aanvaardt... en dit terwijl hij zodoende het naïef realisme gelooft te bestrijden! Kant kan het naïef-realisme dus pas bestrijden door er tegelijk zichzelf aan te bezondigen. Men schiet er niets mee op wanneer men de waarnemingen zintuiglijk gekleurd noemt, want ook het zintuig behoort tot het waargenomene. De relatie tussen waarneming en voorstelling kan aldus niet beschreven worden middels het kritisch idealisme.
    Wat betreft het kennen van de wereld, kan een onderzoek van onze waarnemingsinhoud niet bewijzen dat onze waarnemingen voorstellingen zijn. Het naïef-realisme (NR) heeft niet te maken met de dingen zelf, maar met onze voorstellingen van de dingen. Het kritisch realisme (KR) verwerpt die premissen doch aanvaardt de gevolgtrekkingen, wat ongeoorloofd is. Het KR gelooft dat over het ding op zich niets te zeggen valt, en ziet aldus twee soorten mensen: zij die in de droom geloven, en zij die zich van de droom bewust zijn. Maar volgens het KR zou ook de dromer gedroomd worden. Daaruit zijn twee houdingen mogelijk: ofwel is alles droom, de dromer inbegrepen, ofwel erkent men achter de droom een hogere realiteit (het transcendentaal idealisme (TI) van Eduard von Hartmann). De twee missen echter een vaste basis. Want voor het TI kan de cruciale vraag niet luiden hoe de dingen in de droom samenhangen, maar wel hoe het 'ik' de voorstellingswereld dan produceert. De dromer zoekt de oorzaken van zijn droom immers niet in die droom zelf, maar in de echte wereld. Daarom moet eerst de echtheid van het 'ik' ernstig genomen worden. Volgens Steiner is het gezochte vaste punt hier het denken. Terwijl het NR het denken beschouwt als overbodig voor het bestaan van de wereld, brengt de wereld het denken echter voort met eenzelfde noodzaak als deze waarmee het zaadje de plant voortbrengt. Zoals het zaadje samen met de aarde een plant voortbrengt, zo brengen de plant samen met het bewustzijn daarvan, het begrip van de plant voort. Nu kan ons verstand slechts afzonderlijke begrippen onderscheiden, niet het geheel, omdat onze zelfwaarneming ons subjectief inperkt. Het denken echter is universeel: elkeen participeert in het denken aan dezelfde begrippenwereld en dus aan de ene kosmos. Waarneming en begrip zijn de twee zijden van het gehele ding. Het lichaam is gegeven als object in de voorstelling naast andere objecten, maar ook als de actie die onmiddellijk gevolg geeft aan onze wil. De waarneming op zich geeft me geen inhoud: de inhoud komt van de begrippenwereld, van binnenuit, uit de intuïtie. De bronnen van de kennis zijn én de waarneming én de intuïtie. Een ding verklaren is het terugplaatsen in het verband waaruit het door onze constitutionele structuur is losgerukt: het denken herenigt wat de waarneming heeft gescheiden. Nu is er geen kleur zonder een oog; zowel de kleur als het oog kunnen worden waargenomen; de waarneming die het oog doet, is objectief, maar het verband dat gelegd wordt tussen de waargenomen kleur en het waargenomen oog is een relatie van louter begrippen die herinneringsbeelden en subjectieve voorstellingen geven. Het voorbijgaan aan dit verschil, brengt het idealisme mee.
    De menselijke individualiteit. Subject en object zijn niet gescheiden maar behoren tot eenzelfde wereld. "Zou ik i.p.v. wereldkenner, wereldschepper zijn, dan zouden subject en object in één scheppingsdaad ontstaan”. Als wereldkenner vind ik het gemeenschappelijke van subject en object slechts in de begrippen. Het begrip is geen product van de waarneming, maar wordt aan de waarneming gevormd. Een voorstelling is een herinnering (zonder waarneming), een geïndividualiseerd begrip, staande tussen waarneming en begrip. De ervaring is de totaliteit van alles waarvan ik voorstellingen kan vormen. De individuele relatie met begrip en waarneming is het gevoel (lust en onlust). Het denken kent het algemene gebeuren van de kosmos, terwijl het voelen in betrekking staat tot onze individualiteit; het brengt de begrippen tot concreet leven.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 7 september 1997)

    Verwijzingen:

    Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1)

    Deel 2/5: Synthese (vervolg)

    Zijn er grenzen voor het kennen? Het denken voegt de dubbel lijkende realiteit van waarneming en begrip weer samen: de wereld is ons als tweeheid gegeven, doch wordt door het denken terug herenigd. Kants verkeerde opvatting van het 'kennen' mondt aldus uit in het dualisme: tegenover het waargenomen ding staat aldus (kunstmatig) het onkenbare ding op zich. Nu is het ding op zich geen begrip, het ziet alleen zo uit. De fout zit 'm hier: "Uit de rijke wereld der waarnemingen wordt afgezonderd: ligging en beweging. Deze worden op de uitgedachte wereld der atomen overgebracht. Vervolgens treedt er verwondering op, dat men uit dit zelfgewrochte en aan de waarnemingswereld ontleende principe, het concrete leven niet kan ontwikkelen". Maar de realiteit wordt pas bereikt als het 'ik' voor zichzelf waarneming en begrip met elkaar verbonden heeft d.m.v. het denken. "Het dualisme begaat de fout dat het de tegenstelling van subject en object, die slechts binnen het waarnemingsgebied betekenis heeft, op een zuiver uitgedacht wezen der dingen buiten dit gebied overdraagt". De dualist deelt waarneming en begrip in vieren: (1°) het object zelf; (2°) het subjectief waarnemen van het object; (3°) het subject; (4°) het begrip dat het waarnemen betrekt op het object. Maar de relatie tussen subject en object is reëel. De dualist splitst het kenproces dus in twee: (1°) buiten het BWZ: het verwekken van het waarnemingsobject uit het ding op zich; (2°) in het BWZ: verbinding van waarneming en begrip. Gevolg: voor de dualist blijft de realiteit onbereikbaar. "Voor de dualist ligt de band die de dingen onderling en objectief met onze individuele geest (als ding zelf) in eenheid verbindt, buiten het BWZ in een wezen-zelf, waarvan wij in ons BWZ eveneens slechts begripsmatig een representant kunnen hebben". M.a.w.: "de door het denken te vinden ideële principes komen de dualist te ijl voor, en hij zoekt nog naar realiteitsprincipes, waardoor zij kunnen worden gesteund". De naïeve realist erkent enkel wat kan waargenomen worden, ook de krachten waarmee de dingen onderling inwerken op elkaar moeten waargenomen kunnen worden (want voor hem is het begrip een hersenschim): hij verlangt naast het ideële bewijs van zijn denken, ook het reële bewijs van z'n zinnen. Vandaar het primitief openbaringsgeloof in een waarneembare God die wonderen verricht. Voor het NR is wetenschaps slechts beschrijving van de waarnemingsinhoud: "Het NR met zijn fundamentele stelling omtrent de werkelijkheid van al het waargenomene, wordt door de ervaring, welke leert dat de inhoud van de waarnemingen vergankelijk van aard is, weerlegd. De tulp die ik zie, is heden werkelijk; na een jaar zal deze tulp in het niets verdwenen zijn. Wat heeft standgehouden is de tulpensoort. Deze soort is echter voor het NR louter een idee, geen werkelijkheid. Zo verkeert het NR in de situatie dat zij haar werkelijkheden ziet verschijnen en verdwijnen, terwijl het volgens haar opvatting onwerkelijke, in tegenstelling tot het werkelijke standhoudt". Zo'n onzichtbare realiteiten zijn: erfelijkheid, levensprincipe, ziel, God...Het NR ziet God antropomorf werkzaam (zoals een mens): "De onwaarneembare krachten, die vanuit de waarneembare dingen werken, zijn eigenlijk, vanuit het standpunt van het NR bezien, ten onrechte aangenomen hypothesen. En daar het geen andere realiteiten kent, rust het zijn hypothetische krachten met een waarnemingsinhoud uit. Het gebruikt derhalve een zijnsvorm (de bestaansvorm van de waarneming) op een gebied waar hem het middel, dat alleen tot een uitspraak over deze zijnsvorm bevoegd is, namelijk het zintuiglijke waarnemen, ontbreekt". Het NR spreekt zichzelf tegen, vandaar ontstaat het metafysisch realisme (MR): dit construeert naast de waarneembare nog een onwaarneembare realiteit die analoog aan de eerste denkt (dualisme). Het MR noemt elke relatie tussen waargenomen objecten een realiteit, maar de relatie is niet waarneembaar, enkel denkbaar. Geheel willekeurig wordt de ideële relatie gemaakt tot een relatie die overeenkomt met de waarneembare. De realiteit is dan de waarnemingsobjecten die oneindig evolueren ingevolge onwaarneembare krachten. Het MR is een tegenstrijdig mengsel van NR en KI (- de tegenstrijdig het van de "onwaarneembare waarneming"). Die tegenstrijdigheid kan pas overwonnen worden door te erkennen dat begrippen de relaties vormen tussen waargenomen dingen. De vraag naar de grenzen van het kennen bestaat aldus slechts voor het NR en voor het MR: voor haar is het externe absoluut, de inhoud van het subject is een beeld van het externe en de kennis berust op een overeenkomst tussen die twee.
    Bij de beschouwing van de vrijheid als realiteit, worden eerst de factoren van het leven besproken. De filosofie van het gevoel wil verkeerdelijk het individuele beleven tot het universele maken, terwijl de filosofie van de wil (het thelisme) naïef-realistisch is omdat ze het kennen, het voelen en het willen niet verbindt.
    De idee van de vrijheid. "Intuïtie is het zuiver in de geest verlopende bewuste beleven van een zuiver geestelijke inhoud (...) Slechts door een intuïtie kan het wezen van het denken worden begrepen". Zoals voetstappen sporen nalaten in het zand, zo laat het denken sporen na in de hersenen; net zomin als het zand iets bijdraagt tot de voetstappen, dragen de hersenen tot het denken bij. Onze organische gesteldheid heeft geen deel aan het wezen van het denken. De constitutie heeft alleen te maken met het ontstaan van het ik-BWZ vanuit dit denken. M.b.t. de wilshandeling moeten het motief (dat momenteel is en samenhangt met het begrip) en de drijfveer (die blijvend is en samenhangt met de menselijke constitutie) onderscheiden worden. Steiner onderscheidt (1°) de subjectieve aanleg om bepaalde begrippen tot motieven te verheffen (= drijfveren), en (2°) de begrippen die het karakter beïnvloeden en tot wilsuiting brengen (= doelstellingen). De drijfveren van de zedelijkheid kunnen de driften zijn, de gevoelens en de begrippen. Maar zowel de zedelijkheid op grond van autoriteit als deze op grond van gewetensplicht zijn onecht: echte zedelijkheid gebeurt op grond van inzicht, wat tegenstrijdig is aan het zedelijkheidsideaal van Kant, die de veralgemeenbaarheid van een daad als criterium voor zedelijkheid aanziet. Immers, aldus Steiner, valt volgens Kants criterium het onderscheid tussen goed en kwaad weg, b.v. waar allen het kwade willen. Steiners ethisch individualisme houdt in dat normen en wetten hun ontstaan danken aan natuurlijke individuele aandriften die algemene geldigheid verkrijgen. Zedelijkheid stoelt niet op wetenschap, maar verhoudt zich tot het menselijk handelen zoals natuurwetten zich verhouden tot een afzonderlijk verschijnsel. "Slechts wanneer ik mijn liefde tot een object volg, ben ik het zelf die handelt. Ik ga niet met mijn verstand te rade of mijn daad goed of slecht is, ik breng haar ten uitvoer omdat ik haar uit liefde doe". Daarentegen ontspringt de daad van een misdadiger niet uit een idee: "Dit is immers juist het karakteristiek van misdadige handelingen, dat ze bij de mens uit elementen die buiten de idee liggen, voortspruiten". "Een handeling wordt als een vrije daad aangevoeld, voor zover de beweegreden daarvan uit het ideële deel van mijn individuele wezen voortspruit. Elk ander deel van een handeling, hetzij uit natuurdwang hetzij onder dwang van een zedelijke norm, wordt als onvrij aangevoeld". Vrijheid is het in staat zijn zichzelf te volgen; ze sluit de zedenwet niet uit, doch in. "Zedelijk met elkaar in otsing komen is uitgesloten bij zedelijk vrije mensen". "Leven in de liefde tot de daad en laten leven met begrip voor het willen van een ander, is de fundamentele stelregel voor vrije mensen". Dit wijst op een vertrouwen in de overeenkomst van de intenties, de gezindheid of zielehouding. "In het waarnemingsobject 'mens' ligt de mogelijkheid besloten zich om te vormen, zoals in de plant de mogelijkheid tot groei. De plant middels ingeboren wetmatigheid, de mens middels zijn eigen hand". "De natuur vormt de mens tot louter natuurwezen, de maatschappij tot wezen dat volgens wetten ageert, een vrij wezen kan alleen de mens zelf van zichzelf maken". "De mens is er niet vanwege de zedelijkheid, maar de zedelijkheid is er door de mens". "De vrije mens handelt zedelijk, omdat hij een zedelijk idee heeft; doch hij handelt niet opdat er zedelijkheid zou ontstaan".
    Vrijheidsfilosofie en monisme. Het NR zoekt een autoriteit bij God via het geweten, en de zedenwetten worden zo bovennatuurlijke, op zichzelf staande realiteiten (= MR). Men zoekt de oorsprong van de zedelijkheid buiten zichzelf, waaruit een absolutisme: de zedelijke ontwikkeling van de mensheid is dan een proces om de lijdende God te verlossen: het mede-arbeiden om de weg van lijden en verlossing te bekorten. Volgens Steiner is dit geen vrijheid - vrijheid vindt men pas waar men aan zichzelf gehoorzaamt, in het monisme: "De mens is onvrij in de wereld der waarnemingen; hij brengt in zichzelf de vrije geest tot verwezenlijking". "Voor de monist is zedelijkheid een specifiek menselijke eigenschap en is vrijheid voor de mens de vorm om zedelijk te zijn".
    Werelddoel en levensdoel. In de materie veroorzaakt het vorige het volgende, maar bij de mens kan een plan (een toekomst) een handeling voorafgaan. De NR projecteert z'n doelgerichtheid in de natuur ('schepper'). Het monisme wijst het doelgerichtheidsbegrip overal af (behalve bij de mens), want doelen moeten eerst gesteld worden.
    De morele fantasie (Darwinisme en zedelijkheid). "De vrije geest handelt volgens impulsen, dat zijn intenties, die uit de totaliteit van zijn ideeënwereld door het denken zijn uitgekozen". De onvrije geest ageert volgens een autoriteit (b.v. een voorbeeld). Wetten zijn slechts als verboden in begrippen gesteld. Wat men concreet moet doen, kan men uitvinden via de morele fantasie en de morele techniek, "de natuurwetenschappelijke leer van de morele voorstellingen". Zoals de evolutieleer een ontwikkeling is volgens natuurwetten, zo wordt in de zedelijke evolutie door de mens verricht wat de natuur op een lagere trap doet. De ethische norm is geen natuurwet doch moet geschapen worden. Pas daarna kan hij gekend worden. Net zoals het ontstaan van nieuwe diersoorten, ontstonden nieuwe zedelijke ideeën vanuit de morele fantasie. Het ethisch individualisme (EI) is de kroon op het werk van het zich eigen maken van de doorleefde openbaringsgodsdienst. Het EI is de vergeestelijkte evolutieleer overgebracht op het zedelijk leven. "Onvrij maakt de kerk mij wanneer ze zich tot heerser van mijn geweten maakt".
    De waarde van het leven (pessimisme en optimisme). Twee opvattingen staan tegenover elkaar: (1°) de wereld is de best denkbare (het optimisme van Shaftesburry en Leibniz); het leed is alleen een tekort aan goed; (2°) alles is kommer en kwel; niet-zijn is beter dan zijn (het pessimisme van Schopenhauer en E. von Hartmann). Voor von Hartmann is het zedelijk leven het participerren aan de vernietiging van het bestaan: "God schiep de wereld om zich zo van z'n oneindige smart te bevrijden". Men moet de dwaasheid van het egoïsme inzien; het streven op zich verschaft vreugde. Tegen de voorstanders van een calculus van lust en onlust, brengt Hartmann in, dat lust en onlust slechts bestaan in zoverre ze gevoeld worden: het is geen kwestie van afwegen middels de rede. Luststreven kan geen blijvende bevrediging brengen. De volrijpe mens verleent zichzelf zijn waarde en zoekt geen lust of plichtsvervulling; hij vindt vervulling in het realiseren van wat hij wil.
    Individualiteit en soort. Uit deze tegenstelling distilleert Steiner een pleidooi voor vrouwenemancipatie. De menselijke individualiteit stijgt boven het (wetenschappelijk te benaderen) soortbegrip uit. "Het zedelijk leven van de mensheid is de totaliteit van de scheppingen der morele fantasie door vrije individuele mensen. Tot dit resultaat leidt het monisme".
    Tenslotte worden de consequenties van het monisme behandeld. Het monisme ziet alles als één. Het geeft een wereldverklaring op grond van de ervaring; de bron van het handelen is de morele fantasie; de mens maakt deel uit van de wereld. De realiteit zit in het samenkomen van waarneming en begrip in het denken (- de waarnemingen apart geven slechts een onsamenhangende chaos; de begrippen apart zijn loutere abstracties). Het proces van de werkelijkheid speelt zich in het denkende waarnemen af. Allen kennen wij dezelfde begrippen. “Het leven in de werkelijkheid, vervuld van de gedachteninhoud, is tevens het leven in God”. “De door abstracte gevolgtrekkingen aangenomen God is slechts de mens, overgeplant naar een bovennatuurlijke wereld (...)”. “De menselijke geest komt in werkelijkheid nooit uit boven de realiteit waarin wij leven. Dit heeft hij ook niet van node, daar alles wat hij ter verklaring van de werkelijkheid nodig heeft, in de wereld ligt”. “Het monisme loochent het ideële niet, het ziet zelfs een waarnemingsinhoud waaraan het ideële ontbreekt niet voor werkelijkheid aan. Het vindt echter in het gehele gebied van het denken niets, dat zou kunnen noodzaken - door het loochenen van de objectieve geestelijke werkelijkheid van het denken - buiten het ervaringsgebied van het denken te treden”. Het monisme loochent het transcendente.
    In een eerste aanhangsel typeert Steiner zijn Filosofie der vrijheid als een ‘gedachten-monisme’. In een tweede aanhangsel (de voorrede bij de eerste druk van dit werk) onderstreept hij dat we willen weten i.p.v. louter te geloven. “Dit werk vat derhalve de betrekking tussen de wetenschap en het leven niet op zodanige wijze op, dat de mens zich voor de idee heeft te stellen, , doch in die zin, dat hij de wereld van de idee verovert om deze dienstbaar te maken aan zijn menselijke doelstellingen, die boven de louter wetenschappelijke uitstijgen. Men moet zich bij het beleven tegenover de idee kunnen plaatsen; zo niet, dan wordt men door de idee geknecht”.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 7 september 1997)

    Verwijzingen:

    Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1)

    Deel 3/5: Bedenkingen

    Wat betreft Steiners opvatting dat vrijheid niet berust in het zich bewust zijn van z’n handelingen, doch in het kennen van de oorzaken van z’n handelingen (waarbij hij een onderscheid maakt tussen driften en redenen), het volgende. Men kan zich afvragen of men de oorzaken van z’n handelingen uitputtend kan kennen in dit perspectief. Om te beginnen denkt men vaak dat men handelt overeenkomstig bepaalde redenen, terwijl deze redenen eigenlijk door onbewuste drijfveren onderbouwd worden. In de psychologie werden in verband daarmee proeven gedaan: men vraag de koper van een Mariabeeldje waarom hij dit kocht, en de koper geeft een aantal redenen op. Maar nu blijkt dat het beeldje vaker verkocht wordt als het rechts in de vitrine staat en als er een spot op zit. Wordt i.p.v. een Mariabeeldje een duivelsbeeldje op die plek geplaatst, dan wordt dat duiveltje vaker verkocht dan het Mariabeeldje. En ook de kopers van de duiveltjes geven redenen op voor hun koop. De redenen blijken dus louter dekmantels voor een koopdrift die zich hoofdzakelijk blijkt te laten leiden door onbewuste mechanismen. De kwestie van drijfveren en motieven wordt terecht als een belangrijk vraagstuk aanzien, maar daaraan voorafgaand situeert zich dus nog het vraagstuk naar de (on)mogelijke gegrondheid van ons oordeel m.b.t. het onderscheiden van drijfveren en redenen. De ervaring leert dat wij ons vaak van redenen bedienen terwijl wij in feite door drijfveren waarvan wij ons vaak niet bewust zijn, gestuurd worden. Ofwel worden we gestuurd door redenen die niet de eigenlijke redenen zijn. Net zoals we b.v. in een droom (en ik zinspeel hiermee op een voorbeeld dat Steiner zelf geeft in de loop van zijn boek en m.b.t. een andere zaak) redenen genereren om niet toe te geven aan de drang om te plassen, terwijl de ware reden waarom we niet plassen daarin bestaat dat we in bed liggen - van die reden zijn we ons in de droom niet bewust, terwijl we, dromend, toch geloven dat we niet plassen omdat alle WC’s in de droom bezet zijn. M.i. is het hier nodig om het concept 'redenen' af te bakenen, b.v. als convocatie (waar een intersubjectief waardecriterium wordt aangenomen - meestal samenhangend met schaamte en fatsoen), of als zelfconvocatie t.o.v. een ‘Ueber-Ich’ (waar een gewetenscriterium aanvaard wordt), of t.o.v. zichzelf als ethisch handelende persoon. Het is duidelijk dat Steiner de eerste twee gevallen van de hand zou wijzen als onethisch, daar ze niet op de persoonlijke autonomie berusten, want hij staat een ethisch individualisme voor. Terecht, maar dan rijst de vraag hoe het derde criterium (waar de eigen vrijheid centraal staat) moet afgebakend worden. Mijn antwoord hierop luidt dat de enig mogelijke parameter voor het bepalen van de geldigheid van een criterium bestaat in de persoonlijke bereidheid zich borg te stellen voor z’n handelen, en dit middels z’n hele persoon (arbeid en leed), desnoods ‘tot het bittere einde’ (wat extreem voorbeeldig in het martelaarschap tot uiting komt, maar meestal in minder opzichtige doch even veeleisende toestanden van alledag voorkomt). Daarnaast zou ik de vrijheid niet bepalen m.b.t. de kennis van de oorzaken van z’n handelingen, doch m.b.t. de gevolgen ervan, meer bepaald: m.b.t. de bedoelingen ervan. Wanneer ik instem met mijn geslachtsdrift, en ik heb hierbij het op de wereld brengen van een kind op het oog, dan handel ik in vrijheid wanneer ik mij aan een natuurlijk programma onderwerp, ook al onderwerp ik me daarbij aan natuurlijke driften en doorgrond ik mijn handelen niet. Het willen van een kind hoeft bovendien niet redelijk te zijn, het kan een zaak van puur vertrouwen zijn, wanneer b.v. mijn vrouw naar een kind verlangt, en ik in vertrouwen berust in deze wens van mijn vrouw. M.a.w., waar Steiner het kennen naar voren schuift als cruciaal, zou ik het handelen in het algemeen beklemtonen: het handelen van de mens is vanzelfsprekend in grote mate een zich onderwerpen aan (natuurlijke of sociale) gebeurtenissen, waarbij dan toch de bereidheid om dat te doen doorslaggevend is voor het feit of het al dan niet gebeurt: het ‘sturen’ van wat anders blind gebeurt, of: het op zich nemen van verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen, door deze te aanvaarden en te temmen binnen de eigen beschikkingsmacht. Vrijheid is derhalve m.i. niet zozeer in de eerste plaats een kennisprobleem, maar een ethische zaak, afhankelijk van een creatieve daad, dewelke zich laat omschrijven door het opnemen van verantwoordelijkheid voor dingen waarvoor men van nature niet verantwoordelijk is, maar waarbij men ook beseft dat men zich met schuld belaadt waar men zich daarvan niets zou aantrekken, en dit het gezegde indachtig dat “wie pretendeert te weten, schuldig is”.
    Met Steiner neem ik wel aan dat we zelf schuldig zijn aan de discrepantie tussen ‘mens’ en natuur, maar, alweer, kan ik mij niet beperken tot het denken als zijnde de ‘plaats’ bij uitstek waar zich de ware ver- of her-eniging der dingen zou voltrekken (- meer bepaald, in het één worden van waarneming en begrip). Ik geloof meer bepaald niet dat het denken er zomaar is: het is iets dat men pas met veel inspanningen verwerft en ontwikkelt. De wereld der begrippen zou voor iedereen dezelfde zijn, zegt Steiner, maar kan men dan hetzelfde ook niet zeggen over de wereld der materiële (of beter: waarneembare) dingen? Net zoals onze waarneming gekleurd is, is ook onze waarneming van de begrippen gekleurd. Pas waar wij tezamen met anderen de wereld der dingen goed leren kennen hebben, én waar we die op eenzelfde (goede) manier hebben leren waarderen, kunnen we zinvol met die anderen over 'eenzelfde' wereld praten; zo ook m.b.t. de wereld van de begrippen: die eist een tol van allen die zich er enigszins thuis willen kunnen in voelen, en men kan niet over 'eenzelfde' ideeënwereld redetwisten met anderen wanneer niet alle partijen zich die ideeën in zekere mate verworven hebben. De consensus over de materiële wereld groeit in de mate dat onze waarderingen en ons kennen (dat een vorm van waarderen is) zich ontwikkelen, en zo ook ons denken. Het veronderstellen van de aanwezigheid van een aparte zo-en-niet-anders-zijnde materiële wereld op zich, is weliswaar naïef realisme, maar dezelfde fout begaat men m.i. waar men gaat geloven in een op zich staande ideeënwereld. Weliswaar, wanneer men de waargenomen wereld naast de ideeënwereld plaatst, ziet het er naar uit dat de eerste toch minder zeker is dan de tweede, maar m.i. komt dit alleen hierdoor, dat de tweede vaak reeds een vereenvoudigd distillaat van de eerste is, in die zin dat ze zich veroorlooft om zomaar abstractie te maken van werkelijkheden waarmee de waargenomen wereld opgescheept blijft zitten. De gelijkvormigheid van alle gelijkzijdige driehoeken met elkaar, of van alle cirkels met elkaar, ziet er heel mooi uit, maar zegt in feite weinig, eenmaal ‘gelijkvormigheid’ als betekenisvol concept aanvaard werd binnen de wereld van de gedachten. Zo’n concepten vegen eigenlijk sommige problemen van incommensurabiliteit onder de mat, iets wat men m.b.t. de waargenomen wereld echter niet met eenzelfde ongebreideldheid ongestraft kan doen. Wellicht schuilt er binnen de ideeënwereld een dynamiek dewelke ons toelaat om voorspellingen te doen m.b.t. de ervaringswereld, maar precies omdat het nooit gaat om absolute voorspelbaarheid, kunnen we beter aannemen dat daar waar onze voorspellingen samenvallen met wat wij nadien waarnemen, dit veeleer het gevolg is van een bijzonder soort ‘toeval’, welke voortspruit uit het buiten onze gezichtseinder om verbonden zijn van de waargenomen en de gedachte werelden. We zitten m.a.w. ‘ergens’ in de omgeving van de waarheid, maar vaste sporen hebben we niet, en als voorspelbaarheid feitelijk lijkt, kunnen we alleen van geluk spreken, en moeten we goed blijven beseffen dat we niet eens weten hoe dit komt, zodat we ons eigenlijk niet hoeven te verwonderen wanneer plotseling weer het niet voorspelde opduikt. Met de constructie van een overkoepelende theorie kunnen we dan onszelf voorliegen dat we dan toch weer ‘dichter’ bij de waarheid zitten, maar in feite doet men aldus niets anders dan één geval of één soort van gevallen accapareren dewelke men voordien over het hoofd zag. Men vergeet hierbij vaak dat het opduiken van niet voorspelbare gebeurtenissen wellicht (of: zeer zeker) nooit zal kunnen uitgeschakeld worden, al lijkt het zo dat men zo doende binnen bepaalde contexten het optreden van het niet voorspelde kan reduceren. Wanneer we hier te veel belang hechten aan de waarschijnlijkheidsrekening, dreigen we, net zoals de fysicalisten doen die zich beroepen op de informatietheorie waarin zij een relevant model ter beschrijving van de menselijke activiteiten menen te mogen zien - dan dreigen we het primordiale karakter van het kwalitatieve inzake onze kennis en ons handelen uit het oog te verliezen. Ik herhaal het voorbeeld uit mijn ethica [- zie: “Ethica en Metafysica” – J.B. ]: stel dat als je op knop A drukt, je een kans van 1 op 2 hebt dat de wereld ontploft, terwijl je met een druk op knop B een kans van ‘slechts’ 1 op 20 hebt, dan gaat het niet op om zich te verlustigen in het feit dat men toch ook over zo’n knop B beschikt die minder risicovol is; wanneer alles op het spel staat, kàn geen enkel risico geduld worden, en gaat het ook niet op om knoppen te ontwikkelen waar het risico slechts 1 op 30 of zelfs slechts 1 op 300 zou zijn. Wanneer iemand je vraagt om even op zijn tas te passen, dan kan je die tas niet één seconde alleen laten, ook al is het risico dat ze dan verdwijnt, nog zo klein, want je moet verantwoording afleggen tegenover die persoon, die zich op u vertrouwd heeft, het gaat niet op om dan tegen die persoon te zeggen dat je de tas een ogenblik hebt achtergelaten omdat de kans dat ze verdween uiterst miniem was, want daar gaat het nu eenmaal niet om! Daarom zal m.i. niet de kennis kunnen dienen als cruciale hefboom die in zichzelf z’n steunpunt zou vinden, maar veeleer de liefde (waartoe o.m. de liefde tot de kennis behoort, maar die staat dan in functie van de liefde tot de medemens en tot God, anders kan ze niet betekenisvol zijn), die wél absoluut kan zijn, omdat wij beperkt zijn. (Ik kan iemand iets geven omdat mijn bezit beperkt is; indien ik alles zou bezitten, dan kon ik niets geven aan een ander, o.m. omdat ik ook die ander zou bezitten; hoe beperkter mijn bezit, hoe waarachtiger elke gift; doordat de mens absoluut beperkt is, zwak en sterfelijk, eindig, kan hij ook ‘alles’ geven - vandaar ook: “Van wie veel gegeven is, zal veel worden gevraagd”).
    Het herstellen van de eenheid gebeurt derhalve niet louter binnen het denken, maar is een zaak die zich doorheen alle vrije menselijke keuzeactiviteiten heen moet ontwikkelen “in het zweet des aanschijns”, het is geen vanzelfsprekend gegeven dat ons zou in de schoot vallen als we er onze ogen maar voor openden, maar een moeizaam te verwerven goed, iets dat ons heetste hartebloed opeist (zoals A. Van Scheltema dichtte: “Niets schoons werd ooit geboren waarvoor een mens niet zijn heetste hartebloed gegeven heeft” - ook het schone van de werkelijkheid zelf wordt niet zomaar geboren, maar moet worden veroverd). Wie gelooft in de rechtvaardigheid (of beter: in de gerechtigheid) (en daartoe moeten zeker allen zich rekenen die geloven in de kennis, omdat zij fundamenteel berust op het rechtvaardigheidsprincipe), moet ook inzien dat geen goed verwezenlijkt wordt tenzij middels het zich schikken naar dat goed. De bezitter moet zichzelf in bezit geven vooraleer hij kan bezitten, en dat is hetzelfde met alle mogelijke andere handelingen welke niet op het goede gericht zijn en die aldus geconfronteerd worden met hun eigen contraproductiviteit, zoals bij uitstek Machiavelli aantoont waar hij in “Il Principe” de spot drijft met diegene aan wie hij dit werkje opdraagt (en dit in tegenstelling tot de gevestigde interpretaties - getuige het gebruik van het woord ‘macchiavellist’ in de gevestigde betekenis). De handelingen die op het goede gericht zijn, bij uitstek het beminnen, kennen deze contraproductiviteit niet, in tegendeel. In dit opzicht moet m.i. ook Kant opgevat worden m.b.t. het grondvesten van zijn criterium voor het ethisch handelen (dat van de veralgemeenbaarheid van een handeling), dat volgens mij door Steiner vanuit een wanbegrip ten onrechte bekritiseerd wordt (niettemin Steiners kritiek op Kants metafysica tot op zekere hoogte wél stand houdt). Indien er technieken zouden bestaan die ons de toegang zouden verlenen tot een vermeende geesteswereld (en die technieken bestaan, alleen is het zeer de vraag welke de waarde van die geesteswereld dan wel kan zijn), dan zijn deze vergelijkbaar met de werking van medicijnen of drugs, m.a.w.: de pijnstillersmentaliteit, dewelke triomfeert bij de gratie van de blindheid voor het absolute goed dat door zijn bewaker die de pijn is, beschermd wordt. (Ook Steiner brengt op een bepaald moment deze pijnstillersmentaliteit ter sprake, namelijk waar hij het heeft over de kwalitatieve ervaring van lust en onlust dewelke niet kwantificeerbaar is, maar daar doet hij het terecht - het is immers klaar in te zien dat het lustcriterium niet fundamenteel is). Daarentegen lijkt het mij dat deze zaken heden ten dage in alle mogelijke bochten gewrongen aangewend worden om de eigenlijk onontkoombare gerechtigheid van de wereld te ontvluchten, zoals b.v. het geval is waar mensen zich tot ‘psychologen’ of ‘psychotherapeuten’ wenden om hun schuldgevoelens af te kopen. Want waar sprake is van schuldgevoelens, is ook sprake van schuld, net zoals er sprake is van pijn, waar er sprake is van pijngevoelens. Net als fantoompijnen zijn fantoomschulden reëel, alleen kennen we in die gevallen de ware oorzaak daarvan niet (- die kan ook bij derden liggen). Het reduceren van pijn tot een gevoel mondt uit in het (zelf)bedrog van het nemen van pijnstillers, net zoals het reduceren van schuld tot schuldgevoelens, bedrog inhoudt. Dit alles slechts om duidelijk te maken dat wij ons op generlei wijze kunnen onttrekken aan onze ware menselijke verantwoordelijkheid door naast onze zinnen en onze zintuigen, ook ons verstand te verdoven met intellectuele complexen die weliswaar op het vlak van het denken comfort schenken, doch die ons uiteindelijk geen stap verder brengen m.b.t. het volbrengen van onze menselijke plicht.
    De zaak van de autonomie die Steiner aansnijdt (ik ben pas vrij als ik autonoom handel, niet als ik vanuit plicht of vanuit geweten handel, de vrije geest wil zichzelf verwerkelijken en ziet daarin z’n hoogste bevrediging) is m.i. niet zo eenvoudig als daar wordt voorgesteld. Vandaag de dag zien en horen wij weliswaar niets anders dan raadgevingen in de zin van: “je moet je zin doen, je niets aantrekken van anderen en gewoon je zin doen” etc., maar noopt het niet tot nadenken zich de vraag te stellen op welke grond of vanuit welke aandrang steeds meer mensen klaarblijkelijk de behoefte voelen om aan elkaar dergelijke ‘raadgevingen’ te geven? Het is een vorm van gesofisticeerde ‘samenzwering’ vanuit de anonimiteit, de onpersoonlijkheid, die ook de onverantwoordelijkheid is. De gewetensvolle vader daarentegen “hanteert de roede”, zoals de bijbel zegt. Men moet zich maar eens trachten te verplaatsen in de huid van een hongerlijdende zwarte vluchteling in Midden Afrika die zijn laatste ogenblikken meemaakt, en aan wie plotseling beelden zouden getoond worden van enkele Belgen die onderling ernstig discussiëren over de kracht van het denken en over technieken om het te beheersen. Het zou hen al even absurd voorkomen als een discussie over hoe men z’n vork en z’n mes dient vast te houden aan tafel, geloof ik. Natuurlijk erken ik ook het gelijk van Steiner (wat later door Hannah Arendt, die onderzoek deed naar de psychè van haar folteraars in de concentratiekampen, herhaald werd) waar hij zegt: “Dit is immers juist het karakteristieke van misdadige handelingen, dat ze bij de mens uit elementen die buiten de idee liggen, voortspruiten” (Steiner, FdV, p.112), m.a.w.: de afwezigheid van gedachten als oorzaak van het kwaad. Maar wordt hier de conclusie dat het denken in se goed is, niet voorbarig getrokken als men in acht neemt dat ook kwade voorstellingen en gedachten het kwaad kunnen veroorzaken? Weliswaar heeft Steiner, waar hij zegt dat de daad van de misdadiger niet uit een idee ontspringt, uitsluitend de “goede gedachten” voor ogen - het ‘door-dachte’, m.a.w. Edoch, dan moet ook worden verwezen naar de kritiek die elders in het boek dan weer de zijne is, namelijk die m.b.t. de “schranderheidsmoraal”, zodat het doordachte weliswaar het kwade vaak voorkomt, maar tegelijk geenszins een waarborg voor het goede vormt. Maffioso zijn vaak intelligente lieden, geniale kenners van de menselijke psychè, zij denken na, maar overduidelijk kan Steiner dit soort van denken niet bedoelen, niet het 'rekenende denken' van Heidegger, maar het 'goede denken', het 'zijnsdenken'. De ideeënwereld kan worden ontgonnen, maar ook worden misbruikt, net zoals alle goederen ter wereld kunnen worden misbruikt, en de specifieke aanwending van de menselijke middelen, heeft m.i. niet zozeer te maken met het denken als dusdanig, maar veeleer met het geloof, in de betekenis van het 'zich borg stellen voor' - een betekenis die Steiner blijkbaar niet gevat heeft, zie zijn slothoofdstukken waar hij zegt: “wij willen niet langer geloven zonder meer, wij willen weten” (p.184). Ik denk dat het jammer is dat aan Steiner deze betekenis van ‘geloven (in)’ ontgaat, want elders heeft hij het duidelijk over het daaraan sterk verwante criterium van de liefde bij het stellen van een daad in vrijheid.
    Aansluitend kan de grondslag van Steiners veroordeling van de schranderheidsmoraal tevens worden aangewend ter ondermijning van zijn eigen 'ethisch individualisme', precies omdat hij, het denken centraal stellend, de ethische vrijheid op de kennis baseert. Want daar geldt dan ook wat sommigen onder de Ouden zegden, namelijk dat niemand wetens en willens het kwade doet en dat slechts een tekort aan kennis dit kwade veroorzaakt. Want waar kan men een essentieel verschil aanwijzen tussen de schranderheidsmoraal die Steiner veroordeelt waar ze refereert naar autoriteit of geïnterioriseerde autoriteit (geweten en plicht), en deze die zich laat leiden door de kennis? Is zij immers niet van de kennis afhankelijk en mist zij derhalve ook niet de autonomie - het criterium bij uitstek in het ethisch individualisme? Steiner zou antwoorden dat wij met ons denken samenvallen, aangezien alleen in het denken zich de ware werkelijkheid situeert, en dus ook het ware ‘ik’, in zoverre daar nog van een ‘ik’ sprake kan zijn, maar waarheen dan met lieden die niet denken, niet kunnen denken, mensen die over onvoldoende of verkeerde informatie beschikken, mensen die een lot als dat van Olivier Twist deelden en een slechte opvoeding kregen? Steiner was een uiterst begaafd mens die zich bovendien heeft kunnen ontwikkelen, en het komt mij voor dat hij zijn talent (zijn denkkracht) als al te vanzelfsprekend heeft ervaren, wat overigens niet verwonderlijk is, en hem bijgevolg dan ook niet echt kan worden kwalijk genomen. Maar m.i. lijkt zijn leer daar dan toch onder te lijden.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 7 september 1997)

    Verwijzingen:

    Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.

    Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”(1)

    Deel 4/5: Bedenkingen (vervolg 1)

    De beide vragen die het richtsnoer vormen voor de FdV zijn bijzonder problematisch. Waarom moet de wetenschap op de antropologie worden gebaseerd? En: hoe anders kan de vraag naar het al dan niet vrij zijn van de mens beantwoord worden tenzij via het definiëren van het begrip van de vrijheid zelf? Maar, inderdaad, de vragen zijn belangrijker dan de antwoorden, en elk nieuw concept vraagt in de eerste plaats om zijn definitie; elk oordeel vraagt er ook om, gegrond te worden; het vooropstellen van een voor elkeen toegankelijke ideeënwereld klinkt wel heel democratisch maar krijgt makkelijk een bijsmaakje vanaf het ogenblik dat diegenen die ondanks alles blind blijken voor bepaalde intuïties, te horen zouden kunnen krijgen dat zij de hand in eigen boezem moeten steken. Kortom: geen leer kan zichzelf geheim houden zonder terecht in diskrediet te komen, aangezien datgene wat zich niet tot convocatie bereid weet, zich aan het beginsel van de gerechtigheid onttrekt, hoe goed de bedoelingen ook mogen zijn. Ik onthou mij vooralsnog van het uiten van dergelijke beschuldigingen tegenover Steiner, maar vrees wel voor problemen m.b.t. het beloofde werk over de geestelijke wereld waarover hij heel even spreekt.
    Steiner stelt bij het begin de vraag naar de oorsprong van het denken: wij stellen ons niet met de waarnemingen tevreden, zegt hij: wij willen die ook verklaren, dus datgene wat ze veroorzaakt, kennen. Ik geloof echter dat waarneming reeds een vorm van verklaring is, dat de waarneming aan de gewaarwording voorafgaat (zie mijn bedenking bij het natuurconcept van Whitehead), en dat waarneming en verklaring deel uitmaken van een probleemoplossende activiteit, waardoor ze met het tot oplossing gebracht worden van het probleem mettertijd ook irrelevant worden en verdwijnen, zodat ook het denken als middel moet worden gezien, welke met het bereiken van z’n doel zal hebben afgedaan. Al mag men hier het denken niet verwarren met het bewustzijn dat eerder aan de ziel dan aan het lichaam moet worden toegeschreven: Afasiepatiënten kunnen vaak niet meer in woorden denken, maar hun bewustzijn zelf is aantoonbaar helder en ongeschonden. Ik geloof persoonlijk dat de gebieden die wij momenteel benoemen als bewustzijn, denken, voelen e.d. meer, zich in de toekomst heel sterk zullen gaan differentiëren o.i.v. aan de gang zijnde experimenten met het beïnvloeden van bewustzijnstoestanden via het controleren van chemische en andere processen, en via neurofysiologisch onderzoek. De ziel mag m.i. niet met het denken worden verward, en ook niet met het gevoel. Binnen het denken werden al in de middeleeuwen de notitia en de de cogitatio onderscheiden. Lust en onlust spelen zich net als vreugde en verdriet binnen ons bewustzijn af, maar zijn onderling onvergelijkbaar. Net zoals b.v. de vele geurgewaarwordingen welke vaak in staat zijn om bij ons de prilste herinneringen op te roepen, meestal geen namen dragen, zo ook is het gesteld met de eindeloze variëteit aan mogelijke zielsroerselen. Terwijl we geen namen geven aan geuren omdat het reukzintuig bij de mens afsterft, hopen we te mogen hopen dat de onbenoemdheid van de vele zielstoestanden aan het nog niet helemaal geboren zijn van de ziel te wijten is. Met de literatuur, de oude Griekse tragedies in de eerste plaats, werden fundamentele zielstoestanden in kaart gebracht en kunnen ze a.h.w. met één woord (Oedipus, b.v.) aangeduid worden. In de literatuur en in de kunst in het algemeen is die eindeloze zoektocht naar het in kaart brengen van wezenlijke trekken van de menselijke ziel nog maar pas begonnen, nog onontgonnen, onontdekt, nog in de kinderschoenen staande. De in de psychologie aangebrachte onderscheidingen van driften en drijfveren, en van motieven en redenen, gaan eigenlijk niet verder dan het Griekse onderscheid tussen twee vormen van 'willen', het boulomai en het ethelo, die respectievelijk duiden op het redelijk overleg en het gepassioneerd worden. Als ik mij niet vergis bestaan in het latijn enkel de verba velle voor willen en nolle voor niet willen. Het 'geloven' dat wij vandaag kennen stamt van het Hebreeuwse anumah, dat eigenlijk trouw betekent, waarvoor geen woord was in het Grieks, behalve pistis (geloof), het latijnse credere (geloven) duidt zoals ons werkwoord al meer op het aanvaarden van iets zonder het te zien, wat weliswaar een zeker vertrouwen veronderstelt, maar toch verre van dezelfde religieuze gevoelswaarde heeft, denk maar aan het gebruik van de term 'krediet' in het alles behalve barmhartige bankwezen.
    Misschien kan hier ingegaan worden op de vergelijking die Steiner in een later hoofdstuk (namelijk het vijfde) maakt ter verduidelijking van de situering van het concept ‘begrip’ in zijn filosofie, namelijk waar hij zegt dat het begrip natuurlijkerwijze uit de mens voortkomt zoals de plant voortkomt uit het zaadje, en dus ook tot het natuurlijke behoort. Meteen moet hier ook worden ingegaan op zijn stelling (waarmee ik het overigens roerend eens ben) dat geen bewustzijn zonder zelfbewustzijn kan bestaan. Want hoe zit het dan met de natuurlijkheid van dat bewustzijn waar tegelijk het zelfbewustzijn de kop opsteekt? Geven dergelijke ideeën geen voer aan het fysicalisme dat, eens dit het levensprincipe “als natuurlijk voortspruitende uit het dode ding” zou hebben ontdekt, nog slechts één stap hoeft te doen om unieke wezens te fabrikeren die zich over zichzelf zullen verwonderen? Welnu, omdat ik redenen geloof te kunnen aanbrengen die én de menselijke fabricage van het levensbeginsel én deze van het (zelf)bewustzijn naar een sprookjesland verwijzen, bekijk ik Steiners voorstelling van zaken m.b.t. het ontstaan van het begrip dan ook met argusogen. Men belandt hier onwillekeurig bij het probleem van de genese van de taal en tevens bij de etiologie, waar o.m. taal en gedrag van dieren worden bekeken. Maar, die weg opgaande, lijkt het onderscheid tussen communicatie en interactie te vervagen, of beter: lijkt dit fundamentele onderscheid met opzet vervaagd te worden door een al te technische (een te fysicalistische) aanpak van de zaak zelf, waardoor het probleem niet verhelderd doch vertroebeld wordt, zodat ik niet geneigd ben om heil te zien in die louter materiële benaderingen. De wijze van benaderen zelf zal m.i. van doorslaggevende betekenis zijn voor het resultaat van het onderzoek, en precies daarin moet dan ook de vrije, creatieve menselijke act gesitueerd worden. Als men een mens met een microscoop onderzoekt, vindt men alleen maar stof en cellen, nimmer een mens; een goede roman is een veel doeltreffendere benadering van de mens. Zo ook kan het bewustzijn niet benaderd worden middels concepten die betrekking hebben op kwalitatief andersoortige verschijnselen, en valt m.i. het anders mooi ogende voorbeeld van Steiner voor mijn part in het water. Daarmee samenhangend (met die monistische ‘drang’ om alles tot eenzelfde beginsel te reduceren - het is eigenlijk een (micro)reductionisme zoals een ander -, moet m.i. ook Steiners afwijzende houding t.o.v. een transcendentie begrepen worden, wat m.i. de geloofwaardigheid van zijn hele systeem keldert. Het “ik ben een god in het diepst van mijn gedachten” dat men her en der tussen de regels leest, kan weliswaar aan een (door Steiner zelf overigens afgewezen) mystiek herinneren en religieus aandoen, maar de pantheïstische kleur die het geheel aldus krijgt, nijgt uiteindelijk naar vervlakking en uitdoving. Het menselijke streven naar eenheid, hereniging, zo men wil, is geen pad van koninklijke verrukking doch een smalle weg waarbij diegenen die de moed hebben hem te betreden, een kroon van doornen zullen dragen, omdat de liefde en het geluk dat de vrucht daarvan is, sinds de inmenging van Lucifer, niet langer met de lust gepaard gaan, doch zich noodzakelijk als een lijdensweg voltrekken, en dit alle geschrijf van zgn. 'mystici' ten spijt! Men hale zich maar voor de geest, onze Afrikaanse hongerlijder van enkele paragrafen hoger, aan wie men beelden toont van een mysticus in zalige trance. Mijn gezond verstand zegt mij dat ik alleen daarom al dergelijke lieden (die als mystici geëerd worden) als clowns mag bestempelen. Waarmee ik vanzelfsprekend geen afbreuk wil doen aan de waarde van het gebed, net zomin als ik afbreuk wil doen aan de waarde van het eetmaal of aan die van de slaap.
    Wat betreft de centraal gestelde autonomie, ook in het ethisch individualisme, heb ik de indruk dat Steiner deze te veel voorstelt als een mogelijkheid die voor het grijpen ligt, en niet als een moeizame opdracht, een soort noodlot haast, maar dan niet in de negatieve betekenis, waartoe wij krachtens de erfzonde veroordeeld zijn. Het is m.i. niet zo dat men zomaar autonoom kan handelen wanneer men dat verkiest te doen; autonomie moet daarentegen worden veroverd en verworven, en met dit proces hangen alle registers van het menselijke zijn en handelen samen. Toch is de menselijke autonomie zinloos wanneer ze niet op haar beurt een fundamentele heteronomie erkent, een afhankelijkheid inzake haar heil, van een goddelijke genade. Het is met die menselijke autonomie, die tenslotte toch het geluk beoogt, gesteld zoals met het lot van de enkeling die weliswaar de autonomie beoogt, maar dit uiteindelijk doet omwille van het geluk, welke hij slechts kan ontvangen middels het vertrouwen (het Hebreeuwse anumah) - welke zijn heteronomie impliceert: niemand kan het geluk bekomen waar dit niet de zegen van de ander krijgt. In de menselijke liefde wil men door de ander worden bemind. In de goddelijke liefde kan men de ander beminnen zonder daarvoor iets terug te krijgen, omdat men zich reeds in de liefde van God geborgen weet.
    Het natuurlijke terugvinden kan, zegt Steiner, want we zijn er innerlijk mee verwant. De wijze waarop Steiner over de natuur spreekt verraadt m.i. een soort van verering voor deze natuur, in die zin dat Steiner daarvan op de een of andere manier heil lijkt te verwachten. M.i. is de natuur op zich onbewogen, en een louter geheugen van alle fysieke en fysische activiteit, een soort bewaarplaats van middels handelingen bekrachtigde intenties, dat garant staat voor het terecht komen van alle bedoelingen. Van het natuurlijke hebben wij pas iets te verwachten in de mate dat wij ons ermee bekleden, en in de mate dat dit Gods kleed (of zelfs: zijn lichaam) is. Voor het treffen van de roos met de pijl is een enorme beheersing nodig, oefening en talent, zintuiglijke perfectie, lichaamsbeheersing en concentratie. Wat wij vanzelfsprekend achten, namelijk dat de beste schutter wint, ontleent deze vanzelfsprekendheid enkel aan de gratie van de absolute perfectie waarmee de natuur ons het winnen van de beste garandeert. Het komt ons voor dat wij recht hebben op deze natuurlijke onfeilbaarheid, en het zou ons verschrikkelijk in de war brengen wanneer deze het liet afweten, wat b.v. in een droom het geval kan zijn. Maar meermaals in de geschiedenis van de filosofie werd aangeduid dat het onderscheid tussen werkelijkheid en droom pas middels Gods tussenkomst reëel kan zijn. Slaagt men er in de zaken in zekere zin binnenste buiten te draaien, en het wonder van wat wij zo vanzelfsprekend achtten in de natuurlijke gang van zaken, te zien, dan worden wij een ogenblik lang deelachtig aan het mysterie van de goddelijkheid in de natuur. Een goddelijkheid die niet gelegen is in een of andere wonderbaarlijke 'afwijking' van datgene wat wij vanzelfsprekend achten, doch gelegen is in het nimmer afwijken van Gods trouw, waarvan wij in de zgn. 'natuurwetten' een afspiegeling mogen waarnemen. De natuur betekent orde in de chaos, en aldus de absolute en noodzakelijke mogelijkheidsvoorwaarde tot het zich voltrekken van wat gerechtigd is.
    In die zin is de wetenschap eigenlijk ook een activiteit welke de argwaan van de mens tegenover zijn Schepper tot uiting brengt. Aan de basis van de wetenschapsbeoefening ligt wezenlijk het wantrouwen dat feitelijk is sinds de zondeval en dat de mens door de duivel werd aangepraat. Hij, de mens, verwerft zo doende kennis, goddelijke kennis, maar hij slaagt daarin nooit ten volle en is tot een eeuwige onrust, een eeuwig zoeken gedoemd. Alleen het vertrouwen, welke zich kan manifesteren in de liefde, en welke impliceert dat hij, de mens, gaat handelen volgens de liefde, alle reeds verworven kennis omtrent de natuur ten spijt - alleen dat vertrouwen kan hem uit deze benarde toestand van verdoemenis redden. Het wordt hem niettemin hoe langer hoe moeilijker; hoe rijker hij zich weet aan kennis, hoe goddelijker hij zich weet, hoe moeilijker het wordt om zijn vermeende autonomie weer prijs te geven en te kiezen voor de weg van de liefde. Stelselmatig heeft hij het trekpaard vervangen door de bulldozer, de huwelijkstrouw door het contract, de vriendschap door het geconsumeerde vermaak, de familie door het Tv-scherm, zijn krachtige lichaam door de auto en vele andere automaten; zijn natuurlijke gaven worden overbodig in het licht van zijn techniek en hij tekent of schildert niet meer, doch neemt foto’s en maakt films, ook zijn levensgeschiedenissen worden door zelfgemaakte sprookjes vervangen, zijn eigen authentieke verhalen acht hij onwerkelijker dan deze van de televisieseries en het gaat zo ver dat het wel lijkt of men pas bestaat als men bestaat op het scherm. In The Picture of Dorian Gray laat Oscar Wilde een van zijn helden zeggen: “Treur om Julia van Shakespeare, want zij is echter dan dat lief van jou dat zich gezelfmoord heeft”. Zo ver zijn wij gekomen dat we meer bewondering koesteren voor onze eigen afbeeldingen van de schoonheid, dan voor de schoonheid zoals we die in de natuur zelf aantreffen, getuige vele feiten, waarbij men b.v. ziet dat voor een schilderij van Van Gogh miljarden worden neergeteld, terwijl precies datgene waar dat schilderij wil naar verwijzen, genadeloos en zonder scrupules om zeep geholpen wordt.

    (Wordt vervolgd)

    (J.B., 7 september 1997)

    Verwijzingen:

    Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.


    13-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. Deel 4/4

    G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese
    studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele
    losse gedachten n.a.v. de lectuur.
    Deel 4/4
    Ik keer nu terug tot de aanvang en tracht te verduidelijken waar
    het, m.i., om gaat. Welnu, dan moet ik besluiten dat er van een
    realiteit geen sprake kan zijn, tenzij het gaat om een realiteit
    waarvan (impliciet of expliciet) erkend wordt dat deze door een
    transcendente, een hogere realiteit gedragen wordt. Anders
    gezegd: het is doordat het transcendente - datgene wat ons
    transcendeert (en draagt) - zo waterdicht ‘absoluut’ is, dat de
    realiteit waarin wij bestaan zo absoluut is - en dit - het moet nu
    worden gezegd -, alle strubbelingen omtrent het
    ‘realiteitsprobleem’ ten spijt: elke betekenis is ons - uiteindelijk -
    gegeven. Alle dingen en, navenant, al onze handelingen, baden
    a.h.w. in een hogere werkelijkheid, en danken precies daaraan
    hun werkelijkheidsgehalte! Inderdaad: “Maar de ware wereld, de
    wereld van bittere ernst en van onzeggenlike wezenlikheid, die
    stoort zich aan geen etikette en aan geen Euklides of Galileï. Er
    kan dus niet “geweten” worden”(Mannoury, p. 46).
    Mannoury, vervolg tweede hoofdstuk. Om eerst nogmaals terug te
    komen op het voorafgaande, de eerste paragraaf dus, zou ik die
    vooraf op nog een andere manier willen uitdrukken: het is
    weliswaar zo, dat b.v. een streep inderdaad een verzameling van
    vele moleculen etc. is, en vanuit dat opzicht niet zo’n duidelijke
    grens, maar het moet worden opgemerkt dat het niet de moleculen
    zijn die de streep maken: de streep wordt gemaakt door en in
    functie van het hogere; de moleculen van de stoffen waaruit de
    streep als stoffelijkheid bestaat, hebben met de streep als zodanig
    niets te maken. Deze gedachte is analoog aan onze kritiek op het
    fysicalisme: wanneer b.v. een dichter een gedicht neerschrijft, dan
    is zijn poëzie niet het gevolg van bepaalde hand-, arm- of
    zenuwbewegingen, doch andersom: het is de poëzie die de
    zenuwen en de hand- en armbewegingen uitlokt en stuurt.
    Onnauwkeurigheden doen er niet toe, omdat er een voortdurende
    bijsturing is. En voor dit laatste verwijs ik naar een eerdere tekst
    van mijn hand, namelijk m.b.t. het wezen van feed-back en het
    probleem van het wezenlijke onderscheid tussen enkelvoudige en
    samengestelde bewegingen (- zie ook elders). Een automaat, een
    machine, die bepaalde bewegingen moet uitvoeren, kan afwijken
    en hoe gering elke afwijking ook is, het wordt op den duur een
    grove afwijking - de machine mist dan haar doel. Dit komt doordat
    het daar gaat om een enkelvoudige beweging. Waar wij onze
    bewegingen kunnen bijsturen omdat wij steeds het doel voor ogen
    hebben, is zo’n opeenhoping van afwijkingen onbestaande. Maar
    dit is nu juist het verschil tussen een machine en een mens: een
    machine kent geen doelgerichtheid; ze maakt slechts de beweging
    die in haar veroorzaakt wordt - ze kent alleen een oorzaak, en het
    doel van die beweging zit in de machine zelf - in haar vorm en
    bouw - verankerd. Die vorm en bouw, die haar werking zal
    bepalen eenmaal ze door ons werd in gang gezet, is een door ons
    gemaakte “afspiegeling” of “projectie” van haar doel in het
    momentane: de vormgeving draagt daar de verantwoordelijkheid
    voor het al dan niet bereiken van het doel, en deze vormgeving is
    altijd mensenwerk. Zelfs waar men te maken heeft met machines
    die zichzelf zouden kunnen bijsturen, die dus zouden kunnen
    anticiperen, moet ook deze anticipatie worden ingeplant in de
    bouw van de machine, wat wil zeggen dat daaraan een eigenlijk
    nog hogere anticipatie ten grondslag moet liggen. Welnu, zo ook
    moet in zekere zin ook de mens zelf nog een vorm volgen
    (namelijk de wet), teneinde zijn doel (het Goede) te kunnen
    bereiken - al is het daar wel zo, dat deze gevolgzaamheid door de
    mens, bewust en vrijwillig gebeurt. Zoals reeds gezegd, doet het
    niets af van het authenticiteitskarakter van deze vrije wil, of wij al
    dan niet in staat zijn iets anders te willen dan datgene wat wij
    effectief willen.
    “Gezien-hebben is geen weten”, zegt Mannoury. En beweert hij
    hier niet precies hetzelfde? “En verwachten te zullen zien
    evenmin”, voegt hij er aan toe: noch de herinnering, noch de
    verwachting kan een weten worden genoemd. De twee situeren
    zich in het geheugen, ze zijn een soort spoor van de waarneming -
    die per definitie altijd een spoor heeft - lang of kort, het doet er
    niet toe. Wat is dan een weten? Op grond van onze eigen
    bevindingen tot hier toe, heeft het weten te maken met het doel
    van onze handelingen. Het weten heeft te maken met datgene wat
    nog niet gerealiseerd werd (door ons), terwijl het toch datgene is
    dat al onze momentane handelingen stuurt en beheerst. Op
    bladzijde 63 zegt Mannoury: “Maar er is geen stelliger en
    zuiverder weten dan willen (...)”.
    Gezien hebben en verwachten te zullen zien is geen weten,
    “Maar die herinnering en die verwachting in onmiddellik
    evenwicht is onmiddellike wetenschap, d.i. waarneming die boven
    gewaarwording uit is” (p. 46). Ik moet hierbij nogmaals verwijzen
    naar mijn stuk tekst in het hoofdstuk over Whitehead, waar ook
    werd aangetoond dat gewaarwordingen nooit iets anders zullen
    zijn dan abstracties, noodzakelijke veronderstellingen ter
    verklaring van de waarnemingen (p.86). In de daaropvolgende
    bladzijden verklaar ik hoe het doel eigenlijk de bestuurder is van
    wat er momentaan gebeurt, ook al gaat het om een doel dat wij
    zelf niet kennen; maar het feit dat het doel heteronoom aan ons is,
    maakt dit niet minder tot doel. Die heteronomie zal immers
    worden opgeheven middels het mechanisme van de pijn, en dit is,
    nader beschouwd, eigenlijk niets anders dan het mechanisme van
    het vlees - het vlees, het fysieke, datgene waarin een verbond werd
    bezegeld tussen de geest en de stof, een verbond dat geest aan stof
    heeft vastgeketend op een wonderbaarlijke wijze, wat wij als “het
    leven” herkennen. Want sinds de zondeval kunnen wij aan geen
    ander Zijn tenzij aan het Levend-Zijn deelachtig zijn. En er is geen
    ander Zijn mogelijk tenzij het Zijn dat naar zijn doel toe leeft.
    M.a.w.: het Zijn dat niet in relatie staat tot het doel, is geen zijn,
    doch een illusie. Bovendien kan er slechts één einddoel zijn,
    namelijk de Liefde. Maar deze zaken trachtten we elders verder uit
    te diepen.
    “Herkenning” dan, dat is iets anders, zegt Mannoury:
    “Niemand heeft ooit de Boro-Boedoer gezien, maar millioenen
    hebben hem herkend!”. En, hoewel hun betekenis grondig uit
    elkaar ligt, bestaat er een belangrijk verband tussen “herkennen”
    en “erkennen”, dat we hierna even moeten toelichten. De
    erkenning slaat op een waardering, en ook de herkenning houdt
    een waardering in. Als ik iemand erken, dan houdt zulks in dat ik
    hem waardeer als mens. Herken ik iemand, dan waardeer ik het
    feit dat hij momenteel bestaat. Erkenning van iemand houdt in:
    een waardering die inhoudt dat aan iemand het bestaan, als mens,
    gegund wordt, en dit m.b.t. het Goede, het doel, de toekomst ook.
    In het geval van de herkenning beperkt zich de waardering tot het
    momentele: ik kan er niet naast kijken, het is Piet, ik ben
    gedwongen hem te herkennen, ik onderga de herkenning eigenlijk
    - de herkenning is, m.a.w., een notitia, ze is passief. De erkenning
    daarentegen betreft de waardering in de actieve zin: niemand
    dwingt mij er toe de ander te erkennen, maar ik doe het toch, ik
    creëer de erkenning zelf, vrij en bewust. Kortom: Herkenning en
    erkenning gebeuren bewust, maar m.b.t. de herkenning is er
    geen vrijheid in het spel, terwijl dat m.b.t. de erkenning wel
    het geval is. Vandaar heeft de erkenning een ethisch karater,
    een ethische dimensie, terwijl de herkenning die niet heeft.
    Waar sprake is van erkenning, is een creatief proces aan de gang,
    tot stand gebracht door een ethisch subject, tegenover een ander
    (ethisch) subject. Herkenning daarentegen, behoort tot de orde van
    de waarneming.
    Nu zegt Mannoury dat niemand ooit de Boro-Boedoer gezien
    heeft, terwijl velen hem wel herkend hebben. Welnu, ik beweer dat
    elke waarneming noodzakelijk een herkenning inhoudt. Van zodra
    men zegt dat men iets “ziet”, heeft men meteen, impliciet,
    eigenlijk al gezegd dat men het “herkent”. Omdat er nu geen
    waarneming zonder herkenning mogelijk is, heeft het eigenlijk
    weinig zin om te beweren dat men iets niet ziet doch herkent. Wat
    Mannoury doet wanneer hij het geciteerde zegt, is pas relevant in
    de context van de problematiek van de tegenstelling tussen
    “ideeën” en “dingen”. De Boro-Boedoer is immers niet (louter)
    een ding; het is (ook) een idee, maar dit geldt voor alle zgn.
    “dingen” - alleen al het feit dat de waarneming fundamenteler is
    dan de gewaarwording, maakt de stelling hard dat de dingen in de
    eerste plaats ideeën zijn, waarvan hun “ding”-karakter niets meer
    tenzij een (- gezien ons wereldbeeld -) wenselijke veronderstelling
    daarbij is.
    Nog anders uitgedrukt: ons bewustzijn kan zich handhaven
    dank zij de idee “voedsel”, doch sinds de zondeval zijn wij
    dermate verbonden met de stof, dat wij moeten geloven dat onder
    de “idee” “voedsel” ook “werkelijk voedsel” ligt, en dat onder de
    idee “bewustzijn” ook “werkelijk bewustzijn” (“leven”) ligt, én
    dat de twee, namelijk het “werkelijk voedsel” en het “werkelijk
    bewustzijn” of het “leven”, “werkelijk” met elkaar verbonden
    zijn. Wij bestaan dus in een geestelijk wereld die a.h.w. gedragen
    wordt door een stoffelijke wereld, waarbij de geestelijke wereld
    voor ons de ware is, terwijl we niet anders kunnen tenzij de lastige
    stoffelijke erbij te nemen, als ware dit een straf (namelijk voor de
    erfzonde - waarover elders meer). Van de stof geraken we pas
    bevrijd mits de tol van het leed en de dood.
    (J.B., 4 mei 2002)


    12-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. Deel 3/4

    G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese
    studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele
    losse gedachten n.a.v. de lectuur.
    Deel 3/4
    Tweede hoofdstuk: Weten en willen. De eerste paragraaf, pp. 45-
    46, gaat eigenlijk over een heel bijzonder fenomeen (dat ik aantrof
    inzake de quantumfysica, in hoofdstuk 22), meer bepaald over het
    feit dat onze waarneming niet zo zuiver is als wij gewoonlijk
    aannemen. Als we b.v. een stoel geloven te zien, dan zitten we
    eigenlijk niet in het gebied van de gewaarwording, maar zijn we al
    volop aan het waarnemen. Een bladzijde verder (p. 46), zegt
    Mannoury dan ook: “Maar die herinnering en die verwachting in
    onmiddellik evenwicht is onmiddellike wetenschap, d.i.
    waarneming, die boven gewaarwording uit is. (...) , en de meest
    primitieve gewaarwording niet denkbaar is zonder énige
    herinnering en zonder énige verwachting (...)” - en dat is, zegt hij
    tenslotte, het meest wezenlijke: “er is niets wezenlikers
    denkbaar”. In het hoofdstuk over Whitehead [Metafysica en
    Ethica – J.B.] delen wij precies dezelfde mening: de waarneming
    is primordiaal op de gewaarwording, m.a.w.: gewaarwording
    zonder waarneming is niet mogelijk. Het probleem waar het hier
    om gaat, laat zich eigenlijk niet zo gemakkelijk viseren of
    omschrijven, maar ik geloof dat het hier om een zeer
    fundamentele zaak gaat en ik doe hierna nog een poging om ze
    duidelijker te formuleren - het gaat, zoals M.W. Weber, naar wie ik
    daar verwezen heb, opmerkt, om het “realiteitsprobleem”.
    Het is waar dat wat wij zien, niet de stoel is, want de stoel is
    grotendeels een begrip, en begrippen kunnen niet “gezien”
    worden. Toch kan men in een stoel gaan zitten, maar wat is zitten?
    Is “het zitten” een begrip? Gedeeltelijk wel: het werkwoord
    “zitten” is een afbeelding van deze handeling binnen de taal, en is
    dus, als (werk)woord, een begrip. Gedeeltelijk is “zitten” ook iets
    anders - iets “stoffelijks” misschien? “Zitten” is in de eerste plaats
    een handeling, een act. Maar wat is een act? Het is nu eerst en
    vooral duidelijk dat een begrip - hier het begrip “stoel” - zijn
    mogelijke relevantie ontleent aan een act - hier de act “zitten” (-
    het kan ook om de act “zien” gaan, of nog andere acten zijn
    mogelijk, naar gelang de omstandigheden, maar hierover weiden
    we hier niet uit). “Zitten”-an-sich is dus een act, terwijl “zittten”
    binnen de taal (- binnen het bewustzijn? -) een begrip is.
    Laten we het nu, in functie van de duidelijkheid, eens niet
    hebben over onze “stoel” en over het “zitten”, maar over
    “voedsel” en over “eten”. We kunnen dan zeggen dat “voedsel”
    een begrip is dat zijn relevantie ontleent aan de act “eten”. “Eten”
    is weliswaar een begrip binnen onze taal, maar we kunnen dit
    begrip pas relevant aanwenden binnen onze taal, als het, zoals
    trouwens elk ander begrip, een betekenis heeft, of beter: als het in
    betrekking staat tot de werkelijkheid - de werkelijkheid die verder
    reikt dan onze taal kan reiken. Telkens als we over “eten” spreken,
    nemen we dus aan dat “eten” meer is dan louter een begrip: we
    veronderstellen dat er een act achter schuilt, dewelke we niet
    kunnen benoemen, aangezien elke benoeming een “degradatie”
    van het “werkelijke” (datgene wat “werkt”, datgene wat “ageert”)
    tot het begripsmatige meebrengt. Nu heb ik eigenlijk vals gespeeld
    door over een “degradatie” te spreken; en indien ik deze
    opmerking niet zou maken, dan had ik impliciet stelling gekozen
    tegen het idealisme. Ik ben me er wel van bewust dat de term
    “degradatie” niet correct is, maar hij kan -voorlopig - volstaan in
    functie van deze opzet. Kortom: wanneer wij over “eten” spreken,
    dan hanteren we, sprekend, weliswaar een begrip, maar
    veronderstellen we tegelijk noodzakelijk een act die de relevantie
    van dit begrip schraagt.
    Aan wat ontleent dan de act “eten”, op zijn beurt, zijn
    relevantie, zijn betekenis? - zo kunnen we ons vervolgens
    afvragen. En nu moeten we heel voorzichtig zijn dat we niet in een
    valstrik lopen, want we hebben het hier over iets dat, enerzijds,
    “buiten” de begrippenwereld staat en dat, anderzijds, niet anders
    meer tenzij binnen de taal en dus als begrip, verder (filosofisch)
    kan behandeld worden.
    Laten we hier eerst abstractie maken van de mogelijke
    valstrik, en doen alsof we ons deze problematiek niet hoeven aan
    te trekken, dan kunnen we zeggen dat “eten” - de act dus -
    betekenisvol is omdat dit ons in leven houdt, of nog eerder: omdat
    eten de honger (die pijn is) wegneemt of voorkomt, terwijl pijn
    datgene is wat ons dwingt, omdat we er mee samenvallen als we
    hem hebben ( we zijn de pijn die we hebben - dat is de definitie
    van pijn - we kùnnen ons er niet van distantiëren). De act van het
    “eten” is dus relevant omdat deze voorkomt dat ons iets wordt
    aangedaan wat wij niet willen (en wat wij ook niet kùnnen
    willen), namelijk (honger) lijden of sterven. De act (van het eten)
    ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil. Nota bene: het gaat
    hier om een bijzondere vorm van willen, het gaat namelijk om een
    willen waarbuiten wij niet kunnen: wij kunnen niet anders tenzij
    zo willen zoals wij dat doen, en deze wil is alleen maar de onze
    omdat wij er toe genoopt zijn ons daarmee te identificeren, omdat
    wij ons moeten identificeren met pijn. Dat wij op dit vlak geen
    keuze hebben, betekent niets anders tenzij: dat wij moéten willen -
    sterker nog: dat wij niet anders kùnnen tenzij zo, en niet anders, te
    willen. Merk op dat de verplichting van een welbepaald willen, dit
    willen er niet minder authentiek om maakt! Wanneer wij b.v.
    deelnemen aan een wedstrijd, dan kunnen wij bezwaarlijk iets
    anders willen tenzij een zo goed mogelijk resultaat te behalen - en
    willen wij niet per se winnen, dan willen we toch tenminste
    onszelf overwinnen, wat Pierre baron de Coubertin ongetwijfeld
    heeft bedoeld met het “deelnemen” dat belangrijker is dan de
    overwinning (op anderen). Kortom: wij kunnen niets anders tenzij
    te willen winnen, maar dat maakt de echtheid van onze wil er niet
    minder om. Zo ook kunnen wij niet anders dan te willen leven, en,
    analoog, houdt zulks niet in dat onze levenswil minder echt zou
    zijn.
    Herhalen we nu waartoe we hier gekomen zijn: de act (van
    het eten) ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil. Deze wil
    wordt gestuurd door iets dat ons transcendeert, en van welker
    transcendentie de feitelijkheid van de pijn constant getuigenis
    aflegt binnen ons bewustzijn. M.a.w.: de act (van het eten)
    ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil, en deze wil ontleent
    zijn relevantie aan een transcendente werkelijkheid.
    Nu kunnen wij de zaken verder onderzoeken, en dan zullen
    wij tot de vaststelling komen dat elke act, op precies dezelfde
    wijze als deze uit ons voorbeeld, zijn relevantie ontleent aan het
    transcendente.
    Maar zoals we eerst hebben opgemerkt, hebben we hierbij
    abstractie gemaakt van enkele belangrijke zaken: we hebben
    namelijk dingen beschreven die in feite geen begrippen meer
    waren. We hebben dus afbeeldingen gemaakt van werkelijkheden
    die eigenlijk “veranderen” wanneer zij afgebeeld worden. We
    hebben, m.a.w., gewerkt met slechts “schaduwen” van de realiteit,
    terwijl de realiteit zelf ons is ontsnapt. Welnu, willen we dit
    corrigeren, dan betekent zulks dat we het veld van de
    beschrijvingen eigenlijk zouden moeten achter ons laten, en dat
    we ons moeten begeven in het veld van de handelingen zelf. Maar
    als we dat doen, dan betekent dit ook dat we er van getuigen dat
    we de grenzen van de filosofie hebben bereikt, erkend en
    overschreden - we belanden dan in het gebied van het religieuze -
    het gebied waarop wij ons niet langer verdienstelijk kunnen
    maken met alleen maar gedachten en verklaringen, maar waar van
    ons gevergd wordt dat we ons effectief borg gaan stellen voor
    datgene wat we geloven afgebeeld te hebben in de filosofie - de
    filosofie als een schaduw, een afschaduwing, van de ware
    werkelijkheid. Wat we binnen het filosofische nog kunnen doen -
    maar dat is dan ook het laatste, de laatste etappe a.h.w. - dat is:
    spreken over het handelen. En als we dit hier effectief doen, dan
    zullen alle dingen waaraan het handelen zijn relevantie ontleent,
    ook dingen zijn die méér zijn dan handelingen, dus: dingen die
    tenminste handelingen zijn, net zoals de dingen die méér zijn dan
    louter begrippen, tenminste begrippen zullen zijn. Zo zijn
    handelingen tenminste begrippen, maar ze zijn ook meer dan
    begrippen. Helaas blijven we, filosoferend, en dus in het gebied
    van de taal vertoevend, op begrippen aangewezen, zodat we
    aangewezen zijn op begripsschakeringen, teneinde iets te kunnen
    laten voelen van wat meer dan begrippen zijn. Zo beelden we de
    act af in het begripsmatige, terwijl we toch moeten erkennen dat
    ageren méér is dan louter een begrip - zouden we dat niet
    erkennen, dan had ageren ook niet de betekenis die het dient te
    hebben (die het moet hebben) teneinde betekenisvol te zijn (- en
    we herinneren hier aan Barbara Léondar over de metafoor: de
    metafoor wordt pas gevat door wie een hoger abstractieniveau
    creëert! - voordien is hij louter onzin). Het transcendente - dus
    datgene wat nog voorbij het ‘ageren’ zelf ligt, datgene waaraan het
    ‘ageren’ z’n relevantie ontleent - is, noodzakelijkerwijze, nog
    méér dan louter handelen - het is “liefhebben”. En pas via een
    dergelijke weg is een ‘begripsmatige’ benadering van ‘de liefde’
    (hier staat het meer-nog-dan-handelen-betekenende als begrip
    afgebeeld) mogelijk.


