Met de caravan door Bourgondië en verblijf in de Finistère
15-04-2016
Naar St.Priest-la-Roche langs de Loire
Hond, stapschoenen en camera: dat zijn de attributen voor een voettocht met militaire tred langs de Loire richting St.Priest-la-Roche. Bea is thuis gebleven om de obligatoire was te doen en om daarna alles droog zien te krijgen. Bij het naderen van het dorp St.Priest begon het lichtjes te regenen. De camera werd in een speciale waterdichte zak gestoken en onder een lichte en verfrissende regen vatte ik mijn terugtocht aan.
Het weer was vandaag geschikt voor een stevige voettocht. Gewapend met de stafkaart, de routebeschrijving en de Garmin GPS konden we onze kilometers afmalen met voortdurend felle stijgingen en dalingen. De route ging rond het dorp Cordelle. Cordelle was in de romeinse tijd een vestiging (zie de toren als overblijfsel) en had een belangrijke handelsfunctie in de middeleeuwen. Nu is het een ingeslapen dorpje.
Er staat dan toch één kasteel aan de Loire, of beter ín de Loire. De waterburcht van La Roche in St.Priest-de-la-Roche overheerst in de gorges de la Loire. Het dorp Cordelle stelt niet veel voor. De enige café is definitief gesloten. De wegen zijn hier erg smal en overal staan borden met waarschuwingen voor lange en stevige hellingen van 20 %. Een brit kon daardoor met zijn caravan zonder hulp niet van de camping af met zijn Ford Mondeo. Er worden permanent cursussen gegeven voor roeiers. Met acht of meer krijgen ze instructie van een monitor. En roeien in de gorges de la Loire is de meest veilige manier van contraceptie, want veel plaats is er niet voor de benen.
Op een regenachtige dag als vandaag zetten we koers naar Lentigny, 15 kilometer van de camping. Daar wonen Marylene en Philippe, die al vele jaren vrienden van ons zijn. Zij hebben het actieve leven in Parijs omgeruild voor het rurale en gezonde leven in het Loiregebied. Onze Diarmuid voelt zich goed thuis bij Philippe. Marylene en Bea zijn erg bedreven met elk hun tablet.
Ik kon niet weerstaan aan de behoefte om bij het ochtendgloren foto’s te nemen op mijn camping Mars. De oranjegloed geeft de flanken van de bovenloop van Loire een bijzonder effect. En het is hier stil. Er is geen geluid van verkeer of industrie. Enkel de wind en de vogels maken een streepje geluid. Het is hier wat frisser 's avonds dan elders, omdat we op een hoogte van zowat 500 meter zitten. Ik heb hier geen wifi, maar mag met plezier gebruik maken van het netwerk van de camping.
We zitten aan de bovenloop van de Loire. Vlakbij is de afdamming van Villerest. Camping Mars biedt ons een fantastisch uitzicht op de wilde Loire. De rivier maakt hier een grote bocht. Stilte en rust heeft hier de bovenhand, want we zitten ver van de bewoonde wereld. De caravan staat mooi opgesteld voor een verblijf van meerdere dagen. Ik kreeg van de campingbaas enkele brochures met wandelkaarten. Het zal dus niet lang meer duren voordat ik de bergschoenen aantrek.
Vandaag heb ik het gemeentelijke museum van Louhans bezocht. De oude drukmachines van de streekkrant werden er gemaakt. Morgen rijden we verder zuidwaarts, naar de Loire, 200 kilometer verder. We trekken niet naar de kastelen, maar naar de echte Franse Loire, het departement Loire. De Loire heeft de industriestad St.Etienne, waar ooit de mijnindustrie overheerste. Wij trekken naar de meander op de bovenloop van de Loire, naar Cordelle. Zoek Cordelle niet op de wereldkaart, want het is een dorp van 300 inwoners. We trekken naar een heuvelachtig gebied, dun bevolkt, waar de Loire als wilde rivier zegeviert. We zitten vlak tegen de stuwdam van Villerest, waar de Loire zorgt voor stroomvoorziening en daarachter rustig voortkabbelt naar haar kastelen, 500 kilometer verder. De Loire is immers de langste rivier van Frankrijk.
Met stevige tred en 15 kilometer lang begaven we ons op de Sentier des Grands Bois, richting Beaufort. We hadden een mooi uitzicht op de Jura. Bea wilde nog wat wachten op de trein, maar na lang aandringen van mij, heeft ze van haar plan afgezien.
