– Omsk Van Togenbirger, ik wil u niet weghouden van de dis maar wees zo goed nog rap te antwoorden op mijn vraag terwijl een plensbui ons hier sowieso staande houdt onder dit afdak van de supermarkt...
OVT: Goed, maar vlug wat want de wolk is al bijna overgewaaid!
– We hebben de verkiezingen, we hebben de oorlog, maar het belangrijkste zouden we erbij vergeten, het klimaat: waar vandaan al die regen? Want zou men warempel niet aan een zondvloed gaan denken? De weerman lijkt het ook niet uit te kunnen leggen met zijn straalstroom...
OVT: Kijk, ik was onlangs in de kliniek met een blaas-nierprobleem en moest daarvoor bij twee specialisten: die voor de blaas en die voor de nieren. Die van de blaas, de uroloog, had een stent gestoken om mijn waternier te draineren richting de blaas en toen ik hem vroeg hoe het met mijn slechte nier gesteld was, antwoordde hij dat hij het niet wist: dat is de taak van mijn collega nefroloog, zei hij. Zorg jij maar dat je voldoende drinkt! Daags nadien ga ik dus bij de nefroloog en die vertelt mij dat ik zuinig moet omspringen met slechts één nier en dat ik derhalve zeker niet teveel mag drinken. Buiten raad ga ik dus naar de huisarts met de vraag welk advies ik dan moet volgen en die zegt mij heel droogjes dat zowel de uroloog als de nefroloog gelijk hebben en dat ik misschien het best kan drinken als ik dorst heb. Welnu, hetzelfde is aan de hand met de weersvoorspellers.
– Hemeltje!
OVT: Wel ja, de weerlui (ongeacht of dat weermannen of weervrouwen zijn) houden zich bezig met de winden en de waters laten zij over aan de oceanologen maar het spreekt vanzelf dat in de realiteit water en wind onderling verbonden zaken zijn. Zie je waar ik naartoe wil?
– Neen...
OVT: De golfstroom ken je?
– Ja, de zeestroom die ons aandoet vanuit de Golf van Mexico?
OVT: Precies. De zee zit dus vol met stromingen, warme en koude, ze gaan in elkaar over en werken op elkaar in, gevolgzaam aan simpele thermodynamische wetten. Ze zien eruit zoals rupsbanden: warm water stroomt van de evenaar naar de polen, botst daar tegen het ijs, koelt af, gaat daardoor meer zout bevatten en wordt zwaarder, zinkt en keert in een benedenstroom terug.
– Dat lijkt zo te zijn, inderdaad.
OVT: Nu stelt men sinds verschillende decennia vast dat de Noord-Atlantische drift, zoals men die zeestroming ook wel noemt, aan het afnemen is in sterkte.
– Heb ik van gehoord, ja.
OVT: En kijk je soms naar de weerkaarten, naar de regenradar bijvoorbeeld?
– Jazeker.
OVT, Wel, dan zul je al gezien hebben dat er dikwijls een wolkenveld op ons af komt vanuit de Golf van Mexico?
– Mja...
OVT: Wolken, dat is verdampt water, niet? En warm water verdampt eerder dan koud water: vandaar zie je die wolkenslierten precies boven de stromingen met warmer water hangen, snap je? De wolken lijken uit de Golf van Mexico te komen, onze richting uit, maar zij doen dat alleen maar omdat zij de stoom zijn uit de warme golfstroom. Welnu: vroeger kwamen die golfstroom en dus ook de wolkenmassa's grotendeels tegen de westkust van Engeland terecht, vandaar regent het daar zo vaak en heeft menin de "Engelse Riviera", de regio Cornwall, op de Scilly-eilanden, een subtropisch klimaat. Maar nu de golfstroom afzwakt en veeleer tegen de Franse kust aanbotst, krijgen wij ook hier aan het Kanaal ons deel van de regenwolken die de golfstroom begeleiden.
– En is dat wetenschap?
OVT: Geen idee, mijn beste, maar het zou best kunnen. Nu, het regent niet langer, ik moet er als een hazewind vandoor. Fijne dag nog!
(J.B., 1 juni 2024)
“Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
“Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
Beter voorkomen dan genezen, dat is het advies dat leidt tot de praktijk van de vaccinatie. Bij het vaccineren geeft men het volk een heel klein beetje van de ziektekiemen in een bovendien nog afgezwakte vorm, zodat het lichaam ruimschoots de tijd heeft om zich met de aanmaak van antistoffen voor te bereiden tegen de aankomende ziekte zelf. Maar nu heeft een geleerde een gelijkaardig middel bedacht tegen misinformatie en sinds vorige week is EU-voorzitster Ursula Von der Leien, bekend van het miljardenschandaal 'Pfizergate', deze methode gaan toepassen in heel Europa om aldus een waterdichte censuur te realiseren en alle mogelijke kritiek op het dictatoriale beleid een stap voor te zijn. Lees hier alles over dit reeds hier en nu aan de gang zijnde project:
Vanmorgen hebben wij vastgesteld dat in de tijdspanne tussen gisterenavond en vanmorgen onze teksten van voor de datum 11-04-2021 quasi allemaal verdwenen zijn van het blog 'Tisallemaiet'. Dit zowel op het platform van Bloggen.be als op het platform van Seniorennet.
Een screenshot van de index staat hier onder:
30-05-2024
9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
Discriminatie, ontmenselijking, pesten. Bij discriminatie gaat het om rechten en mensenrechten die onthouden worden aan bepaalde mensen om oneigenlijke redenen. Bij ontmenselijking worden medemensen soms door het (fascistisch) bestel zelf monddood gemaakt, als het ware zoals gebeurt met een kankergezwel: zij worden middels een chirurgische ingreep uit de maatschappij weggesneden, geïsoleerd en voor de rest van hun leven lam gelegd.1 In het geval van pesten worden mensen blootgesteld aan de beestachtige inborst van medemensen doordat verantwoordelijke politici het nalaten om aan de kwetsbaren in kwestie de nodige bescherming te bieden. Maar er bestaat nog erger.
Wie de jongste verkiezingsprogramma's in de media gevolgd hebben, konden daarvan getuige zijn hoe de voorzitter van partij Vlaams Belang het pestgedrag promoot vanuit een populistische politiek en aangedreven door louter machtswellust. De media zijn somtijds een verraderlijke bron van informatie: de radde tong wordt makkelijk verwisseld met intelligentie en vaak gaat alles razendsnel en vallen de puzzelstukjes pas samen als het te laat is. Want wie heeft het nog niet meegemaakt: men wordt in de maling genomen door een verkoper en men beseft het pas als men zijn geld kwijt is. Zo dreigt het ook dit keer af te lopen met de verkiezingen: voor een groot deel van de kiezers zit het er dik in dat pas als zij hun stem kwijt zijn, zij zullen beseffen dat demagogen met radde tongen ermee aan de haal zijn.