    11-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. Deel 2/4

    G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese
    studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele
    losse gedachten n.a.v. de lectuur.
    Deel 2/4
    Bladzij 30: “allemaal” wordt onderscheiden van “geen één
    niet”. Zeer terecht. En dan, ik had het nooit durven verhopen,
    schrijft Mannoury dat onder ‘berekenen’ eigenlijk moet verstaan
    worden: ‘kunnen berekenen’: “Berekenen-kunnen is eigenlik het
    goede woord niet: bepaald-zijn zou je kunnen zeggen (...) Ik schei
    er uit”. Ik ook. Dat wat betreft de “spreek-wiskunst” (p. 31).
    In de hoor- (- lees-, of aflees-wiskunst) worden
    onderscheiden: de auditieve en de visuele. Het volmaakt
    wiskundeboek van Mannoury: “a=a=a=a” (p. 32). Maar toch een
    bedenking hierbij: a=a... indien a en a één en hetzelfde
    representeren! a en a zijn dus gelijk, op voorwaarde dat ze
    symbolen zijn, wat wil zeggen: op voorwaarde dat ze verschillend
    zijn van zichzelf!!! Want indien a niet een symbool was, en dus
    niet iets anders was dan datgene wat het eigenlijk uitdrukt, dan
    ware die a die voor het gelijkheidsteken staat niet gelijk aan die a
    die op het gelijkheidsteken volgt; immers, alleen qua positie
    zouden de twee al verschillend zijn. Mannoury’s wiskundeboek
    drukt eigenlijk niets anders uit dan het symboolkarakter van de
    tekens!!! a=a drukt uit dat wij stellen dat de twee dingen gelijk
    zijn, terwijl wij toch twee van elkaar verwijderde dingen
    neerschrijven: het drukt dus uit dat die dingen zich eigenlijk
    bevinden in een wereld waar geen verwijdering, geen ruimte,
    bestaat. Het volmaakte wiskundeboek van Mannoury schept
    m.a.w. een nieuwe wereld - een wereld welker bestaan
    noodzakelijk is opdat wij in de onze zouden kunnen tellen! Zo
    gaat het ook met ethiek: dat alle mensen gelijk zijn, kan pas een
    relevante uitspraak genoemd worden indien daaronder verstaan
    wordt dat alle mensen gelijk zijn qua waarde, of: als mens. De
    uitspraak is pas relevant indien abstractie gemaakt wordt van alle
    verschillen die in deze wereld tussen de mensen bestaan, m.a.w.:
    indien een wereld geponeerd wordt waarin deze verschillen er niet
    toe doen: de wereld van het mens-zijn. Het mens-zijn wordt aldus
    verheven van het hebben van die en die bepaalde kenmerken, tot
    een zijn dat van die kenmerken onafhankelijk is - een zijn dat zijn
    volle werkelijkheidswaarde aan de erkenning ontleent - in de
    eerste plaats de erkenning door God (God bemint alle mensen in
    gelijk mate), vervolgens in de erkenning door de medemens
    (waardoor wij het Rijk Gods op aarde trachten te realiseren).
    Bladzijde 35: “‘t Is erg lastig voor een Amsterdammer zich in
    de zielstoestand van ‘n tellende Hottentot te verplaatsen, want die
    telt z’n vingers niet, evenmin als een Amsterdammer z’n
    telwoorden”. Toch zouden we onze telwoorden kunnen tellen, wat
    we eigenlijk doen wanneer we ons talstelsel problematiseren, en
    dan komen we tot de stelling die ik eerder al heb pogen aan te
    halen, namelijk, dat er een oneindig aantal oorspronkelijke
    getallen (priemgetallen) bestaan, die elk recht hebben op een eigen
    naam of teken. Zit daar een regelmaat in? - zo kunnen wij ons
    afvragen, Goldbach indachtig. Het zou moeten, natuurlijk. Maar
    dat we deze regelmaat niet zién, komt m.i. alleen hierdoor, dat wij
    gewoon zijn om met de valse regelmaat van een talstelsel te
    werken. Het talstelsel dat wij gebruiken, om het even het welke,
    spiegelt ons een rad voor de ogen omdat het ons de indruk geeft
    dat 1 a.h.w. terugkeert, namelijk bij 11, bij 21, bij 31, enz., en zo
    ook lijken 2 en 3 en alle andere cijfers terug te komen, maar
    cijfers zijn geen getallen! Kùnnen wij dan abstractie maken van
    cijfers, m.a.w.: van tekens, wanneer wij tellen? Opnieuw dient
    verwezen te worden naar wat we reeds zegden n.a.v. Mannoury’s
    volmaakt wiskundeboek! Wij zitten met twéé werelden, en daar is
    geen ontkomen aan.
    Wat is niets? Wat is twee? Mannoury doet het verhaal van de
    twee stenen-an-sich, en zegt, uiteindelijk: “Ja toch, iéts blijft er
    nog te raden over: wat is het onderscheid tussen een steen, een
    verdwenen steen en een ongeschapen steen? (..) wijzelf (...), wat
    bedoelen wij met dat mysterieuze bestaan van die eenzame steen?
    De significa antwoordt: als je jezelf wilt verstaan, kijk dan naar je
    medemens, dat vereenvoudigt het probleem. (...) dan kun je zien
    wat hij bedoelt: een bod, of een vraag, of een “tip” misschien? En
    let dan eens op, of hij er zij bij spint. Dat is ‘t beurscriterium voor
    gelijk hebben” (p. 42-43). Mannoury besluit met de significa dat
    “an-sich” niets (dood) is, dat alles voor een ander is. En hierbij
    kunnen we ons direct aansluiten: een barbier-an-sich bestaat niet.
    “Neen, als we waarlik tellen willen, dan zullen het
    gedachtedingen en geen stenen of loden tafels moeten zijn”: of
    bedoelt Mannoury hier dan toch iets geheel anders mee? Want
    terwijl dode stenen-an-sich niet kunnen bestaan, terwijl een
    levende mens-an-sich toch wel kan bestaan, zouden dan
    gedachten-an-sich altijd kunnen bestaan, precies omdat zij altijd
    door iemand worden gedacht en dus niet ofwel dood ofwel levend
    kunnen zijn, doch vanuit hun aard, steeds ‘levend’? Ik stel me
    hierbij echter de vraag of we wel mogen zeggen dat
    “gedachtedingen” ‘levend’ zijn. Ik vermoed dat heel wat mij op dit
    punt ontsnapt. Wel volg ik de redenering dat het tellen, het tellen
    van veel-eenheden betreft, dat het om een geestesbeweging gaat.
    Het slot van dit eerste hoofdstuk is wel gecompliceerd; de
    significa is niet zo simpel; wellicht omdat we, zoals Mannoury
    zegt, meestal niet weten wat we willen...
    Hier eindigt het eerste hoofdstuk. Toch zou ik hier graag nog
    iets zeggen over onze “twee werelden”: ze kunnen namelijk met
    elkaar verbonden worden mits men het handelen als
    werkelijkheidsprincipe aanvaardt. (3)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 4 mei 2002)
    Verwijzingen:
    (3) Deze aanvulling, op grond van een kritiek die ik in 1992-’93
    bij Descartes’ cogito ergo sum maakte. Het gaat over het verband
    tussen ‘kennen’, ‘zijn’ en ‘doen’; ik zie daar ook het woord als de
    brug tussen ‘zijn’ en ‘kennen’ (maar daarover hier verder niets). Ik
    vat mijn bedenkingen van toen hier kort samen.
    Vanuit zijn ongenoegen met het toenmalig onderwijs, stelde
    Descartes zich de vraag naar de mogelijkheid van de kennis:
    kunnen wij zekerheid verwerven? Althans zijn wij zeker van het
    feit dat wij hier omtrent twijfelen, zei Descartes: twijfelen is
    denken, en om te denken moet men bestaan: ik twijfel, dus ik
    denk, dus ik besta. Maar m.i. redeneert Descartes hier veel te snel
    en te gemakkelijk. Ik beperk mij tot deze zaak, ik ga hier niet in op
    andere m.i. foute redeneringen van hem.
    Ik twijfel, maar wat is twijfelen? Is twijfelen een vorm van
    denken? Het is duidelijk dat twijfelen en denken niet hetzelfde
    betekenen: er bestaan vormen van denken die zich van de twijfel
    onderscheiden. Is twijfelen dan een vorm van denken?
    Van denken is pas sprake vanaf het ogenblik dat twee dingen
    aanwezig zijn: de denker en het object van zijn denken (de
    gedachte en, eventueel daarvan onderscheiden, datgene wat de
    gedachte representeert; dus datgene wat verondersteld wordt te
    bestaan los van de gedachte - doch hierover verder niets).
    Ontbreekt één van die twee, dan kan er niet gedacht worden (Ook
    een mogelijke derde factor behandel ik hier niet: ik bedoel de
    factor die analoog is aan het licht bij het zien, dat dus naast de
    ziener en het geziene het licht veronderstelt). Kortom: er kan niet
    gedacht worden als er niet iets is dat gedacht wordt.
    Als ik de twijfel een vorm van denken noem, moet ik het
    object van de twijfel dus kunnen omschrijven: wat is het object
    van de twijfel? Ik ga hier later uitgebreid op in.
    Stel dat ik op een tweesprong sta, en ik twijfel welke weg ik
    zal nemen. Wat precies is dan het object van mijn twijfel? Het is
    niet de keuze, want ik ben er zeker van dat ik een keuze moet
    maken; indien ik niet zeker wist dat ik een keuze moest maken, ik
    zou immers niet twijfelen. Is het object van mijn twijfel dan het
    maken van de keuze? Neen, want indien ik niet wist dat ik een
    keuze moest maken, ik zou niet twijfelen. Precies de zekerheid dat
    ik moet kiezen, brengt mij in twijfel. Noch de keuze zelf, noch het
    feit dat ik een keuze moet maken, is verantwoordelijk voor mijn
    twijfel. Wat dan wel?
    Het object van mijn twijfel is onbestaande. Alleen een
    onbestaand object kan mij tot twijfel brengen: van zodra het object
    bestaat, twijfel ik er immers niet meer over, want ik ken het. Maar
    zolang het niet bestaat, kan ik het niet kennen.
    Wat betekent dan de twijfel, als het object ervan onbestaande
    is, terwijl de twijfel zelf toch voelbaar en uitspreekbaar is?
    Als ik voor een tweesprong sta, en ik twijfel, betekent dit dat
    ik nadenk over dingen die ergens niet bestaan, terwijl ze elders
    toch bestaan. We hebben hierboven beschreven hoe ze niet kunnen
    bestaan. Maar ze bestaan toch, in zoverre hun bestaan afhankelijk
    is van datgene wat ik beslis te doen. Ik heb dus te beslissen over
    het al dan niet bestaan van dingen, en het mij gedwongen weten te
    beslissen over hun al dan niet bestaan, maakt mijn twijfel uit. Wat
    betekent nu precies: “het zich gedwongen weten tot het beslissen
    over het al dan niet bestaan van dingen”?
    Als ik beslis de linkse weg te nemen, beslis ik tegelijk dat een
    aantal dingen zullen gebeuren, terwijl tegelijk een aantal dingen
    daardoor niet zullen gebeuren. Maar twijfelen betekent nu precies
    het onvermogen om zo’n beslissing te nemen, terwijl ik er toe
    gedwongen wordt krachtens de keuze die zich stelt. Vandaar
    herdefiniëren we de twijfel: twijfelen is het zich gedwongen weten
    tot het beslissen over het al dan niet bestaan van dingen terwijl
    men in het onvermogen verkeert om zo’n beslissing te nemen.
    Twijfelen is dus: het moeten doen van iets zonder dat men het
    kan doen, terwijl de daad beslissend is voor het al dan niet bestaan
    van bepaalde dingen. Hierbij verwijst ‘moeten doen’ naar een
    welbepaald aspect van de betreffende handeling, terwijl ‘niet
    kunnen doen’ verwijst naar een totaal ander aspect van deze
    handeling. Het ‘moeten doen’ duidt op de verplichting om één van
    beide wegen op te gaan. Het ‘niet kunnen doen’ duidt op de
    onmogelijkheid om uit eigen beweging één van beide wegen op te
    gaan. Dit betekent dat de essentie van de twijfel ligt in het verlies
    van de controle die men geacht wordt te hebben over z’n
    handelingen. De onmiddellijke handelingen worden gecontroleerd,
    maar deze handelingen worden beroofd van hun intenties. Deze
    handelingen volgen dus niet uit anticipaties ervan.
    Twijfelen heeft aldus te maken met de gedwongen
    loskoppeling van anticiperen (d.i. Denken) en Doen. En omdat
    Doen te maken heeft met Zijn (Doen is immers beslissen over wat,
    krachtens die specifieke handeling, al dan niet zal bestaan), heeft
    Twijfelen tenslotte te maken met de loskoppeling van Denken,
    Doen en Zijn: De twijfel is de onderlinge loskoppeling van
    denken, doen en zijn.
    Keren we nu terug naar Descartes, dan moeten we besluiten
    dat de overgang die hij maakt van Twijfelen naar Denken,
    ongeoorloofd is. Uit het feit dat ik twijfel, kan ik niet besluiten
    dat ik ben, precies omdat de twijfel zelf het denken scheidt van
    het zijn. Vanaf het moment dat ik mij afvraag of ik ben, kan ik
    niet meer zijn.
    Beschouwen we nu het denken, waarvan we bepaalden dat
    het slechts kan bestaan mits de aanwezigheid van een denker,
    enerzijds, en een object van dat denken, anderzijds, dan moeten
    we hierbij vaststellen dat de gedachte altijd voor een deel
    ‘besmet’ wordt met de factor van de twijfel. Als ik voor een
    tweesprong kom, en ik weet heel goed welke weg ik zal gaan, dan
    vindt mijn zekerheid daaromtrent zijn oorsprong in het feit dat ik
    weet wat mijn beslissing inhoudt. Als ik op weg ben naar huis, dan
    weet ik b.v. dat ik thuis geraak als ik de linkse weg opga. Ik kan
    makkelijk beslissen om de linkse weg te kiezen, omdat ik de
    consequenties daarvan m.b.t. het al dan niet bestaan van de dingen
    krachtens mijn beslissing, ken, aanvaard en zelfs verlang. Maar
    deze kennis geeft mij geen absolute zekerheid. Het is b.v. mogelijk
    dat ik halverwege rechtsomkeert moet maken en dus toch via de
    rechtse weg huiswaarts moet. Omdat ik mij aldus steeds kan
    vergissen in mijn beslissingen en dus in mijn kennis (het feit
    buiten beschouwing gelaten of ik voor die vergissing al dan niet
    verantwoordelijk ben), is mijn kennis nooit vrij van onzekerheid.
    Daaruit volgt dat elke kennis twijfel bevat, of: kennis is denken
    met een lage graad van onzekerheid. Hieruit volgt dat de
    overgang van kennen naar zijn, of de overgang van het
    epistemische naar het ontische, onmogelijk is.
    We toonden boven aan hoe het onmogelijk is, wanneer we
    vertekken van het kennen, om de overgang te maken naar het zijn.
    Welnu, laten we hier ook eens onderzoeken of wij niet in
    omgekeerde richting de brug kunnen maken, namelijk van het zijn
    naar het kennen. De eerste vraag die we ons dan moeten stellen,
    luidt: wat betekent het dat iets bestaat?
    Bestaan is steeds ‘bestaan op een bepaalde manier’. D.w.z.
    dat de bestaanswijze van een ding, het bestaan van dat ding zelf
    betekent. Zo b.v. bestaat een orchidee alleen maar omdat ze als
    orchidee bestaat, omdat ze die bepaalde vorm en kleur enz. heeft.
    Anders gezegd: haar kenmerken maken dat de orchidee een
    orchidee is. Een ding dat door de lucht vliegt kan b.v. geen
    orchidee zijn. En alle kenmerken samen, maken de orchidee.
    Nu is het echter tegelijk zo, dat de kenmerken van de
    orchidee, door de mens ervaren kenmerken zijn. De orchidee
    heeft een bepaalde vorm, geur, kleur, maar als er geen oog is die
    deze vorm ziet, geen neus die deze geur ruikt, dan hééft de
    orchidee ook vorm noch geur. Immers, de zichtbaarheid, de
    tastbaarheid, de geur van de orchidee zijn kenmerken die
    noodzakelijk relatief zijn aan het zien, het voelen en het
    ruiken. Omdat dit nu het geval is met àlle kenmerken van de
    orchidee, kan men terecht zeggen dat zij geen kenmerken heeft en
    dat ze dus niet bestaat wanneer er geen sprake is van waarneming
    van deze kenmerken. Anders uitgedrukt: aangezien een wezen of
    een ding gelijk is aan het product van al zijn kenmerken, en
    aangezien het bestaan van kenmerken relatief is aan het kennend
    merken, zal bij afwezigheid van enig kennend merken, er geen
    sprake zijn van kenmerken, en dus ook niet van het bestaan van
    een wezen of een ding. Noemen we nu dit ‘kennend merken’ het
    bewustzijn, dan kan men stellen dat iets niet kan bestaan buiten
    alle bewustzijn om: iets bestaat slechts als het bestaat in een
    bewustzijn.
    Maar als ik de eerste mens ben die deze orchidee ziet: moet
    ik dan niet besluiten dat ze niet bestond voor mijn waarneming?
    Deze kritiek bevat een vergissing: het bewustzijn mag niet
    gelijkgesteld worden met het onmiddellijke, actuele bewustzijn.
    Beethovens zevende bestaat ook op momenten dat ze niet
    uitgevoerd wordt. Ook het potentieel bewustzijn moet in rekening
    gebracht worden, en daartoe is men logisch verplicht: als ik een
    kat door de kamer zie lopen, en ik sluit enkele seconden lang de
    ogen, moet ik ze een eind verder zien wanneer ik terug de ogen
    open, want indien een ander bleef toekijken terwijl ik niet keek,
    dan zouden naderhand onze waarnemingen niet overeenstemmen.
    Op die manier zou dan elkeen in een eigen wereld leven. Het is
    omdat ik wil geloven dat communicatie met anderen bestaat, dat
    ik verplicht ben om rekening te houden met een potentieel
    bewustzijn, altijd en overal: de alomtegenwoordigheid van God.
    Onze volgende stelling nu: “krachtens het feit dat kennis het
    zijn betreft, terwijl het zijn een veronderstelling binnen de kennis
    is, is kennis steeds onzekere kennis”. Stel dat ik het voor mogelijk
    hou dat iemand achter mijn rug staat mee te lezen. Dat geval
    bestaat actueel als het potentiële. Ik draai me nu om en merk dat er
    niemand is. Deze waarneming maakt dat het actuele bestaan van
    het potentiële zich wijzigt, m.a.w.: binnen bepaalde perken kan ik
    bepaalde mogelijkheden omtrent het mogelijke bestaan van de
    dingen uitsluiten. Mijn actuele kennis van de werkelijkheid is dan
    ook op niets anders gebaseerd tenzij op het uitsluiten van bepaalde
    mogelijkheden binnen bepaalde zekerheidsgrenzen (binnen enkele
    minuten kan er wél iemand achter mijn rug hebben plaatsgenomen
    zonder dat ik het gemerkt heb). Hier kan men dan de kennis
    definiëren als volgt: kennis is het uitsluiten van het actuele
    bestaan van het potentiële met een bepaalde graad van
    zekerheid die wordt ontleend aan grondigere kennis. Dat zo’n
    graad van zekerheid ontleend wordt aan grondigere kennis of aan
    het grondiger uitsluiten van mogelijkheden, betekent dat alle
    kennis uiteindelijk zal gebaseerd zijn op een absolute
    zekerheid. Daar deze absolute zekerheid nu niets anders kan zijn
    tenzij een geloof, volgt daaruit: kennis is het geheel van
    consequenties die voortkomen uit een geloofsact.
    Nu kunnen we deze bevingingen uitdrukken in het hierna
    volgende schema. Hierbij moet eerst nog het volgende worden
    opgemerkt.
    Krachtens het feit dat deze redenering slechts geldt mits de
    inachtname van de tussenstellingen, werd hierbij zo doende het
    Zijn gedefinieerd in functie van het Doen, terwijl ook het Denken
    gedefinieerd werd in functie van het Doen. D.w.z. dat wij,
    gedwongen door de noodzaak om de discrepantie tussen het Zijn
    en het Denken te overbruggen, wij deze beiden moeten definiëren
    als vormen van Doen, wat betekent dat dit resulteert in een
    ontologie waarin het handelen centraal staat.
    Schematisch:
    (1) Descartes: IK TWIJFEL = IK DENK (ik denk, dus ik ben)
    (2) We problematiseren deze identiteit (namelijk: “ik twijfel = ik
    denk”)
    (3) DENKEN slechts als DENKER en OBJECT (gedachte)
    (4) ALS TWIJFELEN = DENKEN, DAN HEEFT TWIJFELEN
    EEN OBJECT.
    (5) Opmerking: Descartes’ twijfel is de twijfel over het Zijn van
    iets (afgekort: TZ).
    (6) Eerste tussenstelling (*): TZ C TD (TD = de Twijfel over het
    Doen van iets).
    TD C TZ slechts als het Zijn van iets vervat zit in het Doen.
    Om tot “realisme” te komen, is het noodzakelijk om het Zijn
    middels het (subjectieve) handelen te definiëren: IETS BESTAAT
    VOOR EEN SUBJECT, ALS DAT SUBJECT ER REKENING
    MEE HOUDT IN ZIJN HANDELEN. IETS BESTAAT VOOR
    ALLE SUBJECTEN, ALS ALLE SUBJECTEN ER REKENING
    MEE HOUDEN IN HUN HANDELEN, enz.
    (7) Als TZ C TD, dan mogen we ons hier beperken tot TD.
    (8) Voorbeeld van TD: IK TWIJFEL OF IK OFWEL A OFWEL B
    ZAL DOEN.
    (9) Tweede tussenstelling (*): IETS DENKEN = IETS
    ANTICIPEREN = IETS DOEN.
    We bepalen denken als anticiperen. Ook herinneren is anticiperen
    als het in funktie staat van anticiperen. We maken abstractie van
    de herinnering om de herinnering, en van het hele denken als doel
    op zich.
    (10) DE TWIJFEL BELET MIJ IETS TE DOEN.
    (11) Daaruit volgt: DE TWIJFEL HEEFT GEEN OBJECT.
    (12) Derde tussenstelling (*): IETS DOEN = BESLISSEN OVER
    HET AL DAN NIET BESTAAN VAN IETS; d.w.z.: OVER HET
    BESTAAN VAN EEN HANDELING EN VANDAAR OOK
    (wegens de eerste tussenstelling) OVER HET ZIJN VAN IETS.
    (a) Iets doen is beslissen over het bestaan van een handeling
    (evidentie).
    (b) Elke handeling bewijst het bestaan van datgene krachtens
    hetwelke de handeling geschiedt (wegens (6)).
    (c) Iets doen is dus beslissen over het bestaan van iets (wegens (a)
    en (b)).
    (13) Wegens (10) geldt: TWIJFELEN = NIET KUNNEN
    BESLISSEN OVER HET BESTAAN VAN IETS.
    (14) d.w.z.: DE OVERGANG VAN TWIJFELEN NAAR
    HANDELEN IS ONMOGELIJK WEGENS HET
    NOODZAKELIJK OVERSLAAN VAN HET ANTICIPEREN
    (DENKEN) WEGENS HET GEBREK AAN EEN OBJECT.
    (15) TWIJFELEN = DE LOSKOPPELING VAN DENKEN,
    DOEN EN ZIJN.
    (16) IK TWIJFEL daaruit volgt niet IK DOE
    IK BEN behoort tot IK DOE
    IK TWIJFEL daaruit volgt niet IK BEN
    (*) Opmerking: de eerste en de tweede (en krachtens de tweede
    ook de derde) tussenstelling, zijn beperkingen aan het domein
    waarbinnen deze redenering geldt.


    10-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. Deel 1/4

    G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese
    studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele
    losse gedachten n.a.v. de lectuur.
    Deel 1/4
    Slechts enkele losse gedachten, hoe dan ook zonder de pretentie
    alles te doorzien wat hier in een verraderlijk luchtig jargon aan de
    wereld prijsgegeven wordt - maar voor de leek misschien toch net
    genoeg om te kunnen vermoeden dat het hier voor de wiskundige
    om een ware lekkernij gaat waarbij hij zeer zeker zij kan spinnen.
    Bladz. 1: De strijd tussen woord en werktuig, “Der Kampf
    um die Dezimale”. Van de onmogelijke onderlinge verzoening van
    “rangschikking” en “nevenstelling”, komt Mannoury tot
    “uitsluiting”, “negatie”. Als ik me niet vergis, dan herken ik daarin
    zeer zeker mijn kritiek m.b.t. het principium contradictoris. “Ja,
    wenn die Wahrheit Münze wäre!”: maar ook dat helpt niet, want
    munten slijten ook, zegt Mannoury. En dat geldt zeker ook voor de
    namen die wij aan de aantallen geven: 1, 2, 3, 4, ... Het vermoeden
    van Goldbach indachtig: we hebben, in ons decimaal stelsel,
    slechts 10 cijfers nodig om oneindig veel getallen uit te kunnen
    drukken, maar deze truuk verblindt ons eigenlijk voor de
    werkelijkheid, waarin oneindig veel oorspronkelijke getallen zijn
    (ik bedoel: getallen die niet kunnen worden uitgedrukt als
    producten van andere, reeds gekende getallen; dus: priemgetallen).
    Indien wij ons niet bedienden van een of ander talstelsel, dan
    zouden wij voor elk oorspronkelijk getal een nieuwe naam moeten
    bedenken (de niet-oorspronkelijke getallen schrijven we als
    producten van reeds benoemde), en dan zou het aantal tekens dat
    wij te verzinnen hadden precies zo groot zijn als het aantal
    priemgetallen (vermeerderd met 0). (N.B.: de optelling zou ons
    hier niet van pas kunnen komen omdat b.v. 7, uitgedrukt als 3+4,
    dan zou kunnen geschreven worden als het naast elkander
    schrijven van 3 en 4, namelijk als 34 of als 43, wat het
    optellingsteken (- kortom: de bewerking van de optelling zelf)
    overbodig zou maken. Immers, waar er staat: 7, staat er eigenlijk
    7+niets meer. Het wordt duidelijker wanneer men 7 gaat
    voorstellen als zeven op elkaar volgende streepjes:
    III+IIII=IIIIIII. Aldus: “Leve de goede vormen en de mathesis.
    Ja, de mathesis vooral, want dat is welbeschouwd het summum
    van fatsoen”. Maar, driewerf helaas, want ook de symbolen
    hebben een gewicht; ook de lelie, symbool van de zuiverheid,
    ontsnapt niet aan de verwelking.
    Aan de taaldaad onderscheidt Mannoury de spreekbetekenis
    (wat de spreker, in zijn ziel, bedoelde) en de hoorbetekenis (wat er
    van deze bedoeling terecht komt). Ik denk aan “moeder Lambiek”,
    een analfabete buurvrouw van 100 jaar geleden, die met een brief
    van haar echtgenoot uit Frankrijk, bij mijn betovergrootvader te
    rade kwam: ze wilde dat hij haar de brief voorlas, “maar”, voegde
    zij er aan toe: “ik zou niet graag hebben dat ge zelf zoudt weten
    wat er in staat”. “Geen nood”, zegde mijn betovergrootvader:
    “Steekt gij, moeder Lambiek, terwijl ik u de brief voorlees, uw
    vingers in mijn oren”. En aldus geschiedde!
    Mannoury heeft het duidelijk over iets anders,
    vanzelfsprekend. Maar hij zal hier in tegengesproken worden door
    heel wat hedendaagse taalanalysten, om te beginnen door Hegel
    (althans in de interpretatie van EtienneVermeersch), waar deze
    zegt dat wat niet uitdrukbaar is, ook niet gedacht kan worden: in
    die optiek kan men geen excuus vinden in de “ontoereikendheid
    van de taal”, omdat men daar niet zonder woorden kan denken.
    Zou dit kloppen, dan zou ook gelden dat de pijn die wij kunnen
    lijden slechts zo groot kunnen zijn als er woorden bestaan om die
    uit te drukken! En de pijnervaring is geen alleenstaand geval. Ik
    geloof zelfs dat wij er nooit ofte nimmer in slagen om ons volledig
    adequaat uit te drukken. Het is mijn overtuiging dat het
    uitgedrukte noodzakelijk van de uitdrukking moet verschillen (- ze
    moet overstijgen), wil het enige betekenis hebben. Men kan dan
    een uitzondering maken voor de praktische dingen, zoals b.v.:
    “Deze vijf kg aardappelen kost honderd frank”, maar in die
    gevallen schipperen we op een ander niveau, namelijk daar waar
    precies moet en niet precies kan gemeten worden, zoals Mannoury
    aangeeft.
    Mannoury gaat dan over tot voorbeelden. Nu hij het ook over
    de “juristerij” heeft, denk ik aan een spreuk uit de middeleeuwse
    justitie: “Quod non est in scriptis, non est in mundo”. Onjuist?
    Maar toch komt het mij voor dat men in het hedendaagse
    materialisme ten onrechte het andere extreem aanhangt.
    Mannoury onderscheidt de spreek- en de hoorbetekenis van een
    taaldaad, dewelke nooit met elkaar gelijk gesteld kunnen worden,
    want eenieder kijkt vanuit zijn eigen perspectief - volledig
    akkoord. Absolute definities? Definities zijn een agglomeraat van
    taaldaadherinneringen, zegt Mannoury (p. 20). En daar hebben we
    zijn 2x2=2x2. Is “2x2 dan gelijk aan 4”? Welnu, 2x2 is weliswaar
    in zekere zin gelijk aan 4, maar bijvoorbeeld in het dobbelspel is
    1/6 niét gelijk aan 1000/6000. Heeft dat te maken met intentie?
    Maar precies daar ligt het paard gebonden: zonder betrekking op
    de werkelijkheid kan men de getallen en hun onderlinge
    betrekkingen niet op een relevante manier denken! En het
    kansrekenen illustreert dit m.i. uitnemend.
    Ik verwijs naar mijn tekst [Metafysica en Ethica – J.B.], bladzijde
    280, de paragraaf onder de tussentitel: De externe werkelijkheid
    kent geen orde, die ik hier herhaal en aanvul met een voorbeeld.
    Wanneer ik een groot aantal keren een munt opgooi, dan stel
    ik vast, overeenkomstig de wet van de grote getallen, dat de
    relatieve frequentie (RF) van “kruis”, het getal 1/2 benadert.
    Deze Wet is echter triviaal. Het is immers eigen aan de
    rekenkunde zelf, dat de RF naar 1/2 toe evolueert naarmate het
    aantal worpen toeneemt, omdat (1°) de RF van de a-de worp,
    verminderd met de RF van de (a-1)-de worp, kleiner wordt
    naarmate a groter wordt, en (2°) een worp die de RF dichter bij
    1/2 brengt een grotere waarde zal hebben dan een worp die de RF
    verder van 1/2 afbrengt. De Wet van de grote getallen laat het
    uitschijnen dat de externe werkelijkheid (een “demon”, zo men
    wil) borg zou staan voor deze evolutie van de RF naar 1/2 toe,
    maar de rekenkunde zelf is daarvoor verantwoordelijk. Een
    voorbeeld:
    Wat betreft de eerste reden:
    Stel dat a en b een bepaald aantal worpen voorstellen.
    Stel dat geldt: (a-1) is kleiner dan (a) is kleiner dan (b-1) is
    kleiner dan (b),
    dan geldt tevens: (RFa - RF(a-1)) is groter dan (RFb - RF(b-1));
    Wat betreft de tweede reden (namelijk: een worp die de RF dichter
    bij 1/2 brengt is groter dan een worp die de RF verder van 1/2
    afbrengt), het volgende voorbeeld:
    Stel een muntopgooi
    Stel dat TK (dit is: het totaal aantal keren dat “kruis” gegooid
    wordt) gelijk is aan 10;
    Stel dat TM (dit is: het totaal aantal keren dat “munt” gegooid
    wordt) gelijk is aan 12;
    Dan geldt: TK/TM = 10/12 en RFK = 10/22
    Nu kan men bij een volgende worp ofwel K ofwel M gooien.
    Veronderstelling 1: men gooit K. Dit is zo’n worp die de RF
    dichter bij 1/2 brengt; noem die worp “D”.
    Dan volgt daaruit: TK = 11; TM = 12; TK/TM = 11/12 en RFK =
    11/23;
    Veronderstelling 2: men gooit M. Dit is een worp die de RF verder
    van 1/2 afbrengt; noem die worp “V”.
    Dan volgt daaruit: TK = 10; TM = 13; TK/TM = 10/13 en RFK =
    10/23;
    Het verschil teweeg gebracht door “D” = 11/23 - 10/22 =
    12/506;
    Het verschil teweeg gebracht door “V” = 10/22 - 10/23 = 10/506;
    Het is hier duidelijk dat geldt: (12/506) is groter dan (10/506).
    Men denke ook aan het problème des partis (1) waarvan de
    oplossing niet anders tenzij in relatie tot de ‘praktische
    werkelijkheid’ kan gedacht worden. Mannoury (p. 23): “Een
    natuurwet is een katalogus van onze ervaringen, opgesteld in de
    hoop, er onze verwachtingen naar te kunnen richten”. Inderdaad,
    dingen zoals hoop en verwachting zijn geen irrelevante doch
    constituerende begrippen inzake ons wereldbeeld. Bladzijde 28:
    “Zou ‘ik herinner mij’ misschien ook één woord zijn (zoals ‘ik
    verwacht’ één woord is - p. 24). En ‘ik herinnerde mij’ twee?
    (zoals ‘ik verwachtte’ twee woorden zijn - p. 24)”: zeker en vast;
    en om die reden ook is, in de barbierparadox, ‘zich scheren’
    slechts één woord, en dus een ander werkwoord dan ‘iemand
    (anders) scheren’! Mijn hoor-ik is niet mijn spreek-ik, zegt
    Mannoury op p. 29. Zeer zeker: daarom ook moet men in de
    Russell-paradox die twee absoluut onderscheiden: de barbier, dat
    is het spreek-ik, diegene die pas is wat hij tegenover anderen is of
    doet: hij bestaat slechts binnen andermans erkenning als barbier.
    Scheert hij zichzelf, dan is hij niet die barbier, want anders zouden
    allen die zichzelf scheren, in die hoedanigheid althans, als barbiers
    moeten bestempeld worden, wat absurd zou zijn - conferatur Kant.
    (2)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 4 mei 2002)
    Verwijzingen:
    (*) Uitgegeven door de maatschappij voor goede en goedkoope
    lectuur Amsterdam, 1924. Van de oorspronkelijke tekst is het
    eerste deel als PDF te vinden op de volgende site:
    https://www.math.ru.nl/werkgroepen/gmfw/bronnen/mannoury3.ht
    ml
    (1) Dit probleem behandelt de vraag hoe de winst moet verdeeld
    worden bij een kansspel met verschillende deelnemers dat
    voortijdig wordt beëindigd.
    (2) Ik bedoel de categorische imperatief van Kant: indien -
    bijvoorbeeld - alle mensen zouden liegen, aldus Kant, dan zou het
    onmogelijk worden om te liegen (- er zou geen onderscheid meer
    maakbaar zijn tussen waarheid en leugen). We trekken dit door:
    indien alle mensen zouden liegen, dan zou het spreken zonder
    meer zijn relevantie verliezen en dus verdwijnen (- er zouden
    alleen nog geluiden overschieten).


