Ik ben De Boeck Etienne, en gebruik soms ook wel de schuilnaam tjenneke.
Ik ben een man en woon in Wommelgem (Belgie) en mijn beroep is gepensioneerd hoofdtreinwachter.
Ik ben geboren op 11/11/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: miniatuurtreinen in clubverband-AMRA-modeltreinen.
Dit gedicht kwam deze middag tijdens een wandeling met de hond mij te binnen.Het is een gedicht van een arme vrouw of man.Een soort klaaglied.Ik wil het met jullie delen.Ik ben van mening dat ik dit van Boven heb in gekregen
Titel:Ik ben niet rijk.
Ik ben niet rijk,maar heb een roos in mijn hart, ik geef ze graag weg,ze verzacht pijn en smart. Ik kan door armoede jullie niet veel geven, enkel die ene roos,een kroon in mijn leven.
Ik ben heel gelukkig met niet zo heel veel, ik ben heel blij met dat ene kleine deel. Van mij kunnen ze niet veel komen stelen, maar wie kan toch die armoede nu schelen?
Ik ben door armoede soms eenzaam hoor, ik heb geen vrienden,maar ik sla me erdoor. Een ding zou ik toch ooit willen verkrijgen, een lieve knuffel waarvan ik nooit zal zwijgen.
Ik bad om een vriend en kreeg er honderd, ik wou een knuffel en ik werd overdonderd. Ik wou een handdruk en had handen tekort, ik wou vriendschap en kreeg een heel bord.
Ik wou één woord en kreeg jullie verhaal, ik bad om een zin en bekwam ze allemaal. Daarom geef ik nu graag aan al mijn vrienden, meer gedichtjes dan ge ergens kunt vinden.
Ik ben blij om op dit net te kunnen zijn, bij jullie mijn vrienden vind ik alles fijn. Ik kan niet meer wachten om te beginnen, om een gedicht te zetten in hele zinnen.
Ik dank jullie om alles van mij te lezen, zodat we heel blij op dit net mogen wezen. Ik zoek naar nieuwe woorden voor een gedichtje, is het nu met een roos,tulp of een hartelichtje.
Leun even op een schouder als je een knuffel wil, leunen mag je,je wordt er zeker even van stil. Een lief knuffeltje,voor als je ziekjes bent, een knuffeltje van iemand die je al lang kent.
Leg jullie lief hartje maar even bloot, dan wordt je gemoed even heel groot. Neem als het u belieft die knuffel even aan, je zult er met een traan heel mooi bij staan.
Ik weet jullie vinden die knuffels heel lief, al ben ik niet zo een echte hartedief. Het enigste wat ik wil,jullie gelukkig zien, groetjes van big ietie een dichtersmachien.
Open wonden in een hart, door pijn,roddel en smart. Ge kunt ze heel moeilijk helen, als je naasten met je geluk spelen.
Deze pijn is soms niet te verdragen, als alles maar aan je blijft knagen. Voor mij zijn roddels uit de boze, vertel gewone dingen,geen loze.
Ik kan niet slapen als ik roddels hoor, dan ga ik er soms een tijdje van door. Bij mij moet het echt rechtdoor zijn, groetjes van big ietie manneke klein.
de ik in dit gedichtje is een muzikante die haar geliefde vriend verloor. het is een fictieve dame maar het kan iedereen zijn
Waar is die vriendschap toch heen? ik weet het niet daarom dat ik ween. Ik zag mijn vriend toch zo heel graag, maar waarom ging hij toch vandaag?
Hij is heen gegaan,hij was heel ziek hij luisterde graag naar mijn muziek. Nu kan ik niet meer voor hem spelen, ik ben alleen,ik zal me zeker vervelen.
Of zal ik muziek voor anderen maken? Hoe zal deze bij de vrienden geraken? Muziek is het enigste in mijn leven, ik ben blij dat ik dat mag doorgeven.