Een bijzonder gevaarlijke groep van neonazi's dreigt hier heden de macht te grijpen met gegarandeerd een desastreuze impact op de samenleving welke zich nu reeds manifesteert.
In een artikel van de hand van Zico Saerens, d.d. 4 april l.l., getiteld: “Na het drama in Finland (waarbij een 12-jarige gepeste jongen drie klasgenoten neerschoot): hoever kan jarenlang pesten jongeren drijven?”, vertelt traumapsycholoog Margo Van Landegem dat de invloed van pesten vaak onderschat wordt: "Bij trauma's denken de meeste mensen aan mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik. Maar ook pesten - zeker als je daar lange tijd slachtoffer van bent - kan een serieuze impact hebben op jezelf en je zelfbeeld, zeker als je nog in volle ontwikkeling bent." Trauma is niet abstract maar betekent vaak ook beschadiging van het zenuwstelsel: in het genoemde artikel legt M. Devriendt uit hoe slachtoffers van pesten op den duur de controle verliezen over hun emoties en gedrag. “"Ons oerbrein gaat standaard de omgeving scannen op gevaar. (…) Als je lange tijd wordt gekleineerd of vernederd, gaat je omgeving altijd als onveilig aanvoelen. Je lichaam wordt hyperalert en gaat constant in een stressreactie. Daardoor ervaar je geen veiligheid meer. (...)" Wie stress ervaart of zich bedreigd voelt - iets wat slachtoffers van pesten continu ervaren - valt terug op een automatisch verdedigingsmechanisme. Het is iets waar je niet zélf bewust voor kiest, je lichaam neemt het over.” Het slachtoffer wil alleen maar dat het ophoudt.Dan kunnen de stoppen doorslaan maar in de meeste gevallen richt het slachtoffer van pestgedrag de agressie op zichzelf en pleegt zelfmoord. Veel slachtoffers van pestgedrag krijgen een laag zelfbeeld en geraken aan de drank of de drugs. Tot daar het artikel van Zico Saerens.2
Pesten is rampzalig voor de maatschappij en uitgerekend kinderen zijn daarvan de eerste slachtoffers: sinds dit bovendien wetenschappelijk vast staat, kan het dulden van pestgedrag nimmer getolereerd worden. Maar waar het pesten bovendien wordt aangemoedigd en dan nog in het openbaar en vanuit een positie die toekomt aan een politiek leider, is sprake van desastreus en massaal machtsmisbruik jegens kinderen, om niet te spreken over massamoord.
Dat gewetenloze schurken alsnog een forum krijgen in de media is bijna onbegrijpelijk omdat het niet vanzelfsprekend is dat de meerderheid van het publiek over voldoende kritisch vermogen beschikken om het gebeuren in de juiste context te kunnen plaatsen. Op lange termijn is het vertrouwen in de vrijheid van meningsuiting weliswaar terecht maar op amper enkele dagen verwijderd van beslissende verkiezingen kan de impact van dergelijke inbreuken dermate ontwrichtend zijn dat alle redelijkheid zoek raakt. En verkiezingsuitslagen kunnen niet worden bijgewerkt wanneer immers pas achteraf een evaluatie aantoont dat het publiek in verregaande mate werd bewerkt door gewetenloze demagogen-praatbarakken. Andermaal: voor een groot deel van de kiezers zit het er dik in dat pas als zij hun stem kwijt zijn, zij zullen beseffen dat agitatoren met radde tongen ermee aan de haal zijn.
Ter herinnering:
“(...) Over de feitelijke invloed op het volk van wat autoriteiten allemaal 'uitkramen' wordt altijd listig gezwegen omdat potentaten zelden verantwoordelijk handelen. Herinneren wij ons bij deze gelegenheid maar een keer de verbanden tussen enerzijds de extremistische theoretici die niet echt lijken te handelen en die derhalve onschuldig lijken en anderzijds zij die met deze ideeën plannen smeden om ze ook in de praktijk te brengen – de uitvoerders of de beulen. Het zijn verbanden die verborgen blijven... zolang zij zich niet manifesteren in een of ander bloedbad!
Een voorbeeld van net geen acht jaar geleden biedt ons de zaak van de Noorse massamoordenaar Anders Breivik uit wiens geschriften bleek dat tot diens grootste inspiratiebronnen de teksten behoorden van Vlaams-nationalist Paul Belien die na de calamiteiten en na de bekendmaking van de inhoud van het racistische manifest van Breivik, zijn verwondering uitte over het feit dat hij door de moordenaar meer dan tachtig keer geciteerd werd. Dat de man niet leek te kunnen begrijpen dat hij de muze was geweest van een massamoordenaar, illustreert uitnemend het schromelijke tekort aan mensenkennis en aan realiteitszin bij haat zaaiende politici en ofschoon de gedachten vrij zijn, volgt daaruit niet zo vanzelfsprekend dat ook de uitgesproken of de neergeschreven woorden dat zijn – zij zijn immers specifieke daden – en derhalve kan men stellen dat de psychopathie welke wordt toegeschreven aan blinde volgers van dergelijke profeten, evenzeer deze profeten zelf treft, en zeker daar waar zij kunnen geacht worden het impact in te schatten van de selectieve misantropie die racisme heet en die uiteraard wordt vergezeld van en uitgelokt door een zekere verschijningsvorm van de immer verblindende megalomanie.
Want het is een wetenschappelijk gegeven dat mensen kuddedieren zijn en dat de kuddegeest zich uit in onder meer een sterke afhankelijkheid van autoriteiten; in de navenante volgzaamheid worden dikwijls onnadenkend en aldus geheel gewetenloos de bevelen van de autoriteit ten uitvoer gebracht – onder meer het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963 illustreert dit overtuigend. (...)”3
Nooit voorheen was de dreiging van extreemrechts zo groot als vandaag: terwijl zij zich in de jaren dertig van de voorgaande eeuw beperkte tot Duitsland, Italië en Japan, gaat zij heden gelijken op de rattenplaag in La Peste van Albert Camus, en zoals een heuse pandemie spreidt zij zich niet alleen uit over het Europese continent maar over de ganse wereld. In de roman van Camus stond de pest symbool voor extreemrechts maar in de huidige werkelijkheid gaat de pandemie er letterlijk aan vooraf, als was dit fysieke onheil een aankondiging voor een niet langer te bestrijden ramp, daar zij nu niet slechts de stof aantast maar ook en vooral de ongrijpbare geest die, zoals uit de sprookjes van Grimm of uit die van Duizend-en-één-nacht, eenmaal ontsnapt uit de fles, nimmer daarheen terug zal keren omdat ook zij, zoals alle andere dingen, gehoorzaamt aan de wet van de entropie welke gebiedt dat van zodra de chaos de vrije teugel krijgt, hij nimmer meer tot de toestand van orde kan teruggeroepen worden.