    09-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose

    Roger Penrose



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 6

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 6
    In het zesde hoofdstuk, Quantumtheorie en realiteit, wordt o.m. de
    vraag gesteld of de quantumsprong een reëel proces is. Dit nogal
    wiskundige deel wordt hier overgeslagen.
    Het zevende hoofdstuk dan: Quantumtheorie en het Brein.(p. 348
    vv.).
    John Eccles wijst op het belang van quantum-effecten op de
    synaptische activiteit in de zenuwgeleiding. Het presynaptisch
    netwerk van blaasjes in de pyramidale cellen van de hersenen zou
    verband houden met het quantumgebeuren. Het is in elk geval zo,
    dat lichtgevoelige cellen reageren als zelfs maar één enkel foton
    erop afgevuurd wordt. Misschien is de quantumonbepaaldheid wel
    datgene wat de geest toelaat om het brein te beïnvloeden, zeggen
    sommige dualisten: de vrije wil zou dan aan de ongedetermineerde
    quantumkeuzen een richting geven. Penrose merkt echter op dat
    de onbepaaldheid van de quantumsprong pas optreedt in de
    overstap van het quantumniveau naar het klassiek niveau. Het
    probleem is echter wààr ergens die overstap ligt. Een ander
    probleem waarmee dualisten kampen, is het volgende: als lichaam
    en ziel dan toch gescheiden zijn, waarom is de vrije wil dan niet in
    staat om de resultaten van quantumexperimenten buiten het
    lichaam te beïnvloeden?! (1)
    In 1943 vergelijken McCullogh en Pitts neuronen met transistoren.
    In de Quantum-computation (Deutsch e.a.) wordt het klassiek
    begrip van een Turing-machine verbreed tot een corresponderend
    quantum-begrip, waarbij de quantum-wetten gelden. Maar zo’n
    quantum-computer is alleen maar sneller dan de conventionele,
    meer niet. Dit betekent dat alles wat de quantum-computation kan
    doen, ook door een gewone computer kan gedaan worden. Hier
    valt dus geen heil te zoeken. Dat is misschien wel het geval
    wanneer we gaan kijken naar de biologie, meer bepaald naar de
    biologische natuur van de hersencellen.
    We zien dat een paramecium, een amoebe of een pantoffeldiertje
    slechts één cel vormen, en dat ze dus geen zenuwcellen en geen
    zenuwstelsel hebben. Nochtans verlopen de ingewikkelde
    bewegingen en werkingen die dit eencellig wezen in leven houden
    heel gecoördineerd. Hoe komt dat, als er geen zenuwstelsel is?
    Eencelligen hebben een cytoskelet, bestaande uit bundels van
    microtubuli die tegelijk fungeren als zenuwstelsel, spierstelsel,
    enz. Microtubuli bestaan uit eiwitachtige moleculen en vormen elk
    een eiwitpolymeer, bestaande uit tubuline, ‘dimers’, die elk 450
    aminozuren bevatten met eiwitparen (-tubuline en -tubuline, die
    twee soorten elektrische potentialen kunnen veroorzaken). Het
    controlecentrum van het cytoskelet is het centrosome, met
    daarbinnen de centriole (een soort celoog), dat zijn twee cylinders
    in T-vorm van elk 9x3 microtubules die het centrosome verbinden
    met de verschillende DNA-strengen in de kern. (Als de DNAstrengen
    zich scheiden, krijgen we celdeling). Er zijn dus twéé
    hoofdkwartieren in de cel: (1°) de celkern (met het
    erfelijkheidsmateriaal, de identiteit, en de eiwitproductie voor de
    opbouw van de cel) en (2°) de centrosome (centriole) die de kern
    is van het cytoskelet. Zo’n twee hoofdkwartieren bevatten alle
    eukariotische cellen - dat zijn de cellen van alle levende wezen,
    behalve bacteriën, virussen en blauw-groene algen. Sagan
    formuleerde in 1976 de theorie dat vroege pro-karioten werden
    geïnfecteerd door spyrocheten (die uit cytoskeletaire eiwitten
    bestaan) en die dan ontwikkelde tot het cytoskelet van de cel.
    Microtubules vormen communicatienetwerken. Het cytoskelet nu,
    beheert de verbinding tussen de synapsen.
    Wat heeft dat nu te maken met de kwestie van het nietcomputationele
    karakter van de geest? Vooreerst zorgt het
    cytoskelet voor een enorme toename van ‘computing power’,
    d.w.z.: veel meer dan de 1014 (signalen per seconde?) die
    neuronetwerken kunnen leveren, namelijk: 1027. Omwille van die
    cytoskeletaire activiteit kan bvb. een mier veel meer dan een
    computer. Als microtubules verantwoordelijk zijn voor de
    meerwaarde van het brein, dan moet iets daarin nietcomputationeel
    zijn: het moet iets quantum-achtigs zijn. We
    hebben daar al met heel kleine dingen te maken, en misschien
    ontmoeten we daar quantum-werking. Welnu, quantum-coherentie
    blijkt een rol te spelen in de cytoskeletaire activiteit!
    In 1975 werkt Fröhlich m.b.t. de mogelijkheid van quantumcoherentie
    in biologische systemen. Supergeleiding en
    supervloeibaarheid, voordien enkel mogelijk gehouden bij
    extreem lage temperaturen, blijken namelijk ook op te treden bij
    hoge temperaturen zoals die heersen in biologische systemen
    (>Bose-Einstein-condensation). Zo’n quantumtoestanden op grote
    schaal blijken zich te realiseren in celmembranen (zie Ian
    Marshall, ‘89 e.a.). Emilio del Giudice (‘83) zegt dat het quantumself-
    focussing effect van elektro-magnetische golven in het
    cytoplasma in de cel, signalen veroorzaakt van de grootte van
    microtubules (>golfgeleidingstheorie). Maar dit is misschien ook
    toepasbaar op de vorming van de microtubules zelf? Bij
    watermolecules leken de tubules leeg te zijn (d.w.z.: dat het water
    daarin geen ionen bevat), maar het water in de cellen blijkt
    geordend (Hameroff ‘87), vandaar de mogelijkheid van quantumcoherente
    oscillaties in de tubules. Dat onderzoek is nog gaande
    en volgens Penrose is het antwoord daar te zoeken.
    Hoe hebben microtubules iets te maken met bewustzijn? We
    kunnen het bewustzijn onderzoeken, onder meer door te
    onderzoeken wat afwezigheid van bewustzijn veroorzaakt. We
    zien namelijk dat er verschillende gassen bestaan die anaesthesie
    kunnen veroorzaken. Is hier sprake van chemische interacties? Er
    zijn immers ook fijnere interactievormen tussen moleculen, zoals
    bvb. de van der Waalskracht, een zwakke aantrekking tussen
    moleculen die elektrische bipolaire momenten hebben. Volgens
    Hameroff en Watt ('83) treedt algemene anaesthesie op via de
    activiteit van de van der Waalsinteracties (op plaatsen waar het
    water verdreven is) die interfereren met de normale switching
    activiteit van de tubulines. Het gas verspreidt zich in de
    individuele zenuwcellen en het onderbreekt daar de activiteit van
    de tubulines. Het ziet er dus naar uit dat de vander
    Waalsinteracties van deze gassen met de eiwitten van de
    hersencellen, bewusteloosheid veroorzaken, en dat de eiwitten in
    kwestie de tubiline-’dimers’ in de tubulines zijn, en dat dus de
    onderbreking van de functie van de tubulines resulteert in
    bewusteloosheid. De verdoving heeft dus blijkbaar niets te maken
    met bvb. het onderbreken van de zenuwgeleiding, maar het heeft
    een effect op het cytoskelet in de zenuwcellen zelf, niet alleen bij
    hogere dieren, maar ook bij bvb. amoeben. Wat niet noodzakelijk
    betekent dat ook eencelligen bewustzijn zouden hebben. Zeker is
    alvast dat, als het cytoskelet verlamd wordt, bewusteloosheid
    intreedt: het cytoskelet is een noodzakelijke voorwaarde voor het
    bewustzijn. Deze voor het bewustzijn wezenlijke cytosceletaire
    activiteit is meer dan louter computationeel: ze situeert zich heel
    dicht bij het quantumgebeuren. Het is door de cytoskeletaire
    controle van de synapsverbindingen dat de tussenfase tussen het
    klassiek- en het quantumniveau een fundamentele invloed
    uitoefent op de activiteit van de hersenen.
    Waar zenuwimpulsen puur klassiek worden benaderd, wordt de
    hersenactiviteit als louter computationeel beschreven. Bewustzijn
    is echter niet computationeel. Komt het mogelijkerwijze tot stand
    middels de totale activiteit van massa’s van cytoskeletten? De link
    tussen de klassieke- en de quantumfysica wordt genoemd: ‘the
    missing OR-theory’. Een theorie is dat alle microtubules in de
    cytoskeletten samen een globale quantumcoherentie vormen. Een
    klassieke benadering moet dus falen. Hebben de quantumoscillaties
    daar iets mee te maken? Bestaat er quantumcomputation
    tussen de micro-tubules onderling? Het is zo dat rond
    een microtubule regio’s van geordend water voorkomen. Alvast
    lijkt het zo te zijn - en hier ontmoeten we de titel van Penrose’s
    werk - dat het neuronennetwerk van het brein slechts de schaduw
    is van een dieper niveau van cytosceletaire activiteit, waar zich de
    fysische basis van de geest bevindt.
    (J.B., 10 oktober 1999)
    Verwijzingen:
    (1) Ons inziens is dit een onterecht argument: de geest kan niet
    buiten het lichaam opereren op quantumniveau omdat hij op dit
    niveau geen waarnemingen kan doen buiten het lichaam (zie de
    paragraaf getiteld De derde component, in het hoofdstuk 22,
    Waarnemen en Zijn van Metafysica en ethica – J.B.). Hij kan wel
    waarnemingen doen buiten het lichaam op klassiek niveau, en kan
    dus ingrijpen buiten het lichaam op klassiek niveau. Verder is het
    ook zo, dat de wilskracht (Penrose spreekt op blz. 350 van ‘willpower’)
    niets buiten het lichaam kan beïnvloeden om de reden dat
    de dingen buiten het lichaam niet met het lichaam ‘mee-leven’. Ik
    verduidelijk dit hier eens, want het is m.i. van groot belang, ook in
    verband met de kwestie waar de energie dan moet vandaan komen
    die de wil moet toelaten om te ageren.
    Laten we eens aannemen dat een lichaam dat niet begeesterd zou
    zijn, helemaal stuurloos zou zijn. Zo’n lichaam zou echter wél
    nog leven (het valt te betwijfelen of dat het geval zou kunnen
    zijn, maar dit laten we hier buiten beschouwing). Een levend
    wezen nu, produceert voortdurend energie, net zoals een
    waterbron voortdurend water voortbrengt. Een levend wezen
    behoeft geen extra energie om bijvoorbeeld te bewegen, want
    het levende beweegt uit zichzelf; het behoort tot het levende dat
    het beweegt, en indien een levend wezen zich onbeweeglijk zou
    houden, dan zou dit aan dit wezen veel meer energie kosten dan
    in het geval het toch bewegingen zou maken. Het ligt dus in de
    natuur van het levend wezen besloten dat het leeft, en
    bijvoorbeeld ook beweegt. Een pasgeboren kind of een jonge
    baby, ligt niet onbeweeglijk in de wieg, maar maakt totaal
    ongestuurde bewegingen. Wanneer het geleerd heeft om zijn
    rammelaar vast te grijpen, dan lijkt het erop, wanneer het zijn
    rammelaar pakt, dat het hier gaat om een beweging die volgt op
    een wilsakt. De feiten leren ons echter dat de bewegingen, zij
    het ongecoördineerd, voorafgaan op de act (van bijvoorbeeld het
    vastgrijpen van een rammelaar) zelf. Het succesvol vastgrijpen
    van de rammelaar is het resultaat van een feed-back-oefening
    van het kind. Het kind heeft dus niet geleerd om energie om te
    zetten in beweging, want die verbinding tussen energie en
    beweging wàs er al, ingegeven door de natuur van het levende
    zelf. Wat het kind wél geleerd heeft, is: het maken van een keuze
    tussen verschillende, mogelijke bewegingen. Ook elders (zie de
    tekst waar hogen naar verwezen wordt) hebben we aangetoond,
    zij het via een heel andere weg, dat de essentie van het willen
    gelegen is in het kiezen. Om nu een keuze te kunnen maken
    tussen mogelijke bewegingen, moeten eerst de verschillende
    bewegingen als zijnde verschillend van elkaar onderscheiden
    kunnen worden door het kind. En het kind kan de bewegingen
    die bvb. zijn armpjes maken onderling onderscheiden op grond
    van de verschillende resultaten die ze elk opleveren (een ‘goede’
    beweging resulteert bvb. in het beet krijgen van de rammelaar,
    een ‘verkeerde’ beweging resulteert in het niet beet krijgen van
    het ding). Vanzelfsprekend moeten ook die resultaten onderling
    onderscheiden kunnen worden door het kind. En het kind leert
    dat, omdat het er belang bij heeft. Dit belang nu, is ook eigen
    aan het leven, want het levende schuwt van nature pijn en zoekt
    van nature bevrediging (dit is: het ongedaan maken van pijn).
    Pijn komt eerst, en bevrediging moet worden uitgedrukt op een
    negatieve manier (namelijk: als het uit de weg gaan van pijn), en
    dat wordt aangetoond in het fenomeen dat een drugsverslaafde,
    eens hij bvb. zijn heroïne gekregen heeft, en dus zijn pijn gestild
    is, geen behoefte meer heeft om zijn hongergevoel te
    bevredigen. Het leven heeft dus belang bij het ‘in-leven-zijn’ en
    middels de truuk van de pijn heeft het de geest van het kind
    ‘natuurlijk’ (dit wil zeggen: door de geboorte) verbonden met
    dat belang: iets wat het leven beschadigt, zal het kind met zijn
    geest aanvoelen als onaangenaam, als pijn, en het zal dus alles in
    het werk stellen om geen pijn te krijgen. Omdat het niet anders
    kan tenzij pijn en niet-pijn onderscheiden, zal het ook datgene
    wat pijn veroorzaakt en datgene wat pijn voorkomt
    onderscheiden, en zal het dus leren om die keuzen te maken die
    zo pijnloos mogelijk zijn. We zagen reeds dat de bewegingen
    niet van het kind zelf afkomstig zijn, doch van het leven. En nu
    zien we daarenboven dat ook het kiezen (tussen specifieke
    bewegingen) niet van het kind afkomstig is, maar opgelegd
    wordt door de natuur (die middels de truuk van de pijn, de geest
    van het kind verbonden heeft met het belang van het leven). Het
    feit dat een kind zijn bewegingen kan leren sturen, is dus een
    natuurlijke, dus ingeboren aangelegenheid en geenszins een zaak
    van de vermeende wil. Het is pas wanneer het kind tot een
    bepaalde graad van bewustzijn gekomen is, dat men over
    ‘vrijheid’ kan spreken. ‘Een bepaalde graad’ van bewustzijn is
    een vaag concept, doch het moet benadrukt worden dat het hier
    gaat om een wezenlijk kwalitatief meetbare aangelegenheid. We
    hebben het hier meer bepaald over ethisch bewustzijn, dit wil
    zeggen: een bewustzijn waarin het besef aanwezig is van de
    evenwaardigheid van andere personen aan de eigen persoon. En
    zoals we hebben uiteengezet in onze tekt (Metafysica en ethiek,
    het hoofdstuk over Job, of: de niet geconditioneerde
    waardering), kan het al dan niet aanwezig zijn van dit
    bewustzijn gemeten worden door het verstand (Lucifer) middels
    de pervertering van het sanctioneringsmechanisme: als blijkt dat
    een persoon alle bestraffingen ten spijt volhardt in wat hij ‘het
    Goede’ noemt, dan moet het werkelijk bestaan van ‘het Goede’
    erkend worden op straffe van contradictie in het andere geval, en
    meteen moet dan ook het bestaan van ‘de wil’ worden erkend,
    dit is: de aanwezigheid van de keuzeactiviteit die zich niet
    langer laat sturen door ‘natuurlijke’ beweegredenen.
    Vatten we dit eens samen: de relatie tussen leven en bewegen is
    natuurlijk (dit wil zeggen: aangeboren). Ook de relatie tussen
    leven en willen (of: kiezen, selecteren, sturen, leren) is natuurlijk
    of aangeboren, met die beperking dat we de term ‘willen’
    gebruiken terwijl het hier eigenlijk om een ‘gewild-worden’
    gaat. Van écht ‘willen’ is pas sprake waar blijkt dat de wil het
    natuurlijke, het aangeborene, overstijgt, er zich van losmaakt,
    het aan zich onderwerpt: het ‘leven’ wordt beheerst of
    onderworpen door het ‘ethisch leven’, en het is ook onmogelijk
    dat een immoreel leven het leven zou kunnen beheersen of
    onderwerpen, aangezien de immoraliteit precies gekenmerkt
    wordt door haar aanslepende afhankelijkheid van ‘beloningen’
    of ‘conditioneringen’, want wie het Goede niet kent heeft er
    geen enkel belang bij om tegen het ‘voordeel’ in te handelen.
    De vraag rijst dan waar die wil tot het doen van het Goede, die
    ethische wil dus, vandaan komt. En hier is slechts één antwoord
    mogelijk: de mogelijkheid van de mens om lief te hebben (want
    dat is de essentie van het kunnen willen in de authentieke zin
    van het woord) komt van God. Meer bepaald is de energie om
    het Goede te doen afkomstig van een objectief gegeven, en dat
    objectief gegeven kunnen wij misschien het beste beschouwen
    als zijnde de aanwezigheid van schuld en/of verdienste. Dit
    wordt enkele alinea’s verder in deze voetnoot nog verduidelijkt.
    Wanneer wij nu een kind zien dat zijn rammelaar pakt, dan
    gebruiken wij de term ‘willen’, we zeggen dat hij hem heeft
    willen pakken. Maar we kunnen die term pas gebruiken vanuit
    onze ervaring van het waarachtige willen: we projecteren m.a.w.
    een term uit het ethische om een natuurlijke werkelijkheid te
    kunnen benoemen, zoals we bvb. ook doen met de term ‘liefde’,
    waar die wordt aangewend om bvb. het natuurlijke ouderinstinct
    bij dieren te benoemen, of zoals wij de term ‘creativiteit’ kunnen
    gebruiken om aan te duiden hoe vindingrijk mieren of vogels
    tewerk gaan bij het bouwen van hun nesten.
    Indien het willen van het Goede een kwestie was van fysische
    energie, dan zouden fysiek zwakkere mensen benadeligd zijn
    tegenover sterkeren. De ervaring leert ons dat het willen van het
    Goede en het overwinnen van het kwade met fysische energie
    niets te maken hebben. Omdat het waarachtige willen per
    definitie een willen van het goede is, zoals boven aangetoond, is
    de wil van die aard dat hij geen fysische energie nodig heeft.
    Het is dus zo dat het ‘willen’ van het kind, geen écht willen is.
    Ook bij de volwassene is er geen sprake van willen wanneer hij
    bvb. naar een werktuig grijpt. Maar het is duidelijk dat alle
    handelingen van de volwassene die tot ethisch handelen
    bekwaam is, net als zijn spierwerking en zijn spijsvertering,
    enz., objectief in dienst zullen staan van zijn ethische keuze
    voor ‘het Goede’, dat, eens men zich ervan bewust is, aan de
    mens de plicht oplegt om te keizen (Zie de eerste paragrafen
    van onze Metafysica – J.B.).
    Keren we nogmaals terug naar het keuzemoment en de kwestie
    waarom er geen extra energie nodig is om te kunnen ‘kiezen’.
    We zagen dat hier geen sprake is van waarachtig willen, doch
    dat het om een natuurlijkheid gaat, een door het leven zelf
    voorziene kracht. Waar waarachtig willen in het spel is, gaat het
    om een ethische aangelegenheid die, getuige Job, zelfs met
    negatieve energie (dus: zelfs ondanks tegenwerking en,
    paradoxaal genoeg precies dank zij die tegenwerking)
    uitvoerbaar (of: manifesteerbaar) is. Daar tussenin ligt een regio
    van ‘sociaal gedrag’ dat vaak verward wordt met ethiek. In het
    gebied van het sociale wordt de keuze-energie gehaald uit al dan
    niet geïnterioriseerde ‘druk’. Een man geladen met een vracht op
    de schouders, voor wie op een bepaald ogenblik de vracht te
    zwaar wordt, moet die laten vallen, hetzij links, hetzij rechts van
    hem, teneinde niet verpletterd te worden. Zit links van hem
    toevallig een kind te spelen, dan zal hij de vracht rechts droppen.
    Dit vraagt geen extra energie: net zoals bij het ‘natuurlijke’
    kiezen, wordt zij keuze hier gestuurd door een afgeleide van het
    natuurlijke, namelijk het sociale. In tegenstelling tot wat in het
    natuurlijke het geval is, is de sanctionering m.b.t. dit soort van
    ‘keuzen’ indirect (de natuur bestraft verkeerde keuzen via de
    tussenkomst van derden), maar wezenlijk niet van het
    natuurlijke verschillend.
    Nog een aansluitende bedenking m.b.t. de problematiek inzake
    mogelijke verbanden tussen quantum-situaties (meer bepaald
    ‘superposities’) en Lebensweltliche toestanden, m.a.w.: de
    kwestie hoe wij ons dergelijke, wat vreemd aandoende
    gegevenheden het best kunnen voorstellen, is de volgende - en
    hiermee kunnen we ook verklaren hoe de energie tot het zich
    realiseren het Goede afkomstig is van God of van een externe,
    objectieve (en rechtvaardige) instantie.
    Op quantum-niveau is het zo dat de waarneming de toestand van
    het waargenomene beïnvloedt. Eigenlijk is iets gelijkaardigs het
    geval op het klassieke niveau, want waarneming is interpretatie;
    het is waarneming van betekenisdragende patronen. Deze
    waarneming gebeurt ‘natuurlijk’, net zoals het ‘willen’ van het
    kind een natuurlijke aangelegenheid is, omdat niets behalve de
    natuur nodig is om de waarneming te verklaren. Vanaf een
    bepaald moment echter, het moment waarop sprake is van
    ethisch bewustzijn (- voor een definitie: zie hoger in deze
    vootnoot -), bevat de interpretatie die in de waarneming
    aanwezig is, meer bepaald in zijn aspect van verwachting, ook
    een ethische dimensie. Concreet betekent dit dat de interpretatie
    in de waarneming mede gestuurd wordt door een specifieke
    verwachting. Van zodra het gaat om een ethisch subject, zal deze
    verwachting echter niet langer louter subjectief zijn, doch door
    een objectieve pool gekleurd (of: ethisch bepaald) worden. Deze
    objectieve pool binnen de verwachting is de aanwezigheid van
    hetzij schuld, hetzij verdienste. Nog concreter uitgedrukt: de
    aanwezigheid van schuld of van verdienste bij het waarnemend
    subject, zal mede de interpretatie van het waargenomene
    bepalen, en zal dus mede bepalen met welke werkelijkheid het
    subject geconfronteerd wordt. Precies omdat het hier gaat om
    een objectieve pool, zal een schuldige waarnemer op die wijze
    in het waargenomene zijn bestraffer ontmoeten, en zal hij dus
    een straffende werkelijkheid ‘scheppen’; analoog voor de
    verdienstige, die aldus een ‘belonende’ werkelijkheid zal
    scheppen. Zoals in onze tekst (zie hoger – J.B.) uitvoeriger
    beschreven: de wereld is ons loon, en ook al delen wij, fysisch
    gezien, dezelfde werkelijkheid, dan nog valt niet te ontkennen
    dat bvb. de ene stervende gelukkiger is dan de andere (- Zie:
    Metafysica en ethica, o.m. hoofdstuk 3: De facticiteit van geluk
    en ongeluk en de paragraaf getiteld: Onze wereld is ons loon, in
    hoofdstuk 26: Werkelijkheid en waan). Samenvattend: op
    klassiek niveau, maar meer specifiek op ethisch niveau, blijkt
    onze wereld ons loon te zijn, m.a.w.: een afspiegeling van onze
    ethische schuld en verdienste. Wij gaan er in onze metafysica
    van uit dat niet het elementaire deeltje, maar wel de ethische act
    de as is waarrond de hele werkelijkheid is opgebouwd. Zo zal
    dus ook de quantumwerkelijkheid een afspiegeling zijn van de
    ethische werkelijkheid, en is in zijn patroon nog dat patroon
    zichtbaar dat geldt in de ethische wereld: de waarneming
    beïnvloedt er het waargenomene. Die quantum-feitelijkheid
    vertoont dus het patroon van de ethische werkelijkheid.
    Een en ander valt verder aan elkaar te relateren als men het
    volgende schema voor ogen houdt. Wij kunnen de Natuur
    beschouwen als een aan de mens ondergeschikt gegeven waarin
    ethiek niet bestaat, en waarin zelfs rede niet bestaat: de Natuur
    komt ons dan voor als een redeloos geheel, toevallig tot stand
    gekomen, waarbij ‘alles zo goed in elkaar past’ alleen omwille
    van een ‘dood’ selectie- en aanpassingsproces: dat vogels zo
    behendig een nest bouwen zou dan terug te voeren zijn naar
    louter ‘dode’ mechanismen. Maar wij kunnen de Natuur ook
    beschouwen als een door de volmaakte Geest van God gestuurd
    geheel. De ingeniositeit waarmee bvb. een spin een web bouwt,
    zal dan worden gezien als een afspiegeling van de ingeniositeit
    van God die in de Natuur werkzaam is. In de eerstgenoemde
    beschouwing is de werkelijkheid niets meer dan een geheel van
    objecten waarin door louter toeval een bepaalde orde, een
    evenwicht of een harmonie ontstaan is. Tot die objecten behoren
    dan ook de menselijke subjecten, die dan moeten gezien worden
    als even toevallig opgebouwd uit elementaire partikels. In de
    laatst genoemde beschouwing van de werkelijkheid echter,
    wordt de werkelijkheid gezien als één geheel, gedijend in het
    (bewuste, vrije, liefdevolle) Subject dat God is, en dus als een
    eenheid. In dat geval ontlenen de delen hun wezen aan het
    geheel, terwijl in het eerstgenoemde geval de delen als op
    zichzelf bestaande dingen gezien worden, die weliswaar kunnen
    gesommeerd worden, maar waarin geen innerlijke eenheid zit.
    Wij opteren voor de laatst genoemde
    werkelijkheidsbeschouwing: er zijn geen objecten tenzij binnen
    een subjectief bewustzijn, wat hier betekent: binnen de
    Subjectiviteit van God. En nu kunnen we de volgende
    (metaforische) analogie maken ter verduidelijking van onze
    visie.
    Net zoals het subject niet een object is tussen andere
    objecten, maar wel dat- of diegene waarbinnen de objecten hun
    bestaan hebben, net zo bestaan de ethische wetten niet binnen het
    subject, maar ontleent daarentegen het subject zijn subjectiviteit
    aan de ethische wetten waarbinnen het gedijt. Anders gezegd:
    zoals de objectenwereld pas bestaat binnen de subjectiviteit, zo
    bestaat de subjectiviteit pas binnen de wereld van de ethische
    wetten, welke een afspiegeling is van de goddelijke Liefde: eerst
    is er dus God, of de Liefde, waarbinnen de subjecten bestaan,
    vervolgens bestaat binnen de wereld van de subjectiviteit de
    wereld van de objecten. En zoals de objecten een specifieke
    tekenwaarde kunnen dragen waarmee zij naar de wereld van de
    subjectiviteit, waaraan zij hun bestaan te danken hebben, kunnen
    verwijzen, zo ook kunnen de subjecten een ‘tekenwaarde’ hebben
    waarmee zij naar de wereld van het goddelijke kunnen verwijzen.
    Nog anders uitgedrukt: in de wereld van de objecten bestaan er
    objecten die verwijzen naar subjecten, en dat zijn, meer bepaald,
    woorden, en in het bijzonder persoonsnamen, welke zich van
    andere onderscheiden door het ontbreken van een lidwoord,
    precies om hun karakter van niet-object-zijn aan te duiden. Zo ook
    kunnen, binnen de wereld van de subjecten, subjecten een
    ‘tekenwaarde’ vertonen die verder wijst dan het louter subjectieve,
    namelijk naar het goddelijke, waaraan de subjectiviteit zijn
    bestaan te danken heeft, en die ‘tekens’ zijn handelingen, meer
    specifiek: eumorele acten of daden die uit liefde gesteld worden
    (en die tegen het natuurlijke of het door de natuur
    geconditioneerde) ingaan.


    08-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 5

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 5: zie de PDF:

    Bijlagen:
    penrose_5-1.pdf (82.5 KB)   


    07-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 4

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 4
    Zo belanden we bij het tweede deel: What New Physics We Need
    to Understand the Mind. The Quest for a Non-Computational
    Physics of Mind. (p. 211)
    Heeft de geest een plaats in de klassieke fysica? We nemen aan
    dat ons lichaam onderworpen is aan de wetten van de klassieke
    fysica, maar wat dan gezegd van onze geest? Als de geest het
    lichaam zou kunnen beïnvloeden, zodat het lichaam gaat ageren
    los van de wetten van de klassieke fysica, dan zou zulks de
    accuraatheid van die zuivere fysische wetenschappelijke wetten
    verstoren. Het is Penrose’s overtuiging dat de geest deel moét
    uitmaken van het (materiële) universum, want anders zou er geen
    wisselwerking tussen lichaam en geest kunnen bestaan. (1)
    De wetten van de fysica zijn heel precies, maar niets wijst op het
    bestaan van niet computationeel simuleerbare activiteiten.
    Nochtans is het dat wat Penrose zoekt. Vandaar moet gezocht
    worden naar een nieuwe benadering naast die van de klassieke en
    die van de quantumfysica.
    De klassieke fysica beschouwt een fysisch systeem met z’n
    gegevens op basis waarvan ook zijn toekomstige toestanden
    kunnen berekend worden middels Turing-computation. Daartoe
    moeten die gegevens gedigitaliseerd kunnen worden teneinde
    discrete parameters te verkrijgen (zoals in computers). Verder zijn
    heel wat systemen chaotisch: praktisch onvoorspelbaar maar
    niettemin principieel berekenbaar. Vandaar: de vraag of onze
    precisiegraad adequaat is, hangt af van het feit of we hetzij actueel
    gedrag, hetzij een type van gedrag berekenen. Initiële minimale
    afwijkingen kunnen de berekeningen totaal onbruikbaar maken.
    Het blijft mogelijk dat ook in het precies chaotisch gedrag een
    factor van bepaalde continue wiskundige systemen niet door een
    discrete benadering kan gevat worden. In de quantumfysica
    bestaat een vrijheid die random is, naast alle gedetermineerd en
    berekenbaar gedrag, zoals voorzien door de vergelijkingen van de
    quantum-theorie. Vandaar: noch in de klassieke noch in de
    quantum-fysica is plaats voor niet-berekenbaar gedrag. Vandaar de
    vraag: kan het bewustzijn verklaard worden door een nieuwe
    fysica of is het een emergent fenomeen?
    Het bewustzijn veronderstelt een niet-computationeel fysisch
    proces in de hersenen. Dit proces is ook eigen aan de activiteit van
    de dode materie (waaruit ook de hersenen zijn opgebouwd). Dat
    leidt Penrose tot de volgende vragen: waarom is er pas bewustzijn
    in verbinding met de hersenen? En waarom is het nietcomputationeel
    gedrag tot nog toe aan de aandacht van de fysici
    ontsnapt? Penrose: de organisatie van de hersenen (dus: hun
    computationaliteit) biedt geen afdoende verklaring. Ook in de
    dode stof bestaat er niet-computationaliteit, maar de fysica heeft er
    geen oog voor. Een voorbeeld is de Einstein-trechter m.b.t. het
    tijd-ruimte-continuum.
    In 1647 komt Newton’s gravitatiewet. In 1865 Maxwell’s
    electrische en magnetische velden. In 1915 verklaart Einstein de
    gravitatie niet langer als een kracht maar als een ‘geplooidheid’
    van de tijd-ruimte. Houdt dit verband met niet-computationaliteit?
    Alvast is het zo dat het computationeel denken de fysica sterk in
    zijn greep heeft. Verwezen wordt naar de confirmatie in de
    sterrenkunde van Einsteins ‘voorspelling’ in 1974, wat de
    algemene relativiteitstheorie tot de meest accurate ooit maakt.
    Anderzijds is er ook de tweede wet van de thermodynamica (alle
    systemen evolueren naar een toestand van maximale entropie).
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 10 oktober 2021)
    Verwijzingen:
    (1) In de vier standpunten die Penrose onderscheidt, verwerpt hij
    onder meer het dualisme. Zijn hoofdargument luidt: de geest moét
    deel uitmaken van het (materiële(*)) universum, want anders zou
    er geen wisselwerking tussen lichaam en geest kunnen bestaan.
    (Zie: R. Penrose, Shadows of the Mind, onder meer: pag. 213:
    “But if the mind were able to influence the body in ways that
    cause its body to act outside the constraints of the laws of physics,
    then this would disturb the accuracy of those purely physical
    scientific laws. It is thus difficult to entertain the entirely
    ‘dualistic’ view that the mind and the body obey totally
    independent kinds of law. Even if those physical laws that govern
    the action of the body allow for a freedom within which the mind
    may consistently affect its behaviour, then the particular nature of
    this freedom must itself be an important ingredient of those very
    physical laws. Whatever it is that controls or describes the mind
    must indeed be an integral part of the same grand scheme
    which governs, also all the material attributes of our universe”).
    In acht genomen Penrose’s uitgangspunt, namelijk: dat het
    bewustzijn ontspringt uit de hersenwerking - lijkt het ons dat hij
    zo doende de zaken op hun kop zet. We verduidelijken met nog
    een andere vergelijking. We vergelijken de geest met de
    (levende) pottenbakker en het lichaam met de klei. De klei
    behoort tot het materiële universum, de pottenbakker is een
    mens. We stellen vast dat de pottenbakker de klei kan
    beïnvloeden, maar mogen we daarom ook zeggen dat hij behoort
    tot het universum van de materiële dingen, zodat er dus geen
    wezenlijk verschil zou zijn tussen hem en de klei? Het is precies
    andersom: de klei, en al het materiële vormt een
    deelverzameling van het levende, en dààrom is een beïnvloeding
    vanwege de pottenbakker op zijn klei mogelijk! Met andere
    woorden: de (levende) pottenbakker kan de (dode) klei
    bewerken, niet omdat ook hij behoort tot het universum van de
    dode dingen, maar, andersom, omdat de klei behoort tot (of: een
    aspect is van) het universum van de levende dingen. Op analoge
    wijze kan de geest het lichaam beïnvloeden, niet omdat de geest
    wezenlijk stoffelijk van aard zou zijn, maar: omdat het
    stoffelijke behoort tot (of: een deel-aspect is van) het
    geestelijke! Het lagere moet gedacht worden als product van het
    hogere in plaats van andersom; we mogen immers niet (zoals
    Carnap wél doet) de werkelijkheid beschouwen als opgebouwd
    uit zijn deelaspecten! (**)
    (*) Penrose zegt niet dat het universum materieel van aard is -
    zie het laatste zinsdeel van het opgenomen citaat waarin het
    gebruik van de term ‘also’ Penrose redt van dit reductionisme -,
    maar het lijkt er wel op dat hij bij zijn behandeling van de geest
    denkt aan stoffelijke, of dan toch ‘fijnstoffelijke’ werkelijkheden
    (hij gelooft dat het bewustzijn ontstaat uit de fysische activiteit
    van het brein), dus: dat zijn wereldbeeld in wezen geschoeid
    blijft op de leest van de fysica die, klassiek of niet, de
    werkelijkheid als object blijft beschouwen - tenzij de
    Kopenhaagse interpretatie van de quantumfysica, ten eerste, zeer
    ernstig wordt genomen en, ten tweede, op de ene of andere wijze
    geëxtrapoleerd wordt naar de ganse werkelijkheid toe - wat ons
    inziens pas mogelijk is mits het ‘heropbouwen’ van de
    werkelijkheid als zijnde het resultaat van zuiver ethische
    activiteit. Zo’n ‘werkelijkheidsreconstructie’ blijft echter
    onmogelijk voor de quantumfysica omdat deze willens nillens
    gedacht wordt vanuit de uitgangspunten van de klassieke fysica,
    en dus: als een object.
    (**) Het glas is geen wezenlijk onderdeel van (/geen eigenschap
    van) ‘de’ zandloper: er zijn er uit glas, uit plastic, enz.


