Het regende op een zondagnamiddag en het zag er maar somber uit, we besloten toch maar een uitstapke te wagen en het lukte ook, dan maar richting Visee door de mooie mergelstreek gereden en zo naar Aubel en richting Hombourg Plombieres naar de kerk en zo naar het reservaat van de vroegere loodmijn, daar aangekomen ging de Barbiefamilie mee op uitstap om in het reservaat mooie fotos te maken, maar helaas kwam daar een donkere en zwarte lucht aan, hier en daar waren er nog mensen aan het wandelen, en nu wat zouden we natuurlijk gaan doen met die donkere lucht die heerlijk begon te sproeien en natuurlijk we nat en de Barbiefamilie die er bij was tja die was ook aan het nat worden, dan toch maar gewacht tot het wat droger werd en ineens was het weeral wat helderder geworden. Zodanig konden we dan maar onze fotos maken, een eerste foto werd gemaakt op het hek van het reservaat, de Barbiefamilie werd dan daar maar in haar beste kleedjes geinstalleerd en gereed gezet om te poseren, en ja het lukte. Er werden fotos gemaakt in alle richtingen van het reservaat zelfs de kleine barbietjes vonden het leuk in hun nieuwe out fit. Ook de bomen in het reservaat werden niet gespaard, dat was ook een prachtige plaats om fotos te maken. Zelfs het bos werd niet gespaard, en de shoot begon, natuurlijk ook in alle richtingen, jammer dat het oude loodtreintje weg is, anders hadden we daar ook nog mooie fotos kunnen maken. Jammer dat op het zinkreservaat nog alles heel kaal was, want de zinkflora was nog niet in bloei. De poppen waren in hun nopjes om fotos te maken ze hadden allen natuurlijk hun nieuwe kleedjes aan. En zo kon de modeshow beginnen. Na de shoots besloten we nog is naar de Voerstreek te gaan, want daar stond een pracht van een kasteel met een mooi zwanenmeer bij, daar zouden we binnekort ook is naartoe komen voor een paar prachtige fotos te maken, dat zou ideaal zijn, bij sommige van die gehaakte kleedjes voor Barbie hoorde er ook een mooi kasteel bij, nu hadden we is geen last van een paar nieuwsgierige gapers en vervelende lui die ons wat kwamen storen. Want in Wallonie heb je dat niet, alleen als je hier ergens in Limburg een fotoshoot maakt dan heb je er last van, aan da mooie kasteel zijn we is naar de forellen gaan kijken , want dat kweken ze daar, er waren daar heel kleine te zien in grote bakken, en buiten had je natuurlijk ook van die kweekbakken, daar zwommen grotere vissen in, een nieuwsgierige zwaan kwam ons ook al is een groetje brengen en een paar ganzen waren er ook van de partij, die vijvers aan dat kasteel leek precies het zwanenmeer. En zo zijn we dan na de wandeling maar stillekes naar huis gegaan en we hebben ervan genoten.
To add a facebox click on the face of someone you want to identify.
Nog een ander zicht
Vroeger werd de afval van zink op een heuvel gegooid zoals dat bij steenkool ging. Dit is de terril van de mijn Altenberg die er ooit tegenover heeft gelegen. Van de mijn zelf is niks meer te zien alleen is er een mooi gemeentepark aangelegd met de naam Koul.
Het oude mijnterrein in Plombières of Bleiberg is omgevormd tot een natuur - zinkreservaat waar het goed is om fijn te wandelen. Het heeft nog veel zware metalen in de grond zitten, de rivier de Geul loopt pal door het gebied. Het reservaat bestaat uit een gemeentepark en twee grill-huisjes, hellingen met bossen, spar en berkenbossen, vijvers, moerassen, een paar oude stortheuvels met afval van de loodnijverheid, moerrassen en wandelwegen en oude ertsaders die toegemetseld zijn. Ook een weide met zinkgrassen. Een kunsttunnel waar de Geul naar beneden komt gestort. De moffelpotten zijn bij de oevers van de beek verwerkt, dit werd gebruikt voor de ertsen in te smelten. (Dit zijn lichtblauwe stenen) Er komen in het gebied dassen voor, die heeft daar z'n hol gemaakt en het is daar een ideale plaats voor deze grote dieren. en de vos scheen er ook voor te komen. Op de vijvers komen er allerlei watervogels voor zoals de waterhoen, eenden, ganzen, fuut, rietfluiter, en vogels op doortrek. Er leven daar water en de boomkikkers, en verschillende libellensoorten. En vooral de parelmoervlinder is er ook te vinden. De gele kwikstaart, ijsvogel, waterspreeuw. Dan zijn er nog buiten de zinkflora andere boomsoorten en planten : harig wilgenroosje, grote lisdodde, waterbies, amerikaanse eik, vlierstruik, zinkboerenkers, zinkhazelaar, veldzuring, es, hagebeuk, waterzegge, zinkschapegras in de weide aan de afvalberg, berken, water en oeverplanten enz.... Op de hellingen heb je dikwijls sparrebossen of dennen. Er staat op de oever van de Geul nog een eenzaam graf van een mijnwerker die er is gestorven aan een hartaanval. Ook zijn er afvoerkanalen van de vroegere mijn met heel helder water, in het gemeentepark is er een vijver met aan de oever nog wat wilde planten. Gisteren zijn we er nog geweest en heb er heerlijk gewandeld, er lag geen sneeuw, maar op sommige plaatsen in de vijver en de afvoerkanalen was er ijs. Ook onderweg naar Wallonie lag er op sommige plaatsen nog 5 cm sneeuw en op sommige plaatsen lag er niks, in Montsen en Vaals lag er wel een pak sneeuw. Zo konden we nog een sneeuwmanneke maken he en hebben ons er zelfs nog goed geamuseerd.