Ik bedank jullie om mijn gedichtjes te lezen.Daarom een speciaal gedichtje.
Ik ben verslaafd aan seniorennet, ik doe het omdat ik alles op alles zet. Van in de morgend tot avond laat, is het dat mijn peceke aan staat.
Een mail van hier een mail van daar, en zo is mijn dag dan heel snel klaar. Vriendelijke woorden van mijn vrienden, is het wat ik hier dagelijks kan vinden.
Er mee ophouden,dat kan ik niet, het is verslavender dan een snuifje wiet. Maar die vrienden dat is mijn geluk, seniorennet kan hierdoor nooit stuk.
Op zoek naar de kracht van het leven, kom ik dan mijn eigen wilskracht tegen. Hiermee wil ik het beste van mij geven, dank zij de ontvangst van Gods zegen.
De kracht put ik uit mijn ijzeren wil, de kracht om vriendschap te geven. Hierbij sta ik dan soms eventjes stil, om met iedereen in vrede te leven.
De zoektoch doe ik met de glimlach, die altijd bij mij terug te vinden is. Daarom dicht ik zo graag iedere dag, om jullie gelukkig te zien,zeker en gewis.
Heimwee-ik heb geen verhaal,maar ik heb het gebracht in een gedichtje,nu bedacht.
Titel:Heimwee naar mijn geboortestad.
Heimwee naar vroegere tijden, heimwee naar wat is gebeurd. Het zou me ten zeerste spijten, als die heimwee is weggesleurd.
Ik heb steeds heimwee naar mijn jeugd, ik was dan bij grootmoeder in de stad. Ik wandelde vrij rond en vond dat deugd, maar die huisjes moesten ooit allen plat.
We speelden dan in dat kleine straatje, wij jongelingen van een jaar of zeven. Wij speelden chauffeurke of soldaatje, maar waar is die tijd toch gebleven?
Velen van deze toen jonge vrienden, zijn weggegaan om fortuin te zoeken. Maar wat hebben ze dan kunnen vinden? weinig,ze zoeken nog in alle hoeken.
Een grassprietje wiemelde heen en weer, een kleine vogel streek er lieflijk op neer. Hij plukte het en nam het op met zijn bek, en vloog er vlug mee weg,naar zijne stek.
Het vogeltje legde het sprietje in zijn nest, en vloog nog enkele malen voor de rest. Na een tijdje vliegen van hier naar daar, was het vogeltje zijn nieuwe nestje klaar.
Het vogeltje stelde zijn nieuwe nestje voor, ja zijn liefje was daar heel blij mee,hoor. Na enige tijd was het bimbam beieren, en het nestje lag vol met kleine eieren.
Een roosje verklaarde de liefde aan een tulp, ze had het lief en vroeg het steeds om zijn hulp. De twee stonden naast elkaar in de grote hof, ze waren vrienden en ze vonden het daar tof.
Een jongen en een meisje zagen het bloemenperk, de beide bloemen plukken was hun eerste werk. Het roosje kwam in het grote huis in een vaas, het traande even en zocht haar lieve tulp,helaas.
Het tulpje keek verdrietig in het huis om zich heen, het hoorde in de verte het roosje en haar geween. Na een tijdje zetten moeder de bloemen te samen, ze waren weer vereinigd en dankte de Heer,ja amen.
Ik schaam me zo als ik niemand helpen kan, Ik wil zo graag helpen,dat is mijn enigste plan. Het is mijn morele plicht dit zeker te doen, iedereen helpen,maar dan in alle fatsoen.
Hulp krijgen van iemand die je graag ziet, al is het met de tranen in de ogen.Is dat niet? Ik ben zo blij,als ik iemand hulp kan geven, ik glimlach dan.Zo kan ik nu in vrede leven.
Laat je toch helpen ook al schrik je daarvan, die hulp is misschien de laatste die je krijgen kan. Hulp,een geschenk uit de hemel.Dat pakt, groetjes vrienden.Zorg dat je moed niet zakt.