En de oorzaak van het onheil dat de wereld aandoet en dat onherroepelijk de gruwelijke beelden oproept van het in feite eeuwig op de loer liggende nazitijdperk, is zonder ook maar enige twijfel te situeren bij een 'elite' die zich omwille van het bouwvallig worden van haar leugenkastelen verplicht zag om de libricide te introduceren, de boekverbranding, het snoeren van de mond van alle burgers, het inperken van de bewegingsvrijheid, het onmogelijk maken van menselijk contact, terwijl zij uitbazuinde, overvol van zichzelf maar reeds door haar slechte geweten aan het wankelen gebracht: “Luister alleen naar het officiële nieuws!”
Deze rampzalige elite met haar nieuwe waarheden en maatstaven die voorheen al resulteerden in genocide op joden, homo's, Roma's, gehandicapten, kortom alle kwetsbaren op aarde (alsof er ook onkwetsbaren waren!), is onmiddellijk na haar veroordeling op de Nürenbergprocessen in het zog van de Tweede Wereldoorlog ongemerkt verrezen in een vorm die nog minder vatbaar is voor kritiek en voor veroordeling omdat die vorm de naam van wetenschap is gaan dragen - wetenschap, de religie van de nieuwe tijd, de tijd die de methode heeft vernieuwd om door te kunnen gaan met datgene waarmee zij bezig was: de moord op al wat goddelijk is en heilig, en het inpalmen van de troon van de Schepper zelf om te her-scheppen wat Hij schiep, om wat Hij fout deed, te verbeteren, Hem aldus andermaal aanvallend maar dan in de rug, zoals degenen doen die geloven dat zij op die manier ontsnappen kunnen aan de plicht om voor hun daden verantwoording af te leggen.
De eerste door te voeren correctie betreft dan uiteraard het schepsel dat naar Gods beeld en gelijkenis gemaakt zou zijn - de mens - en tot de te verbeteren exemplaren behoren onder meer degenen waarvan er eerder duizenden naar de gaskamers werden gedreven, namelijk de homo's. En de veroordeling van deze 'verkeerde' mensen door de nieuwe financiële en politieke elite die zoals voorheen onveranderd bestaat uit dezelfde dienaren van Mammon, krijgt voortaan gestalte in onaantastbare, heilige, want wetenschappelijke vormen: het in het leven roepen van een research naar de oorzaken van homoseksualiteit verkapt a priori de stelling dat mensen die met betrekking tot dit thema niet beantwoorden aan het traditionele concept, ongewenst zijn - indien zij niet meteen fysiek worden uitgeschakeld, dan dienen zij toch verbannen of 'verbeterd' te worden, 'bijgewerkt', zoals dat gebeurt met zaken die het aandurven om weerstand te bieden aan de gekende vormen van manipulatie die erop gericht zijn om nog uitsluitend bestuurbare en vervangbare massaproducten te fabriceren welke passen in het kraam van Mammon.
Zo kan naast misdadige wil alleen nog onverstand verantwoordelijk zijn voor het koortsachtig zoeken naar de oorzaken van homoseksualiteit. Immers, wie zich er terdege rekenschap van geven dat homo's zich door de band niet voortplanten, krijgen meteen de verklaring in de schoot geworpen voor het feit dat actueel de overgrote meerderheid van de mensen (en van de dieren?) heteroseksueel gericht zijn en dat 'slechts' vijf percent van de bevolking zich tot de homopopulatie kan bekennen. Want dit is het geval gesteld dat er een 'homo-gen' zou bestaan: het gen plant zich dan bijna niet voort.
Inderdaad, er bestaat niet zoiets als een 'homo-gen', het gaat veeleer om een wellicht bijzonder moeilijk na te speuren complex conglomeraat van fysieke constituties welke resulteren in de seksuele geaardheid in kwestie die dan ook kan beschouwd worden als slechts een 'bijwerking' van die fysieke condities. Maar de zaak is dat dit helemaal geen verschil uitmaakt met betrekking tot de conclusie van hier boven: het bestaan van een 'homo-gen' wordt overbodig om uit te kunnen leggen waarom een meerderheid van de bevolking heteroseksueel geaard is, de uitleg dat homo's zich niet voortplanten, volstaat.
Ook vermeende 'foute' identificatieprocessen tijdens de opvoeding en ongeacht welke andere mogelijke invloeden worden overbodig als verklaring omdat de natuur geen enkel wezen in een welbepaalde richting stuurt zodat de seksuele geaardheid van een mens wordt bepaald zoals van een opgegooid geldstuk bepaald wordt of het op kruis valt of op munt: de verdeling is fifty-fifty; mannen vallen niet op mannen of op vrouwen en ook vrouwen vallen niet op vrouwen of op mannen maar mensen vallen op mensen en over de kwestie of dat dan mannen zijn of vrouwen hebben de betrokken personen helemaal niets in de pap te brokken omdat die zaak uitsluitend door (natuurlijk) toeval wordt beslecht.
Maar als het feit dat homo's een minderheid vormen het gevolg is van het feit dat zij zich (door de band genomen) niet voortplanten, dan kan de homoseksuele geaardheid bezwaarlijk nog als een afwijking worden beschouwd omdat het in de minderheid zijn van de homo's het gevolg is van een gedrag (namelijk het voortplantingsgedrag en meer bepaald het feit dat hun seksualiteit niet tot voortplanting kan leiden).