Een heerlijk spokentripke naar de Voerstreek, Moresnet en Plombiéres
Vandaag zijn we weeral is ne keer op spokenuitstap geweest en we hebben er van genoten amai zenne, er volgde ons een heerlijke dikke regenwolk in de verte, maar dat trokken we ons niet aan hoor hahaha, we reden verder via Eben Emael waar een veldkoers plaatsvond door de weides en de kleine paadjes ertussen, tja dat kom je ook al tegen, daar in Wallonie kennen ze er ook wat van hoor. Zo kwamen we na een tijdje toen we de mooie mergelstreek gepasseerd waren, aan in de Voerstreek, we gingen de visvijvers is een bezoekske brengen, zo reden we via st Martensvoeren naar st Pietersvoeren, waar we aan het mooie kasteel kwamen, er stond daar een beetje verder een oude kerktoren ingepakt, die was men aan het restaureren. Maat aan die kerktoren daar moesten we niet zijn, we gingen naar de visvijvers aan de mooie commanderie een oud kasteel dat daar was gebouwd door de ridders van de Teutoonische orde van 1610 tot 1629 het was een prachtig kasteel met vele visvijvers, en erachter was de bron van de Voer zelf gebouwd die gebouwd was in 1933 . De vijvers worden gevoed met het water van de Voer en het water is er heel helder en proper, je ziet de vissen zo erin zwemmen samen met een paar lelijke ganzen die daar kwamen schetteren, er waren daar een paar vissers aan het vissen, en het was de oudste visteelt in Belgie die onstaan is in 1885, de vijvers samen zijn ongeveer 3 hektare groot. De soorten vissen die hier gekweekt worden zijn regenboogforellen, farioforellen, albinoforellen, bronforellen en steur. In de kweekvijvers zelf ook aan de commanderie zie je ook forellen zwemmen, en binnen zie je de hele kleintjes met zeer velen bij de vleet zwemmen in grote groepen en in vele kweekbakken, de eitjes zijn 1 tot 2 mm groot, dan verschijnen er pootvisjes, bij 10 graden c. ze zitten in blaasjes die na een paar maanden verdwijnen en ze kunnen zwemmen in de kweekbakken, ze groeien 1 cm per maand, nadien als ze groot genoeg zijn worden ze uitgezet in de vijvers. Het water in de vijvers is konstant 10 graden c. winter en zomer. Van zodra we daar waren, verscheen er in de verte een onweer, dat naderde en wij dus onderdak moesten zoeken, in een nabij gelegen barakske om iets te gaan drinken. Bij de ingang van het kasteel zag je nog zo van die ouderwetse toiletten, met zo'n plank en een gat in zoals dat vroeger was. Daar leefden ze zeker nog in de jaren stillekes en was de tijd er blijven stilstaan. Ondertussen regende het een stortvloed daar, en er hing veel mist van die regen die stillekes voorbij trok richting Plombieres en Kelmis via het drielandenpunt zo naar Duitsland. Wij gingen nadien ook maar is verder, een heerlijk ritje maken achter de Voerstreek, we kwamen uit in Hombourg, gevolgd over het staion in Montzen, nadien naar Plombieres waar mooie en felgekleurde palen stonden die er ons aan deden denken dat er hier maar 30 mag gereden worden omdat er een school in de buurt lag. En verder reden we tot bij het kerkske van Bleiberg naar Moresnet, waar we vroeger ook al is gaan spoken zijn , en we hebben er mooi gespookt, daar mag je donder opzeggen. Zo kwamen we voorbij die grote spoorwegbrug van Moresnet, die tijdens de eerste wereldoorlog door Russische krijgsgevangenen gemaakt is in barre omstandigheden en waarbij er verschillende doden gevallen zijn en begraven, deze brug was gemaakt om de provincie Luik en Duitsland met de haven van Anwerpen te verbinden. Het is daar een pracht van een streek, en nog niet kapot gemaakt door het toerisme en das maar goed ook. De natuur is er heerlijk en spoken kan je er naar hartelust. Alleen natuurliefhebbers en wandelaars kennen het gebied. En de kleine dorpkes zijn er nog puur. Zo reden we dan maar is ne keer door deze mooie streek, want om gaan te wandelen was het geen weer, het regende er goed, en met de auto daar is doorrijden was ook de moeite. Zo was onze zondagnamiddag ook goed gevuld en zo reden we ook langs Henri Chapelle langs het kerkhof waar de gesneuvelde helden lagen begraven die hier gestroven waren tijdens de oorlog en dat dit zeer mooi onderhouden is. En zo reden we nadien maar terug naar huis zodat we nog is ne keer genoten hebben van deze prachtige streek.