    06-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 3

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 3
    De paragrafen 2.6. Possible technical objections to G (pp.77-88)
    tot en met Appendix A: An explicit Gödelizing Turing machine (pp.
    88-126) slaan we hier over, en we beschouwen nu enkele
    paragrafen uit het derde en laatste hoofdstuk van deel 1, over de
    niet-berekenbaarheid in het wiskundige denken.
    Zoals we zagen, is het wiskundige begrip geen product van een
    algoritme. Maar kan het niet zo zijn dat de wiskundige overtuiging
    het resultaat is van een onbekend, onbewust algoritme, of van een
    kenbaar algoritme dat echter miskend wordt als zijnde datgene wat
    schuilgaat achter de wiskundige overtuiging? En in dit hoofdstuk
    toont Penrose aan dat zulks uitgesloten is.
    De vraag is dus of wiskundigen onbewuste regels of onwrikbare
    waarheden volgen. Zo hebben Gödel en Turing dezelfde
    wiskundige evidenties, maar ze komen tot verschillende, zelfs
    tegengestelde conclusies (m.b.t. G). Volgens Gödel wordt de geest
    niet beperkt door z’n rekenvermogen en evenmin door de
    eindigheid van het brein: de geest kan los van de stof bestaan.
    Turing echter vecht die stelling aan. Penrose schrijft: “Gödel
    rejected Turing’s other contention ‘that there is no mind separate
    from matter’, referring to it as ‘a prejudice of our time’. Thus,
    Gödel appears to have taken it as evident that the physical brain
    must itself behave computationally, but that the mind is something
    beyond the brain (...). He did not regard G as a proof of his
    viewpoint that the mind acts non-computationally, for he allowed
    that: “On the other hand, on the basis of what has been proved so
    far, it remains possible that there may exist (and even empirically
    discoverable) a theorem-proving machine which in fact is
    equivalent to mathematical intuition, but cannot be proved to be
    so, nor even proved to yield only correct theorems of finitary
    number theory.” (Wang (1993), p. 118, Penrose, p. 128). Het zou
    dus mogelijk zijn dat er een theorema-bewijsmachine is die
    equivalent is aan de mathematische intuïtie, terwijl ook niet kan
    bewezen worden dat dit zo is of dat ze correct werkt. Gödel nam
    de logische mogelijkheid van zo’n ‘onkenbaar sound algoritme
    aan, maar hij geloofde er niet in; hij geloofde in het losstaan van
    de geest van de stof. Turing zegt ook dat een machine die feilloos
    is, niet intelligent kan zijn. Hij had ook een eigen computer-versie
    van het Gödel-theorema. Turings visie was consistent met Gödel,
    en volgens standpunt A. Penrose wil nu A en B uitsluiten, en een
    basis geven voor het wiskundig begrip.
    Zijn vraag luidt als volgt: kan het wiskundig begrip resulteren uit
    een algoritme dat onkenbaar en unsound is of dat onkenbaar
    sound is? Met andere woorden: is een vermeende algoritmische
    procedure F, die zou schuilgaan achter dit wiskundig begrip,
    kenbaar? Nog anders gezegd: stel dat het wiskundig begrip berust
    op een algoritmische procedure F; is F dan kenbaar?
    Penrose, die dus verwerpt dat zulks mogelijk is, onderscheidt drie
    standpunten (- we gaan er hier niet verder op in):
    (1°) F is bewust kenbaar, ook in de rol van algoritmische
    procedure achter het wiskundig begrip;
    (2°) F is bewust kenbaar, maar niet in de rol van algoritmische
    procedure achter het wiskundig begrip;
    (3°) F is onbewust en onkenbaar.
    Uit de conclusies bij hoofdstuk 3 (pp. 201-208) onthouden we nog
    dat, met betrekking tot de in het begin van het boek geschetste vier
    standpunten, A en B aldus verworpen worden. Maar ook D levert
    problemen op, want als men aanneemt dat lichaam en geest niets
    met elkaar te maken hebben, hoe komt het dan dat onze geest zo
    onlosmakelijk verbonden is met onze hersenen - ja, dat hij de
    hersenen blijkbaar nodig heeft? Of waarom dan kunnen
    medicijnen of handicaps de geestestoestand beïnvloeden? (1) Maar
    ook standpunt C levert problemen op, want het heeft een zeer
    speculatief karakter. Alle tot nog toe ontdekte natuurwetten
    worden immers computationeel beschreven. We moeten dus
    kiezen, aldus Penrose, voor de harde eerder dan voor de zachte
    versie van C. Penrose blijft echter geloven in het bestaan van nietcomputationele
    activiteit in fysische systemen. En we kunnen die
    ontdekken door de zwakke plekken in de wetten te onderzoeken -
    vooral de quantummechanica leent zich daartoe.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 10 oktober 1999)
    Verwijzingen:
    (1) O.i. zijn deze tegenwerpingen onterecht. De geest heeft het
    brein nodig op dezelfde manier waarop hij de rest van het lichaam,
    en ook al zijn andere instrumenten (werktuigen) nodig heeft om
    zijn plannen uit te voeren. Een goede schrijnwerker kan geen goed
    werk leveren als de snee van zijn zaagblad is, maar daarom is hij
    nog geen slechte schijnwerker. Zo ook zal zelfs een groot retor die
    zijn gebit mist, moeite hebben om te praten, en nog meer moeite
    heeft hij wanneer zijn hersenen beschadigd werden door een
    beroerte. Indien men de proef of de som zou nemen, en men zou
    van een welbespraakt iemand dat gedeelte van de hersenen
    wegnemen waar zich de spraak situeert, om er nadien ‘nieuwe’ en
    ‘lege’ hersenencellen in te planten, dan zou men tot de vaststelling
    komen dat zich de spraakkundigheid van die man alras zou
    herstellen, net zoals de schrijnwerker, aan wie men de oude, botte
    zaag zou ontnemen om hem een nieuwe en goede in de plaats te
    geven, wel even zou moeten wennen aan het nieuwe werktuig,
    doch weldra weer zijn vakkundigheid zou kunnen bewijzen.
    Immers, we ervaren toch allen dat het de oefening is die de kunst
    baart, dit wil zeggen: de herhaling, het telkens weer trekken van
    nieuwe, betere of diepere sporen en verbindingen. Intelligentie
    wordt grofweg gedefinieerd als ‘aanpassingsvermogen’,
    waaronder niets anders verstaan kan worden tenzij ‘snelheid van
    aanpassingsvermogen’, want zich aanpassen doet alles en
    iedereen, en ook de efficiëntie is uiteindelijk een zaak van snelheid
    en van herhaling. Die snelheid zal dan wel te maken hebben met
    een specifieke chemische huishouding, net zoals de mogelijke
    snelheid van een wagen van zijn constructie en van de toestand
    van het wegdek afhankelijk is, maar élke wagen heeft snelheid,
    anders was het geen wagen. Wij kunnen in ons denken inderdaad
    belemmerd worden door stoffelijke dingen, maar evenzeer stemt
    het tot nadenken dat wij in ons denken ook beïnvloed kunnen
    worden door geestelijke dingen: wie bijvoorbeeld door zijn
    geweten bezwaard wordt, is niet in staat om een gedicht te lezen,
    en wie een compliment gekregen heeft voor vlijt, zal nog beter
    presteren dan voordien. En waarom dan richt onze geest zich op
    onze hersenen? Duidelijk om dezelfde reden waarom de
    schrijnwerker, als hij wil werken, zijn zaag vastneemt, en niet de
    zaag van een ander, of een pen. Onze geest heeft de hele evolutie
    lang geïnvesteerd in onze hersenen, zoals de schrijnwerker zijn
    arbeid toegespitst heeft op zijn schrijnwerkerij. Het is geen
    betreurenswaardige zaak dat de geest door de beperkingen van de
    hersenen ‘gevangen’ wordt, net zomin als het betreurenswaardig is
    dat ikzelf, als auteur van deze tekst, ‘gevangen’ word door deze
    tekst - door wat ik reeds neergeschreven heb. De tekenaar die een
    cirkel afbeeldt op een blad papier, beperkt zichzelf, want hij kan
    daarvan geen vierkant meer maken, en hoe verder hij vordert in
    zijn kunstwerk, hoe meer hij zichzelf beperkt. Uiteindelijk blijkt
    hij bij de afwerking totaal afhankelijk geworden te zijn van wat er
    reeds staat, zodat zijn leermeester, op grond van wat hij ziet, hem
    dan wellicht beter dan hijzelf kan zeggen welke retouches hij nog
    moet aanbrengen om het werk te voltooien. Alle vrijheid is
    zelfbeperking, en het botvieren van de vrijheid (in de goede zin
    van het woord), resulteert uiteindelijk onafwendbaar in een
    confrontatie met externe en daarom absolute ‘wetten’ waaraan
    men zich wel moét onderwerpen, wil men z’n werk tot een goed
    einde brengen. Op precies dezelfde wijze ‘onderwerpt’ ook de
    geest zich aan de stof; het zou absurd zijn als hij dat niet deed.
    Voor derden die onbetrokken zijn met wat er gaande is, kan het er
    dan uitzien alsof de stof de geest domineert, maar zo’n
    beoordeling mist de pointe. Daarom beschouw ik de genoemde
    argumenten van Penrose tegen standpunt D als irrelevant.


    05-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 2

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 2
    Gödel houdt zich bezig met de axiomatische gronden van de
    wiskunde. Penrose wil middels Gödel aantonen dat ons begrijpen
    geen algoritmische activiteit kan zijn. De gewaarwording van
    ‘rood’ kan niet computationeel worden opgewekt. Dieren rekenen
    niet, maar zij worden wel ‘rood’ gewaar.
    Wat is nu het verband tussen Gödels theorema en het gezond
    verstand? Een niet berekenbaar proces is een onmiddellijk
    bewustzijn van iets. Daardoor kan men iets ‘visualiseren’ of een
    ‘direct begrip’ hebben van iets, een ‘mentaal beeld’. Dat hoeft niet
    noodzakelijk ‘visueel’ van aard te zijn. We ‘begrijpen’ de
    betekenis van een woord direct, we krijgen er ‘onmiddellijk’ vat
    op, alsof we de ervaringen van diegene die ons de mededeling
    doet, delen. Een kind krijgt begrip van getallen, geabstraheerd van
    de getelde dingen. Dit is geen berekenen meer, maar ‘awareness’.
    Penrose geeft voorbeelden met visuele getalbeelden om het
    ‘begrip’ van de commutativiteit van de vermenigvuldiging
    duidelijk te maken. Gödel toont aan dat het onmogelijk is om alle
    evidente redeneerstappen in één systeem te steken dat dan bij
    machte zou zijn om alles op te lossen: de behoefte aan nieuwe,
    vanzelfsprekende begrippen kan niet en nooit weggewerkt
    worden. Het wiskundig begrijpen is iets anders dan (be)rekenen.
    (1).
    Tot hier een herhaling van het hoofdstuk Consciousness and
    computation, dat loopt tot pagina 63. Hierna wordt middels Gödel
    uiteengezet dat ons begrijpen geen algoritmische activiteit kan
    zijn, in: The Gödelian case (pp. 64-126).
    Penrose zegt dat de wiskunde het duidelijkste aantoont dat iets in
    ons denken ontsnapt aan het loutere ‘berekenen’. Gödel’s stelling
    komt hierop neer: Geen enkel formeel systeem van ‘sound’
    wiskundige bewijsregels kan (principieel) alle ware uitspraken
    van de ordinaire rekenkunde voortbrengen. Wat dus betekent dat
    het menselijk verstaan niet kan gereduceerd worden tot een
    verzameling van rekenregels. Geen dergelijk systeem kan
    bewijzen leveren van die rekenkundige uitspraken waarvan de
    waarheid principieel toegankelijk is voor menselijke intuïtie en
    begrip. Intuïtie en begrip kunnen dus niet herleid worden tot een
    verzameling van regels.
    Algoritmes kunnen voorgesteld worden door wiskundig formele
    systemen, en een Turing-machine is een wiskundig geïdealiseerde
    computer, een stap-voor-stap-procedure. Een ‘universele Tmachine
    is er een die om het even welke T-machine kan
    nabootsen, en die dus elk algoritme kan uitvoeren, zoals
    bijvoorbeeld onze moderne computer.
    Berekeningen (computations, algoritmes, logische operaties) zijn
    de activiteit van een T-machine. Willen we bijvoorbeeld een getal
    zoeken dat niet de som is van drie kwadraten, dan bouwt de
    machine de rij van de natuurlijke getallen op (“rij1”), en de rij van
    de kwadraten ervan (“rij2”), en daaruit de rij van de som van drie
    kwadraten (“rij3”); vervolgens overloopt ze “rij1” en stelt aan elk
    getal de vraag of het ook tot “rij 3” behoort; is dat niet het geval,
    dan hebben we te maken met één van de gezochte getallen.
    Nu zijn er ook oneindige berekeningen: stel dat we een getal
    zoeken dat niet de som is van vier kwadraten, dan zal de machine
    aan het werk gaan en nooit ophouden met zoeken. Nooit zal zo’n
    getal gevonden worden (Lagrange bewees in 1770 dat het niet
    bestaat), maar de machine zal daarover nooit uitsluitsel kunnen
    geven, want de getallenrijen zijn oneindig lang. Een ander
    voorbeeld is het vermoeden van Goldbach (1742), dat door de
    oneindige berekeningen van de machine noch weerlegd noch
    bewezen kan worden.
    Hoe kunnen we nu uitmaken of berekeningen oneindig zijn? Soms
    kunnen we dit intuïtief inzien. Soms kunnen we dit ook formeel
    bewijzen middels mathematische inductie (waarbij één enkele
    berekening relevant wordt geacht voor àlle (natuurlijke) getallen).
    Maar deze procedure is ontoereikend om oneindige berekeningen
    als dusdanig te ontmaskeren, omdat élke verzameling van regels
    ontoereikend is om dat te doen (- wat volgt uit Gödel’s stelling).
    M.a.w.: er zijn berekeningen die nooit stoppen, maar dat dit zo is
    kan niet altijd wiskundig bewezen worden. De regels kunnen dus
    het inzicht nooit vervangen!
    Penrose toont nu hoe Gödel deze waarheid demonstreert:
    Beschouwen we Penrose’s vereenvoudigde bewijs van de stelling
    van Gödel. De conclusie tot welke Gödel in zijn theorema
    uiteindelijk komt (en die moet illustreren dat het menselijk denken
    en begrijpen de activiteit van het loutere rekenen kwalitatief
    overtreft), luidt als volgt: in de rekenkunde bestaan er stellingen
    (en die zullen er altijd zijn) waarvan wij de waarheid duidelijk
    kunnen inzien, maar waarvoor geen bewijs bestaat.
    Penrose geeft een voorbeeld van zo’n ware en onbewijsbare
    stelling, namelijk de volgende stelling, genaamd G (waarbij n een
    element is van de natuurlijke getallen N):
    (G): “Er bestaat geen enkel oneven getal dat de som is van n
    aantal even getallen”.
    Het is duidelijk want evident voor ons, zegt Penrose, dat deze
    stelling waar is, maar wij kunnen deze waarheid niet bewijzen.
    Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid van
    (G) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een
    algoritme dat alle mogelijkheden narekent.
    Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog steeds
    geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar ook
    zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.
    Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle
    mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel.
    Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is,
    onvoltooibaar is.
    Welnu, zegt Penrose: misschien kunnen we wel bewijzen dàt zo’n
    bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat zouden kunnen, dan
    zouden we dat doen middels een rekenprocedure, genaamd A.
    Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure A dan wel eindig zijn,
    want anders hervielen we in hetzelfde probleem.
    Penrose toont nu aan (pp. 72-77): als wij veronderstellen dat A
    bestaat, dan leidt A tot een contradictie, dus kunnen we niet
    veronderstellen dat A bestaat, met andere woorden: zo’n
    rekenprocedure die de oneindigheid van het bewijs van (G) moet
    aantonen, bestaat zelf niet. Dus we kunnen niet bewijzen dat (G)
    waar is. Ziehier een beknopte weergave van de gedachtengang.
    We gaven zopas enkele voorbeelden van de werking van de Tmachine.
    Beschouwen we nu zo’n berekening (C) die het
    natuurlijk getal n betreft, dus: C(n) = C(0), C(1), C(2), C(3),...,
    wat wil zeggen dat C(n) gelijk is aan de activiteit van de Tmachine
    op het getal n. De vraag luidt of die activiteit ooit stopt:
    bestaat er een procedure die kan beslissen of die berekening ooit
    stopt?
    Stel dat we een procedure A hebben die zegt dat C(n) nooit stopt.
    A moet dus alle mogelijke procedures bevatten. (A is sound,
    d.w.z.: geeft altijd correcte antwoorden). Als A zelf ooit eindigt,
    dan weten we zeker dat C(n) nooit eindigt.
    Als A sound is, dan moet dit kunnen uitgemaakt worden door een
    berekening. Er zijn verschillende berekeningen: C0(n), C1(n),
    C2(n),... Zo bijvoorbeeld is Cq(n) de activiteit van de q-de Tmachine
    op n. Procedure A(q,n) is de specifieke berekening die
    bewijst dat Cq(n) nooit stopt; stopt Cq(n) wél, dan hebben we
    bewezen dat Cq(n) onjuist is. Dus: als A(q,n) stopt, dan stopt Cq(n)
    nooit. Maar stel nu dat q=n. Dan geldt dus: als A(n,n) stopt, dan
    stopt Cn(n) nooit. A hangt dus af van één getal en zal dus één van
    de volgende rekenprocedures zijn: C0, C1, C2, C3,... Stel dat het Ck
    is: A(n,n) = Ck(n). Stel nu dat k=n, zodat geldt: A(k,k) = Ck(k). Dan
    geldt dus: als Ck(k) stopt, dan stopt Ck(k) nooit. En dat is een
    contradictie. Procedure A kan dus nooit uitmaken of Ck(k) al dan
    niet stopt. Als we dus weten dat A sound is, dan weten we dat
    Ck(k) nooit stopt. We weten dus iets dat A niet kan bewijzen. Dus
    kan A ons begrip niet omvatten! Gödel zegt nu dat wiskundigen
    geen enkel sound algoritme kennen dat in staat is om een
    wiskundige waarheid te bewijzen. (2)
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 10 oktober 1999)
    Verwijzingen:
    (1) Een bedenking bij het abstraheren, bvb. inzake het tellen van
    dingen, het verkrijgen van een begrip van kwantiteit onafhankelijk
    van de dingen die worden geteld: o.i. is hier cruciaal dat het gaat
    om een afbeelden van de tijd in het niet-tijdsgebondene. Tellen is
    een activiteit die tijd vergt, een handeling die zich in de tijd
    afspeelt. Het getal daarentegen is aan de tijd onttrokken, terwijl
    het toch refereert naar een activiteit die tijd in beslag neemt, naar
    een duur dus. In het getalbegrip wordt een act, of een duur, of iets
    tijdsgebonden, onttrokken aan de tijd en ingepast in een tijd-loos
    kader, bijvoorbeeld het kader van de natuurlijke getallen.
    Kwaliteiten worden dus afgebeeld naar kwantiteiten. Men kan dus
    zeggen dat de kwantiteit een bijzondere kwaliteit is, namelijk deze
    die kwaliteit van de tijd (of van de activiteit) afbeeldt in een
    tijdloze ruimte (hetzij een Euclidische ruimte, hetzij een ruimte
    van getallen, hetzij eender welke ‘ruimte’ van specifieke ‘mentale
    beelden’). De activiteit van het abstraheren is dan niets anders dan
    het via de ervaring terugvinden van kwaliteiten (wezenheden) in
    een wereld van mentale beelden, in een mentale ruimte, waardoor
    precies die mentale ruimte ‘zichtbaarder’ of ‘werkelijker’ wordt.
    Precies dit zo doende ‘zichtbaar maken’ van de mentale ruimte(n)
    is bewustzijn. Bewustzijn is dus participeren aan (een bestaande)
    ‘mentaliteit’ of geest. Abstraheren is dan het positief
    beantwoorden van de uitnodiging tot participatie aan de
    geest(eswereld) - een uitnodiging die spreekt uit de dingen vanuit
    bvb. hun schoonheid.
    De visuele verbeeldingskracht waarover Penrose het heeft,
    heeft dus zeker niets te maken met virtuele realiteit. Mentale
    beelden zijn niet-computationeel, maar waar blijft het sterke
    argument? O.i. Moet onze hele opvatting/wetenschap op zijn kop
    worden gezet of binnenste buiten worden gedraaid om dat te
    kunnen verstaan: het hogere brengt het lagere voort en in geen
    geval is het andersom. Het lijkt alleen andersom wanneer wij onze
    menselijke constructies verwarren met het geschapene.
    (2) Penrose geeft een voorbeeld van zo’n ware en onbewijsbare
    stelling, namelijk de volgende stelling, genaamd G (waarbij n een
    element is van de natuurlijke getallen N):
    (G): “Er bestaat geen enkel oneven getal dat de som is van n
    aantal even getallen”.
    Het is duidelijk want evident voor ons, zegt Penrose, dat deze
    stelling waar is, maar wij kunnen deze waarheid niet bewijzen.
    Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid
    van (G) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een
    algoritme dat alle mogelijkheden narekent.
    Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog
    steeds geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar
    ook zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.
    Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle
    mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel.
    Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is,
    onvoltooibaar is.
    Welnu, zegt Penrose: misschien kunnen we wel bewijzen dàt
    zo’n bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat zouden kunnen, dan
    zouden we dat doen middels een rekenprocedure, genaamd A.
    Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure A dan wel eindig
    zijn, want anders hervielen we in hetzelfde probleem.
    Penrose toont nu aan (pp. 72-77): als wij veronderstellen dat
    A bestaat, dan leidt A tot een contradictie, dus kunnen we niet
    veronderstellen dat A bestaat, met andere woorden: zo’n
    rekenprocedure die de oneindigheid van het bewijs van (G) moet
    aantonen, bestaat zelf niet. Dus we kunnen niet bewijzen dat (G)
    waar is.
    Het “wonderlijke” van de stelling van Gödel bestaat er dus in,
    dat we kunnen inzien dat bepaalde stellingen waar zijn, terwijl we
    tevens kunnen aantonen dat we nooit zullen kunnen bewijzen dat
    die stellingen waar zijn.
    Ik nodig U nu uit tot deelname aan de “ontmaskering” van dit
    “wonder”, in de volgende, korte uiteenzetting. Ik zal namelijk
    aantonen dat de stelling van Gödel uiterst triviaal is. Met andere
    woorden zal ik het volgende betogen: de stelling van Gödel is niet
    fout, maar ze zegt in feite niets. Ziehier onze gedachtengang.
    Een eerste vaststelling is de volgende:
    In de klassieke rekenkunde nemen wij aan dat de rij van de
    natuurlijke getallen oneindig is. Dat N een oneindig aantal
    elementen bevat, kunnen wij niet bewijzen, maar we nemen het
    wel aan als zijnde waar en onbetwistbaar. We poneren hiermee iets
    waarvan we eisen dat het waar is, terwijl we ons er op voorhand
    bij neerleggen dat we het niet kunnen bewijzen.
    Een tweede vaststelling is deze:
    De telling is een vorm van bewijs. Als ik de stelling poneer
    dat 3 opgeteld bij 4 gelijk is aan 7, dan bestaat een bewijs van
    deze stelling daarin, dat ik III + IIII gelijkstel aan IIIIIII , waarbij
    ik tel hoeveel IIIIIII werkelijk is, en dan kom ik tot de vaststelling
    dat IIIIIII werkelijk gelijk is aan 7, en heb ik de waarheid van deze
    stelling bewezen.
    Correcter, kunnen wij de axioma’s van Peano ten berde
    brengen, en tot hetzelfde besluit komen, maar wat we daarbij doen
    is eigenlijk reduceerbaar tot telling, en wat ons hier aanbelangt is
    het bewijs door telling.
    Nu hebben we aangenomen dat de rij van de natuurlijke
    getallen ontelbaar is, met andere woorden, dat er een oneindig
    aantal natuurlijke getallen bestaat, terwijl we die niet kunnen
    tellen. Een grondstelling van de rekenkunde, en laten we ze (N)
    noemen, luidt dus als volgt: “Er bestaat een oneindig aantal
    natuurlijke getallen”. We nemen ook aan dat deze stelling waar is.
    Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid
    van (N) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een
    algoritme dat alle mogelijkheden narekent.
    Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog
    steeds geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar
    ook zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.
    Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle
    mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel.
    Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is,
    onvoltooibaar is.
    Welnu, zou Penrose zeggen: misschien kunnen we wel
    bewijzen dàt zo’n bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat
    zouden kunnen, dan zouden we dat doen middels een
    rekenprocedure, genaamd B.
    Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure B dan wel eindig
    zijn, want anders hervielen we in hetzelfde probleem.
    Het is nu duidelijk dat wij geen eindige B kunnen vinden,
    tenzij B zich kan beroepen op het axiomatisch karakter van (N).
    Wij moeten dus aannemen dat (N) waar is, zonder bewijs. (N) is
    een grondstelling, een axioma.
    Stel nu eens dat we die grondstelling (N) zouden verwerpen
    als grondstelling. Welnu, dat kunnen we gerust doen... mits we
    maar een andere stelling als grondstelling poneren, bijvoorbeeld
    de stelling (G), of een andere, of een combinatie van andere
    (onbewijsbare) stellingen waarvan we eisen dat ze waar zijn.
    We zien nu duidelijk het volgende in:
    (G) is onbewijsbaar omdat (G) “verwant” is aan (N), en
    omdat we met betrekking tot (N) hebben aangenomen dat (N)
    waar is terwijl we de waarheid van (N) niet hoeven te bewijzen.
    (G) is onbewijsbaar omdat ook (N) onbewijsbaar is. En (G) is
    waar omdat ook (N) waar is. Maar de onbewijsbare waarheid van
    (G) is helemaal niet verwonderlijk, want we hebben zelf
    onbewijsbare waarheden in de rekenkunde ingestopt!
    Vergelijk deze stand van zaken met het schaakspel. Elke zet
    die men doet kan men verantwoorden met betrekking tot eventuele
    tegenzetten en uiteindelijk met betrekking tot het doel, namelijk
    het winnen van het spel. Maar men kan geen enkele zet doen als er
    niet eerst spelregels bestaan, en deze spelregels verantwoordt men
    vanzelfsprekend niet met het argument dat men wil winnen, maar
    enkel met het argument dat men wil kunnen spelen (dat is: hetzij
    winnen, hetzij verliezen; het argument is dus: “kunnen winnen” en
    niet: “winnen”). De spelregels zijn als het ware één pool van het
    spel: men kan bijvoorbeeld argumenteren: “Deze zet mag je niet
    doen, want hij is ‘verboden’, dit wil zeggen: “hij ‘bestaat niet in
    dit spel’; hij ‘kan’ niet”. Dit is iets anders dan argumenteren:
    “Deze zet mag je niet doen, want dan zal je verliezen” - je zegt
    dan dat de zet wel ‘kan’ maar dat het toch niet je bedoeling kan
    zijn om te verliezen, en dat je hem daarom voor jezelf moet
    beschouwen als verboden. Noemen we deze twee polen de
    objectieve en de subjectieve pool, dan kunnen we de analogie met
    de rekenkunde gemakkelijk maken: in de rekenkunde mag je niet
    de waarheid aan (N) ontzeggen, want anders kan je niet meer
    rekenen. Word je geconfronteerd met bijvoorbeeld (G), dan moet
    je ook inzien dat je hier weer op (N) botst, en dat het dus
    vanzelfsprekend is dat (G), hoewel waar, toch onbewijsbaar is. Je
    kan moeilijk verwachten dat (G) bewijsbaar zou zijn als (N) dat
    per definitie niet is omdat (N) een grondstelling, een axioma, een
    spelregel is. (G) is geen zet, maar een spelregel die zich voordoet
    in een wat minder goed herkenbare vorm.
    Een opmerking met betrekking tot Penrose’s bewijs:
    Penrose’s bewijs is ons inziens eenvoudiger weer te geven, en
    wel als volgt.
    We gebruiken de volgende symbolen:
    C: de bewerking C op n
    A: de rekenprocedure die wil bewijzen dat C nooit
    eindigt
    eindigt nooit
    eindigt ooit wel.
    Stel dat C oneindig is en dat A bestaat en A zegt dat C
    oneindig is, dan moet A eindig zijn en ook sound, wat betekent dat
    het niet zo mag zijn dat, als C oneindig is, een eindige A zou
    zeggen dat C eindig is. In formulevorm krijgen we dan het
    volgende:
    {((CC)) & ((CC))}
    of {((CC)) & ((CC))}
    met andere woorden:
    ((CC)) & ((CC))
    met andere woorden:
    CC)
    Dus: als A zegt dat C oneindig is, dan moet A sound zijn;
    Dus: als A sound is, dan kan A niets anders dan zeggen dat C
    oneindig is.
    Dus: A is niet hetzelfde soort berekeningen dat kan uitmaken dat C
    oneindig is. Dus: alle berekeningen die kunnen uitmaken dat C
    eindig is, zijn uitgesloten om van kracht te kunnen zijn om aan te
    tonen dat C oneindig is. Dus: A als berekening bestaat niet.
    Een alternatief:
    Als we er van uit gaan dat de verzameling van natuurlijke
    getallen altijd eindig is, dus als we er van uit gaan dat een getal
    pas bestaat als het geteld wordt, dan duikt dit probleem niet op.
    Gödel zegt: ge kunt niet aantonen dat een bepaalde
    berekening nooit stopt. Maar tegelijk aanvaardt men het als
    bewezen dat de rij van de natuurlijke getallen nooit stopt. Hier zit
    dus de contradictie.


    04-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 1

    Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the
    Missing Science of Consciousness.
    Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)
    Deel 1
    In Hoofdstuk 1, getiteld: Consciousness and computation, van het
    eerste deel, getiteld: Why We Need New Physics to Understand the
    Mind. The non-computability of Conscious Thought, situeert
    Penrose zijn standpunt en zegt hij wat hij wil bewijzen: dat ons
    bewustzijn een uiteindelijk niet-computationele aangelegenheid is,
    en dus niet simuleerbaar door computers. Hij wil dat aantonen
    door te wijzen op de aanwezigheid van dat niet-computationele in
    het wiskundige begrijpen.
    De wetenschap, zegt Penrose, bekommert zich om het stoffelijke
    aspect van het heelal, niet om de geest. Volgens sommigen
    nochtans is de geest wetenschappelijk verklaarbaar: het is alleen
    een kwestie van complexiteit. Volgens anderen is de geest van een
    andere orde en dus buiten het bereik van de wetenschap. Penrose
    volgt de eerstgenoemden, maar merkt op dat de wetenschappen
    nog iets mankeren om dat doel (het verstaan van de geest) te
    bereiken: het bewustzijn behoort tot het universum, maar we
    hebben een andere fysica nodig om de geest te kunnen begrijpen.
    Hij stelt de veel gehoorde vraag of wij de redding van de wereld
    ooit aan ‘almachtige’ robots zullen kunnen overlaten. We zien
    immers steeds ‘slimmere’ computers op de markt komen. Penrose
    antwoordt hier voorlopig met de opmerking dat dan de artificiële
    intelligentie de mens ook overbodig zou maken.
    Ter situering van het eigen standpunt brengt Penrose de gangbare
    meningen onder in vier perspectieven:
    A. Alle denken is louter berekenen; het heelal is in dat opzicht
    vergelijkbaar met een grote computer. (Functionalisme - Turing).
    B. Een computer kan de werking van het brein nabootsen maar
    zonder bewustzijn te hebben.
    C. De breinactiviteit brengt bewustzijn voort, maar een computer
    kan het brein dit niet nadoen. (Penrose).
    D. Het bewustzijn staat volledig los van de stof en is
    onbereikbaar voor elke wetenschappelijke benadering.
    (Mentalisme - Mysticisme).
    A is verwerpelijk alsook D, zegt Penrose. M.b.t. B merkt hij op,
    met J. Searle, dat de simulatie van een fysisch proces helemaal
    niet hetzelfde is als dat fysisch proces zelf. C rest: we hebben een
    nieuw begrijpen, een nieuwe fysica nodig. De wetenschap geeft
    het dus niet op, maar moet rekening houden met de realiteit van
    het bewustzijn (- ze moet dus ergens ‘veranderen’) teneinde haar
    naam waard te kunnen blijven.
    Berekening is ‘computation’ - de activiteit van een Turingmachine
    -, dit is een algoritme. Men onderscheidt top-down en
    buttom-up procedures. De eerst genoemde kennen we van de
    rekenmachines die sneller rekenen dan de mens; de laatste wordt
    in de A.I. benut; zij maakt gebruik van ‘ervaringen’ in een soort
    geheugen (- een soort feed-back?).
    Turing verwerpt C, maar Church, die in 1936 tot een analoge
    stelling kwam laat plaats voor C. De stelling van Church-Turing
    zegt dat elk algoritme in een -calculus kan uitgedrukt worden.
    Turing zegt dat dat het geval is voor alle fysische activiteiten.
    Church niet. Volgens C is het bewustzijn onbereikbaar voor
    computers; C vloekt niet met Church.
    Een chaotisch systeem is een dynamisch systeem dat zeer
    nauwkeurig afhankelijk is van beginvoorwaarden (bvb. het weer),
    zodat het lijkt alsof het niet-gedetermineerd én onberekenbaar is.
    Dit is echter fout: principieel is het wél berekenbaar, alleen is
    zoiets meestal praktisch onuitvoerbaar. Is dus ook de geest
    principieel berekenbaar? Penrose zal bewijzen dat dit niet zo is: de
    geest is principieel onberekenbaar!
    Rijst de vraag welke soort activiteit dan principieel onberekenbaar
    zou kunnen zijn. Heeft de uniciteit van omgevingsfactoren hier
    iets mee te maken? Neen, want ook ons eigen brein is een unieke
    ‘omgevingsfactor’. Penrose geeft nu enkele voorbeelden van
    principiële onberekenbaarheid in de wiskunde zelf. Vooreerst
    Hilbert’s tiende probleem. Een Turingmachine (= een algoritmemachine)
    kan uitmaken of bepaalde soorten van problemen een
    oplossing hebben of niet. Maar Hilbert laat zien dat de Turingmachine
    van geen nut is voor bepaalde vormen van Diophantische
    vergelijkingen. Een ander voorbeeld is het tegelprobleem. Iets
    (bvb. het heelal) kan dus gedetermineerd zijn doch tegelijk niet
    voorspelbaar, want niet berekenbaar. Gedetermineerdheid is dus
    iets anders dan berekenbaarheid. (1)
    Zo zullen dan volgens A de computers de mens overtreffen;
    volgens B zullen ze mensen kunnen nabootsen, terwijl het dan een
    irrelevante vraag is of ze ook bewustzijn hebben, want in dit
    standpunt wordt bewustzijn geïdentificeerd met uiterlijk gedrag;
    volgens C en D blijven computers ondergeschikt aan de mens,
    ongeacht wat ze kunnen presteren, want de mens is niet
    ‘berekenbaar’.
    In het antwoord op de vraag of computers rechten en
    verantwoordelijkheden kunnen hebben, komt o.m. het essentiële
    verschil tussen wettelijkheid en ethiek tot uiting, want volgens A
    kunnen computers wettig of onwettig handelen, dat wordt immers
    uitgemaakt op grond van uiterlijke ‘gedragingen’ (‘bewegingen’).
    Volgens B mankeert een computer daarvoor gevoelens e.d.
    Intelligentie kan niet zonder dat er eerst begrip (understanding) is,
    en dit kan op zijn beurt niet zonder gewaarwording of besef
    (awareness), wat de passieve component is van bewustzijn (- de
    actieve component van bewustzijn is volgens Penrose the feeling
    of the free will).
    Computers rekenen vaak sneller en beter dan mensen, maar wat zij
    missen, terwijl een mier dat wél heeft, is: gezond verstand. De
    slimheid van bvb. schaakcomputers is vanzelfsprekend alleen te
    danken aan wat experten daar ingestopt hebben. Doen zich
    situaties voor die een beroep doen op gezond verstand, dan slaat
    de sterkste schaakcomputer de bal mis. Penrose zal nu ook
    aantonen dat computers ook geen wiskundig begrip hebben, want
    wiskundig begrip is iets helemaal anders dan het kunnen
    berekenen van dingen. Dit is nu wat Gödel aantoont. En daaruit
    volgt dat, zoals ook J.R. Lucas betoogt, bij wie Penrose zich
    aansluit, dat A en B de mentale activiteit niet kunnen verklaren en
    dus verwerpelijk zijn.
    Waarom moeten we nu ook D verwerpen? Omdat , aldus Penrose,
    elke geest die wij ontmoeten verbonden blijkt met een fysiek
    brein. Anderzijds is het ook zo dat wiskunde en wetenschap
    mysterieuze dingen bevatten. Penrose volgt Plato hier: onze
    ideeën staan los van de materiële wereld, maar de materiële
    wereld kan pas in termen van ideeën worden uitgedrukt en worden
    verstaan. Maar verstaan is niet hetzelfde als berekenen!
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 10 oktober 1999)
    Verwijzingen:
    (1) O.i. Kunnen we hier zeggen dat we moeten vaststellen dat er
    een kloof is en blijft tussen onze kennis en de werkelijkheid,
    m.a.w.: deze conclusie houdt in dat de werkelijkheid niet
    objectiveerbaar is.
    (2) Cf. de zgn. third person account van Shaffer.
    (3) O.i. Zijn die eigenschappen niet cruciaal want ook gevoelens
    kunnen worden teweeg gebracht zonder dat ze echt zijn (zie onze
    kritiek bij Guy Sircello’s A theory of beauty) en dus kunnen ook
    onechte reacties op die onechte gevoelens ingebouwd worden:
    men komt dan in de situatie die wij kennen van de zgn.
    ‘electronische troeteldieren’ die gedijen op grond van een
    gesofisticeerd zelfbedrog, vergelijkbaar met de poppenkast
    waarbij men vragen stelt aan de poppen en ze zelf beantwoordt
    terwijl men ze zodanig laat bewegen dat het lijkt alsof zij het zijn
    die antwoorden. O.i. Is er geen essentieel verschil tussen de
    computer zoals beschreven in standpunt B en de pop van de
    buikspreker. Het is dus wél een relevante vraag of computers
    bewustzijn hebben, en dat zal altijd een relevante vraag blijven,
    omdat wij op zijn minst altijd graag willen weten of het de pop is
    die de buikspreker bedient, of de buikspreker die de pop bedient:
    ten minste één van de twee bedient de andere als er gesproken
    wordt. Vanzelfsprekend komen alleen C en D in deze context als
    relevante standpunten naar voren.
    (4) Maar is ook het omgekeerde het geval??? Verder is dit ook nog
    eens een argument door inductie: het is niet omdat we een
    ‘losstaande’ geest nooit zouden hebben waargenomen, dat hij er
    niet zou kunnen zijn.