Louhans is een oude middeleeuwse stad met 157 arcaden. Vanaf de 13e eeuw begon de commerciële activiteit in de stad van het Bourgondische rijk en Savoye. Bea heeft een Bressekip gekocht. We gaan een week eten van het immense beest. Bressekippen worden in weiden gekweekt en worden enkel met mais bijgevoederd.
Sornay is een dorp, dat naast Louhans ligt. Er is geen fluit te zien, maar de voettocht van acht kilometertjes naar de sluis op de Seille, bijriviertje van de Saône, is de moeite waard. Bourgondië is verzadigd van de riviertjes en de sluisen. Vogelliefhebbers kunnen hier vele soorten herkennen, maar wij kennen alleen maar de “Jean-de-Gand” en de “Oiseau oeioei”. En die hebben we net niet kunnen ontwaren. De benen zijn los en de calorieën zijn onder bedwang, meer hoeft er niet voor ons.
De ochtendzon breekt door een laagje mist: Bourgondië op zijn mooist tussen de middeleeuwse gebouwen en de waterpartijen. De dakbedekking van de kerk van Louhans heeft een eigen stijl, typisch voor alle kerken van de Bresse.
Vandaag hebben we geen last van muggen, wel van een natte broek, als we ergens op een bankje gaan zitten. De ganse dag blijft het regenen, maar morgen zou het beter worden volgens Meteofrance. We zien wel. Het zijn geen dure vakantiedagen, die we verspillen. Nog even een klein historisch misverstand wil ik uit de weg ruimen. Wanneer wij Vlamingen het over het Bourgondische leven hebben, dan denken we aan rijk gevulde tafels. Deze voorstelling is een overblijfsel van de late middeleeuwen, toen Vlaanderen deel uitmaakte van het Bourgondische Rijk. De inwoners van Bourgondië van vandaag kennen dit cliché echter niet. Eten als een Bourgondiër is zoals drinken als een Zwitser of smoren gelijk een Turk. De komende dagen hoop ik een foto te kunnen plaatsen van de typische kerktorens hier. Ze hebben een bonte kleur, zijn spits en zijn meestal getordeerd. Eerst moet de hemel uitklaren.
De stadscamping van Louhans is een eenvoudige camping, laag geprijsd, maar met een maximum aan comfort en voorzieningen. Je kan onbeperkt douchen, er is heet water voor de afwas, gratis en goedwerkende wifi, 10 Ampère stroom, en het sanitair wordt tweemaal daags grondig gereinigd. Het is nog een van de weinige gemeentelijke campings, die niet geprivatiseerd werd. Wij prijzen ons gelukkig dat wij met financiële steun van de Franse lokale overheid aan recreatie kunnen doen. De maandagmarkt in Louhans is een belevenis. Duizende levende kippen, kalkoenen, parelhoenders, konijnen, geiten en schapen worden verhandeld. Wie een haan koopt, krijgt er een kartonnen doos met luchtgaten bij.
We staan nu in Zuidoost Bourgondië, in Louhans, op de gemeentelijke camping. Het onthaal was hartelijk. Vier jaar geleden stonden we ook al eens op deze camping en we vonden alles terug zoals we het kenden: dicht bij de stad en de bakker, en een rustige omgeving. Morgen gaan we naar de beroemde markt van Louhans. We zitten in de Bresse, de streek waar de Bressekip gekweekt wordt. De kippen lopen in weiden rond en hebben een meesterlijk volume.
De rit van Verdun naar Louhans was mooi, maar vele regendruppels vergezelden ons.
Met een beloftevol ochtendgloren maak ik me klaar voor een bezoek aan het Centre Mondial, het wereldcentrum van de vrede, vrijheden en mensenrechten. Het museum ligt in het bisschoppelijk paleis en biedt een tentoonstelling met als thema “Que reste-t-il de la grande Guerre?”. Ik zag veel portretten, filmpjes en voorwerpen uit de grote oorlog, o.a. een veldtelefoon, de GSM van 1916. Morgen trekken we 450 kilometer zuidwaarts door Bourgondië. We worden verwacht op de gemeentelijke camping te Louhans in Zuidoost Bourgondië.