Bovendien is ook het teleologisch argument dat homoseksualiteit veroordeelt, achterhaald: dit argument betreft de 'afwijking' waarbij koppelvorming onder mensen van hetzelfde geslacht de voortplantingsfunctie zou missen. Maar de voortplanting is slechts één van de vele mogelijke functies van de seksualiteit en het verengen van de seksualiteit tot haar voortplantingsfunctie volgt uit helemaal niets anders dan uit de zingevingsdrang die ons in feite helemaal niet toekomt en die slechts eigenbelang verkapt omdat het daar in wezen gaat om het opdringen van ons eigenste willetje aan de dingen - zoals elders aangetoond.1
Edoch, van zodra men het inzicht eigen is dat bij koppelvorming door de betrokkenen van nature helemaal geen rekening wordt gehouden met hun geslacht, vervalt eveneens de inhoud van het concept van de seksuele geaardheid. Omdat koppelvorming zich wars van de geslachtelijkheid van de betrokkenen voltrekt, is er ook helemaal geen 'geaarheid' nodig om die te verklaren, wat in feite betekent dat dit concept een spook is, een soort zinsbegoocheling, iets dat slechts een schijn van betekenis heeft.
Uit deze eenvoudige vaststellingen volgt dan uiteraard dat het moreel problematiseren van de 'seksuele geaardheid' - precies omdat zij niet eens bestaat - een misdaad is jegens alle betrokkenen die daar hinder van ondervinden. En over die hinder moet men het hebben omdat zij in de plaats getreden is van de gaskamers van weleer. De gaskamers waren, weliswaar een tijdlang nadat de gruwel zich had voltrokken, fysiek aantoonbaar. De 'hinder' daarentegen welke resulteert uit de allernieuwste vormen van vervolging, is nog minder zichtbaar dan het gifgas waarmee Hitler de mensen die hij haatte om het leven bracht maar zij is niet minder dodelijk.
Die hinder is er, zoals algemeen geweten, in de vorm van discriminatie maar eigenlijk is het gebruik van deze termen oneigenlijk omdat de betrokkenen in de eerste plaats door hun veroordeling het slachtoffer worden van ontmenselijking en ontmenselijking is een misdaad van een heel ander type dan discriminatie. Discriminatie heeft te maken met rechten en met voorrechten, terwijl de misdaad van de ontmenselijking veel dieper ingrijpt in het leven van het slachtoffer. Het bewuste proces van ontmenselijking ontsnapt nog steeds aan het begrip van zelfs geschoolde hulpverleners omdat dit begrip een empathisch vermogen vereist dat niet vanzelfsprekend is en die kwestie kan ook zeer concreet worden gemaakt.
De uitdrukking “uit de kast komen” werd inmiddels gemeengoed maar het is allerminst overbodig haar betekenis te verklaren: van mensen over wie gezegd wordt dat zij met betrekking tot hun seksuele geaardheid uit de kast gekomen zijn, moet uiteraard worden aangenomen dat zij ooit in een kast terecht kwamen. Meer bepaald zijn zij daar in gestopt en dat is het werk van meerdere personen die al dan niet bewust in dienst staan van een homofobe cultuur, zoals die gangbaar was in de katholieke middens tot zowat twee generaties geleden. Een puber vertelt aan zijn ouders dat hij homo is, wat angst, hysterie en schaamte teweeg brengt omdat die geaardheid door de homofobe cultuur in kwestie niet alleen als afwijkend wordt beschouwd, zoals het hebben van te korte benen, maar meteen ook als immoreel. De ouders van de puber stappen naar een vertrouwenspersoon en raadgever die vaak de huisarts is - tot voor kort meestal een man. De huisarts laat het kind bij zich ontbieden en die vertelt hem met een geveinsde vertrouwelijkheid dat homoseksualiteit weliswaar niet langer verboden is maar desalniettemin zondig en vooral: dat het blijk geven van die geaardheid door een navenant gedrag, schande brengt over de betrokkenen.
Er is een zeker begrip voor die geaardheid, zo vertrouwt de arts aan het kind toe; je kan het dus wel doen, maar breng dan ook begrip op voor je ouders: beloof mij dat zij het niet aan de weet komen, zij zouden daar immers eeuwig onder lijden want het is hoe dan ook een schande om een homokind te hebben, dat kun je toch begrijpen?
En wat kan een puber met blind vertrouwen in zijn opvoeders anders nog doen dan een lot alsnog te aanvaarden dat echter door geen mens kan gedragen worden omdat de inhoud daarvan, die pas na het verdict en met mondjesmaat zal doorsijpelen, niets anders inhoudt dan het levend begraven worden van een nog springlevend kind in een kast? En men spreekt wel over een kast omdat er geen lijk in ligt maar in feite gaat het om een kist met daarin een mens die weliswaar dood lijkt omdat hij zwijgt maar dat zwijgen werd hem opgelegd 'voor zijn eigen goed' omdat hij door te spreken alleen zichzelf nog kon ter dood veroordelen.
Ik heb je ouders gerustgesteld, zo werkt de arts dan verder het voorgeschreven programma af: ik heb hen verteld dat het gaat om een neiging eigen aan de puberteit, een tijdelijke neiging. En je bent verstandig, je ziet al waar ik heen wil want er is een oplossing voor jouw probleem. Je ouders zullen je binnenkort vragen hoe het met je gaat op dat gebied. Je begrijpt toch wel wat je hen dan moet antwoorden? Inderdaad, vertel hen dat ze op twee oren mogen slapen, vertel hen dat het over is.
Dit kind daarentegen zal alleen nog slapeloze nachten kennen. Dit kind slikt omdat het zijn ouders moet beliegen maar omdat het gelooft wat de dokter zegt, begrijpt het ook de noodzaak van wat in zijn verdere explicatie door de geleerde man wordt voorgesteld als een 'leugentje om bestwil'.
Nu is het op het ogenblik dat het kind aan de arts belooft die instructies te zullen volgen, dat het eigenhandig in die kast stapt. Vroeger was het echt een kist, vandaag is het althans in onze contreien en in het merendeel van de gevallen gelukkig een kast omdat daarvan gezegd kan worden dat men er weer uit kan komen. Vroeger kon dat niet en in zekere conservatieve culturen kan dat nog steeds niet.
Het kind doet een belofte, zij het op grond van leugenachtige informatie, en het komt die ook na omdat kinderen, in schril contrast met de meeste volwassenen, trouw zijn: het kind leeft aanvankelijk aseksueel maar van zodra het enige zelfstandigheid heeft verworven, gaat het ofwel levenslang een rol acteren (in vele gevallen stapt het in een heterohuwelijk met op de koop toe kinderen en al hoeft dit op zich geen ramp te worden: vaak leidt het tot een immens lijden of een drama) ofwel gaat het deelnemen aan het sociale leven van gelijkgestemden, wat dient te gebeuren in een subcultuur want niet-homofiele verwanten moeten zoals door het kind beloofd voor schande worden behoed.