    03-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tiende deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tiende deel)

    – Is dat niet een beetje oneerbiedig uitgedrukt?
    OVT: Pardon?
    – Je spreekt over onze leiders als over potentaten die zichzelf als
    goden beschouwen en die ons als hun vee behandelen.
    OVT: Leiders? Zei je dat? Leiders?
    – Tja, dat zijn ze toch?
    OVT: Ben je het ermee eens dat het leiderschap, tenminste als er
    zoiets kan bestaan, een voorbeeld moet nemen aan het goede
    ouderschap?
    – Jazeker...
    OVT: Het ouderschap met verantwoordelijkheidszin en
    zelfopoffering?
    – Vanzelfsprekend...
    OVT: Op dat vlak kunnen we trouwens nog wat leren van de
    dieren! Heb je al eens gezien hoe de dieren zorg dragen voor hun
    jongen?
    – Ja, dat is instinct...
    OVT: Dat begrip is achterhaald, mijn beste: je moet dringend gaan
    bijlezen!
    – Ik heb zo weinig tijd...
    OVT: Vissen, zoals je weet, zwemmen in scholen en de kleintjes
    zwemmen aan de binnenkant, ze worden beschermd door de grote
    vissen die aan de buitenkant van de school gaan zwemmen, zo
    omsluiten ze de kleintjes als een levend schild. Alle comfort voor
    de kleintjes, zelfopoffering voor de ouderen.
    – Inderdaad, ja...
    OVT: En om maar het nu maar te houden bij het maritieme: de
    reddingssloepen van de Titanic waren gevuld met volwassen
    mannen!
    – Tja...
    OVT: De pausen achten zich de vertegenwoordigers van Christus
    op aarde, nietwaar? De leiders van de kerk die naar hun eigen
    zeggen het opgestane lichaam van Christus is. Zo is het toch?
    – Kennelijk...
    OVT: Als wij de oude teksten mogen geloven, was Christus een
    leider voor de mensen: hij had zijn leven veil voor hen. Hebben de
    pausen hun leven veil voor de mensen?
    – Je gaat toch niet weer vertellen over die opalen?
    OVT: Inderdaad, ik had het al verteld. Maar je begrijpt toch wel
    waarom ik het herhaal?
    – Je hoeft dat verhaal niet te herhalen want ik ken het al.
    OVT: Mijn beste, denk je echt dat ik het vertel opdat jij het zou
    kennen?
    – Waarom anders?
    OVT: Kijk, dat is wat ik nu precies bedoel: dit gaat helemaal niet
    over informatie.
    – En waarover gaat het dan wel?
    OVT: Als die opalen konden spreken, dan zouden zij ons vertellen
    dat ze elk vijftigduizend euro waard zijn. Dat is een bedrag
    waarvan welgeteld de vijfentwintigduizend mensen die dagelijks
    van honger omkomen, een OCMW-maaltijd kunnen genieten.
    – Ja?
    OVT: De zaak is nu dat die opalen inderdaad ook kunnen spreken.
    Het staat ergens in oude teksten die ik niet meteen kan citeren
    omdat mijn geheugen achteruitboert, het zijn teksten waarover
    men zegt dat ze figuurlijk moeten opgevat worden omdat iedereen
    wel weet dat stenen niet in staat zijn om te spreken, ook niet als
    het edelstenen zijn. Maar ik verklap je nu, mijn beste, dat stenen
    wél in staat zijn om te spreken. Meer zelfs: stenen zijn in staat om
    te getuigen in rechtszaken. De opalen op de mijters van de pausen
    en de andere hoogwaardigheidsbekleders in de kerk maar ook de
    edelstenen op de kronen van koningen en koninginnen en in de
    ringen, in de pols- en halsbanden van miljardairs... zij zijn de
    directe getuigen van een niet meer te tellen aantal
    volkerenmoorden! En stenen kunnen niet alleen spreken en
    getuigen, zij zijn ook perfect geloofwaardige getuigen want stenen
    kunnen helemaal niet liegen, mijn beste, ze zijn immers van steen,
    begrijp je? De beesten dragen zorg voor hun jongen, zij geven hen
    het voedsel uit hun bek en zij beschermen hen met hun eigen lijf.
    Maar onze leiders, zoals jij hen noemt: dragen zij mijters met
    parels van geslepen glas? Worden zij gekroond met doornen?
    Rijden zij rond met een Toyota Corolla?
    – Dat is allemaal reeds gekende informatie.
    OVT: Toch niet. Het zijn convocaties.
    – Convocaties?
    OVT: Meer nog: het zijn aantijgingen.
    – Aantijgingen?
    OVT: Tenlasteleggingen, beschuldigingen.
    – En waarvan beschuldig jij onze leiders dan wel?
    OVT: Zie je wel hoe diep de leugens zitten? Je hebt het weer over
    leiders, mijn beste! Leiders, zo zeg je maar dat zijn ze niet! Het
    zijn commerçanten of zelfs platte bedriegers. Zij geven zich uit
    voor leiders, maar dat leiderschap is slechts een voorwendsel om
    je in de doeken te kunnen doen. Ze hebben limousines nodig om je
    ervan te overtuigen dat zij leiders zijn: limousines, mijters, kronen,
    paleizen, dienaren, parades: het dient allemaal om te verbergen dat
    zij ordinaire dieven zijn terwijl zij dat zodoende etaleren. Zij
    blijken niet eens te weten dat leiderschap, dienaarschap is en dat
    bevelen hun kracht halen uit het feit dat zij het goede beogen van
    diegenen aan wie zij gericht zijn. Nu, zij weten dat natuurlijk wel.
    Wat ze doen is helemaal niet leiden maar imponeren, manipuleren,
    onder druk zetten, intimideren en afpersen. Heb je al eens gezien
    hoe naarstig politici hun ronde doen in de weken voorafgaand aan
    de verkiezingen? Handjes geven in de OCMW-rusthuizen, briefjes
    uitdelen waarbij zij 'de gewone mensen', zoals zij hen zo graag
    noemen, bij de voornaam aanspreken? Als dat geen intimidatie is,
    dan ben ik de paus van Rome! Zij doen exact hetzelfde wat Poetin
    deed toen hij grote, bemande oorlogsschepen voor de kuststeden
    op de Krim liet aanmeren in de aanloop naar het referendum
    waarop de bevolking zich 'vrij' kon uitspreken over haar
    onderwerping aan Rusland! En nu ga jij wellicht tegenwerpen dat
    men onze vriendelijke dorpspolitici niet mag vergelijken met de
    dictator van een grootmacht?
    – Wij hebben onze politici zelf verkozen.
    OVT: Mijn beste: zie je nu zelf niet hoe diep het zit? Wij stemmen
    voor zekere politici zoals wij ook zekere merken kopen en dat
    doen wij vaker dan wij zelf toegeven onder invloed van reclame.
    En is dat niet iets heel anders dan handelen uit vertrouwen? Het
    schenken van vertrouwen vereist vrijheid. Reclame is een aanval
    op de vrijheid.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 3 mei 2021)


    02-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Negende deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Negende deel)

    – Omsk Van Togenbirger, je vertelt dat de mens wegvlucht in
    wanen omdat hij niet bij zichzelf kan blijven. Pascal zei dat
    trouwens ook al: de ergste kwaal van een mens is dat hij niet op
    zijn kamer kan blijven. Maar worden de zaken in deze voorstelling
    niet op hun kop gezet? En is het niet veeleer zo dat de mens niet
    bij zichzelf kan blijven precies omdat hij zoekt naar... neen, niet
    naar waanzin maar naar zin? Met andere woorden: laat de mens
    zich met allerlei zaken in omdat hij geen rust vindt in zichzelf of
    vindt hij geen rust in zichzelf vanwege die drang naar anders en
    naar meer? Jij spreekt dan over waanzin, maar kan je het voor
    hetzelfde geld ook niet hebben over zin? Zoekt de mens zin omdat
    hij onrustig is of is hij onrustig omdat hij naar zin zoekt?
    OVT: Het is een feit dat de mens onrustig is en dat hij daarom
    hetzij vlucht hetzij zoekt. Waar hij van zichzelf wegvlucht, is
    sprake van waanzin; waar hij zoekt, zoekt hij uiteraard naar zin.
    En dat wil zeggen dat hij die zin niet in zich heeft. Of tenminste,
    dat hij gelooft dat hij die zin niet in zich heeft.
    – En wat van de twee is dan het geval?
    OVT: Dat is een zeer goede vraag. En misschien is het wel
    wezenlijk voor de mens dat hij door zijn natuur wordt aangezet
    om te gaan zoeken. Kijk, kinderen voelen zich nog goed in hun
    vel, zij zijn als het ware nog altijd tentakels van hun moeder. Maar
    eenmaal de puberteit is ingezet, voelen mensen zich niet langer
    tevreden bij zichzelf: zij worden onrustig vanwege een ingeboren
    verlangen, een verlangen naar... een wederhelft. De Oud-Griekse
    wijsgeer Plato verklaarde dat verlangen vanuit de mythe dat de
    koppels die zich vormen, in de oertijd ooit één en dezelfde mens
    waren. Het verlangen van geliefden naar elkaar is in feite de
    heimwee naar een verloren eenheid. De menselijke onrust wordt
    althans aangevoeld op een vergelijkbare manier, namelijk als het
    besef iets kostbaars verloren te hebben. En niet zomaar iets
    waardevols, zoals een geldbeugel, maar wel het meest waardevolle
    dat men zich maar bedenken kan: zichzelf! De mens kan niet in
    zichzelf rusten totdat hij zijn wederhelft gevonden heeft en dan
    lijkt het voor hem alsof hij zichzelf gevonden heeft.
    – Dat is alvast een mooie uitleg...
    OVT: Iedereen kan bij zichzelf nagaan dat die gevoelens van
    heimwee, verliefdheid en het terugvinden van zichzelf of het
    herstel van een verloren geluk, waarachtig zijn.
    – Ontegenzeggelijk.
    OVT: De mythe van Orpheus en Euridicè zoals verhaald door
    Vergilius en door Ovidius heeft het over de noodlottigheid in die
    werkelijkheid: wanneer Orpheus' geliefde Euridicè na een
    adderbeet sterft en in het dodenrijk belandt, is Orpheus danig
    ongelukkig dat hij naar haar op zoek gaat in de Hades zelf: liever
    is hij dood dan zonder zijn wederhelft te moeten verder leven. Zijn
    smeekbede maakt de harten van de meest hartelozen, de heersers
    van de onderwereld, week en zij staan Orpheus uiteindelijk toe dat
    hij zijn Euridicè terughaalt. De voorwaarde is wel dat hij
    gedurende de terugweg naar het leven, zijn ogen van haar af
    houdt. Edoch, dezelfde begeerte die hem naar haar doet verlangen,
    maakt dat hij haar weer verliest en dit keer voor immer: hij kijkt
    om. Hij wordt verscheurd en zijn geluk is definitief voorbij.
    – Ik las het verhaal in een boek dat de Griekse mythologie vertelt
    in honderdzesendertig verhalen. (*)
    OVT: Met zijn verhaal over de oorspronkelijke oertijd-mensen
    waarvan wij in feite slechts helften zijn, verklaart Plato overigens
    evenzeer dat sommige koppels bestaan uit mensen van hetzelfde
    geslacht: niet een mogelijk gemeenschappelijk doel, zoals
    kinderen krijgen, brengt mensen samen maar een
    gemeenschappelijke oorsprong. Mensen vinden elkaar niet vanuit
    een verlangen naar kinderen maar vanuit een terugverlangen naar
    zichzelf. Het verlangen naar kinderen dat het verlangen is naar het
    vereeuwigen van die eenheid, komt gebeurlijk later. Dat laatste is
    natuurlijk, het eerste heeft iets dat het louter natuurlijke te boven
    gaat.
    – Inderdaad...
    OVT: Uiteraard gaat de onrust waarvan sprake niet over de
    menselijke wederhelft maar wellicht is er geen betere vergelijking
    mogelijk om het aangeboren gemis dat ons doet zoeken aan te
    duiden, dan de vergelijking met het zoeken naar zijn wederhelft.
    – Het zoeken naar zin is geen waanzin?
    OVT: Niet te vlug hier! Sommigen hebben het over de mens als
    zingever en dat zou ik ten stelligste willen tegenspreken. Ik geloof
    niet dat mensen in staat zijn om geheel uit zichzelf zin toe te
    voegen aan de dingen, het lijkt mij op zijn zachtst gezegd een
    beetje aanmatigend om zoiets te geloven. We kunnen uiteraard wel
    zin ontdekken en dat is iets helemaal anders.
    – Wat is dan het verschil?
    OVT: Hun zin ligt reeds in de dingen zelf besloten: wij kunnen er
    niet iets uit halen wat er niet al in zit, begrijp je?
    – Toch niet...
    OVT: Wel, kijk jij soms televisie?
    – Dat gebeurt, ja.
    OVT: Rij je met de auto?
    – Soms.
    OVT: Heb je lampen hangen thuis?
    – Jazeker... Jij wil het hebben over elektriciteit.
    OVT: Bijvoorbeeld! En is elektriciteit een uitvinding of is het een
    ontdekking?
    – De bliksem was altijd al in de natuur aanwezig en in 1752 heeft
    Benjamin Franklin de bliksemafleider... uitgevonden en de
    elektriciteit... ontdekt.
    OVT: Eigenlijk kenden de Oude Grieken dat al, ze wekten
    statische elektriciteit op door met wol over barnsteen te wrijven en
    dat noemden ze dan barnsteenkracht. Elektron is trouwens het
    Griekse woord voor barnsteen. Sommige vissen, zoals de
    sidderaal, kunnen elektrische vonken opwekken en zelfs
    bombardeerkevers kunnen vuur maken. De vuurspuwende draken
    lijken in die context helemaal geen verzinsels meer te zijn: net
    zoals de kabouter en de reuzen blijken heel wat werkelijkheden uit
    de sprookjes alles behalve verzonnen. Het is opnieuw
    aanmatigend om zomaar te gaan veronderstellen dat de dingen die
    wij niet kennen, ook niet bestaan, alsof ze bestonden omdat we ze
    kenden. Alsof wij het natuurrecht hadden om alles te kennen.
    Alsof het de dingen verboden was om te bestaan totdat wij er
    kennis van namen. Maar wat ik wilde zeggen, is dit:
    televisiekijken, stofzuigen, het huis verlichten: het zijn dingen die
    als mogelijkheden sinds het begin der tijden in de natuur besloten
    lagen en ons aandeel erin bestaat enkel uit het vinden van die
    dingen, het ontdekken ervan. Het gaat om een zin die wij
    gevonden hebben, niet om een zin die zijn oorsprong vindt bij ons.
    Wij hebben de elektriciteit ontdekt, dat wil zeggen: wij hebben
    hem gevonden maar hij was er al, het is alsof hij lag te wachten
    om ontdekt te worden. Die vindingsdrang ligt wellicht in de
    menselijke natuur besloten, zoals ook de plant het voedsel zoekt
    en vindt dat zij dan omzet in haar levensvormen. Wat dan ook niet
    betekent dat bijvoorbeeld het paard geschapen is om de kar te
    trekken, zoals sommigen geloven. Wijzelf kunnen bedoelingen
    hebben maar we moeten ons ervoor hoeden om ze in de dingen
    buiten ons te projecteren want ook dat is waanzin.
    Zijn degenen die geloven dat er een pandemie aan de gang is,
    waanzinnig?
    OVT: In geen geval: er zijn ontelbare pandemieën aan de gang en
    dat is ook altijd al het geval geweest: alle wezens strijden
    onderling om een zo groot mogelijk stuk van de koek. Waanzinnig
    is wel het fenomeen waarvoor Ivan Illich waarschuwt in een van
    zijn laatste teksten: mensen die gaan denken dat het normaal is om
    te verlangen naar een perfecte gezondheid. Het is volstrekt
    uitgesloten dat iemand altijd 'gezond' is omdat het leven een
    voortdurend gevecht is tegen ziekte, aftakeling en dood, waarbij
    het niet alleen normaal is maar tevens onvermijdelijk dat wij dit
    gevecht vroeg of laat zullen verliezen. Wie zich daar niet kunnen
    bij neerleggen, zijn waanzinnig en aan die waanzin lijden ook
    steeds meer mensen omdat zij van de realiteit vervreemd zijn.
    Verregaande vervreemding is ook wat maakt dat men tegen corona
    aankijkt zoals men dat nu kennelijk wereldwijd doet. De actuele
    visie op de mens, de wereld en de toekomst is een constructie van
    een aantal potentaten die van de werkelijkheid vervreemd zijn
    door het aanhangen van een wereldbeeld waarin zij zichzelf zien
    als goden en waarin zij de mensen behandelen als hun vee.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 2 mei 2021)
    Verwijzingen:
    (*) Zie: Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De
    Griekse mythologie in 136 verhalen. Zie ook:
    https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3168481


    30-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Achtste deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Achtste deel)

    – Omsk Van Togenbirger, als ik na je interessante uitweiding mag
    terugkeren naar het onderwerp van ons gesprek, het einde van de
    wereld... Moeten wij nu vrezen dat de door corona verkapte
    machtsgreep het einde van de mens wordt?
    OVT: Er is, zo vrees ik, veel meer aan de hand en de kenteringen
    die uiteraard bespoedigd worden door de coronastrategie zijn al
    een tijdje aan de gang...
    – Je had het over de cultus van de waanzin die ons moet
    beschermen tegen de waarheid die anders geheel ondraaglijk
    wordt?
    OVT: Kijk eens hier, mijn beste... Rome is de hoofdstad van Italië,
    nietwaar?
    – Jazeker...
    OVT: En middenin de stad Rome ligt een staat, genaamd
    Vaticaanstad, ja, een heuse staat, geheel ommuurd, met een
    staatshoofd, een eigen wetgeving, een quasi uitsluitend mannelijke
    bevolking, ambassades alom ter wereld...
    – Zo is dat, ja...
    OVT: Die staat wordt geregeerd door pausen die tevens regeren
    over het verrezen lichaam van Christus waarmee de zogenaamde
    kerk samenvalt, nietwaar?
    – Dat wordt gezegd, inderdaad...
    OVT: Samen met zijn curiekardinalen zit de paus vergaderingen
    voor waarin door hooggeleerde geestelijken wordt beslist om
    bijvoorbeeld de goudkleurige mijter in het wapenschild van de
    regerende paus te vervangen door een meer modieuze en
    eenvoudige witte mijter.
    – Ja...
    OVT: Dat heeft uiteraard allemaal heel wat voeten in de aarde
    maar eenmaal men erin geslaagd is om desbetreffend tot een
    consensus te komen in de heilige congregatie welke zich het
    thema behartigt, en er wordt overgegaan tot het vervangen van de
    gouden door de witte mijter, spreekt men over een progressief
    pausschap en is dit wereldnieuws, begrijp je?
    – Ja...
    OVT: Weet je trouwens dat pauselijke mijters bezet zijn met
    allerlei edelstenen, zoals opalen, tientallen opalen, zoals men op
    recente prentjes kan zien?
    – Juist, ja...
    OVT: Ken je ook de waarde van zo één opaal?
    – Ik heb geen flauw idee...
    OVT: Ik heb het onlangs nagekeken: één opaal heeft een waarde
    van ongeveer 50.000 euro.
    – Dat wist ik helemaal niet.
    OVT: Hoeveel mensen kan men met dat bedrag te eten geven?
    – Een normale maaltijd?
    OVT: Een doordeweeks middagmaal.
    – Twee euro besteedt men daaraan in de OCMW-rusthuizen... dat
    maakt dan 25.000 maaltijden.
    OVT: Goed gerekend. En hoeveel mensen sterven dagelijks door
    honger?
    – Vijfentwintigduizend ongeveer.
    OVT: En is het u al opgevallen dat die opalen in die mijters
    blijven staan, ondanks de wereldwijde hongersnood?
    – Zo is dat ja.
    OVT: Mag men dan niet dat zeggen dat die edelstenen de
    schuldbewijzen zijn voor een aanslepende genocide?
    – Tja...
    OVT: Is genocide een christelijke deugd?
    – Niet bepaald...
    OVT: Beweert de paus de plaatsvervanger te zijn van Christus?
    – Inderdaad...
    OVT: Kijk, dat bedoel ik nu juist, begrijp je? Dat is klinkklare
    waanzin en niets anders, of vergis ik mij ergens in mijn
    redenering, mijn beste?
    – Ik denk het niet...
    OVT: Als ik mij vergis, zou ik heel graag willen dat je het ook
    zegt, ik zal dan met veel plezier mijn visie herzien, het zou al te
    jammer zijn mocht een mens door een domme vergissing gek
    verklaard worden, vind jij dat ook niet?
    – Uiteraard...
    OVT: Zie je wel! Want dat gebeurt wel elke dag, weet je dat? Men
    zegt dan: die persoon daar lijdt aan grootheidswaanzin, hij gelooft
    dat hij de paus de les moet spellen. De paus is namelijk het hoofd
    van de katholieke kerk, de plaatsvervanger van God zelf op aarde,
    begrijp je? Wie een zo hoogstaand persoon durft aan te vallen,
    moet wel niet goed bij zijn hoofd zijn, zo zegt men. Of vergis ik
    mij?
    – Tja, zo is dat...
    OVT: Pausen, presidenten, koningen... kritiek is daar helemaal uit
    den boze! Of vergis ik me, mijn beste?
    – Welnee, ik zie niet in waar je je zou vergissen...
    OVT: De kinderen kwamen vorig jaar op straat voor de gezonde
    lucht van morgen maar op de milieutop wees de Amerikaanse
    president hen terecht: hebben de kinderen zich dan vergist, mijn
    beste? Is het milieu proper en geloven zij alleen maar dat het vuil
    is? Worden de mensen er ziek van of is dat allemaal
    kwaadsprekerij en achterdocht?
    – Toch niet...
    OVT: Hoort het niet dat een kind een president aanvalt of is het
    heel terecht dat kinderen wantrouwig worden jegens ouderen als
    die ouderen gewoon doorgaan met vervuilen omdat dit hun almaar
    rijker maakt? Vind jij ook dat kinderen sowieso gehoorzaam
    moeten zijn aan ouderen?
    – Euh...
    OVT: De zaak is dat zij niet ongehoorzaam kunnen zijn, mijn
    beste en dat betekent dat het recht van de sterkste het hier haalt op
    de redelijkheid en op de deugdzaamheid.
    – Ja...
    OVT: De waanzin, de onverschilligheid, de stompzinnigheid: het
    bestaat allemaal al duizenden jaren, het is er heus niet gekomen
    door het virus maar net andersom: het virus is er gekomen door de
    waanzin. Als de mensen niets om handen hebben, als ze zich
    beginnen te vervelen, vinden ze altijd zo'n dingen uit. De ene keer
    is het oorlog, dan fabriceren ze een economische crisis, dan weer
    wordt er naar de maan gereisd... Het zijn allemaal waanzinnige
    bezigheden en daarin vlucht men weg van zodra men zich begint
    te vervelen, begrijp je?
    – Niet zo goed, nee.
    OVT: Stel eens... een aantal mensen zijn aan het werk in een
    fabriek. Er is een elektriciteitspanne en er wordt beslist een pauze
    in te lassen. Nu zou men denken: het harde labeur wordt
    onderbroken, men heeft de gelegenheid om te rusten en men rust.
    Maar wat doet men? Men begint te kaarten! Jawel, mijn beste: gij
    hoort het goed: kaarten doet men! En waartoe dient dat spel? Tot
    niets, tot twee keer niets en het is nog inspannend ook. Maar liever
    dat dan bijvoorbeeld rusten. Men doet ongeacht wat om de tijd te
    verdrijven die men anderzijds zegt tekort te hebben, de meest
    waanzinnige activiteiten vindt men uit. Kaarten, bidden,
    telefoneren, ook als men helemaal niets te zeggen heeft, kletsen,
    leugens verzinnen, men kan het zo gek niet bedenken of men doet
    het. Wordt de bezigheid onderbroken, dan vlucht men hals over
    kop in een andere, het doet er niet toe welke, de meest
    waanzinnige is beter dan helemaal niets. Men vlucht. En voor wat
    vlucht men dan eigenlijk? Weet je dat?
    – Voor de stilte?
    OVT: De mens vlucht voor zichzelf, bijna niemand wil met
    zichzelf geconfronteerd worden, men vlucht in een personage,
    men vlucht achter een masker, heel letterlijk trouwens in deze tijd,
    men vlucht in een werk of in een spel, als men maar niet met
    zichzelf geconfronteerd wordt. De meeste mensen kunnen niet
    alleen zijn en om die reden zijn zij kuddedieren. En zie je hoe men
    dan zegt 'kuddedieren' en niet 'kuddemensen'? Want dat is wat er
    gebeurt met mensen die vluchten voor zichzelf: zij vluchten voor
    hun mens-zijn en zij doen dat door te vluchten in hun dierlijkheid
    en dat doen ze door zichzelf te herleiden tot een lid van een kudde.
    Het is immers lastig om mens te zijn. Niet het alleen zijn als
    zodanig is lastig, ook niet de rust of de stilte maar wel de
    confrontatie met zichzelf: het dier dat zijn spel ineens onderbroken
    ziet worden, wordt ermee geconfronteerd dat het bovendien mens
    is. Mensen willen hoe dan ook hun mens-zijn uit de weg gaan.
    – Waarom?
    OVT: De kat legt zich in haar mand in een draai en slaapt bijna de
    klok rond. De worm knaagt een blad af tot bij de nerf en herbegint
    dan met het volgende blad. Alle dieren doen wat voor hen voor de
    hand ligt. Alleen de mens is en blijft onrustig: hij wil vooruitgang,
    hij wil tijd winnen, hij wil een hogere productie, hij wil records
    breken, hij wil naar Mars. Dieren en planten, mijn beste, willen
    dat allemaal niet. Zij groeien en bloeien, eten en slapen, en de
    kous is af. Ze zijn in vrede. Geen vooruitgang voor de katten, de
    koeien, de insecten en de bomen: zij zijn perfect tevreden met het
    leven dat ze leiden. De mens wil altijd hoger, sneller en sterker. En
    dat maakt hem ongelukkig want ook hij veroudert en verdwijnt.
    Zelfs de soort is gedoemd om te verdwijnen, het leven op aarde,
    het zonnestelsel: het heeft allemaal een beperkte houdbaarheid, het
    einde ervan staat in de sterren geschreven. Maar de mens wil
    hiermee niet geconfronteerd worden: hij weigert zich neer te
    leggen bij de werkelijkheid. Hij vlucht weg in wanen. En dat is
    zijn ongeluk. Daedalus en Icarus en al die andere oeroude
    verhalen etaleren de menselijke overmoed, de onrust, het
    grenzeloze streven, de wil.
    – Is dat dan geen goede zaak?
    OVT: Ben jij een fan van Don Quichot?
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 30 april 2021)


    27-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zevende deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zevende deel)
    Plotseling zie ik dat de zuster die de koffie heeft gebracht weer in
    het deurgat staat. Van Togenbirger heeft de blik verdroomd gericht
    op de toppen van zijn schoenen, de zuster knipoogt, nijgt zich naar
    me toe en fluistert me in het oor:
    – Het lijkt erop dat hij weer goed op dreef is, eigenlijk is het tijd
    voor zijn pillen, ik zal nog een beetje wachten tot het interview
    gedaan is...
    – O, daar is nog lang geen sprake van, zo antwoord ik haar: tenzij
    u daar anders over beslist natuurlijk, u zegt het maar als u vindt
    dat dit onderhoud te lang duurt...
    – Nee hoor, doen jullie maar rustig verder, zegt ze, en als jullie mij
    nodig hebben: hier is de bel!
    Zij wijst naar een sinaasappelvormige plastic bol die vast hangt
    aan een touw en demonstreert het mechanisme door er eens aan te
    trekken. In de verte, elders in het gebouw, is een gerinkel hoorbaar
    dat door dit museumstukje voortgebracht wordt en zij lacht, wuift
    en verlaat de kamer. Pas nu lijkt Van Togenbirger weer uit zijn
    gedachten te ontwaken.
    – Als ik het goed begrijp, beste Omsk Van Togenbirger, is er op de
    een of andere manier dan toch wel sprake van de door de religies
    voorspelde apocalyptische tweestrijd? De lang verwachte
    eindstrijd tussen goed en kwaad? En dan zouden, volgens jouw
    uitleggingen, de verkondigers van de pandemie, de
    wetenschapslui en de politici, in feite de Luciferianen zijn, terwijl
    hun tegenstanders, aan wie spreekrecht wordt ontzegd en die
    ervan beschuldigd worden complotdenkers te zijn, eigenlijk
    moeten worden beschouwd als de redders van de mensheid? Ik
    kan mij daarbij echter niet van de indruk ontdoen dat wie de
    zaken op die manier voorstellen, zich blootstellen aan de kritiek
    dat zij wel bijzonder aanmatigend zijn. Heb je daar al aan
    gedacht en heb je daar een antwoord op?
    OVT: Mijn beste, luister nu eens hier. De vraag die men zich moet
    stellen wanneer men het hele gebeuren in ogenschouw neemt, is
    de volgende: wat beogen degenen die onverschrokken de
    pandemie verkondigen en wat beogen zij die zich met al hun
    hebben en houden tegen hen keren? Wat drijft vooreerst diegenen
    die ons komen te vertellen dat wij bedreigd worden door een
    welbepaald kwaad en dat zij de oplossing daarvoor in petto
    hebben? Je begrijpt toch dat die handelwijze helemaal niet nieuw
    is? Dat zij zich alsmaar herhaalt in een ontelbaar aantal vormen?
    Op de keper beschouwd gaat het hier om een bijzonder goedkoop
    en doortrapt maar even beproefd patroon dat een tactiek verraadt
    die zonder uitzondering alle potentaten hanteren om de massa aan
    zich te onderwerpen en vervolgens uit te buiten.
    – Hoe dan wel?
    OVT: Ik maak jou bang voor een zeker kwaad en vervolgens
    verkoop ik jou de ultieme oplossing voor een zo dik mogelijk pak
    geld! Wel, is dat niet de tactiek waarmee bijvoorbeeld de
    katholieke kerk de halve wereldbevolking al tweeduizend jaar lang
    aan het lijntje houdt? De katholieke kerk maar ook alle andere
    religies? De potentaten in de verschillende religies maar ook de
    machtswellustelingen in de politiek en in zowat alle sectoren?
    – Tja...
    OVT: Mijn beste: waar figuren opduiken die angst zaaien, zijn
    gezonde mensen extra op hun hoede want instinctief weten zij heel
    goed wat daar op volgen zal. Elke verkoper, of moet ik zeggen:
    elke dief, weet dat hij zijn product pas kan slijten als hij bij zijn
    potentiële klant een behoefte daaraan kan opwekken. In de huidige
    wereld poogt men vooral veiligheid te verkopen, een product dat
    goed in de markt ligt na enkele jaren van opgeklopt terreurnieuws
    over och arme een paar honderd slachtoffers wereldwijd of waren
    het er een paar duizend? Er wordt een kwaad geschapen en een
    remedie volgt tegen een prijs die uiteindelijk niemand meer bij
    machte is om te betalen omdat, als puntje bij paaltje komt, het om
    het eigen leven van de betrokkene gaat. Ja, van niets minder tracht
    elke potentaat zijn prooien te beroven dan van hun eigen leven en
    als zij het weigeren om hun leven aan hem te schenken, lopen zij
    het gevaar bij iedereen voor lafaards door te gaan! Of heb je niet
    onthouden wat de leiders rondbazuinen over het volk? “Hebben ze
    dan iets nodig om voor te leven?” - zo schreeuwen ze: “Welnee, ze
    hebben iets nodig om voor te sterven!”
    – We weten pas zeker of we voor een zaak willen leven als we ook
    bereid zij er voor te sterven: zijn dat niet de woorden van Erneste
    Che Guevara?
    OVT: Maar mijn beste: tallozen hebben variaties gemaakt op
    datzelfde thema! Martin Luther King, Dag Hammarsjold, Fjodor
    Dostojevski, Albert Einstein, Gilbert Chesterton, Arthur
    Schopenhauer...
    – En spreken zij dan de waarheid niet?
    OVT: Mijn beste, ik noem het doen van dergelijke uitspraken een
    vorm van de aan mannen eigen drang om te paraderen en sta mij
    toe dat ik dit met enkele voorbeelden illustreer. Onlangs zijn
    bijzonder betrouwbare getuigenissen vrijgegeven over de
    bemanning van de reddingssloepen van de Titanic die in de nacht
    van 14 op 15 april van het jaar 1912 tegen een ijsberg aan vaarde
    en zonk. Los van het feit dat de opvarenden van tweede of derde
    klasse met het neerlaten van hekkens verhinderd werden om het
    dek te bereiken waar zich de reddingssloepen bevonden, heeft zich
    onder de elite op het dek een nog groter drama, een drama van
    eerste klasse afgespeeld. In weerwil van de morele regel dat
    vrouwen en kinderen eerst gered moeten worden, bleken de
    overlevenden in de schuiten die het schip dat ter hulp kwam,
    bereikten, bijna allemaal mannen te zijn.
    – Daarvan heb ik inderdaad gehoord, ja...
    OVT: Nog een mooi prentje is dit. Er bestaan op televisie
    verspreide beelden van een gezin dat in een drive-in natuurpark
    niets vermoedend de auto verlaat. Alras wordt het kind belaagd
    door een tijger en raad nu eens wat er gebeurt! Terwijl de moeder
    haar kind overigens met succes tegen het wilde beest verdedigt,
    vlucht de vader snel de auto in.
    – Ja, ik heb die beelden ook gezien...
    OVT: Ik vermoed niet dat het hier om uitzonderingen gaat en
    daarom ook geloof ik dat men hieruit misschien wel met recht en
    rede het besluit mag trekken dat ook de gezegdes over de nood aan
    een zaak waarvoor men zijn leven veil heeft, berusten op
    zelfoverschatting en grootspraak. De befaamde uitspraak over de
    nood aan een zaak om voor te sterven dient dus een weinig
    aangepast te worden, vind je ook niet?
    – Misschien wel, ja...
    OVT: Wat dacht je dan van de volgende: “De mensen... of beter:
    de mannen... hebben een zaak nodig waarover ze kunnen zéggen
    dat ze bereid zijn om er voor te sterven!”
    – Klinkt wel cynisch...
    OVT: Mannen zijn met andere woorden supporters en dat is iets
    heel anders dan helden. Supporters zijn meelopers, massamensen
    zo men wil, kuddedieren die een leider volgen.
    – Misschien heb je wel gelijk.
    OVT: Zeer onlangs las ik in het nieuws dat een burgemeester en
    tevens een vooraanstaand lid van een partij met een macho-imago,
    nadat hij beschuldigd werd van geldverduistering, zichzelf nu een
    slachtoffer van oplichting noemt en luister nu goed, mijn beste:
    het was niet een leeuw door wie hij zich liet temmen maar een
    vrouw, zij het er een met het kapsel van een leeuw!
    – Ha...
    OVT: De parade wijkt hier zelfs voor het persoonlijke gewin want
    iedereen weet dat een man die door een vrouw geveld werd en dat
    ook nog toegeeft, volgens de regelgeving van macho's afgedaan
    heeft als leider en dat wie hem dan nog volgen, niet goed snik zijn.
    De kerel staat trouwens niet alleen met zijn opportunistische
    bekentenis: een partijgenoot van hem zat onlangs in hetzelfde
    schuitje en kwam weg met een gelijkaardige uitleg. En zie je nu
    wat nog het ergste is?
    – Euh...
    OVT: Die mannen blijven paraderen op de buis alsof er geen
    vuiltje aan de lucht is. Of heb je dan de stoelendans van Ankara
    gemist?
    – Tja... en wat...
    OVT: “Een zaak om voor te sterven”: dat is gewis het aas
    waarmee de leider zijn kuddedieren vangt, waarna hij hen prompt
    naar het front stuurt om daar met hun leven voor zijn eer te gaan
    betalen want zijzelf zijn bittere sukkelaars, zij drentelen achter een
    vlag aan die niet eens de hunne is. En dit is exact de manier
    waarop vandaag godbetert wereldwijd de massa in het gareel
    wordt gehouden door een bende, en ik wik mijn woorden,
    gewetenloze megalomane blasé miljardairs.
    – Ja?
    OVT: Niemand immers, mijn allerbeste, kan de bedoeling hebben
    om uitgerekend diegenen bij te staan die hij aan het bestelen is.
    Quod erat demonstrandum.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 27 april 2021)


