Over verrechtsing en oorlog
Aflevering 1.
De dieren beschermen hun jongen. Zo bijvoorbeeld in een school vissen zwemmen de kleintjes veilig in het midden, en de ouderen vormen aan de buitenkant een levend schild. Onder de mensen zijn er die weten weg te komen met het tegenovergestelde.
“Meine Ehre heißt Treue” was het motto van de SS, de Schutzstaffel of de beschermingsafdeling, oorspronkelijk (sinds 1925) de (paramilitaire) persoonlijke lijfwacht (veiligheid!) van Adolf Hitler, aanvankelijk bestaande uit vrijwilligers, die hem trouw tot in de dood beloofden. De SS werd een (racistische) elitegroep en ook de bloedverwanten van de SS-ers maakten er deel van uit (wat naar het oud-Germaans een 'sibbeorde' heet). Er was crisis met werkloosheid, de jeugd verwierp de democratie en sloot zich massaal bij de SS aan. Onder Hitler werd op school aan de jeugd onderwezen dat het nationaal-socialisme goed was, het communisme slecht en de jeugdbeweging, sinds 1922 de 'Hitlerjugend', zou 'kanonnenvlees' leveren voor de oorlog: blindelings gehoorzame frontsoldaten. Hitler verklaarde: “Mijn pedagogiek is hard. (…) Een gewelddadige, wrede, onverschrokken jeugd wil ik. (…) Er mag niets zwaks en teers aan haar zijn. Hun blik moet weer even scherp worden als die van een vrij en herrisch roofdier. (...)”
Een eerzuchtige schurk jaagt de jeugd massaal de dood in onder het voorwendsel 'trouw'. 'Trouw' en 'eer' handhaven zich middels sociale druk die ontrouw en oneer genadeloos bestraft met de dood of met verbanning uit de groep. Blinde gehoorzaamheid wordt trouw genoemd terwijl het gaat om onderwerping en wie zich verzetten, worden weggezet als lafaards. Dankzij deze listige strategie komen demagogen en massamoordenaars aan de macht en zij doden genadeloos wie niet naar hun pijpen dansen.
De mannen van Hitlers 'security' waren aanvankelijk vrijwilligers, zij wierpen zich omzeggens voor de voeten van hun leider, wat niets aan de fantasie overlaat betreffende de inborst en de persoonlijkheid van deze lieden. Idolatrie kenmerkt de onvolwassenheid, zij is normaal in de adolescentie maar daarna bijzonder problematisch, ofschoon zij bijna zonder een enkele uitzondering een eigenschap is van al wie deel uitmaken van de massa. Idolatrie verraadt onzelfstandigheid, onvermogen tot verantwoordelijk handelen, groepsinstinct en gewetenloosheid: de aanbidder laat zijn idool beslissen over goed en kwaad en hij aapt hem na. Goed en kwaad, schoon en lelijk, waar en onwaar, waardevol en waardeloos, eerbaar en verwerpelijk: de oordeelsvorming bestaat niet meer voor wie een afgod adoreren, zij voeren blindelings diens wil uit en dat heet dan plicht: “Befehl ist Befehl”. Deze kuddemensen die trouw of zonder nadenken hun plicht vervullen, vormen de ideale gewetensbuffer tussen de moordenaar en zijn slachtoffers, zij voorkomen dat de doder bloed moet zien, hij ziet alleen documenten met cijfers. In de nazitijd stuurden executeuren aan hun oversten berichten zoals dit: “Tussen januari 1940 en augustus 1941 hebben we hier 70.273 'patiënten' 'gedesinfecteerd' [n.v.d.a.: 'patiënten' is codetaal voor 'slachtoffers' en 'gedesinfecteerd' staat voor 'vergast']. Rekening houdend met een gemiddelde dagelijkse kostprijs van 3,5 RM per patiënt, geeft dat jaarlijks een besparing van 88.543.980 RM. Met een gemiddelde levensverwachting van 10 jaar is de besparing 885.439.800 RM.” Op het einde van de oorlog bedroeg het aantal slachtoffers in de concentratiekampen zes miljoen.
De blinde gehoorzaamheid werd bekrachtigd door een eed aan de Führer en dat gebeurde 'vrijwillig' en uit het zicht van de wet, evenals de misdaden die eruit voortvloeiden. Gelijkaardig is het vrijwilligerswerk van bijvoorbeeld het hedendaagse BuurtInformatieNetwerk met de buurtwhatsapp, die echter nog geen boogscheut is verwijderd van de gruwelijke Securitate onder de Roemeense dictator Ceausescu en die eveneens herinnert aan de nu sterk te betreuren door onwetende en/of corrupte politici opgelegde coronamaatregelen van destijds. De wil van de blinde massa gaat vooraf aan de verkiezing van populisten die de misdaad tot wet verheffen.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 7 januari 2025)
|