Het vergt een portie empathie om zich de miserie voor de geest te kunnen halen waarmee een mens van voor de tijd dat hij volwassen is, bedeeld wordt en dan nog door degenen die hem het naast aan het hart gelegen zijn maar het hoeft geen betoog wat dit zal betekenen voor wie dat te verwerken krijgen omdat dit gewoon niet te verwerken is.
Dat ondanks de vermeende welstand, de economische en de technologische vooruitgang, de talloze mogelijkheden om met allerhande wantoestanden komaf te maken, de toegang tot informatie voor principieel iedereen en het bestaan van instituties die beloven te waken over rechten en over mensenrechten, het vandaag alhier nog mogelijk is om partijen te stichten die geheel openlijk een homofobe of een anderszins discriminerende politiek voeren, is bijna onbegrijpelijk als men niet aanneemt dat die partijen in feite de wil vertolken van de mensen zelf, die onmiskenbaar wolven voor hun medemensen zijn.
En zoals iedereen dat kan vaststellen, zelfs met gesloten ogen, verslinden zij, exact zoals wolven dat doen, vooreerst de zwaksten: de ongeborenen, die immers nog geen burgers zijn, geen burgerrechten hebben en openlijk ten prooi zijn aan de massamoord van abortus provocatus; de ouderen die in de modieuze maar waanzinnige media als lastpakken worden afgeschilderd, lastpakken voor de anderen wegens hun economisch negatief nut maar ook lastpakken voor zichzelf die, als ze het maar willen inzien, maar beter voor euthanasie kunnen opteren zodat zij zelf de kist in stappen, geheel vrijwillig en alleen door inzicht gedreven, zoals ook homo's dat doen, in blind vertrouwen op hen die zich hun leiders noemen en die misschien niet geheel verantwoordelijk zijn voor hun geluk maar wel voor het ongeluk dat ze hen toestoppen met een gemene list, uitgebroed door een maatschappij die derhalve alleen de naam van 'samenzwering' verdient.
Op 9 juni trekken wij naar de stembus, de stemming is geheim, zij eist van ons geen enkele verantwoording voor wat wij doen onttrokken aan het oog van allen en hierin schuilt het kwaad: het wordt beschermd door de krachten van de duisternis, men kent aan de moord het recht toe om zich te onttrekken aan het licht. En dit zijn allemaal vruchten van de criminele samenzwering die wil doorgaan voor een samenleving. Toen ik onlangs een bezoek bracht aan een bejaarde en die vroeg om raad inzake de stembusgang, kreeg ik het volgende devies: “Stem alsof je het in het openbaar moet doen, op een podium waar iedereen je kan vragen wat je motieven zijn.”
Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
Aldus verslindt de dood het leven
Aldus verslindt de dood het leven
Betekenisgeving is een term die welluidend klinkt in de ruimte van de wijsbegeerte en de ethica maar als de wijsheid ons lief is, dienen wij ons te hoeden voor het opdringen van ons eigenste willetje aan de dingen, want dat is wat betekenisgevers in feite doen.
Wie de natuur observeren, kunnen vaststellen op eindeloos veel manieren dat de zin van de dingen door de dingen zelf gedragen wordt en ook performant gemaakt: de zin van het zaadje manifesteert zich in zijn groei waarin wij die betekenis ook kunnen terugvinden als wij onszelf ontvankelijk opstellen. Daarentegen is de wil om zelf zin aan de dingen toe te kennen geen ontvankelijkheid doch opdringerigheid en aanmatiging; zingevers meten zich een status en een rol aan die hen niet toekomt omdat het niet aan mensen is om het lot van de dingen te bepalen.
Door ezels en paarden als lastdieren te categoriseren, wordt hun wezen verengd tot hun nut in functie van onszelf. Door het te hebben over 'trekpaarden' verraadt men te geloven dat paarden geschapen zijn met de bedoeling onze karren te trekken en door te spreken over 'koppige ezels', waarbij de koppigheid dan geldt als een immorele karaktertrek, veronderstelt men dat volgzaamheid moreel goed is en elk protest tegen de veroordeling tot slavernij, een zonde.
Op die manier kennen mensen aan de dingen niet alleen betekenissen toe die deze dingen uit zichzelf helemaal niet hebben maar zij bepalen tevens wat goed en kwaad zal zijn omdat het goede zal worden gezien als dat gedrag (of als dat lot) dat overeenstemt met de toegekende betekenis of zin in kwestie terwijl elk gedrag dat (of elke bestemming die) afwijkt van die toegekende betekenis, als kwaad zal worden bestempeld. Uiteraard schuift men het kwaad zodoende in de schoenen van de gedupeerde dingen of wezens maar in feite ligt het in de zogenaamde 'zingeving' of 'betekenistoekenning' zelf.
De term 'zingeving' suggereert dat men de dingen met een zin verrijkt maar het omgekeerde is het geval: door zogenaamde 'betekenistoekenning' aan de dingen verrijkt men alleen zichzelf door de dingen in functie van bijvoorbeeld het eigen nut te definiëren terwijl men ze tegelijk berooft van hun intrinsieke waarde en in het geval waar deze roofbouw zich richt op mensen, beperkt men zodoende hun vrijheid of ontneemt men hen die.
Want niet alleen levenloze dingen, planten en dieren zijn aldus ten prooi aan de menselijke arrogantie: ook de medemens deelt in datzelfde lot en zodoende bepaalt de sterkere met zijn 'betekenisgeving' aan de zwakkere het lot van deze laatste. De sterkere bepaalt wat de betekenis van de zwakkere is en wat hij hoort te doen en te laten, met andere woorden wat voor hem als goed en kwaad zal gelden of hoe zijn moraal eruit zal zien. In dezelfde aanmatigende beweging definieert hij zichzelf als ultieme betekenisgever, als schepper van waarde, ja, als boven anderen verheven godmens of godheid.
Zo bepaalden ooit blanken de betekenis van zwarte mensen door hen het lot van de slavernij toe te bedelen, alsof de zin van hun leven bestond in het slavenwerk, met andere woorden: in hun nut voor de blanken. Gekoloniseerden worden door de benaming als zodanig betekend en dus gedefinieerd tegenover de kolonisatoren; mensen uit de derde of de vierde wereld worden geopponeerd aan 'beschaafde' westerlingen, waarbij de 'beschaving' bestaat in de onderwerping aan een door derden toegewezen lot en die onderwerping krijg de welluidende naam van beschaving, christianisering, opvoeding, alfabetisering. Actueel is plotseling weer Paulo Freire's werk uit 1970: Pedagogy of the oppressed.1
Want met het zogenaamde wegwijs maken van mensen in de wereld van de informatica worden wij in feite herleid tot agenten van een door een elite bestuurd internet. Het overgrote deel van hun tijd brengen brave burgers heden aan de ketting door want ook de ketting is in deze tijden draadloos en bestaat uit niets dan een uiterst verslavend schermpje en een klavier die de stem, het timbre, het aangezicht, de persoonlijke woordkeuze, de tongval, de taal, het dialect, kortom al het persoonlijke, als volstrekt betekenisloos definiëren door van degenen die aan deze ketting liggen, te eisen dat zij zichzelf herleiden tot een op een dom klavier tokkelende vinger.