    26-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)
    OVT: Op het ogenblik dat je een steen werpt, ligt het al vast waar
    hij terecht zal komen: het einde zit vervat in het begin. Dat komt
    uiteraard doordat de steen zelf niets in de pap te brokken heeft met
    betrekking tot zijn vlucht, die daarom louter een val is. Had de
    steen vleugels, dan kon hij zijn vlucht nog sturen maar een steen
    kan helemaal niets doen, hij is overgeleverd aan degene die hem
    werpt, de werper is de enige die hem stuurt, de steen zelf
    ondergaat alles volstrekt passief: hij valt. Begrijp je?
    – Jawel.
    OVT: Welnu, ons onderhevig zijn aan de tijd is gelijkaardig: de
    tijd gaat in één richting, hij verloopt even rap voor iedereen, wij
    bevinden ons allen in dezelfde tijd die gelijk een trein op weg is en
    niemand is in staat om hem te laten stoppen. Niemand kan de tijd
    rapper of trager doen gaan, niemand kan de tijd doen stilstaan,
    niemand kan een stukje wegknippen uit de tijd of er een uur aan
    toevoegen. Wij zijn onderhevig aan de tijd zoals de steen
    onderhevig is aan de val. Precies zoals de steen zijn val niet kan
    sturen, kunnen ook wij helemaal niets ondernemen met betrekking
    tot de tijd. De tijd is niet de onze; wij zijn van de tijd. We zitten in
    de tijd gevangen. We zijn gevangenen van de tijd. Wij belanden
    daar waar de tijd ons heen brengt en niemand die daar wat kan aan
    verhelpen. Op die manier gaan wij het einde tegemoet dat vastligt
    van bij het begin, net zoals de plek waar de steen zal vallen. De
    tijd is zoals de steen en wij zitten vast in die steen, ons lot wordt
    bepaald door dat van de steen des tijds die op zijn beurt helemaal
    geen zeg heeft over zijn bestemming.
    – Ik vind dat griezelig!
    OVT: Dat is het ook, mijn beste: het is in feite ondraaglijk voor
    een mens om dit te moeten ondervinden. Wij kunnen er niet naast
    kijken dat wij helemaal niets te zeggen hebben over ons eigenste
    lot en dat het vastligt op de meest absurde manier. Uitgerekend om
    die reden geven wij dan ook de vrije teugels aan de waanzin, de
    leugens en het bedrog. Alleen met de fictie kunnen wij ons bestaan
    een beetje draaglijker maken: wij hongeren naar dromen en naar
    leugens en wij leven er echt van, ja, de sprookjes en de verzinsels
    zijn gewis onze allerheiligste waarheden. Het bedrog is in feite
    een pijnstiller. En herinner u nu wat wij eerder zegden: de pijn valt
    samen met het bewustzijn en met de waarheid. Derhalve brengt de
    pijnstiller die het bedrog is, ons in een droomtoestand, een roes,
    ver van de waarheid vandaan.
    – Dat klinkt logisch, dat klinkt redelijk... Ik zei bijna... dat klinkt
    Luciferiaans... Lucifer, zo vertelde je net, is het meest redelijke
    schepsel en zijn tegenstrever, Jezus, is dan... onredelijk!?
    OVT: De Jezusfiguur overstijgt de tweespalt van het redelijke en
    het redeloze omdat hij helemaal niet rekent, hij is ook geen retor,
    de retorica is de kunst van het liegen. Jezus spreekt in parabels of
    gelijkenissen, argumenten kent hij niet omdat argumenten behoren
    tot het instrumentarium van wie gehoor geven aan de wetten van
    de strijd, van de natuur, begrijp je?
    – Niet zo goed, neen...
    OVT: Lucifer, het jodendom en ook alle andere religies met hun
    zonder, schulden en straffen, de retorica, de wiskunde en de
    wijsbegeerte met al haar telgen, incluis de Verlichting: zij zijn
    opstandelingen die de allereerste wet verworpen hebben, die in
    feite helemaal geen wet is, maar we drukken het nu wel zo uit: de
    wet van het vertrouwen of de liefde. Lucifer denkt in termen van
    recht, maat en orde. Hij verkoopt en koopt en betaalt en ontvangt
    een loon overeenkomstig zijn prestaties. Jezus daarentegen betaalt
    aan de arbeider van het elfde uur hetzelfde bedrag dat ook de
    arbeider van het eerste uur ontvangt. Volgens het principe van de
    wraak moet de schuldenaar worden beboet en de zondaar bestraft
    maar volgens dat van de liefde kunnen schulden en zonden
    vergeven worden, uiteraard mits er berouw over bestaat. De
    volgelingen van Lucifer bouwen voort op de natuur waarvan de
    wetten deze zijn van een oog voor een oog en een tand voor een
    tand en wetenschapslui of Luciferianen aanbidden de natuur en
    leren die kennen... om hem op hun beurt te kunnen verschalken.
    Zo geloven zij dat zij datgene tot buit kunnen maken wat in feite
    hun leven draagt. Zij zagen de tak op waarop zij zitten, mijn
    allerbeste! De koffie is niet warm meer, zal ik wat verse laten
    zetten?
    – Voor mij niet, dank je...
    OVT: Je herinnert je beslist de Franse revolutie van 1789? Het
    opstandige volk komt aan de macht, de leden van de clerus en de
    adel worden allemaal onthoofd en er wordt een nieuwe kalender
    opgesteld: het jaar 1 is niet langer dat van de geboorte van Jezus.
    In 1792 wordt het koningschap afgeschaft en herbegint de
    tijdrekening. De maanden krijgen nieuwe namen. Er is de
    instelling van lekenfeestnamen en kerken worden omgedoopt tot
    wetstempels. Er komt een burgerlijke liturgie en een heuse cultus
    van de Rede! Ja, de godsdienst wordt verboden en in de plaats
    komt de dienst aan Lucifer, de drager van de Rede!
    – Zo had ik het nog niet bekeken...
    OVT: Vandaag, mijn beste, maken wij precies hetzelfde mee.
    Corona is een toverwoord dat de ganse wereldbevolking met angst
    verlamt. Religieuze praktijken worden verboden voor de bestwil
    van het volk, de doop wordt vervangen door de vaccinatie, de
    religie door de wetenschap, het hiernamaals maakt plaats voor het
    hiernumaals en ziekten komen in de plaats van zonden. De heilige
    hostie uit het tabernakel staat haar plaats af aan de pil van bij de
    apotheker, de biechtvader is voortaan de huisarts, de nieuwe bijbel
    is de encyclopedie, de televisie is de nieuwe preekstoel, de
    camera's zijn de nieuwste kettingen, men vloekt nog slechts op
    straffe van torenhoge boetes en zij vervangen de beloofde
    hellestraffen van weleer, er is omerta of zwijgplicht bij hen die
    weten en biechtplicht bij alle anderen die niet beseffen dat zij door
    de belijdenis van hun zonden zichzelf beroven van hun diepste
    geheimen en derhalve van hun eigen ziel. Het nieuwe
    machtsapparaat parasiteert op de kennis en op de structuren van
    het oude, alleen de namen zijn veranderd.
    – Dat lijkt mij allemaal wel steek te houden...
    OVT: De strijd die heden wordt gevoerd, is heel beslist een
    wereldoorlog, mijn beste, en onze vijand is allerminst een virus!
    Het gaat hier om een strijd tussen dezelfde machten die ook in de
    begintijd vochten zoals Vondel het beschreef en zo weze het
    herhaald dat wij pas kennis van het einde kunnen hebben als wij
    ook weten hoe het er aan toe ging bij de start. Beseft men wel
    hoezeer de Rede de wereld in haar wurggreep houdt? Merkt men
    het wel, hoe de huidige economie wat schoon en waar en goed is,
    corrumpeert en vernietigt zonder mededogen? Is men zich daar
    wel terdege van bewust hoe in de stelsels die zich heel diep in de
    wereld hebben geworteld, dezelfde Lucifer aan het werk is die ook
    in het begin der tijden de mens ten val bracht? Als hij zijn werk
    voltooien kan, dan zullen wij niet alleen het eeuwig leven moeten
    derven maar ook het leven zonder meer. Er zullen dan alleen nog
    enerzijds de dode stof zijn, de sterren in het ijskoude firmament en
    de planeten en anderzijds de zuivere geesten die hun banen sturen.
    En uiteraard de zielen van wat eens de mensen waren, in de hel.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 26 april 2021)


    25-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)

    OVT: Dat het einde vervat zit in het begin, is een wijsheid die
    reeds voorkomt in het apocriefe evangelie van de apostel Thomas,
    ook genoemd 'de ongelovige Thomas'. Twee boeren vonden nabij
    de Egyptische stad Nag Hammadi in 1945.
    – Daar heb ik over gehoord, ja...
    OVT: In feite gaat het om een Griekse vertaling uit de vierde eeuw
    van een oudere tekst waarvan reeds eerder fragmenten opdoken,
    maar dat is voer voor kenners. Maar wat mij van belang lijkt, is
    dit: de overtuiging groeit bij een aantal onderzoekers dat dit
    evangelie, dat alleen bestaat uit opgetekende losse, raadselachtige
    uitspraken die doen denken aan de zogenaamde 'koans' uit het
    Zen-Boeddhisme, behalve het oudste ook het meest betrouwbare
    evangelie is. De vier synoptische evangeliën zouden maaksels zijn
    van latere datum, aanpassingen als het ware van de feiten aan de
    wensen van de kerk.
    – Macht corrumpeert...
    OVT: Inderdaad. Het Thomasevangelie verwerpt overigens het
    Oude Testament en noemt Jezus ook nooit 'zoon van God' maar
    wel 'de Levende', 'de Zoon van de Levende', 'het Licht' en 'het Al'.
    Het rijk Gods is alleen weggelegd voor aseksuele enkelingen die
    verzaken aan de wereld en het is er reeds, men moet het alleen
    zien!
    – Vreemd...
    OVT: Vind je? Welnu, in dat evangelie vragen Jezus' apostelen
    hem hun te willen vertellen hoe het einde zal zijn. Zijn antwoord
    luidt als volgt...
    Omsk Van Togenbirger spreekt nu de woorden van 'de Levende'
    traag, luid en op een heel geprononceerde wijze uit:
    OVT: “Hebben jullie het begin ontdekt, dat jullie zoeken naar het
    einde? Want waar het begin is, daar zal het einde zijn. Gezegend
    hij die staat in het begin, hij zal het einde kennen en de dood niet
    smaken.”
    – Het klinkt belangrijk... maar wat betekent het?
    OVT: Het is een koan, mijn beste, en dat wil zeggen dat niemand
    de betekenis ervan beter kan uitdrukken dan zoals dat gebeurd is
    in de koan zelf. Je moet er dus over nadenken en misschien komt
    er een dag waarop je ineens een licht opgaat zodat je zegt: nu snap
    ik het!
    – Je laat ons nu wel op onze honger zitten met de vraag naar de
    toekomst. Op welke manier moeten wij dan eerst het begin
    begrijpen teneinde het einde te kunnen kennen?
    OVT: Ken je de grote Nederlandse dramaturg Joost van den
    Vondel? In feite is hij een Duitser, hij werd immers geboren in
    Keulen maar hij leefde en werkte in Mokum...
    Omsk Van Togenbirger begint zowaar te zingen:
    OVT: “Brand in Mokum! Brand in Mokum! Zie 't is ginder! Zie 't
    is ginder! Brand, brand! Brand, brand! En daar is geen water!” Die
    canon ken je toch nog, mijn beste?
    – Jazeker...
    OVT: Maar dat er geen water zou zijn in Amsterdam dat menig
    literator vergeleken heeft met de hel vanwege het water van de
    wallen die zich naar verluidt concentrisch schikken zoals de
    hellekringen in de Comedia van Dante Alighieri: wat een grap!
    Maar wat ik wilde vertellen: Vondel schreef heel veel, de man
    werd eenennegentig. Een van zijn toneelwerken heet 'Lucifer' en
    het handelt over het begin dat meteen het einde in zich heeft. Ken
    je het stuk?
    – Lang geleden lazen we een fragment ervan op school...
    OVT: Sint-Thomas ken je toch? Ik bedoel niet de ongelovige, de
    apostel, maar de grote middeleeuwse theoloog, Thomas van
    Aquino? Je kent toch de Thomistische wijsbegeerte? In zijn
    Summa Theologiae wist hij naast de neoplatonici ook Aristoteles
    voor zijn kar te spannen en zelfs de grote Islamitische filosofen
    zoals Averroes en Avicenna?
    – Dat herinner ik me, ja...
    OVT: Thomas beschreef de schepping als een groot en strikt
    geordend geheel waarin alles en iedereen zijn vaste stek en
    bestemming heeft...
    – Ja, inderdaad...
    OVT: Welnu, deze orde was er van bij het begin maar toen God de
    mens schiep, oordeelde de burgemeester van het heelal, de engel
    Lucifer, dat die orde grondig verstoord werd.
    – En waarom? Had de Schepper dan een fout gemaakt?
    OVT: Volgens Lucifer wel. Lucifer is namelijk de meest redelijke
    onder alle schepselen en daaraan dankt hij ook zijn naam. 'Lucifer'
    betekent: 'drager van het licht' of 'drager van het verstand'. Je weet
    dat God zijn engelen gebood de mens te dienen? Welnu, voor
    Lucifer was dat een stap te ver. De mens is immers deels stoffelijk
    terwijl de engelen pure geesten zijn: de pure geesten horen boven
    de half geestelijke, half stoffelijke mens te staan. Wat de Schepper
    gebood, verstoorde de orde! Het was totaal onredelijk! En Lucifer
    kwam in opstand. De rest van het verhaal ken je zeker en vast:
    Lucifer met zijn volgelingen, zowat een derde deel der engelen,
    gaat in de hemel een strijd aan met Michaël en zijn legerschare.
    Lucifer verliest en tuimelt naar beneden in de hel waar hij nu nog
    altijd zit. Om zich te wreken, heeft hij in de vorm van een slang
    Eva verleid door haar ertoe te brengen te eten van de verboden
    vrucht en op haar beurt laat zij ook Adam eten, wat de mens ten
    val brengt. De mens wordt verjaagd uit het paradijs en zal
    voortaan een aards en sterfelijk wezen zijn dat zijn brood eet in het
    zweet van zijn aanschijn. Maar God heeft medelijden en belooft
    een Verlosser te zullen zenden. Zijn Zoon neemt de zonden van de
    mens op zich en boet ze uit aan het kruis waarna wie in Hem
    geloven, opnieuw toegang krijgen tot het eeuwig leven.
    – Wanneer je dat zo vertelt, Omsk Van Togenbirger... bespeur ik
    terecht een verband tussen Lucifer en de grote kerkleraar Thomas
    van Aquino?
    – Zeer terecht, mijn beste! Dat heb je trouwens goed gezien! De
    grote Russische schrijver Fjodor Michajlovitsj Dostojevski merkte
    het ook al op. In De grootinquisiteur van Sevilla, een
    raamvertelling in zijn beroemde roman De Gebroeders
    Karamazov, laat hij de kerkvorst kleur bekennen: ons geheim is
    dat wij aan de kant staan van de duivel, zo verklaart daar de
    vertegenwoordiger van de paus.
    – Een ware mythologie!
    OVT: Zeg dat wel, alleen gaat het hier niet om mythen maar om
    waarachtige feiten.
    – Hoezo!?
    Pausen, mijn beste, zijn geen mythologische figuren maar politici
    van vlees en bloed, wereldlijke machthebbers die te beslissen
    hebben over het leven en de dood van tallozen. Zij tooien zichzelf
    met mijter en staf en dure gewaden en zij marcheren niet wanneer
    zij zich verplaatsen maar zij schrijden en als zij op draagstoelen
    liggen, glijden zij voorbij; zij spreken Latijn in een door gewone
    mensen volstrekt onverstaanbaar jargon en dat alles doen zij om
    de bedrieglijke indruk te wekken dat zijzelf geen mensen zijn doch
    engelen of dan toch semi-engelen. Na hun dood verklaren zij,
    zoals onderling afgesproken, elkander zalig.
    – Geven zij niet het voorbeeld aan de mensen?
    OVT: Over hen kan niemand zeggen dat ze, zoals Jezus die zij
    hier zeggen na te volgen en te vertegenwoordigen, geen steen
    hebben om daarop het hoofd te laten rusten: zij slapen in
    ebbenhouten ledikanten met zijden baldakijnen tussen
    kunstwerken waarvan de waarde niet kan uitgedrukt worden in
    tonnen goud en hun corpulentie verraadt een leven van alles
    behalve onthouding en vasten. De Vaticaanse en hoog ommuurde
    luxe waarin zij hun ondermaans bestaan doorbrengen, grenst aan
    het fabuleuze. Ja, het lijkt erop dat zij hun hemel hier al zullen
    hebben gehad en zo behoren zij waarschijnlijk tot degenen die hun
    loon al hebben ontvangen.
    – Maar er is godsdienstvrijheid! Niemand hoeft dat toch te
    geloven?!
    OVT: De christelijke beschaving breidde zich in luttele eeuwen
    over zowat de ganse aardbol uit: die sprookjes waren voor het
    grootste deel van de wereldbevolking altijd bittere ernst.
    – Je denkt dus dat er, zoals voorspeld in het christendom, een
    apocalyps komt?
    OVT: Helemaal niet! De apocalyps is van alle tijden, zoals ook het
    rijk Gods en de hel: het is, zoals door de ongelovige Thomas
    wellicht heel correct genoteerd, allemaal hier en nu aanwezig. Je
    ziet toch dat de tijden de gestalte hebben van een spiraal? Het
    geheim van het leven, het DNA, zit in een dubbele helix maar de
    tijden vormen zich in een spiraal, en wel van buiten naar binnen,
    naar de kern toe.
    – Wat wil je daarmee zeggen?
    OVT: Als wij een voorstelling maken van de tijd, doen wij dat met
    een lijn, een tijdlijn, nietwaar?
    – Ja...
    OVT: Maar zo loopt de tijd niet, mijn beste. Sommigen zeggen dat
    de toekomst steeds het nieuwe en het onverwachte brengt en dat
    alles doorgaat, vandaar de lijn; in de religies van het Boek gaat zij
    zelfs van een beginpunt naar een eindpunt toe, een lijnstuk dus, al
    moet gezegd dat na het eindpunt voor de mens de eeuwigheid
    begint. Anderen geloven dat alles zich herhaalt. Maar geen van de
    twee opvattingen strookt met de werkelijkheid: wij moeten kijken
    naar de banen der planeten om te verstaan hoe ook de tijd zich
    door de nacht ontrolt: de tijd valt, precies zoals de massa's vallen.
    De maan valt naar de aarde toe, de aarde naar de zon, vandaar de
    schijnbare cirkelgang, die in wezen een spiraal is. Twee spiralen
    eigenlijk, van de beide massa's, naar elkaar toe. Een oneindig
    aantal spiralen, alle massa's in de kosmos in beschouwing
    genomen. En zo ook loopt de tijd: hij lijkt alles te herhalen maar
    niets keert op exact dezelfde manier terug; wij gaan altijd een
    beetje dieper, gestaag maar zonder weerga, met in het vooruitzicht
    niets anders dan de eeuwigdurende verstarring. Ken je Das Lied
    von der Erde? De tekst is in feite oorspronkelijk in het Chinees en
    de dichter heet Li Tai Po. Gustav Mahler heeft het op toon gezet.
    Ken je het, mijn beste?
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 25 april 2021)


    24-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)

    Na een hoestbui die enkele lange en bange minuten aanhoudt,
    neemt Omsk Van Togenbirger een slok van het glas water dat de
    dame die eerder ook voor de koffie heeft gezorgd, hem is komen
    brengen van zodra zij kennelijk gealarmeerd was door het
    luidruchtige voorval en hij zet zijn betoog verder met een ietwat
    schorre stem:
    OVT: Ik zal mij zo dadelijk nader uitdrukken maar er schiet mij nu
    iets te binnen dat ik zopas nog las, het illustreert de
    leugenachtigheden en het echt groteske bedrog waaraan wij
    geslachtofferd worden in dit niets en niemand meer ontziende
    tijdperk van het gouden kalf... Het gaat over de manier waarop
    plegers van genocide hun vel alsnog weten te redden wanneer zij
    op heterdaad betrapt worden... Misschien heb je er ook over
    gehoord, het zogenaamde nepnieuws over een mentor van de
    Franse presidenten, een woordvoerder van het World Economic
    Forum...
    – Je bedoelt Jacques Attali?
    OVT: Ik wil geen namen noemen, inderdaad. De zaak is alleen dat
    zekere nieuwssites die terecht bekend staan als nep en die er
    inderdaad nogal eens met de grove borstel door gaan, de man in
    kwestie foutief citeerden uit een boek van hem dat veertig jaar
    geleden is verschenen. Attali zou geschreven hebben dat
    wereldleiders het plan hebben opgevat om alle economisch
    onproductieven te gaan euthanaseren en hij wordt dus 'geciteerd'
    waar hij het heeft over de mensen met pensioen, de zieken, de
    werklozen, kortom al degenen die alleen maar geld kosten aan de
    maatschappij: beter korte metten maken dan alles maar laten
    aanmodderen, zo ongeveer worden de woorden hem in de mond
    gelegd...
    – En klopt het ook?
    OVT: Wel, de econoom heeft tegen wie hem al dan niet foutief
    citeerden, een proces aangespannen en hij heeft het ook
    gewonnen. De rechter oordeelt namelijk dat de econoom de
    mensen alleen maar gewaarschuwd heeft dat in een samenleving
    waarvan de ultieme maatstaven economisch van aard zijn, de
    euthanasie van de onproductieven die ons alleen maar geld kosten,
    als oplossing uit de bus zal komen. (1)
    – De rechter heeft dan toch gelijk?
    OVT: Zie je dan echt niet op welke manier er gelogen wordt?
    – Niet echt...
    OVT: De econoom in kwestie is een vooraanstaande figuur van
    het World Economic Forum, mijn beste: wanneer hij het heeft over
    euthanasie om economische redenen op de onproductieve massa,
    dan spreekt hij helemaal niet over een bizarre fascistische
    economie op de maan of op Mars maar over uitgerekend onze
    eigenste wereldeconomie die hij persoonlijk voorzit in Davos,
    samen met een congregatie van gelijkgezinden. Het gaat met
    andere woorden om het verhaal van de boze wolf en de zeven
    geitjes, alleen is het zo dat de rechter de wolf vrijpleit omdat hij
    oordeelt dat de boze wolf de geitjes gewaarschuwd heeft voor
    boze wolven.
    – Vreemd...
    OVT: Ik wil slechts zeggen: de hardnekkigheid waarmee gelogen
    en bedrogen wordt, lijkt nu wel grenzeloos. De arrogantie en de
    onbeschaamdheid van de criminelen die ons met de huidige
    wereld hebben opgezadeld overtreft in hoge mate wat figuren
    zoals Nero en Hitler presteerden, begrijp je?
    – Misschien is daar wel iets van...
    OVT: Maar je bent hier om mij te vragen wat er in mijn glazen bol
    te lezen staat, nietwaar?
    – Dat raad je goed, Omsk Van Togenbirger.
    OVT: Ja, maar om het einde van de wereld te kunnen kennen,
    moet je eerst het begin begrijpen, zie je? Het einde zit vervat in het
    begin en het begin in het einde, ken je dat chiasme?
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 24 april 2021)
    Verwijzingen:
    (1) https://factuel.afp.com/attention-cette-fausse-citation-dejacques-
    attali-sur-leuthanasie-des-seniors


    23-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Derde deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Derde deel)

    OVT: Begrijp mij nu niet verkeerd, zo verbreekt Omsk de stilte:
    niemand beweert dat kennis een illusie is. Wel is het zo dat kennis
    die niet in betrekking staat tot de werkelijkheid, helemaal geen
    kennis is. Als men eerst afspreekt wat getallen zijn en wat
    bewerkingen op die getallen zijn, dan doet men eigenlijk niets
    anders dan spelregels vastleggen en het spel dat men dan speelt
    wanneer men aan het rekenen gaat, kan best leuk zijn maar over
    de werkelijkheid buiten het spel zelf, wordt helemaal niets gezegd
    of gekend. Wel is het soms mogelijk om een spel met de
    werkelijkheid te verbinden en dan lijkt het alsof men orde in de
    dingen brengt maar dat blijft allemaal heel relatief. Het
    aanbrengen van orde is tenslotte niets anders dan het
    vereenvoudigen van zaken die op zich chaotisch zijn: men
    verandert de dingen om ze te kunnen inpassen in vaste begrippen
    zoals men kleren opvouwt om ze in een kast te kunnen leggen.
    Maar zoals men zich met die kleren pas terug kan aankleden als
    men ze eerst weer ontvouwt, zo ook verandert onze ordening de
    dingen in die mate dat men er eigenlijk nog weinig kan mee
    aanvangen.
    – Als ik het goed begrijp, zijn er dus twee werelden die eigenlijk
    onderling onverenigbaar zijn: enerzijds de werkelijkheid buiten
    ons en anderzijds... wat wij er binnen in onszelf over denken?
    OVT: Ha, dat is natuurlijk een bijzondere valstrik! Lang heeft men
    dat volgehouden, die opvatting over de twee werelden: stof en
    geest, lichaam en ziel, aarde en hemel, zelfs de tweedeling van
    goed en kwaad had er mee te maken!
    – Er zijn geen twee werelden?
    OVT: Welnee, beslist niet! Hoe zou dat nu het geval kunnen zijn?
    – Is er dan één wereld?
    OVT: Dat is wat sommigen beweren, ja. Er zijn er die zeggen dat
    alles stof is, materie en energie, en onze gedachten zouden dan
    afscheidingen zijn van onze hersenen. Anderen beweren dat alles
    geest is: de materiële wereld bestaat vooral in onze geest maar of
    hij ook op zichzelf bestaat, valt nog te bezien. En als wij geloven
    dat hij wel moet bestaan buiten ons, bijvoorbeeld om het mogelijk
    te maken dat wij allen dezelfde buitenwereld beleven, dan is het
    de heilige geest die daarvoor borg staat. Zowel de ene als de
    andere opvatting is verdedigbaar, zij het met een beperkte
    houdbaarheid. Maar alleen al het feit dat twee tegengestelde
    uitgangspunten voor mogelijk gehouden worden, ondermijnt hun
    geloofwaardigheid. We zitten daar duidelijk in een doodlopend
    straatje.
    – En wat is dan wel het geval?
    OVT: Het hemd is nader dan de rok: die vaststelling moet ons
    uitgangspunt wezen. Wij moeten datgene als waarheid erkennen
    wat wij onmogelijk kunnen ontkennen, datgene wat noodzakelijk
    waar is, wat niet onwaar kan zijn.
    – En dat is?
    OVT: Dat weet je zelf goed genoeg en wel uit eigen ondervinding.
    Wat is het meest nader aan uzelf? Het hemd is nader dan de rok
    maar wat is nog nader dan het hemd?
    – Het lijf.
    OVT: Precies, maar wat dan aan het lijf kan men onmogelijk
    negeren?
    – De pijn.
    OVT: Zie je wel dat je het weet. Niemand is in staat om te
    ontkennen dat hij pijn heeft als hij die heeft. Maar wat betekent
    dat?
    – Geen idee.
    OVT: Het wil uiteraard zeggen dat niemand in staat is om zijn
    eigen bestaan te ontkennen.
    – Dat is niet makkelijk om te vatten...
    OVT: Denk dan aan het volgende: waarom grijpen sommigen naar
    euthanasie wanneer hun einde nadert en het lijden zich
    aankondigt?
    – Ze willen dat het lijden ophoudt?
    OVT: Ja, maar hoe willen ze dat doel bereiken?
    – Door zichzelf van het leven te beroven of te laten beroven...
    OVT: Zij geloven dat het lijden zal ophouden van zodra zij zelf
    ook ophouden met bestaan, begrijp je?
    – Lijkt me logisch, ja.
    OVT: Het probleem is wel dat niemand met zekerheid kan weten
    of hij of zij inderdaad ophoudt met bestaan op het ogenblik dat hij
    ophoudt met leven.
    – Dat lijkt moeilijk te bevatten...
    OVT: Zeker, maar is het ook moeilijk te bevatten dat de zekerheid
    ontbreekt over het feit of men wel ophoudt met bestaan van zodra
    men ophoudt met leven?
    – Als men ervan uitgaat dat het leven de
    mogelijkheidsvoorwaarde is voor het bestaan, dan is het ook
    logisch dat men ophoudt met bestaan van zodra men niet langer
    leeft.
    OVT: Daar zeg je het, mijn beste: als, als, als... je ervan uitgaat
    dat! Maar dat is één uitgangspunt en wie zegt dat dit de waarheid
    is? Kun je dat weten of kun je het alleen geloven?
    – Je kunt dat alleen maar geloven, zo lijkt het mij.
    OVT: Inderdaad: wie zich euthanaseren of zelfmoorden, die
    hopen dat ze er na die daad niet meer zijn. De kwestie is nu of die
    hoop volstaat om te bewerken dat men er dan inderdaad niet
    langer is! Is het met andere woorden voldoende om iets te hopen
    opdat het ook nog waar zou zijn?
    – Beslist niet.
    OVT: Welaan dan: dit misverstand moge nu alvast opgeruimd zijn.
    Het hemd is nader dan de rok, het lijf is nader dan het hemd, maar
    tevens geldt dan ook dat het bestaan nader is dan het leven,
    nietwaar?
    – Ik weet niet zeker of ik het wel helemaal begrijp...
    OVT: Je veronderstelt dat je bestaat bij de gratie van het leven
    maar zeker weten doe je dat niet: je veronderstelt dat op grond van
    een zekere opvatting over het leven terwijl je niet weet of die
    opvatting ook nog de waarheid is.
    – Ik zie niet hoe ik dat zou kunnen tegenspreken...
    OVT: Maar voel je dan niet dat de ervaring dat je bestaat, nader is
    dan de ervaring dat je leeft?
    – Ik begrijp niet wat je bedoelt...
    OVT: Voel je niet dat het gevoel dat je bestaat en dat je uitdrukt
    door te zeggen: “Ik ben”, directer is of dichter bij jezelf staat dan
    de opvatting dat je leeft en dat je er bent omdat je leeft?
    – Wel...
    OVT: Is het niet uitgerekend in de pijn dat je jezelf bent, dat je
    niet meer kan negeren dat je bestaat? Val je niet samen met je pijn,
    als je pijn hebt? En is het niet uitgerekend dat wat pijn zo erg
    maakt? Je kan de pijn niet vluchten omdat je die zelf bent, als je
    die hebt.
    – Ja...
    OVT: De pijn is de kennis die in betrekking staat tot de
    werkelijkheid. De pijn is de kennis van de werkelijkheid. De pijn
    is de ware kennis. De waarheid is dat de ware werkelijkheid
    samenvalt met de pijn én met je eigenste bestaan. Je kunt jezelf
    niet bevrijden van je pijn omdat je ermee samenvalt en pas als je
    pijn hebt, kun je niet meer betwijfelen dat je bestaat. De pijn wordt
    noodzakelijk ervaren door het ik en alleen daar is elke twijfel aan
    het feit of dit waar is, uitgesloten. Je twijfelt slechts op straffe van
    nog meer pijn en dat wil je niet, dus ben je op dat punt heel zeker.
    Volg je nog?
    – Maar dan worden wij gedwongen om met de werkelijkheid in
    betrekking te staan?
    OVT: De pijn dwingt ons daartoe. En dat is een goede zaak.
    – Waarom?
    OVT: Anders bleven wij in een droom gevangen zitten.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 23 april 2021)