Onder een bewolkte hemel deden we een rondrit door de slagvelden van Verdun. 1916 was het jaar waarin vele soldaten sneuvelden aan beide zijden. Hele dorpen werden verwoest. In de bossen vind je hier en daar nog restanten ervan. Leuk is dat er afbeeldingen van de toenmalige bewoners bij gezet werden. Mort-Homme was een treffer van formaat tussen de twee strijdmachten. Een majestueus standbeeld toont de vermoeide en uitgemergelde soldaat. En de V 200 mocht voor de eerste keer buiten komen. Bij het grote momument van Verdun waren schoolgroepen in de weer voor een massa-evenement.
Vandaag heb ik de citadel van Verdun bezocht. Bea gaat morgen. Met onze hond Diarmuid moeten we onze geleide bezoeken apart doen. De citadel wordt druk bezocht en dan is een afspraak nuttig. Ik was vandaag aan de beurt en kreeg een mooie voorstelling van wat zich afspeelde in 1916. Met een soort kermiswagentje wordt je rondgereden in de immense bunker, de citadel. Je krijgt een hele reeks audiovisuele voorstellingen: gesprekken tussen legerofficieren, het dagelijks leven in de citadel met de bakkerij en de gruwelen van de loopgraven. Het weer is niet erg geschikt voor de bovengrondse bezoeken in open lucht. Morgen zou de lente echt doorbreken en kunnen we de monumenten bezoeken.
Vandaag, woensdag, zijn we aangekomen in Verdun, 340 kilometer van huis. Camping Les Breuils is een prima uitvalsbasis voor een meerdaags bezoek aan Verdun en al wat gebeurde in 1916. Onder een paar druppels regen hebben de caravan opgesteld op een rustige plek aan de visvijver. Foto's heb ik nog niet. Morgen gaan we alles ontdekken wat met de verschrikkelijke eerste wereldoorlog te maken heeft en zeker het jaar 1916. Verdun heeft veel te bieden.
Het vertrek was gepland voor dinsdag na Pasen. Veilig en comfortabel rijden met een caravan wordt moeilijk bij felle rukwinden. Daarom blijven we een dagje langer thuis en vertrekken pas woensdag. Voor ons maakt het weinig uit. Aan een reisdag in regen en wind heb je trouwens toch niet veel. Nog even de GPS instellen, maar vooral de kaart goed bestuderen! We rijden naar Verdun over Antwerpen, Brussel, Namen, Libramont, Bouillon, Sedan en Stenay. 310 kilometer worden afgelegd in ongeveer 5 uur. Met een span rijd je maximum 90 km/uur.
Ik ben V200 of Vee 200. Vroeger was ik Pee Acht, maar tijden veranderen. De stoomlocomotief P8 “qualmt” rustig verder. Nu is het tijd voor de meest beroemde Duitse diesellocomotief, de V200 ook gekend onder serienummer 220. Ikzelf ben geboren in 1953. Net in dat jaar werd de V200 voor de eerste maal op de rails gezet. Toeval of niet, maar het “Wirtschaftswunder” heeft zich in dat jaar duidelijk gemanifesteerd. Na de 2e wereldoorlog werd het locomotievenpark gemoderniseerd. Duitsland ontwikkelde zijn machtige diesellocomotief V200, een staaltje van “Deutsche Gründlichkeit”. Prestige werd afgedwongen tijdens de wederopbouw in de naoorlogse periode. De dieselhydraulische machine werd uitgerust met twee Mercedes-Maybach motoren van elk 12 cylinders, 2200 Pferdestärke. Voor de stoomverwarming van de reizigersrijtuigen werd een stevige dieselverwarmingsketel gebruikt. De machine werd in gans Duitsland ingezet tot de meeste hoofdlijnen met elektrische bovenleidingen uitgerust waren in 1984. Nog enkele machines zijn rijvaardig, maar een aantal staan te glimmen in musea. Op mijn modelbaan, schaal 1/87, rijdt de 220060 rond. Het catalogusnummer 3021 is het meest gekende model van Märklin sedert vele jaren. Mijn model werd omgebouwd voor digitaal bedrijf en is een van mijn sterkste machines, robuust en veelzijdig. Het machientje gaat mee op reis en zal op vele foto’s verschijnen. Op die manier blijft het “Wirtschaftswunder” actueler dan ooit. Maar misschien is de ode aan de V200 niet aan jou besteed. Binnen ruim een week vertrekken we naar Frankrijk, richting Bourgondië. Waar we terecht komen, weten we nog niet, al hebben we wat ideeën. We blijven eerst een paar nachtjes in Lorraine, in Verdun staan. Het wordt een historisch treffen met de verschrikkelijke wereldoorlog 14-18.