De computertechnologie beweert zin te geven aan het bestaan maar precies het tegenovergestelde gebeurt: met de computertechnologie en het internet wordt elke intrinsieke waarde onttrokken aan alle mensen die zich daarin vastrijden, al spreekt men hier uiteraard niet over een zich vastrijden maar over een zich bekwamen. Het is nota bene niet de burger die zich bekwaamt en die zich van het internet bedient - dat is de kostelijke illusie van het hele spel: het is de 'instantie' die het internet aan de burger opdringt welke zich bekwaamt, met name in de manipulatie van mensen en in hun reductie tot bedienaren van het instrument waarmee zij zichzelf steeds meer en onherroepelijker vastrijden terwijl simultaan bij hen de illusie toeneemt dat zij zodoende zichzelf bevrijden.
Onder het voorwendsel van beschaving, opvoeding, informatie en dies meer, wordt aan de mensheid haar intrinsieke zin ontnomen en krijgt zij de betekenis van een dode machine: niet zomaar een robot, maar een biorobot, meer nog: een bio-socio-robot, een dode machine met levende chips, een levenloze machine die energie verslindt en afval produceert alleen ter wille van zichzelf en die er nu in geslaagd lijkt om met haar welluidende voorwendsels allen die ooit geleefd hebben, tot haar onderdeeltjes te herleiden. Kers op deze taart: de bedienaar van deze dode machine met mensen in de tank is geen elite; het is de machine zelf, het is het niet-leven dat het leven verslindt.
Als de waarheid een democratische aangelegenheid was dan regeerde de leugen niet alleen in het parlement maar ook aan onze universiteiten, in het gerecht, in het onderwijs en ga zo maar door. Maar precies doordat in de politiek de leugens het voor het zeggen hebben, uiten verschillende politieke partijen de wens dat leugens ongehinderd overal hun gang zouden kunnen gaan.
Zo verklaarde in het VRT-programma Terzake van 21 mei laatst leden een vertegenwoordiger van de partij Vlaams Belang dat zijn partij vindt dat de (politieke) meningen van onze professoren deze van de meerderheid van de bevolking moeten weerspiegelen: het percentage politiek rechts en links georiënteerde professoren aan de universiteit moet overeenstemmen met het percentage links en rechts georiënteerde verkozen politici, aldus de betrokken woordvoerder.
Afgezien van het feit dat in dat geval professoren zouden moeten benoemd maar ook ontslagen kunnen worden afhankelijk van het stemgedrag ter gelegenheid van elke nieuwe verkiezing, houdt de mening dat de professorenpopulatie een weerspiegeling van de bevolking dient te zijn, bijvoorbeeld ook in dat hun gemiddelde IQ niet mag afwijken van dat van de meerderheid der burgers. Men gaat dan stemmen voor wat waar is en reeds bekwamen sommigen staatssubsidies voor het propageren van hun 'waarheden'.1
Kennelijk treden met dit populisme de politici van Vlaams Belang in deze aangelegenheden sommige liberalen bij die een rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters voorstaan en wensen zij ook universiteitsprofessoren middels stemming door het volk laten benoemen. Alsof het nog niet erg genoeg was dat professoraten de facto politieke benoemingen zijn.
Zoals blijkt uit hun ideologieën wensen neoliberalen dat de staat, die sinds oudsher als een goede huisvader de belangen van alle burgers en dus ook die van de zwakkeren heeft gediend, nu moet gaan garanderen dat godbetert het recht van de sterkste wordt beschermd. In feite gaat het daar om het recht van de wreedaardigste omdat in een extreem liberale economie de wereld aan de 'durvers' is: neoliberalen wensen dat voortaan de minderheden niets meer in de pap te brokken hebben; minderheden dienen met andere woorden te worden geëlimineerd. Waartoe het populisme en de tirannie van de meerderheid leiden, herinnere men zich van het nazisme van Adolf Hitler die ten dienste van de volksgezondheid de dokters gewoon verving door beulen.
De meerderheid, zoals Spinoza ons herinnert, brengt allerminst het goede voort, dat immers een product is van de onverdroten arbeid van zichzelf voor het algemeen belang opofferende enkelingen: de huldiging van het meerderheidsprincipe in de politiek laat zien dat niet het goede maar de macht daar aan de orde is en om die reden ook blijkt de democratie die wij op handen dragen zelf een leugen want een regelrechte dictatuur die alleen maar haar slaven met succes weet te verbergen.2
Maar niet voor eeuwig, omdat de waarheid ook de snelste leugen achterhaalt en zo komt het tot oorlogen omdat zij in het verlengde liggen van een wreedaardige kapitalistische economie welke immers alleen het gouden kalf dient dat, althans volgens wereldse maatstaven, dieven 'beloont' met overdaad en rechtvaardigen 'straft' met hard labeur.
(J.B., 24 mei 2024)
1Zo kreeg enkele jaren geleden filosofieprofessor aan de Universiteit Gent Johan Braeckman staatssubsidies voor het propageren van het darwinisme. Ervan uit gaande dat het darwinisme even waar is als de stelling van Pythagoras en in acht genomen het feit dat gesubsidieerde propaganda (en dus: reclame) voor de stelling van Pythagoras het volk slechts aan haar waarheid kon doen twijfelen omdat de waarheid aan reclame geen behoefte heeft, geldt dat uiteraard eveneens voor het darwinisme, wat de verzuchtingen van de betrokkenen alleen maar verdacht kan maken.
2De burgers uit de westerse democratieën danken hun hoge levensstandaard aan de slavernij in de verborgen derde en vierde wereld en zo soupeert één zogenaamde democraat het deel van gemiddeld vijfenveertig slaven op.
Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
Massa-executie verkapt als volksgezondheid (10 afleveringen)
22-05-2024
Over inbeelding
Over inbeelding
Het staat als een paal boven water dat de vandaag alles overmeesterende opvatting over wetenschappelijkheid (het zogenaamde fysicalisme) die steunt op een microreductionistisch wereldbeeld, berust op een schromelijke denkfout waarop reeds Augustinus van Hippo (354-430) wijst in zijn De fide et symbolo (II§2). Het gaat om de naïeve projectie van mensen die zodanig gewend geraakt zijn aan hun wereld vol werktuigen dat zij zijn gaan geloven dat àlle dingen werktuigen zijn en dat zij, net zoals werktuigen, door een 'Opperbouwmeester' (zoals de vrijmetselaars hun god effectief noemen) samengesteld zijn uit materiaal uit de natuur. Zij geloven in een godheid die net zoals zijzelf het ingewikkelde gemaakt heeft door eenvoudigere dingen volgens een zeker plan te gaan samenvoegen. In het licht van die opvatting worden de dingen dan bekeken als composities die ontleed kunnen worden tot aan hun kleinste onderdeeltjes waaruit, zoals men dan meent, principieel het grotere geheel opnieuw kan worden bekomen door ze 'op de juiste manier' samen te voegen. Alleen blijkt die 'juiste manier van samenvoegen' nog niet te zijn gevonden: een graantje kan ontleed worden in onderdelen maar van zodra men het plan opvat om uit diezelfde onderdelen een graantje samen te stellen, bekomt men wel iets met het uitzicht van een graantje, alleen blijkt dit gemaakte graantje, alle landbouwkundige zorgen ten spijt, helemaal niet te willen groeien. Het is met andere woorden de mens nog nooit gelukt om het goddelijke scheppen na te bootsen en hij kan daarin ook nimmer slagen om de eenvoudige reden dat de natuur helemaal geen constructie is en daarom ook zegt men dat hij geschapen is, wat wil zeggen: gemaakt uit niets. De vraag van Leibniz waarom er iets is en niet veeleer niets beklemtoont slechts het principieel onvatbare van de schepping.
De kaduke ideologie van het microreductionisme regeert helaas de wereld sinds de aanvang van wat wij kennen als de (westerse) wetenschap en uiteraard kunnen foute denkwijzen ook geen geluk brengen en zo klagen de kunstenaars sinds oudsher die overmoed aan in toneelstukken die wijzen op de navenante tegendoelmatigheid die al onze inspanningen om aan god gelijk te worden, begeleidt en die de gedaante heeft van de slang die zichzelf in de staart bijt. Het conglomeraat van het trio wetenschap, techniek en kapitalisme helpt onze wereld in geen tijd naar de verdoemenis, zoals onder meer Herbert Marcuse en zijn medestanders hebben betoogd in de zestiger jaren van de voorgaande eeuw, ook wel genaamd the golden sixties. Want goud kan men niet eten, zoals de mythische vorst Midas al moest ondervinden en telkenmale als die ongemakkelijke waarheid in de geschiedenis opbreekt, wordt gezocht naar alternatieven voor het helaas bijzonder log geworden systeem dat tevens extreem gevaarlijk is geworden. Die alternatieven echter blijken meestal in hetzelfde bedje ziek als het kwaad dat zij bestrijden en dat zich laat benoemen als 'inbeelding' - nota bene volstrekt onderscheiden van 'verbeelding'.
Mensen die het moeilijk krijgen met de werkelijkheid waarvan zij deel uitmaken, neigen vaak tot struisvogelpolitiek, wat wil zeggen: een ontkenning van de feiten. Zij beelden zich in dat de feiten die zich aandienen, een illusie zijn en dan fabriceren zij zelf een illusie welke zij voor werkelijk houden. Die inbeelding is een daad gesteld door een redelijk wezen dat er welbewust voor kiest om de rede niet langer te volgen, waardoor de bewuste persoon het terrein van de rede verlaat maar zodoende ook dat van de openbaarheid waarin recht gesproken wordt over wat waar en onwaar is. Immers, zoals reeds de Ouden wisten, hebben alle mensen eigen, verschillende dromen maar de werkelijkheid is voor iedereen noodzakelijk dezelfde en precies die waarheid (van de universaliteit) vormt de basis van de redelijkheid en ook van de wetenschappelijkheid. Waar de wetenschap het argument van Augustinus onder de mat veegt, degradeert zij zichzelf tot een gesticht dat volhardt in een leugen. Zij versteent er als het ware in en moet al haar energie benutten om de waarheid die immer altijd spontaan uit alles opwelt, steeds opnieuw te onderdrukken. Die energieverspilling vreet haar aan en uiteraard delen ook alle mensen onderhevig aan de leugen in de klappen.
Van inbeelding is sprake waar mensen religies aanhangen die in feite belijdenissen zijn van een geloof dat zich van de feiten heeft afgekeerd. Mensen verwerpen hun eigen sterfelijkheid en zij beelden zich in dat zij in feite onsterfelijke goden zijn die dit alleen nog niet ten volle kunnen begrijpen. Van inbeelding is sprake waar mensen ideologieën aanhangen die sprookjes zijn welke beweren de realiteit te kunnen definiëren. Bij het zich schuldig maken aan inbeelding, prent men zichzelf als het ware een beeld in dat weliswaar voldoet aan zekere persoonlijke wensen maar dat helemaal niet strookt met de werkelijkheid zoals die zich aandient aan onze zintuigen en aan ons verstand. In principe zijn sowieso alle mogelijke beelden van de werkelijkheid inbeeldingen maar hun nefaste werking treedt pas op van zodra zij stagneren. Het is met andere woorden helemaal niet fout en zelfs noodzakelijk om zich beelden te vormen van de realiteit omdat de realiteit de verbeelding prikkelt maar waar men er niet in slaagt om die beelden weer los te laten, waar men zich eraan vasthecht zoals de vrek zich vasthecht aan zijn schat, verstenen zij en doen zij tevens hun bezitter verstenen, alsof die de Medusa had aangekeken. Nietzsche, die een geschoold classicus was, vertaalde het in de volgende zin: “Wer mit Ungeheuern kämpft, mag zusehn, daß er nicht dabei zum Ungeheuer wird. Und wenn du Lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein.”1
Bij het zich afkeren van een inbeelding, neigen mensen er helaas al te dikwijls toe de gemakkelijkste weg te kiezen: zij verwisselen dan de ene inbeelding door een andere, een vaak nog kwaadaardigere leugen. Dat was bijvoorbeeld het geval met de ariosofie, ook wel de nazimystiek genoemd, die de christelijke mythen door Germaanse sprookjes verving. De variaties op dat thema doorheen de geschiedenis zijn ontelbaar, evenals de oorlogen die zij hebben voortgebracht en de ellende die vandaag de mens tot bij zijn eigen afgrond brengt. De verbeelding is verrijkend maar het ernstig nemen van het spel, dat erin bestaat zich in te beelden dat wat men fantaseert ook echt bestaat, is waanzin.