    17-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Tweede deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Tweede deel)
    Plotseling viel een schaduw in de kamer binnen en stond daar kennelijk op haar kousenvoeten een nogal corpulente vrouw van middelbare leeftijd en in witte schort in het deurgat:
    – Kan ik jullie iets te drinken brengen?
    – Wat aardig, antwoordde van Togenbirger, en dan wendde hij zich tot mij: best aardige mensen hier. Wil jij ook koffie? Als je zo goed wilt zijn ons een kannetje te brengen, zuster?
    Geen minuut later reed zij een karretje op wieltjes naar binnen, kant en klaar gedekt met kopjes, suiker, melk en geurige koffie, ook de koekjes ontbraken niet.
    – Dankjewel!
    OVT: Ja, dankjewel! Waar waren we gebleven?
    – Je stelde mij de vraag om je in alle eerlijkheid te vertellen of ik weet waar je bent.
    OVT: Inderdaad, en weet je het?
    – Ik heb geen flauw idee, zei ik.
    Daarop neeg Omsk Van Togenbirger zich voorover, stootte bijna de kan koffie om en fluisterde: ik zal het je verklappen maar zeg mij eerst eens: waaraan dacht je hierheen gebracht werd?
    – Eerlijk gezegd... het is een beetje akelig om zeggen maar... ik dacht aan de Griekse mythologie...
    OVT: Je bedoelt Hades!
    – Eigenlijk wel, ja, inderdaad, ik dacht: dit is de Styx, dit zijn Charon en de hellehond Cerberus en nu belanden wij in de onderwereld...
    OVT: Wel, ik zal het je vertellen, mijn beste: ik bevind me hier exact in het gebied waarin het 'malin génie', de boze geest van René Descartes heerst, het gebied tussen droom en werkelijkheid! Je herinnert je dat toch nog, neem ik aan?
    – Misschien wel, als je mij eventjes helpt om het geheugen op te frissen...
    OVT: Rudolf Boehm had het erover in zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters. De grote Franse filosoof René Descartes ontdekt een gigantisch geheim, hij komt namelijk tot de vaststelling dat wiskundige waarheden zodanig waar zijn, dat ze zelfs gelden in de droom en dus in de onwerkelijkheid. Immers, ook in de droom is twee plus twee vier en tellen vierkanten vier zijden; ook in de droom is de som van de hoeken van een driehoek altijd honderdtachtig graden; ook in de droom is de kortste afstand tussen twee punten, een rechte. En Descartes weet wat dit betekent: de wiskundige waarheden en de zogenaamd zuiver theoretische of goddelijke kennis in het algemeen trekken zich kennelijk helemaal niks aan van het onderscheid tussen werkelijkheid en droom! Het kan de allerhoogste kennis klaarblijkelijk helemaal niet schelen of de zaken waar zij het over heeft wel echt bestaan! En dat, mijn beste, en luister nu goed: dat wil zeggen dat de allerhoogste kennis het niet aan haar hart laat komen of zij al dan niet betrekking heeft op de werkelijkheid; zij is er helemaal niet mee verbonden, precies zoals de retorica, die daarom de kunst is van het liegen, zoals al bleek uit de colleges van Michel Foucault over het vrijmoedige spreken of de parrhêsia. De kunst van de retorica, de wiskunde, de Euclidische meetkunde, de wijsbegeerte, kortom al datgene wat wij houden voor de abstracte, verheven, goddelijke kennis is in wezen onwaarachtig: het slaat allemaal op niets! Die zogenaamde wetenschap is zonder meer waanzin! Wel, in dat gebied van de waanzin bevinden wij ons hier ter plekke, in dit... instituut!
    – Wat vreemd!
    OVT: Dit bastion is het bastion van de kennis, mijn allerbeste! En in het bastion van de kennis worden degenen gehuisvest die de kennis dragen. Meteen zijn zij om de door René Descartes ontdekte redenen de dragers van de waanzin en de leugen. En zij worden hier heel goed verzorgd, zoals je zelf kunt zien: wil je nog wat koffie?
    – Dank je...
    OVT: De dragers van de waanzin worden hier heel goed verzorgd, zoals ik zei, en de reden daarvoor spreekt voor zich: zonder de waanzin is de werkelijkheid ondraaglijk.
    – Is dat zo?
    OVT: Wel, overdenk maar eens de woorden van de grootinquisiteur van Sevilla in de parabel van Fjodor Michajlovitsj Dostojevski. De paus is wereldheerser in Gods naam maar staat aan de zijde van de duivel.
    – Dat is inderdaad de uitleg van de grootinquisiteur: de kerk beliegt de mensen voor hun eigen bestwil.
    OVT: De grote geleerden geloven inderdaad dat zonder de waanzin, de werkelijkheid ondraaglijk is. Maar uiteraard hebben wij het nooit over waanzin: wij spreken over kennis alsof er geen vuiltje aan de lucht was! Wij hebben het over de waarheid, ook al weten wij heel goed dat de waarheid gelogen wordt, zie je? De werkelijkheid is dermate ondraaglijk dat wij niet anders kunnen dan liegen dat wij zwart zien. Wij worden geboren en wij gaan weer dood, maar wij zweren bij alles wat ons lief is dat wij niet sterven doch verrijzen naar het eeuwig leven en om die waarheid te kunnen grondvesten, bouwen wij ingewikkelde filosofieën, theologieën, gigantische hoofdstukken die samen een heilsleer vormen... Gigantische leugens! Begrijp je?
    – Misschien een heel klein beetje...
    OVT: Uiteraard is het geloof in tussentijd in duigen gevallen, leugens hebben nu eenmaal een beperkte houdbaarheid, ook al worden zij gedragen door een heel leger aan geniale kardinalen. Maar kijk: de kerk is nog niet kopje onder of zij heeft reeds een remplaçant. Wat zeg ik? Een opvolgster! De heilige wetenschap! Neen, wij laten ons niet meer dopen, velen laten zich in deze tijden zelfs ont-dopen! Wij laten ons nu vaccineren, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt.
    Omsk Van Togenbirger neemt een koekje uit het tinnen schaaltje op het karretje, hij doopt het in zijn hete koffie, er breekt een stuk af en het tuimelt in de zwarte drank. Hij neemt zijn lepeltje en doet een poging om het stukje koek op te vissen maar het is te laat: de structuur van de speculaas heeft het begeven, er rest alleen nog gruis. De oude man roert het gruis onder de koffie en slurpt dan ongestoord luidruchtig van zijn kopje. Wanneer hij het kopje neergeplaatst heeft in het schaaltje, zucht hij diep, zoals mensen doen na het leveren van een zware inspanning. Mijn zijn betoog heeft er kennelijk niet van te lijden.
    OVT: “Welkom in het gemeentelijke vaccinatiecentrum!”, zo klinkt de indrukwekkende uitnodiging van hogerhand, op grote borden in zeven haasten in elkaar getimmerd op het dorpsplein voor de kerk. Inderdaad, de kerkgebouwen van weleer werden omgedoopt tot vaccinatiecentra. Nu het hiernamaals plaats gemaakt heeft voor het hiernumaals, heeft het doopsel waarbij met de duivel uit de ziel het kwaad verdreven werd waarmee elkeen geboren wordt, plaatsgemaakt voor de vaccinatie: het exorcisme van het virus uit het lijf. Want ook het woord 'virus' betekent 'duivel', het is namelijk het Latijnse woord voor 'gif' ofwel 'ziekteverwekker'.
    – Ik moet bekennen dat ik het allemaal niet zo goed kan vatten...
    OVT: Kijk, mijn beste: ik zal een poging doen om het je uit te leggen. Getallen zijn in feite schimmen, evenals meetkundige figuren en al die andere ideeën die de hoofden vullen van dat soort van mensen die hoeden dragen om hun schedelomvang nog wat groter te doen lijken en aldus nog meer te kunnen imponeren met hun leugens. Inzake algebra, meetkunde, wijsbegeerte en wetenschappen spreken wij over zuivere ideeën weliswaar maar in wezen gaat het om zaken die helemaal geen stek hebben in de echte wereld en om die reden moeten wij belijden dat zij zich bevinden in de schimmenwereld of de Hades.
    – Is dat dan zo?
    OVT: Ongetwijfeld! Denkers, filosofen, theologen, wetenschappers, zij die de welsprekendheid beoefenen en nog vele andere zogenaamde waarheidszoekers en geleerden: zij zijn allen lieden die zich inlaten met niets dan schimmen en zo onttrekken zij tenslotte ook zichzelf aan het werkelijke leven, ja, worden zij zelf schimmen; zij bevolken het bastion van de wetenschappen en van al die andere telgen van de wijsbegeerte; het bastion van de kennis dat het bastion is van de waanzin, de wereld van de mistigheid, de duisternis, de schemering, de nevelen, het ongrijpbare en het transparante: Hades!
    Hij wijst in de richting van een raampje dat ik nu voor het eerst opmerk en dat uitgeeft op de donkere wal die het gebouw helemaal in haar greep houdt.
    OVT: Het water waar wij ons nu middenin bevinden, in dit eigenste esbattement, drukt deze toestand tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid bijzonder goed uit want water is tegelijk echt stoffelijk en ongrijpbaar; wij kunnen het niet grijpen maar het water zelf kan ons wel grijpen, terwijl het tegelijk de bron is van het leven, precies zoals de ijle droom, waaruit nochtans alles voortspruit dat een tastbare gestalte heeft gekregen. En het is die gestalte die nog van de droom getuigt en van het schimmige van de stof, het dodenrijk. Elke stof immers heeft een vorm en de vorm is het geestelijke dat vastzit aan de stof en er toch los van is; de vorm is het ongrijpbare aan de stoffelijke dingen, datgene wat zich voortplant als het stoffelijke waarop het vastzit, zelf vergaat. Het schimmige, begrijp je, is tegelijk het blijvende, dat wat helemaal niet onderhevig is aan de tand des tijds! Uitgerekend om die reden en om geen andere zijn het schimmen die het dodenrijk bevolken: alleen zij ontsnappen aan het lot dat al het vermeend werkelijke is beschoren!
    – Vreemd, wat je allemaal zegt...
    OVT: Zie je: als de woorden die ik tot je spreek, nu worden neergeschreven, dan zijn dat tekens en tekens zijn onstoffelijke dingen die om zich te manifesteren ongeacht welke materie te baat kunnen nemen: inkt, krijt, lichtpixels, welbepaalde klanken, noem maar op. Tekens zijn schimmen maar het bestaan van schimmen is standvastiger en duurzamer dan dat van de stof waarop de tekens parasiteren. Daarom staat de stoffelijke wereld helemaal ten dienste van het bastion van de waanzin dat de wereld draaglijk maakt, precies zoals de duisternis het licht draaglijk maakt omdat zij het dempt. Begrijp je? De wereld staat ten dienste van het dodenrijk omdat het uitgerekend de schimmen zijn die de wereld leefbaar maken. Het leven en de dood: alle kinderen in de ganse grote kosmos ontspringen aan de liefde van dit niet te temmen koppel. Begrijp je dat, mijn allerbeste? En wil je nog een kopje koffie? En begrijp je nu ook dat de koffie een kopje behoeft zoals het ijle en voorbijgaande, stoffelijke leven nood heeft aan de standvastigheid van het dodenrijk?
    Ik begrijp het niet maar ik knik gedwee omdat ik geloof te begrijpen dat dit de zuiverste waanzin is die men maar kan bedenken. Ik geloof dat ik begrijp dat zij past in de kennis zoals de koffie in het kopje en zoals de vorm van het kopje in de steen waaruit het bestaat. En als ik mij afvraag of het nu de vorm is van het kopje die de koffie draagt ofwel de steen, herinner ik mij Plato die Socrates aan iemand de vraag laat stellen of het dan het hoofd is dat ervoor zorgt dat de ene een kop groter is dan de andere, ofwel de benen.
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 17 april 2021)


    16-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Eerste deel)

    Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Eerste deel)
    Uiteindelijk is het ons gelukt om een bezoek met hem te regelen. Over de details kan hier verder niet veel worden gezegd. De plek waar de heer Van Togenbirger zich bevindt, is afgelegen, geen mens zou er geraken zonder een gedetailleerd plan. Onze gesprekspartner logeert in wat men een instituut zou kunnen noemen. Het gaat om een niet al te groot doch tamelijk indrukwekkend bouwwerk, vermoedelijk daterend uit het begin van de vorige eeuw. Het geheel doet een beetje denken aan een kasteel, vooral vanwege de wal er rond: het gebouw staat in het water. Er is een ophaalbrug maar op het ogenblik van onze aankomst is deze buiten gebruik zodat we moeten overvaren. Het is avond en al donker en koud en het water doet mij een beetje denken aan de beschrijvingen van de Styx uit de Griekse mythologie maar dat heeft dan vooral te maken met de veerman die immers vergezeld is van een grote, zwarte hond. Ik wacht mij er overigens van om daar een toespeling op te maken omdat de man in kwestie niet bijzonder vriendelijk overkomt en nog minder vriendelijk is de hond: hij gromt wanneer ik in het bootje stap, waarop de veerman mompelt dat hij totaal ongevaarlijk is, wat, zoals iedereen weet, alle bazen zeggen over hun geliefde monsters. Het bootje vaart door een open poort het kasteel naar binnen tot in een kleine ruimte die net genoeg verlicht is om daar zonder ongelukken aan te kunnen meren. De veerman helpt mij uit de boot en mompelt andermaal waaruit ik begrijp dat hij wacht op een fooi maar omdat ik dit scenario helemaal niet voorzien heb en slechts beschik over mijn betaalkaartje, moet ik hem teleurstellen. Een bediende wacht mij al op bij een nu hel verlicht portiek en wij komen in een gang terecht waarvan een zijdeur uitgeeft op een klein wachtzaaltje dat slechts wat klaarte vangt door de openstaande deur vanuit de gang. Na ruim een half uur hoor ik naderende voetstappen, niet van schoenen maar van sloffen en ik heb helemaal niet verwacht dat de sukkelachtige gang die ik uit de geluiden wel moet afleiden, deze van Omsk Van Togenbirger is. De verschijning in de deuropening grijpt mij naar de keel: Omsk is niet meer van de jongsten en het is niet bepaald lang geleden dat we elkaar nog gesproken hebben maar indien het niet de man was op wie ik wacht, dan zou ik Omsk Van Togenbirger helemaal niet meer hebben herkend in de fragiele, ineengedoken schaduw die zich nu bewegingsloos aftekent tegen het licht in de gang. Anders dan gewoonlijk wordt de aanvang van ons weerzien vergezeld van een kennelijk wederzijdse emotie die zich verraadt in zijn stem maar die binnen de paar seconden plaatsmaakt voor nuchterheid en rede. Van Togenbirger neemt plaats op de bank tegenover mij en op het ogenblik dat hij teken doet naar mij dat ik mijn mondmasker mag afdoen, merk ik dat hijzelf er helemaal geen draagt, al kan ik in deze halve duisternis van zijn gezicht nauwelijks meer zien dan de contouren. Hij maakt geen aanstalten om een licht op te steken en ten slotte werkt licht alleen maar storend als aandachtig luisteren de boodschap is. En dat moet ik doen, nu ik ineens voel dat dit misschien wel ons allerlaatste gesprek kon zijn, dat tevens een gesprek zal worden over het einde van de wereld.
    - Dit lijkt wel het einde van de wereld waar u bent beland, mijn beste Omsk Van Togenbirger, zo probeer ik geheel onhandig en fout het gesprek op gang te brengen maar het is eruit voor ik goed en wel besef wat ik gezegd heb. Hij antwoordt niet meteen doch knikt een hele poos nadenkend en zijn zwakke stem maakt andermaal dat ik met hem te doen heb:
    OVT: Het einde van de wereld, ja, zo kun je het wel stellen. Weet je hoe ik hier terecht gekomen ben?
    - Euh... neen...
    OVT: Met een vloot! Reusachtige zeilschepen! En middenin de nacht! Ik weet heus niet, mijn beste, hoe deze plek er van buiten uit gezien uitziet, ik ken alleen de binnenkant... voor zover ik de binnenkant ken, natuurlijk. Ziet u?
    - Zeker, zeker... Verblijven hier veel... mensen?
    Het scheelde niet veel of ik had 'patiënten' gezegd en ik vermoed dat Van Togenbirger dit niet op prijs zou stellen.
    OVT: De bediening is hier redelijk maar men merkt wel dat het er allemaal niet heel veel meer toe doet, nu de tijd bijna op is, ziet u?
    Ik weet niet goed wat hierop te antwoorden. Gelukkig neemt hij weer het woord:
    OVT: Aan alles komt een einde, aan alles en aan iedereen, dat weten wij uit ondervinding, maar wij realiseren het ons niet vooraleer het inderdaad zover is en dat maakt dat wij belanden in een waanzin, een collectieve waanzin die de waanzin van de wereld is. De paradox wil nu dat, eenmaal wij uit die waanzin stappen, wij als waanzinnig worden weggezet. En zo bang is men voor diegenen die de schellen van de ogen zijn gevallen, dat men hen wegbrengt naar afgelegen plekken aan de andere kant van de oceaan. O-ce-aan: vind je dat niet een prachtig woord? Van in mijn kindertijd vond ik dit al een prachtig woord, misschien voorvoelde ik wel dat er ooit een dag zou komen... Maar vertel nu eerst eens: wat heeft je hierheen gebracht? Toch niet de vraag wat er nu met de wereld zal gebeuren?
    - Je raadt het goed, ja: wij vragen ons wellicht allen af wat er te gebeuren staat, zeker sinds blijkt dat de gesneuvelden steeds jonger worden. En waar zal dat eindigen? Als iemand daar een verklaring voor heeft, dan wel Omsk Van Togenbirger, zo dacht ik, en vandaar...
    OVT: En waarom vraag je geen raad aan virologen? Ik ben helemaal geen viroloog!
    - Het lijkt mij dat het om veel meer gaat dan alleen maar om virussen. Ik heb het gevoel dat men zich blind kijkt op die dingen...
    OVT: Misschien heb je wel gelijk. Maar ikzelf ga te rade bij de viroloog! We hadden het al over Luc Montagnier, nietwaar?
    - De nobelprijswinnaar die het virus dat aids veroorzaakt, afzonderde?
    OVT: Inderdaad.
    - Ik herinner me het interview met de man op televisie, ja.
    OVT: Wel, vertelde hij dan niet dat het coronavirus in een lab gemaakt werd en dat er twee fragmenten van het aidsvirus in zitten?
    - Dat herinner ik me, ja.
    OVT: Mensen die het aidsvirus opgelopen hebben, sterven niet meteen: de zwaksten sterven na relatief korte tijd, de sterksten blijven soms nog jaren in de waan dat hen helemaal niets schort.
    - Kennelijk is dat het geval, inderdaad.
    OVT: Wel, waarom zou het er dan anders aan toe gaan met het coronavirus dat eigenlijk aidsfragmenten transporteert?
    - Wat bedoel je?
    OVT: Eerst heeft men verteld dat er alleen ouderlingen aan sterven met onderliggende aandoeningen, nietwaar?
    - Ja, dat hebben wij inderdaad vernomen in het nieuws: het virus heeft een voorkeur voor vijfentachtigplussers met onderliggende aandoeningen...
    OVT: Juist. En vervolgens vertelde men dat de mensen die medische hulp nodig hebben omwille van besmetting met corona, steeds jonger worden, nietwaar?
    - Inderdaad... Het lijkt erop dat het virus het ineens gemunt heeft op een andere leeftijdscategorie, een categorie van wat jongere mensen: zestigers...vijftigers...
    OVT: Maar dat kan toch niet!?
    - Hoezo?
    OVT: Je ziet toch wel direct dat dit gezichtsbedrog is?
    - Ik vrees dat ik je niet helemaal begrijp...
    OVT: Mijn beste: het virus wordt overgedragen met niesbuien, door aanrakingen, rechtstreeks én onrechtstreeks en via de lucht: het besmet kortom iedereen en wel binnen de kortste keren, laat daarover niet het minste misverstand bestaan!
    - Is dat zo?
    OVT: Precies! Maar eerst sterven de zwaksten onder ons. Eenmaal die dood zijn, laat ons zeggen na een half jaar, komen diegenen aan de beurt die een klein beetje sterker waren dan de allerzwaksten en dat zijn dan door de band diegenen die een beetje jonger zijn dan de zieke ouderlingen, of vergis ik mij?
    - Dat lijkt mij correct, ja...
    OVT: Vervolgens, laat ons zeggen na een jaar, komen degenen aan de beurt die sterk genoeg waren om nog een jaar lang gezond te blijven met het virus.
    - Lijkt mij logisch, ja.
    OVT: Dan volgen na bijvoorbeeld anderhalf jaar diegenen die nog sterk genoeg waren om het anderhalf jaar te overleven.
    - Ja...
    OVT: Zie je? Het lijkt alsof het virus het gemunt krijgt op steeds jongere mensen maar wat in feite gebeurt, is veel redelijker dan dat: het virus blijft zichzelf en het besmet iedereen maar de zwaksten worden eerst geveld en dan volgen de minder zwakken, totdat op een dag ook de allersterksten aan de beurt zijn.
    - Bedoel je nu echt dat je denkt dat het mensdom zal uitsterven?
    OVT: Niet noodzakelijk, mijn beste: de allersterksten zullen wellicht oud zijn als zij bezwijken en in tussentijd hebben zij zich al voortgeplant, zie je? Want op die manier is het in feite altijd al gegaan!
    - Maar het coronavirus is toch nieuw?!
    OVT: Ha, dat zeg jij! Volgens mij bestaat het al millennia. Zoals alle andere virussen trouwens behoort het wellicht tot de alleroudste levensvormen! Want ook hier is gezichtsbedrog in het spel, zie je?
    - Neen...
    OVT: Zie je dat echt niet?
    - Neen...
    OVT: Er zijn ontelbare virussen die ons ziek kunnen maken maar uiteraard sterven wij altijd van het kwaadste virus en nooit van het meest goedaardige. Meer zelfs: wij sterven altijd van het allerkwaadste virus en nooit van het virus dat in de rangorde van kwaad naar goedaardig op nummer twee staat. Want hoe kon iemand nu het kwaadste virus overleven en dat wat al was het maar een beetje goedaardiger is, niet? Dat ware toch onzin? Hoe kon een bokser het gevecht winnen tegen de wereldkampioen boksen en verliezen tegen de nummer twee? Als wij moeten opboksen tegen een leger virussen, mijn beste: denk jij dan ook niet dat wij zullen verslagen worden door het kwaadste en niet door de nummers twee, drie of vier? Meer nog: van de nummers twee, drie, vier en al die ontelbare andere, weten wij helemaal niets af zolang de nummer één aan de macht is, om het zo te zeggen. Het is pas nadat de nummer één helemaal verslagen is, dat de nummer twee opduikt als uit het niets en op zijn beurt aan de haal gaat met de zwaksten onder ons. Zolang de nummer één heerst, weten wij zelfs niets af van het bestaan van de ontelbare rij volgelingen. Zolang kijken wij ons gewoon blind op nummer één en geloven wij dat eenmaal wij één hebben bedwongen, wij veilig zijn, ha! Maar dan herbegint het spel natuurlijk! En het is altijd zo geweest!
    - Daar zit iets in... Maar wat vinden de medici van die uitleg, of heb je er nog met niemand over gesproken?
    OVT: Mijn uitleggingen hebben daarin geresulteerd dat ik hier nu mijn verblijf heb, mijn beste. Maar zeg mij eens in alle eerlijkheid: waar ben ik?
    (Wordt vervolgd)
    (J.B., 16 april 2021)


    12-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe de Oekraïne haar kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook haar landbouwgronden

    Hoe de Oekraïne haar kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook haar landbouwgronden

    Als wij ons vanuit België zo'n 1400 km naar het oosten toe verplaatsen, bereiken we de grenzen met Oekraïne, 'de graanschuur van Europa' en sinds 1986 uiteraard bekend vanwege de kernramp in Tsjernobyl dat nabij de hoofdstad Kiev is gelegen.
    Oekraïne is na Rusland het grootste Europese land: België kan er twintig keer in en haar zeer vruchtbaar landbouwgebied, de 'zwarte aarde' genoemd, is zo groot als Frankrijk en Duitsland samen.
    Duizend jaar geleden stichtten het Scandinavische volk de Varjagen het Kievse Rijk dat Byzantijns Christelijk werd en dat nu nog steeds overwegend christelijk is. In 1240 vielen de Mongolen er binnen, vervolgens viel het onder Litouwen dat met Polen fusioneerde en het raakte verdeeld in een oosters en een westers stuk.
    Na de Oktoberrevolutie van 1917 en de Russische burgeroorlog (1917-1922) maakte Oekraïne als SSR deel uit van de USSR. Oekraïne kwam onder het juk van twee volkerenmoordenaars: Stalin brak het verzet van de boeren tegen de toe-eigening van de landbouwgrond door de staat door de Oekraïners uit te hongeren en deze zogenaamde 'holodomor' kostte in 1932-'33 aan tien miljoen mensen het leven. En onder Hitler verloor het land in 1941 een zesde van zijn bevolking. Pas na 1945 werd de Oekraïense SSR opnieuw welvarend. Onder Chroetsjov werd de Krim bij Oekraïne geannexeerd 'als gebaar van vriendschap'.
    De recente geschiedenis van de Oekraïne is weer woelig. Na de staatsgreep in Moskou in 1991 waarbij gepoogd werd om de regering Gorbatsjov omver te werpen, riep het parlement van Oekraïne de onafhankelijkheid van het land uit. Die werd bevestigd door een referendum en ook de Krim stemde zich onafhankelijk. Een afschrikwekkend feit was echter dat de Oekraïne naast de Europese graanschuur ook een nucleaire kernmacht was met een gigantisch arsenaal aan kernwapens.
    In 1994 bekwamen de VS, Rusland en Engeland dat Oekraïne zijn 1800 kernraketten liet vernietigen in ruil voor zijn soevereiniteitsgarantie... waar de huidige president Zelensky naar verwijst, nu de Russen zijn land lijken binnen te vallen. De gewezen TV-komiek kwam nota bene aan de macht in 2019 waarmee hij zijn Russisch gezinde voorganger van de troon stootte maar niet alle boeren zijn opgezet met zijn komst omdat hij multinationale geldschieters faciliteert om de Oekraïense landbouwgronden op te kopen terwijl een eerdere regeling de grond onder het volk had verdeeld zodat de boeren er konden van leven.
    Overigens ook in andere gewezen Oostbloklanden blikken sommigen na een wat overhaaste aansluiting bij het westen met wat heimwee terug naar de 'goede oude tijd' en dat verdeelt uiteraard de gemoederen.
    (J.B., 12 april 2021)
    Geraadpleegde bronnen:
    (*) https://nl.wikipedia.org/wiki/Oekra%C3%AFne
    (**) https://www.trouw.nl/nieuws/oekraine-kan-zich-nu-echt-ontwikkelen-tot-europese-graanschuur-tot-woede-van-zelfstandige-boeren~b7608ab4/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F


    11-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wordt de westerse vrijheid hoe dan ook bedreigd?

    Wordt de westerse vrijheid hoe dan ook bedreigd?

    Het door opportunistische potentaten geïnstalleerde panopticum dat ons berooft van privacy is net zoals de geïnstitutionaliseerde religie en de theocratie uit vroegere eeuwen een aanslag op onze vrijheid en derhalve ook een aanslag op de mens als zodanig.
    Dezer dagen echter verdubbelt zich de vernietigingskracht van die aan de gang zijnde ramp door een zich aankondigende fysieke geopolitieke oorlog ingevolge een zich herschikkend evenwicht (of onevenwicht) in de wereldpolitiek. Dictaturen moeten het namelijk hebben van volgzame massamensen en gewillige, gemakkelijk programmeerbare soldaten.
    In het verleden nam de kerk de programmeerbaarheid van het volk voor haar rekening, in de zogenaamde Verlichting geschiedde conditionering vooral middels geld en een bijkomende derde factor welke de bestuurbaarheid van de massa in de hand werkt, voltrekt zich via de manipulatie middels de nieuwste technologieën. Vandaag echter nemen de potentaten al deze elementen samen te baat waardoor hun effectiviteit zich verveelvoudigt.
    Nu de Russen hun troepen naar de grens met Oekraïne sturen, kennelijk met de bedoeling om daar met de tactieken, beproefd bij de annexatie van de Krim, een gelijkaardige slag te slaan die zij dan hopen te herhalen op het grondgebied van de landen die zich na de Tweede Wereldoorlog van het Oostblok hebben losgetrokken om aldus het verloren gebied terug te winnen, dringen de Amerikanen er bij hun Europese NAVO-partners op aan om de Oekraïne militair te gaan verdedigen. Echter, nu Europa daar niet toe in staat blijkt omdat de landen waaruit de Unie samengesteld is, er tegen hun zin deel van uitmaken, bieden plotseling de Turken hun diensten aan.
    Of was men dan vergeten dat Turkije met een troepenmacht van 735.000 plus een reserve van 380.000 beschikt over het grootste Europese leger en een van de grootste legers ter wereld? Met een dienstplicht voor alle mannen tussen 20 en 41 jaar, bestaat het Turkse leger uit troepen die, heel anders dan de ondergedisciplineerde en ongeoefende Europese eenheden, dankzij hun semi-theocratie met sterk nationalistische tendensen, nog altijd bereid blijken om gevechten op leven of dood aan te gaan waarin zij trouwens geoefend zijn door hun deelname aan verschillende recente conflicten zoals de nog aan de gang zijnde oorlog met Syrië die eveneens een geschil is aan de grens van de Oosterse met de Westerse invloedssfeer.
    Een grondige herschikking van de machtsverhoudingen in het Westen ligt voor de hand nu de Russische dictator de internationale destabilisering van vooral de meest ontwikkelde samenlevingen, die immers ook de meest broze zijn, lijkt te zullen aangrijpen om een slag te kunnen slaan. De pogingen van Amerika om Europa te destabiliseren sinds haar oprichting en vooral sinds de opkomst van de Europese munt die de Amerikaanse dollar als investeringsmunt dreigde voorbij te steken, hebben hun vastberadenheid niet kunnen verhullen waar zij middels verholen activiteiten steun verleenden aan de Europese nationalisten teneinde de verbrokkeling van de EU te kunnen bespoedigen. Het daaruit volgende tanende enthousiasme van het westerse gedeelte van de Europese NAVO-partner blijkt, paradoxaal genoeg, het oosten en met name het vaak als dictatuur weggezette Turkije een mooie kans te bieden om zich als onmisbare toeverlaat van het 'vrije westen' naar het voorplan te werken. Als zich eerlang en dichter bij huis meer grensgeschillen gaan ontrollen naar het model van het conflict in Syrië en van dat over de Krim, zal door zijn bondgenootschap met Amerika, de Turkse staat aan invloed winnen binnen Europa en wellicht valt dan te verwachten dat in het zog daarvan ook culturele en religieuze invloeden zich gaan doen gelden, zodat wat in Europa overblijft van de christelijke cultuur en van de Verlichting, de duimen zal moeten leggen voor de een islamitische theocratie. De weerstand van de massa tegen het acute gevaar van een fatale vrijheidsberoving van de westerse burgers, dreigt echter definitief gebroken te worden als zich het spookbeeld manifesteert waarbij een op religie en nationalisme gebaseerd fascisme een pact zou sluiten met het panopticum van de technocraten.
    (J.B., 11 april 2021)




    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    kerststal 2021


    Inhoud blog
  • Het nationalisme en de dood
  • Het nationalisme en de dood (deel 3)
  • Het nationalisme en de dood (deel 2)
  • Het nationalisme en de dood
  • De neuzen van Tsjernobyl
  • Extreemrechts en drogredeneringen
  • De lugubere sprookjes van extreemrechts
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (4 delen)
  • Waar komen al die tumoren toch vandaan? (prof. Pierre Capel)
  • Farid Sheek en Moshen Masoumi
  • Farid Sheek: "Free Spirit"
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 4)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 3)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom (deel 2)
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • De grote gijzeling Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 10: De afgrond
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 9: De slang die zichzelf in de staart bijt
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 8: De ballade van Arie Hop of de consumptie van het eigen lijf
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 7: Massa-suïcide
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 6: De droom van volmaaktheid
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 5-
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
  • Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
  • -
  • Paternalisme
  • IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
  • hitler
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
  • Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
  • 9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
  • Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
  • Nosferatu
  • Pasen
  • 9 juni 2024 en de frontsoldaten
  • 9 juni 2024 en de stomme kinderen
  • 9 juni 2024 en Sint-Grobian
  • 9 juni 2024 en de 'vrije' mening
  • Het wrange wringen van de macht
  • congohistorie-
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • congohistorie
  • Democratie en mensenrechten?
  • t5
  • teksten4
  • teksten3
  • teksten2
  • teksten1
  • De cultus van Mammon
  • Democratie en mensenrechten - in 8 delen
  • De cultus van Mammon (deel 5)
  • De cultus van Mammon (deel 4)
  • De cultus van Mammon (deel 3)
  • Van ruilmiddel tot god
  • De cultus van Mammon (deel 2)
  • Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • De cultus van Mammon (deel 1)
  • opmerking leesbaarheid blogteksten
  • Democratie en mensenrechten (deel 8)
  • Democratie en mensenrechten (deel 7)
  • Democratie en mensenrechten (deel 6)
  • Democratie en mensenrechten (deel 5)
  • Democratie en mensenrechten (deel 4)
  • Democratie en mensenrechten (deel 3)
  • Democratie en mensenrechten (deel 2)
  • Democratie en mensenrechten
  • Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
  • Volstrekt gewetenloos
  • Misschien het laatste interview
  • joelia-navalnaja
  • Het licht en de duisternis (deel 5)
  • Het licht en de duisternis (deel 4)
  • Het licht en de duisternis (deel 3)
  • Het licht en de duisternis (deel 2)
  • Het licht en de duisternis (deel 1)
  • Over Navalny
  • Een gelaat van zand
  • Het kaf en het koren
  • Benjamin Britten's War Requiem | Full Concert in HD
  • Gorecki – Symphonia No 3, Beth Gibbons & Polish National Radio Symphony
  • Gorecki Symphony No. 3 "Sorrowful Songs" - Lento e Largo
  • Gustav Mahler: 2. Sinfonie, Auferstehung
  • Olivier Messiaen: Quatuor pour la fin du temps
  • Het Dorp
  • Oorlogsgeleerden
  • Die Todesfuge, Paul Celan
  • De held en het geld
  • Extreemrechts, symptoom van zwakte
  • Kannibalisme en Lebensraum. Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Dr. Erwin Annys
  • Aftroggelaars
  • Uw geld of uw leven!
  • 5G
  • Ondoorgrondelijke wegen
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • De duistere kant van de democratie
  • Over voorwendsels en motieven
  • Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
  • Zo begint het
  • Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
  • Vreselijk lot
  • De toekomst wordt gewis nog zwarter
  • Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
  • Voodoo
  • Het perverse van aanzien
  • Struisvogelpolitiek
  • Over het jodendom (herhaling)
  • Genocide in Gaza
  • Zes bedenkingen bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Extase en andere verhalen
  • Aan de ontbijttafel
  • Genosuïcide
  • klimaat (2007)
  • Water (d.d. 2007)
  • droog blijven
  • Een middel tegen onderlopende huizen
  • John Heartfield video
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 10
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 9
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 8
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 7
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 6
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 5
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 4
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces - Aflevering 3
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces Aflevering 2
  • Kerst 2023
  • Deshumanisatie: het nieuwste proces
  • hannah arendt
  • Eigen zak eerst: niets nieuws onder de zon!
  • fragment film
  • "Uninformed Consent"
  • Daarom is de waarheid een zaak van leven of dood
  • Gevaren van extreemrechts (8) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Zesde fragment: pp. 481-484
  • Gevaren van extreemrechts (7) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vijfde fragment: pp. 460-481
  • Feiten en meningen omtrent de pandemie: een gesprek met een journalist
  • Gevaren van extreemrechts (6) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Vierde fragment: pp. 449-460
  • De verdwaalde mens
  • Gevaren van extreemrechts (5) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Derde fragment: pp. 443-449
  • Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld
  • Gevaren van extreemrechts (4) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Tweede fragment: pp. 435-442: Verdoken massamoord
  • Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld” Eerste fragment: pp. 427-434
  • Gevaren van extreemrechts (2)
  • Gevaren van extreemrechts (1)
  • Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
  • Dead-line
  • Stof en as (2010)
  • cnn 25/11/2023: uitbarsting van de Etna
  • Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
  • Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
  • Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
  • Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Non posse peccare”
  • Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: “Alles van waarde is weerloos”
  • Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
  • Het Boek (J.B., 2007)
  • Wie brandmerkt wie en waarom? Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
  • Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
  • Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”
  • Over het jodendom - Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
  • De gemeenschappelijke drijfveer van jodenhaters en IS-strijders — een speculatie (d.d. 16/11/2015, herhaling)
  • Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop (d.d. 2012, herhaling)
  • W.O. III, een ruzie om de Tempelberg? (d.d. 24/9/2012, herhaling)
  • Barbarij
  • Theodor Herzl
  • Over het jodendom - Aflevering 2: De atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds
  • Over het jodendom - Aflevering 1: beknopte historiek
  • Over het misbruik van macht (J.B., 1-19 oktober 2019)
  • Extase en andere verhalen
  • Christendom, wraak en vergeving
  • Drie verhalen over vergankelijkheid
  • Is er leven na de dood? (J. Bauwens, 2006-2007-2014)
  • water
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw
  • Wat met osteopathie? Aflevering 4
  • Wat met osteopathie? Aflevering 3
  • Wat met osteopathie? Aflevering 2
  • Wat met osteopathie? Aflevering 1
  • LUDO NOENS: SIGNALEN UIT EEN VERZWEGEN WERELD
  • Het lezen waard: Lieven Debrouwere: Het-coronaraadsel
  • Multidisciplinariteit
  • Illustratie bij
  • https://www.voiceforscienceandsolidarity.org/videos-and-interviews/mccullough-vanden-bossche-titans-of-the-covid-conver
  • A.I.
  • De zege van Lucifer
  • Plato en de opstanding (aflevering 6)
  • Plato en de opstanding (aflevering 5)
  • Plato en de opstanding (aflevering 4: Augustinus)
  • Terzake-sprak-met-Bernie-Sanders
  • VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE - Over de uitbraak van WOIII


    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2010
  • 2001
  • 2000
  • 1990
  • 1984


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!