Ik hielp bij het verzorgen van vele begrafenissen Enkel in onze parochiekerk. En probeerde geen één te missen Alles klaarzetten voor de pastoor, En liedjes meezingen in het kerkkoor.
Soms is het triestig om voor te lezen En komen de emoties naar boven bij dezen Maar het moeilijkst van al vind ik Is een collumbariumgebed in zijn schik
Of bij een asuitstrooing met de famillie. En als ik dan het laatste afscheid zie Hou ik me sterk, tot ik ergens alleen kan staan, En dan laat ik vaak mijn tranen gaan.
Maar wat heeft dat met vriendschap te maken? Die komt van de nabestaande. 'k schreeuw het niet van de daken, Maar de meeste troost die ik mocht ontvangen, Is vaak van de famillies die aan mijn lippen hangen,
Om te weten hoe ik met hen heb meegevoeld en met hen verdrietig was zoals bedoeld in mijn kaartje dat ik hen liet bezorgen Kristelijke deelneming en veel moed vandaag en morgen.
Een bloem bij de urne in een collumbarium, Een verweesde hond bij een pas gesloten graf. Het zijn tekens van tederheid in een stadium, Wanneer het leven terug gaat naar af.
Het doet mijn gemoed steeds zwellen, Wanneer ik die kleine dingen zie, Waarmee mensen hun gebaren doen tellen, Om te tonen hun genegenheid omtrend die,
Uit het leven is weggenomen. Voor altijd in Gods vaderhuis. Niemand kan eraan ontkomen, De herinnering is zacht als een pluis.
Maar als dat moment dan gekomen is en men definitief afscheid moet nemen, Na een kerkelijke begrafenis, Stond ik vaak bij diegene,
Die de doden hun leven lang hebben liefgehad. Ik kan hen niet troosten, maar nadien Kreeg ik vaak een inzinking, of ga van mijn pad. 'k Voel verdriet en smart en misschien,
Is dat een troost voor de nabestaande, Dat zij niet alleen staan met hun verdriet. Maar dat ik dienaangaande, Mee huil ook al ziet men het niet.
Hoe vaak ziet men het niet, Een mens gebroken in stil verdriet, Na de dood van een geliefd famillielid of vriend. Maar ook het zien van verdriet, doet me huilen als een kind.
Een klein gebaar van tederheid, Is vaak een ontroerende gelegenheid. Sta ik er vlakbijbij, dan komen gezwind, tranen opwellen en moet ik huilen als een kind.
Als mijn moeder straks dood zal gaan, en ik alleen in het leven kom te staan, Dan is er niemand meer die mij bemind. Ik zal dan echt huilen als een kind.
Waneer er niemand meer om mij geeft, En ik reacties krijg van "je bent niet waard dat je leeft", is het leven pas echt zwaar, geef me een hint. Wees dan zeker dat ik zal huilen als een kind.
Ik wou je nog iets zeggen. En vragen om iets uit te leggen. Hoe moet het verder zonder jou. Maar met uw dood zijn wij in rouw.
Ik had nog een cadootje gekocht. Iets waarvan ik weet, jij bent eraan verknocht. Maar ik zal het je nooit kunnen geven. Jij bent nu voorgoed uit het leven.
Alleen herinneringen aan jou blijven bestaan. En hopen dat ons gebed u naar de hemel laat gaan. Ten paradijze geleiden u de engelen. Als ik een kaars brand zal hoop in mijn verdriet verstrengelen.
Jouw blik verraad gebrokenheid, verdriet. Enkel als ik goed kijk, anders zie ik het niet. Daarom is mijn gevoel voor jou zacht als een veder. Ik wil alleen maar troost zijn telkens weder.
Ik wil bij je zijn om te zeggen: Ach ik weet niet hoe ik het uit moet leggen, Steeds weer ben ik aangetrokken door mensen met verdriet Niet om grote woorden te spreken, daarvoor ben ik er niet.
Gewoon aanwezig zijn en naar je verhaal te luisteren. En af en toe eens een antwoord te fluisteren.
Vraag niet wat de wereld nodig heeft, vraag liever wat je hart laat zingen, en doe dat dan, want wat de wereld nodig heeft, is mensen met een hart dat zingt.