(J.B., 22 mei 2024)
1F.W. Nietzsche, Jenseits von Gut und Böse: Vorspiel einer Philosophie der Zukunft, IV, Sprüche und Zwischenspiele, 146.
Hitler en extreemrechts
Hitler en extreemrechts
20-05-2024
9 juni en de verkapte verknechting van de massa
9 juni en de verkapte verknechting van de massa
Quatorze Juillet is de Franse nationale feestdag omdat op die dag het begin herdacht wordt van de Franse Revolutie die in 1789 een einde maakte aan de macht van kerk, koning en adel ten voordele van de volksmacht, de republiek. Op 5 september van dat jaar trad een wet in voege die alle jongemannen tussen 20 en 25 jaar verplichtte tot dienst in het Franse leger. Mede opgejut door de kerk verzette het volk zich hier tegen (vanaf 12 oktober in Overmere) in de zogenaamde Boerenkrijg, alras hardhandig onderdrukt met 15.000 doden. De Franse revolutie duurde tot 1799 toen de Corsicaanse generaal Napoleon Bonaparte met een staatsgreep aan de macht kwam en een dictatuur vestigde (waarin hij zichzelf in 1804 tot keizer kroonde). Bonaparte ontnam de kerk haar bezittingen (die zij immers stal van het volk) en hield stand tot hij in 1814 verslagen werd door Europese legers die de monarchie in Frankrijk herstelden alsook de macht van de kerk. Europa werd herordend en tussen Engeland en Frankrijk werd onder het gezag van Willem I de bufferstaat van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht uit de samenvoeging van de gebieden van de huidige Benelux waarvan België zich in 1830 afscheurde. Op 21 juli 1831 legde Leopold van Saksen-Coburg-Gotha de eed af als eerste koning der Belgen.
De slogan van de Boerenkrijg was afkomstig van een Brussels kerkelijk genootschap en luidde “Pro aris et focis” of “Voor Outer en Heerd”. Hijverraadt dat de kerk ('Outer' of 'altaar') het volk opjutte tegen de regering, zogezegd om onafhankelijkheid ('Heerd' of '(eigen) (h)aard') te verwerven maar in werkelijkheid was het de kerk erom te doen haar privileges en haar politieke invloed te vrijwaren. Er werd later een lied1 van gemaakt (zogezegd ter herdenking van de Boerenkrijg) dat gedurende de Tweede Wereldoorlog diende als strijdhymne voor de Sturmbrigade Langemarck van de Waffen-SS en dat waren Vlaamse collaborateurs, ook bekend als de Oostfronters, door de kerk gerekruteerd om te gaan vechten voor de nazi's. Met het refrein, dat luidt:“Voor vrijheid en recht; ongeknecht,/ Onverveerd voor outer en heerd.” spoort de kerk het volk aan zich te keren tegen zijn wereldse bezetter om het dan op haar beurt opnieuw aan zich te kunnen onderwerpen. Met de hedendaagse verkapte doch feitelijke reactionaire steun aan extreemrechts is de kerk aldus allerminst aanhaar proefstuk toe.2
(J.B., 20 mei 2024)
1De tekst van het lied Voor outer en heerd is van de hand van de dichter Simons en de muziek werd gecomponeerd door Michel Preud'homme.
2 In Wikipedia wordt het als volgt verwoord: “Écrasez l'infâme” ("Verpletter het infame", "Vernietig het eerloze"), afgekort Écrlinf, was het motto waaronder (…) Voltaire de strijd aanbond met religieus dogma, misbruik, fanatisme en bijgeloof. Hij richtte zich speciaal tegen de Kerk en haar verbond met de Troon (...)”:
De oude tegenstelling tussen liberalisme en socialisme is ons allen bekend: in twee woorden wensen liberalen maximale persoonlijke vrijheden, wat neerkomt op het recht van de sterkste of de wet van de jungle, terwijl socialisten hieraan paal en perk wensen te stellen middels staatsinmenging: de staat, zo menen socialisten, moet de vrijheden van de sterken inperken met het in wetten gieten van het solidariteitsprincipe want iedereen is kind geweest, wie geluk hebben, worden oud en niemand kiest ervoor om in een rolstoel te belanden. Maar wat zegt nu het nieuwe liberalisme of het neoliberalisme?
Neoliberalen zijn niet langer tevreden met de maximale persoonlijke vrijheid zonder beperkende staatsinmenging: zij willen bovendien (en hou u nu vast!) dat de staat optreedt als de beschermer van die wetteloosheid. Zij willen met andere woorden van de staat een instrument maken van de sterksten en dus van de wet van de jungle. Neoliberalen willen dat de staat inzake de wet van de jungle nog een tandje bijsteekt. En "de natuur een handje helpen" is exact wat Adolf Hitler betrachtte met zijn nazisme dat bestond in het opruimen van alle zwakkeren, wat resulteerde in de vervanging van dokters door beulen omdat dit de kortste weg was naar het verbeteren van de volksgezondheid: zieken die niet langer genezen worden doch worden omgebracht, kosten niet langer geld, zij laten daarentegen alleen maar geld na.
Neoliberalen willen dat de staat ervoor zorgt dat de rijken geen belastingen moeten betalen. Neoliberalen willen een regering die de milieuwetten afschaft zodat grootverdieners in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw kunnen doorgaan met het spuiten van vergiften die niet alleen insecten doden maar ook omwonenden en consumenten van hun producten. Neoliberalen willen het verteer en derhalve ook de vervuiling maximaal opdrijven omdat dit de rijken rijker maakt en zij willen ook gebruik kunnen blijven maken van de vele slaven die vandaag worden geproduceerd door de hekkens aan de landsgrenzen die immers hun (letterlijke) overtreders illegaal maken en derhalve rechtenloos en tot slavenwerk veroordeeld. Neoliberalen geven niets om de veiligheid van (andermans) kinderen die nota bene de toekomst van de natie zijn en zij blijken ook niet te verstaan dat de underdogs met hard labeur de samenleving rechthouden - zij geloven warempel dat na de opruiming der armen, alleen nog rijken zullen overblijven.
Het neoliberalisme is de immoraliteit tot ideologie verheven met in haar zog nog slechts de oorlog: "Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen."